een der gevangenen te Ceuta bestaat, en strekken moest om een onzer landgenooten op te lichten, eene poging die bij herhaling op soortgelijke wijze is aangewend, en waarschijnlijk nu en dan wel moet zijn gelukt; zonder dit toch zou men niet jaren lang met dergelijke kunslenarijen voortgaan. Te Berlijn stond dezer dagen terecht de 28-jarige vrouw Horst, weduwe van een koet sier, beschuldigd hare drie kinderen vermoord te hebben. Na door den dood van haar man alles verloren te hebben, en vruchteloos alles aange wend om in het onderhoud van hare kinderen te voorzien, had zij besloten een einde te maken aan haar eigen leven en dat van haar kroost. Zij had daartoe een kachel in haar vertrek geplaatst en voor haar laatste geld kolen gekocht. Toen zij reeds half bedwelmd was, had zij hare kinderen, die 9, 6 en 5 jaren oud zijn, nog schoone klee deren aangetrokken, en daarna zich te bed gelegd. Het oudste meisje had echter geschreeuwd, waarop de buren waren binnengekomen. Deze vonden twee der kinderen dood en de moeder bewusteloos, die herstelde; maar het meisje, dat nog leefde, bezweek denzellden nacht. Bij het eerste verhoor had de vrouw verklaard reeds lang met het denk beeld van dezen moord te hebben omgegaan; voor den rechter trok zij die verklaring in, die zij zeide slechts afgelegd te hebben om ter dood te worden veroordeeld en spoediger met hare kinderen te worden vereenigd. Wegens verzachtende omstan digheden, vooral ook wegens haar karakter, dat door alle getuigen om strijd werd geprezen, is zij wegens manslag veroordeeld tot twee jaren ge vangenisstraf. Onlangs zag men te Par ij s in de groote Avenue, die naar het Bois de Boulogne voert, een wagen zonder paarden. Het was een nieuw stoomrijluig, dat allerhande wendingen maakte. Nu eens stond het plotseling stil, dan draaide het rechts of links, of in de rondte, en dat alles ging met een buitengewone naauwkeurigheid. De vaart was zoo snel als van een sterken paarden- draf, en het rolde bijna zonder gedruisch over de chaussée. Het stoomrijtuig ontmoette verschei dene malen stoornis op zijn weg, maar zijne wen dingen, tusschen de gaande en komende rijtuigen die den weg vulden, zonder stil te staan, waren, zóó, als de beste koetsier niet heter had kunnen wenschen met een span paarden. Slechts eenmaal stond het stil en dat was in de nabijheid van het kerkhof van Montmartre, om een lijkstoet voorbij te laten trekken. Het publiek beschouwde het overal met een nieuwsgierigheid, die aan geest vervoering grensde en velen lieten toejuchingen hooren. Dit merkwaardig rijtuig kwam uit Le Mans en is uitgevonden en vervaardigd door den daar wonenden fabrikant Ernest Bolée, die het slechts voor eigen gebruik dacht te bezigen. De minister van openbare werken Caillaux, een van Frankrijks beste ingenieurs, en de vorige minis ter de markies De Talhouet, hoorden van dit voertuig spreken en wenschten het in oogenschouw te nemen. Zjj maakten een rijtoer in de streek van Le Mans onder de leiding van den zoon des uitvinders en de uitslag was zoo bevredigend, dat Caillaux verklaarde, dat het probleem van de lo comotieven op gewone wegen geheel opgelost was door het rijtuig, en Bollée toestemming gaf daar mede door alle steden van Frankrijk, zells Parijs, te rijden. Deze toestemming heeft de vervaardiger zich ten nutte gemaakt, en de uitslag wekt aller bewondering. Het nieuwe stoomrijtuig, dat vier Fransche mijlen - in het uur aflegt, verbruikt slechts voor drie franken kolen gedurende dien tijd. Nog wacht den Parijzenaars eene nieuwe verras sing van gelijken aard, daar het rijtuig naar Courbevoie door een locomotief zal worden ge trokken zonder aanwending van steenkolen, daar de machine door saamgepersle lucht in beweging wordt gebracht. De menigte proeven, daarmede genomen, hebben geheel aan de verwachting be antwoord. Het is in Engeland treurig met de vrouwelijke dienstboden gesteld, zucht de „Graphic." "Veel vraag en weinig aanbod. Begaf men zich vroeger naar een verhuurkantoor, dan vond men er een massa keukenmeiden, werkboden en kin dermeiden thans vindt men er slechts