gez. Dr. D. Hellema geplaatst bij het hospitaal der marine te Willemsoord; de ben. off.-van-gez. 2de kl. A. Prins (arts) wordt met den 16den Jan. geplaatst aan boord van Zr. Ms. ramschip „Guinea". W. M. "Visser, luit.-ter-zee 1ste kl., laatste lijk gedet. geweest aan het depart, van marine hier te lande, is gesteld ter beschikking van den gouv.-gen. van Ned.-Indiê, om te worden belast met de waarneming der betrekking van inspecteur van stoomvaartdienst bij het dep. van marine daar te lande, en definitief tot die betr. te worden benoemd, zoodra hij zijn eervol ontslag uit 's rijks zeedienst zal hebben bekomen. Z. M. heeft E. T. Smeets, adj.-controleur der dir. bel. en van het kadaster te Amsterdam, in dezelfde betr. benoemd te Zwolle. Gemengd Nieuws. Naar men verneemt is in den nacht van Zaterdag op Zondag een schaap van den stal houder Kottner, dat buiten de Koepoort in de weide liep, de bals afgesneden. Men had het dier gevild en de huid en den kop achtergelaten. De trein, die te lu. 50 m. van Utrecht naar Boxtel vertrekt, heeft Vrijdag een veekoop man overreden, die zich over de rails naar de overzijde van liet perron wilde begeven. Ten ge volge van de ernstige verwondingen daardoor aan het hoofd bekomen, is hij Zaterdag overleden. Te Rotterdam is dezer dagen eene bijeenkomst gehouden van reeders, gezagvoerders en verdere belanghebbenden bij de zeevaart, ten eir.de aan den heer J. Helm, gezagvoerder van het Deensche stoomschip „Sjelland", de gelegen heid te geven eene door hem ontworpen lantaarn tentoon te stellen en zijne bedoeling daarmede te ontvouwen. Door kapitein R. J. Blacklin werden de aanwezigen in de gelegenheid gesteld, na afloop der discussie liet effect der lantaarn nader te onderzoeken, door aan boord van het onder zijn bevel varende stoomschip „Torrington", toen lig- liggende aan de Willemskade, de lantaarn, in verband met de bij de wet bepaalde lichten, te doen hijschen. De uitvinding van kapitein Holm komt (volgens het van 't verhandelde in de ge noemde vergadering opgemaakt verslag) hierop neer: De heer Holm wil, dat een tweede top licht onder het witte toplicht, zooals nu door elk stoomschip des nachts gevoerd wordt, ge- heschen worde. Dit tweede toplicht moet schijnen over een boog van 20 streken van het kompas en verdeeld zijn in vijf verschillende vakken, te weten: wit over 6 streken vooruit, rood over 3 streken aan weerszijde van het wit, en groen over de overblijvende 4 opvolgende strepen. Het doel is, door deze opvolging van kleuren binnen 2 of 3 streken te kunnen uitmaken welken koers een naderend stoomschip houdt en hoe het roer ge draaid wordt, altijd in verband melde nu gebruikt wordende zijlichten. De vergadering heeft zich bereid verklaard, om, daartoe uitgenoodigd, ter allen tijde de maatregelen te ondersteunen, welke zouden genomen worden om het onderwerp ter beoordeeling onder de oogen te brengen van de regeeringen der zeevarende natiën van Europa, ten einde de toevoeging bij de tegenwoordige in ternationale wet op het voeren van lichten voor stoomschepen te verkrijgen. In de gemeente Veur is Vrijdag de 22-jarige zoon van den watermolenaar v. d. M. aldaar, te dicht langs de wieken van den malen- den molen loopende, door een der roeden zoodanig op het hoofd getroffen, dat hij gisteren aan de gevolgen is overleden. Zaterdag-avond omstreeks 8 uren werd de koopman N.f uit Groningen, te Utrecht in arrest genomen. Naar men verneemt zou hij de persoon zijn, die in de Boterstraat aldaar eene vrouw door een pistoolschot, waardoor haar lin kerarm is doorboord, het leven trachtte te be nemen. Men zegt, dat hij reeds bekend heeft. Als een bewijs van vooruitgang in Japan wordt gemeld, dat in vier der grootste steden, Tokoi, Osaka, Nagasaki en Fuchuschiwa, hoven van appèl zijn opgericht en in de hoofdstad des rijks een hof van cassatie is gevestigd. Te Heerenveen had Vrijdag een man, werkzaam aan een houtzaagmolen, het ongeluk met een balk op den schouder uit te glijden, met het ongelukkig gevolg, dat hij op de plaats dood bleef. Hij was een vlijtig werkman en laat eene weduwe na met negen kinderen. Bij het vergaan van de stoomboot „Deutschland" vond nog het volgende merkwaar dige voorval plaats. De heer Adolph Hermann