LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 4848.
A0. 1875.
Woensdag
I December.
Een moeilijke beslissing.
PRIJS DEZER COURAST:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 16 regels1.06.
Iedere regel meer0.17£.
Grootere letters naar plaatsruimte.
asaiiRiCBflX.
Morgen zal een aanvang worden gemaakt met het
ontvangen der Abonnementsgelden van het
kwartaal SeptemberNovember. Het groote aantal
Abonné's maakt die inning echter zeer omslachtig.
In 't belang van de geregelde toezending der courant
is het daarom wenschelijk, dat 't bedrag op ver
toon der quilantie dadelijk worde voldaan.
Het vooruitzicht dat ons spoorwegnet door den
aanleg van een aantal nieuwe lijnen een belang
rijke uitbreiding zal ondergaan, is met vreugde
begroet, allereerst door de gemeenten, die ten
gevolge van haar ligging meer onmiddellijk door
de ontworpen banen zullen worden gebaat, niet
minder ook door den Nederlandschen werkman.
En dat is verklaarbaar. Bevinden er zich onder
onze werklieden enkelen, die uit een dikwijls niet
te bevredigen zucht naar hooger loon zich het
verlies op den hals halen ook van het mindere
weekgeld, waarmee zij niet tevreden waren, tegen
over hen staan anderen die, althans in dezen tijd
van het jaar, öf in het geheel geen werk kunnen
vinden, öf slechts ten deele, zoödat zy ondanks
den loffelijksten ijver niet in staat zijn al de
werkkracht, die zij bezitten, in verdiensten om te
zetten. Wit men een voorbeeld uit de laatste
dagen, men behoeft zich slechts te herinneren wat
onlangs bij de spoorwegwerken van Zaandam-
Amsterdam voorviel. Een vijftigtal werklieden
aldaar staakten het werk, omdat zij hooger loon
verlangdendit bekwam hun echter slecht, daar
zij, na in tegenwoordigheid van den commissaris
van politie hun geld te hebben ontvangen, wer
den ontslagen en zich terstond door andere werk
lieden, die inmiddels waren ontboden, vervangen
zagen.
Dat men zoo spoedig over een betrekkelijk
groot aantal personen kon beschikken, bewijst onte
genzeglijk dat, zoo één van beiden het geval is,
er veeleer gebrek aan werk dan aan werklieden
bestaat, een minder gunstig verschijnsel, dat zich
in meer dan één vak voordoet althans wij
herhalen het in dezen tijd van het jaar.
Zonder ook zelfs in de verte te willen beweren,
dat het in dat opzicht thans erger zou gesteld zijn
dan te voren, brachten wij dit punt alleen ter
sprake om er op te wijzen, dat hij, die daartoe
bij machte is, wél zal doen door, zelfs ten koste
van èenige opoffering, zooveel mogelijk zorg te
dragen, dat er overvloed van werk besta.
Daartoe biedt zich dezer dagen een uitnemende
gelegenheid aan. Bij de aanbesteding van het
maken en stellen van den metalen bóvehbouw
voor de brug over de Waal beneden Nijihegen
werd ook ingeschreven door de directie der Kon.
Fabriek van stoom- en andere weiktuigen in de
hoofdstad, en wel f 70800 bè'neden de officieele
begroóling.
Doch twee buitenlandsche firma's schreven nog
lager in, met een verschil respectievelijk van
72800 en f 16400, en dit gaf eenige personen,
aan de Amsterdamsche kon. fabriek werkzaam,
aanleiding bij den minister van binhenlandsche
zaken een adres in te dienen, waarbij zij verzoe
ken, dat ondanks dit voor een zoo aanzienlijk werk
betrekkelijk geringe verschil, toch aAn de Neder-
landsche inrichting in de hoofdstad de levering
van het werk moge worden gegurid.
Het zal zeker geèn gemakkelijke taak zijn in
deze een beslissing te nemen. Al noemen adres
santen het verschil „betrekkelijk" gering, de som,
bijna een tonne gouds, is toch groot genoeg om
er niet zoo lichtvaardig over heen te loopen en
niet te vergeten, dat zij door de belasting beta-
lenden moet worden opgebracht.
Ten andere mag niet uit het oog worden
verloren, dat men het openstellen der inschrijving
ook voor het buitenland tot een louter comedie-
spel maakt, indien men bij een aanmerkelijk
lagere aanbieding van een buitenlandsche firma
toch de mededinging van over de grenzen buiten
aanmerking laat. Door zoo te handelen verlaagt
men de buitenlandsche concurrenten eenvoudig
tot personen of vereenigingen, van wie men zich
alleen bedient om zich te waarborgen tegen al
te hooge eischen van landgenootendoch men
vergete niet dal, indien deze feiten zich meer
malen voordoen, men zal eindigen met alle bui
tenlanders voorgoed van mededinging te doen
afzien. Het allerminst zou dit mogen geschieden
bij den aanleg van werken, die juist moeten
strekken om ons rijk met het buitenland in nau
wer verbinding te brengen.
Daartegenover staan echter belangen die even
min uil het oog mogen worden verloren, vooral
waar de aanbestèder de Staat is, die zooveel moge
lijk het algemeen belang moet behartigen. Het
geldt hier niet minder dan de bevordering van
den bloei eener fabriek, waaraan 1200 Neder-
landsche werklieden verbonden zijn, met hun ge
zinnen ruim 3000 personen, wier bestaan van de
mèerdere of mindere welvaart der fabriek af
hangt. Ziedaar alleen reeds genoeg om zich dub
bel te bedenken, eer men er toe overgaat, aan
een inrichting, wier vooruitgang die van zoovelen is,
een zoo belangrijk werk te onttrekken om het
aan buitenlanders te gunnen.