dames, naar dienstboden zoekend. De concurrentie is zoo groot, dat, indien men een meisje de straat ziet passeeren, die slechts den schijn heeft „vrij" te wezen, een half dozijn dames op haar toeschieten, alsof het photografen waren die naar klanten zochten. Wie per advertentie eene meid vraagt, krijgt in den regel geen antwoord, tenzij men aankondigt„geen messen slijpen, geen glazen zeemen, geen kinderen te verzorgen." Adverteert daarentegen een keukenmeid, dat zij eene plaats zoekt, dan regent het brieven. Wat nu is daaraan le doen? Het middel is heel eenvoudig, zegt de „Graphic", zooals blijken zal uit de feilen, welke wij zullen opsommen en wel primo op gezag van „Punch". Dit blad zij dus het woord gegeven. Een keukenmeid en een fatsoenlijk gekleed „jong meisje" spreken met elkaar in de keuken. De keukenmeid: „Dus je gaat dienen als kamermeid," en het antwoord van het jonge meisje: „Neen, zoo waar niet; als ik ga dienen, dan ga ik als juffrouw." En nu onze eigen anecdote, zegt de „Graphic." Een dame onzer kennis ze had vier kinderen had groote moeite om een kinder meid te krijgen. Ze adverteerde, maar ze ontving geen antwoord. Ten lange laatste kwam zy op het denkbeeld dat het misschien in de qualificatie kon schuilen. Ze adverteerde dus: „Gevraagd een juffrouw om zich te belasten met de zorg over vier kinderen en licht huiswerk te doen." Er kwa men 50 brieven en ze nam een juffrouw aan tegen 12 p. st. per jaar, die de kinderen wascht en kleedt en huiswerk verricht. We moeien er bijvoe gen dat ze aan tafel eet. De „Graphic" meent hiermede veel tot de oplossing der groote quaeslie hebben hijgedragen. Beehtzaken. Correctioneele uitspraak der rechtbank alhier van 3 December. C. H., te Alphen, wegens hoon, vrijgesproken. J. T. Gz., te Alkemade, w. eenv. diefstal gepleegd onder verschoonende omstandigheden, 3 d. gev. D. v. L. Pz., te Aarlanderveen, w. beleediging met woorden en dreigementen van een bedienend beambte, geldb. van f 30 of 4 d. gev. W. V., te Noordwyk, w.1°. gewelddadigheid, en 2°. be leediging met woorden en dreigementen, beide tegen een bedienend beambte, 8 d. cell. gev. geldb. van 8 of 1 d. cell. gev. B. A. E., te Noordwijk, w. beleediging met woorden, geba ren en dreigementen tegen een bedienend beambte, 3 m. cell, gev., 3 geldb. ieder van 12 of voor iedere boete 1 d. cell. gev. G. B., te Leiden, w. diefstal, 1 jaar gev. H. U., te Ossendrecht, w. verbreking van afsluiting, geldb. van f 15 of 3 d. gev. J. B., te Woubrugge, w. bedelarij, 1 d. gev. De crimineele terechtzitting van het hof van Zuid-Holland was gisteren geheel gewijd aan de behandeling eener procedure, waarin als beschul digden drie vrouwen, allen te Rotterdam woon achtig, zijn betrokken. Zij worden beschuldigd vande eerste, als winkelierster gefailleerd zynde, een aantal manufacturen, in pakken en doozen, zoowel voor als na haar faillissement aan haren boedel te hebben onttrokken en verduisterdde beide anderen van te hebben samengespannen om de handelingen van hare vriendin te doen geluk ken. Uit het getuigenverhoor bleek hoofdzakelijk dat de eerste besch. in Juni 1874 zich in een manufactuurzaak in het Hang gevestigd hebbende reeds spoedig een aantal harer winkelgoederen zoowel te Delft als Rotterdam deed beleenen te haren voordeele, en ook na haar faillietverklaring, die, 7 Juli plaats had, steeds voortging goederen te verduisteren. Bij de inventarisatie bleek het tekort 14,348, het actief 3214, alzoo het na- deelig saldo ruim 11,100 te bedragen; terwijl het groot aantal manufacluren, waarmede een goede zaak zou kunnen gedreven worden, ter terechtzitting aanwezig, op f 1417 is getaxeerd. Daar nog een post te innen is, kan het geheele passief op 9000 worden gesteld. Niettegenstaande zij van het tegendeel bewust was, legde de eerste besch. op 12 Juli den eed af voor den kanton rechter dat zij niets had verduisterd. De agent majoor Manders bracht deze knoeizaak uit de war en nam bij de medebeschuldigden eenige goederen in beslag. De eerste besch. bekende hare schuld, maar de beide anderen, in de instructie bekennende, trok ken thans hare verklaringen terug en verklaarden zich geheel onschuldig. Adv.