wae er in geslaagd miss Anna Petzold, een Amerikaansch meisje, te redden, en hoog in den mast naast zich in veiligheid te brengen. Met groot zelfbe dwang en kalmen moed wist mej. Petzold onder zijne leiding tegen het want op te klimmen. Hij bond haar zoo goed hij dat vermocht met reisdekens en plaid aan den mast vast, en zij gaven elkander- moed door woorden en daden. Eens, toen haar de krachten begaven, reikte een onbekende vriend hem een flesch whiskey toe. Het kostte hem on gelooflijke moeite, eerst om de flesch open te krijgen en vervolgens om juffrouw Petzold te laten drinken. „Ge giet alles in mijn nek", was haar bedaard antwoord op zijn eerste poging, doch [ten laatste gelukte het hem eenige whiskey in haar mond te krijgen. Na zelf een goeden slok te hebben genomen, gaf hij de flesch verder, en hij, zoowel als vele anderen, danken hun leven ongetwijfeld aan de whiskey die zij nu en dan verkregen. Nauwelijks waren beiden een weinig verwarmd door een dronk, of een ver schrikkelijk ongeluk maakte bijna aan hun leven een einde. De betaalmeester, die boven hen in het want zat, werd verkleumd, liet de touwen los en viel met het hoofd naar beneden tegen de dame aan. Hermann, die zeker een turner is wist haar en zich zeiven vast te houden, en toen in het vroege morgenuur een sleepboot uit Har wich hen kwam redden, leefden beiden nog. Toen zijn voeten op het punt waren te bevriezen, wist juffrouw Petzold de doorstraling te herstellen, door op zijn verzoek geruimen tijd op zijn voeten te stampen. Dus hielpen beiden elkander en toen zij uit het want werden gered, waren beiden ver loofd. De heer Hermann vertelde namelijk aan den verslaggever van de „Daily News", dat hij door de schipbreuk gewonnen in plaats van ver loren had. Hij had toen ze beiden in het want zaten mej. Petzold gevraagd of ze zijn vrouw wilde worden, zoo ze gered werden. Ze had er in toegestemd, en dus won hij een vrouw, wier lieftalligheid haar moed schijnt te evenaren. Een telegram van Lloyd uit Bremers- haven meldt de Zaterdag, dat de ketel van de sleep boot „Simson" sprong, toen de sleepboot lag voor de naar New-York bestemde stoomboot „Mosel." De passagiers waren reeds aan boord. Blijkens nader bericht is het onheil ontstaan niet door het springen van den ketel, maar door het sprin gen van een kistje dynamiet, hetwelk naar men zegt onder den naam van een andere stof, aan boord werd gebracht en bij het afladen ontplofte. In de eerste opgaaf bij de agentuur der Noord- duitsche Lloyd werd het aantal dooden of ver misten op 25 a 30 begroot. Blijkens officieel bericht bedraagt het echter 60 en dat der ge wonden ruim 40, terwijl er nog eenige personen, die in het water waren geslagen, vermist worden, waaronder een inspecteur en een kapitein. Van de passagiers hebben slechts weinigen zwaar letsel bekomenzooveel te meer de voorbijgan gers en werklieden op de kade. De „Mosel" is beschadigd. Op het dek der bijliggende sleepboot „Simson" was alles weggeslagen. Uit de kade is een stuk grond afgescheurd. In de naastbij- zijnde huizen zijn vele ramen vernield. R e c h t z a Ir e n. Gewezen vonnissen in strafzaken door het kan tongerecht alhier van 4 December: 4 wegens ongemuilkorfde honden 'op straat te hebben gelaten1 w. het werpen van vuilnis in gemeente-water1 w. het slachten van vee met openstaande deuren der slachtplaats, zoodat die handeling door het publiek kon gezien worden. In het Zaterdag door het prov. gerechtshof van Z.-H. behandelde appèl van een vonnis der rechtbank te Rotterdam, gewezen in de zaak van den aannemer Nederlof, die daarbij tot geldboete veroordeeld is, wegens het zonder vergunning met biezen beplanten van eene plaat in de rivier de Nieuwe Maas, nabij Schiedam, waarvan de appel lant eigenaar is, werd hoofdzakelijk de vraag be sproken, of de biezencultuur nadeeliger voor den bekwamen afloop van het rivierwater is en tot meerdere aanslibbing kan strekken, dan wel het overlaten aan de natuur van de plaat, wanneer daarop ruigte aanwezig is. De van weerszijden gehoorde deskundigen waren het hieromtrent on eens, zoo ook de verdediger van appellant, Mr. Blussé, en het O. M. 