Doch er is meer. Niet alleen die 3000 personen
zullen bij de toekenning van het werk gebaat zijn,
maar een wellicht nog grooter aantal landgenooten
die allen hun deel krijgen van het geld dat die
1200 werklieden uitgeven om zich en hun gezinnen
van het noodige te voorzien. Overdrijven wij met
te zeggen, dat een beslissing in deze door alle
belanghebbenden in gespannen verwachting wordt
tegemoet gezien
"Wilden wij nog meer argumenten ten gunste
der Nederlandsche fabriek aanvoeren, wij zouden
er kunnen bijvoegen, dat, wanneer het werk bin
nenslands wordt uitgevoerd, de aanbesteder beter
in de gelegeilheid is, zich te overtuigen, dat de
verschillende deelen naar behooren worden bear
beid, en dat hij meer waarborg heeft voor een
richtige en tijdige oplevering, terwijl het bovendien
ook voor den goeden naam van ons inlandsch
fabriekswezen geen onverschillige zaak is of een
zoo belangrijk werk al of niet door landgenooten
\^ordt tot stand gebracht.
Na eenige redenen voor en tegen een gunstige
beschikking op bovenbedoeld verzoekschrift te heb
ben aangevoerd, willen wij besluiten met den
wensch'te kennen te geven dat, zoo geen gronden
van overwegend belang daartegen bezwaar opleve
ren, de uitvoering van het groote werk aan de
Amsterdamsche fabriek moge worden gegund,
overtuigd zijnde dat onze landgenooten, voor
fcbover zij het hfinne bydragen om de schatkist
te stijven, gaarne de zij het dan ook niet zoo
heel onaanzienlijk hoogere som zullen zien uit
gegeven ter wille van de bevordering der nationale
welvaart. Ook onze stadgenooten, van zoo nabij
met fabriekswezen bekend, zullen zeker deze onze
zienswijze deelèn.
Of het vervullen van dien wensch echter tegen
over de buitenlandsche mededingers met billykheid
en onpartijdigheid zou zijn overeen te brengen
zouden wij liefst niet willen beslissen.
LEIDEN, 30 November.
Weder wordt de bekende liefdadigheid onzer
meer gegoede stadgenooien ingeroepen voor hunne
niet zoo ryk met aardsche goederen bedeelde
mede-ingezetenen. Het. studenten-muziekgezelschap
„Sempre Crescendo" toch zal morgenavond in de
Stadszaal een concert geven, waarvan de opbrengst,
evenals vorige jaren, zal strekken voor de alge-
tneene armen dezer gemeente. Het zou bijna over
bodig geacht kunnen worden op dit concert nog
de bijzondere aandacht te vestigen. Immers, niet
alleen dat men door de pogingen van het gezel
schap te ondersteunen, een offer op het altaar
der menschenliefde plengt, maar bovendien wordt
voor dit offer de vorige uitvoeringen en de
namen der solisten zijn er borg voor veel
schoons te genieten aangeboden. Moge de uitkomst
toonen dat de vereeniging bij hare loffelijke poging
niet tevergeefs op de verdiende medewerking heeft
gerekend.
Boyton, die in den laalsten tijd zooveel van
zich heeft doen spreken en thans ook aan eenige
steden van ons land een bezoek brengt, zal op
uilnoodiging van den heer Kramer insgelijks aan
de zwem- en badinrichting „Rhynzigt" alhier de
deugdelijkheid van zijn drijfpak bewijzen. Dat het
den kapitein niet aan een belangstellend publiek
zal ontbreken, is met het oog op zijne hoogst
nuttige uitvinding te verwachten, die veroorlooft,
staande en liggende, met en zonder pagaai zich
in 't water voort te bewegen.
Er bestaat gelegenheid tot verzending der
correspondentie naar Ned.-Indië, door middel van
het stoomschip Torrington, waarvan het vertrek
uit Rotterdam in den nacht van 4 op 5 December
is bepaald. Behalve naar Batavia zal er eeue
brievenmail naar Padang worden verzonden. De
gedrukte stukken en monsters van koopwaren be
hooren uiterlijk in den morgen en de brieven in
den avond van 4 December te Rotterdam aange
komen te zijn.
Het stoomschip Madura, van Batavia naar
Nieuwediep, is 28 dezer te Port Said aangeko
men en heeft des namiddags de reis voortgezet;
de Koning der Nederlanden, van Nieuwediep
naar Batavia, is dien dag te Southampton aan
gekomen; de Prins van Oranje, van Batavia
naar Nieuwediep, is 27 dezer Kaap Roca ge
passeerd.
Naar men verneemt heeft de „Star Ball
Line" haar dienst tusschen Rotterdam en Java
gestaakt. Zij zal nu, volgens de New-Yorker
„Handelszeitung", van New-York een dienst openen
op Brazilië.
Van vrouwe S. E. Fisier wed. F. U. H.
Reiger, voldoende aan de begeerte van hare moe
der, vrouwe J. H. Scholten wed. F. J. Fisier, ge
woond hebbende te Amsterdarïï en den 14den
Juli jl. te Velp overleden, heeft de Maatschappij
van Weldadigheid twee duizend gulden ten ge
schenke ontvangen.
Te Rotterdam heeft zich eene afdeeliug van
het Anti-dienstvervangingsbond geconstitueerd.
Aan het examen om bevorderd te worden
tot den rang van officier in het Ned.-Indische
leger hebben gisteren voldaan de sergeant Slein-
metz en de sergeant-majoor Boon van het regi
ment grenadiers en jagers, en de sergeants De