-gen. Mr. Gregory eischte voor de eerste eene celstraf van twee jaren en voor de tweede en derde besch. een celstraf van één jaar. Ofschoon hij de zaak belangrijk achtte en het bedrag aanzienlijk is, moest hij op ver zachtende omstandigheden wijzen. Voor de 1ste en 3de besch. trad als verdediger op Jhr. Mr. Beelaerts van Blokland, en voor de 2de besch. Mr. Van Gigch. Pleiters waren van meening, dat de win kelierster onbevoegd was handel te drijven en dus ook niet kon failleeren, en wenschten dat op grond daarvan een ontslag van rechtsvervolging zou worden uitgesproken. Indien het hof deze mee ning niet mocht deelen, verzochten de verdedigers de toepassing eener geringe straf. Over 8 dagen uitspraak. BUITENLAND. EYankrij k. De afdeelingen der nationale vergadering hebben gisteren in de commissie voor de ontbinding 9 afgevaardigden van de rechterzijde en 6 van de linkerzijde gekozen. Daar allen voor de ontbinding waren, duurde de beraadslaging in de afdeelingen kort. Het voorstel der linkerzijde nopens de be paling van het tijdstip der ontbinding vond bij de rechterzijde goedkeuring en zal slechts weinig ge wijzigd worden. Generaal Picard, commandant van het 13de legercorps, heeft de volgende kennisgeving of dag order tot zijne troepen gericht: De onderofficie ren Rouxel en Favérieux en de korporaal Grivel werden 's avonds van den 14den November op de openbare straat op brutale wijs aangevallen door eenige werklieden, die voor 't overige voor het gerecht zullen verschijnen. Deze drie militai ren, die zich in een staat van wettige zelfverde diging bevonden, lieten, in plaats van zich cordaat te gedragen, gelijk het mannen in uniformen, en vooral onderofficieren, past, zich beleedigen, mis handelen en ontwapenen. De onderofficier Rouxel bekwam een vuistslag in 't gezicht, de epauletten werden hem afgescheurd en de sabel ontnomen, zonder dat de beide andere militairen hun kame raad te hulp kwamen, ofschoon zij goed in staat waren de aanvallers te weer te staan. De door dit voorval diep getroffen commandant verklaarde de onderofficieren Rouxel en Favérieux en den kor poraal Grivel van den militairen stand vervallen en maakt hunne lafheid aan de troepen van het 13de legercorps bekend. Hij brengt in herinnering, dat ieder beleedigde of aangevallen militair het recht heeft en verplicht is te zijner verdediging gebruik te maken van zijne wapens, doch zonder verder te gaan dan tot zijne verdediging, zoodat hij nooit aanvaller worden mag. Ouitselilrind. Gisteren moest de zitting van den rijksdag, waarin het wetsontwerp op de posterijen voor de tweede maal zou gelezen worden, worden ver daagd. Door de gasvlammen geraakte het houten beschot achter den zetel des voorzitters in tirand. Terstond werd de brarid gebluscht. In den rijksdag is behandeld hef voorstel van Schulze-Belitsch, namens de Fortschritts-parlij, om aan de leden vergoeding van reis- en verblijf kosten toe te kennen, zijnde hetzellde voorstel, dat vroeger in den rijksdag aangenomen, doch in den bondsraad verworpen was. De heer Windlhorst uit Meppen verwachtte wel dal de bondsraad andermaal zou weigeren, maar meende, dat de rijksdag zich daardoor niet mocht laten afschrik ken. Het resultaat was, dat het voorslel Inj eerste lezing en vervolgens met 179 tegen 58 stemmen, terwijl de beide aanwezige socialisten zich van stemming onthielden, werd aangenomen. Spanje. De regeering der Vereenigde Staten heeft aan haren vertegenwoordiger le Madrid eene lange dépêche gezonden, die beschouwd wordt als een antwoord op de nota der Spaansche legeeripg. De inhoud dezer dépêche is zeer gerus'siellend voor beide naties en doet alle vrees verdwijnen die ontstaan was door de artikelen dei Ameri- kaansche pers. De heer Caleb Gushing zal het telegram aan den minister van buitenl zaken mededeelen. De „Epoca" zegt dat het met hei nog op den handel van Cuba noodzakelijk is een handels- en scheepvaaittiaclaat uiet de Vereenigil Stalen te sluiten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 2