's Hofs uitspraak deelen wij later mede. Het prov. gerechtshof in Drente behandelde Vrijdag den moord, te Havelte gepleegd van 27 op 28 September jl. Twee boerenknechts zijn be schuldigd die misdaad gepleegd te hebben. Nadat de getuigen waren gehoord, eischte het O. M., bij monde van den procureur-generaal Mr. Schilfer, voor elk eene tuchthuisstraf van minstens 5, doch 20 jaren niet te boven gaande. Het provinciaal gerechtshof in Zeeland heeft J. Van der Vorst, oud 32 jaren, landbouwer te Vrouwepolder, die voor dat hof heeft terechtge staan ter zake van moedwillige brandstichting, aan dat feit schuldig verklaard, doch onder aan neming van verzachtende omstandigheden veroor deeld tot eene correctioneele gevangenisstraf van drie jaren. KOLONIËN. BATAVIA, 6 November. In het mail-overzicht van de „Indiër" leest men: De oorlog met Aljeh is eene nieuwe phase inge treden. Generaal Pel heeft den 30sten October Batavia verlaten en zal het commando weder aanvaarden. Bij zijn vertrek was eene talrijke menigte aan den Boom en genoot de generaal vele blijken van sympathie. Bijna alle autoriteiten waren aanwezig. Z. Exc. de leger-commandant werd ver hinderd tegenwoordig te zijn. Men merkte echter de leden van den raad van Indië, verscheidene directeuren, een tal hoofd- en mindere officieren en den resident op. De bataljons te Atjeh zijn inmiddels voltallig gemaakt of door anderen ver vangen. Kolonel Wiggers van Kerchem heeft niet over de macht beschikt, die thans in Atjeh aan wezig is, en kon zich tot niets anders bepalen dan het uitzenden van patrouilles, een op zichzelf verkeerd denkbeeld. Thans zal het vierde bedrijf van het groote drama in Atjeh vertoond worden, want generaal Pel zal wel niet de afwachtende houding aannemen, waaraan zijn tijdelijke vervan ger gebonden was. Naar men verneemt heeft heden de Eerste Kamer van het hooggeiechtshof van N.-I., weder om rechtdoende in eene quaestie omtrent de aansprakelijkheid van den Staat in zake vendu accepten, de Javasche Bank in het gel'yk gesteld, die betaling van een door den vendu-meester te Madioen afgegeven accept vorderde. De nalatenschap van Jan Anthony Du Bois in leven ads.-res. van de Lampongsche districten, bedraagt iets minder dan millioenen; hij liet nog geen f 1Ï00 na, waarvan hij het gedeelte, waar over hij kon beschikken, bij testament aan zijne natuurlijke kinderen vermaakte. De oproeping geldt derhalve de rechthebbenden op het restant. Door den gouvcrneor-generaal van Ned.-Indië zijn de volgende beschikkingen genomen: Civiel Departement. Verleend: Een tweejarig verlof wegens ziekte: aan den ads.-res. der afd. Tcbing-Tinggi, Th. G. V. Boreclaan den comm. 3de kl. bij den postdienst, R. W. Pe- reira; aan den ads.-res. van SampaDg H. F. Van Lier; aan den opz. 2de kl. bij den waterstaat W. Van der Goes en aan den opz. bij den spoorwegd. A. F. J. Cataire; aan den raadsheer in het hooggerechtshof van N.-I. Mr. J. Th. M. Godefroy; aan den boofdcomm. bij het dep. van fiDancicn H. Van Alphen; aan den control, der 2de kl. bij het bionenl. bestnur A. M. G. Meerteos. Ontslagen: Eervol, de contr. 2de kl. bij het bin- nenl. bestnur P. N. Doorninck; de hulpondcrw. te Soerabaja C. De Gast; de opz. 2de kl. bij den waterstaat P. J. Dumon- lin; de klerk van den controleur van Nias, P. Th. Siraon de secret, der resid. Tagal J. B. Scharff; de comm. op het resid.- kant. te Banjoemas, H. Th. W. Doeve. Benoemd: Tot resi dent van Japara J. W. Moojen; tot res. van Rembang, Mr. J, C. J. v. d. Schalk; tot res. van Madioen W. H. v. d. Heil; tot ads.-res. van Tebing-Tinggi, C. J. Braon. Bij de algem. secretarie tot 2den comm., Mr. D. Beets, tot 3dcn coram. A. Buyn; bij den postdienst, tot comm. 3de kl., F. C. H. Tots. Tot ads.-resid. "van SampaDg, G. A. Van Delden; tot secr. der res. Tagal. M. A. C. Herderschee; tot comm. op het res.-kan- toor te Banjoemas, B. Pastot 5den onderwijzer aan de kweek school voor inl. onderw. te Bandoug, E. E. Luitjes; tot opzich ter 3de kl. bij den waterstaat, J. D. Pasteur, J. Bnrkink, G. Van Kleef, C. Doesberg, J. W. F. Van Brussel, G. B. Berk hout, A. L. W. Heldring, L. Van der Tas en M. J. IJzerman. Bij de algem. secretarie: bevorderd: tot lsten comm. F. H. L. E. Meeng; tot 2den comm. J. Jonker; tot 3den comm. W

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 2