LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 4845.
Zaterdag
A0. 1875.
27 November.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maanden..7.T.7. f 1.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommera0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 16 regels1.05.
Iedere regel meer0.17-J.
Grootere letters naar plaatsruimte.
D^- Met 1 December a. s. begint een
nieuw kwartaal van het Leidsch Dagblad.
Zij, die zich alsdan op deze courant abon-
neeren, ontvangen de nog verschijnende
nummers tot dien datum gratis.
LEIDEN, 26 November.
Gisteravond werd in de Departementsvergade
ring van de Maatschappij tot Nut van 't Alge
meen door het bestuur verslag uitgebracht omtrent
den toestand van het departement. Dat verslag
mocht in menig opzicht zeer gunstig luiden, niet
tegenstaande sommige inrichtingen met geldelijke
bezwaren hadden te kampen. Ook het rapport der
commissie tot het nazien der rekening en verant
woording van het departement en van de ver
schillende inrichtingen, behalve die van de
spaarbank, uitgebracht door Dr. Palmer van
den Broek, meldde den richligen staat van het
beheer, niettegenstaande daaruit dezelfde finan-
cieele bezwaren bleken. Die bezwaren hadden ook
het bestuur tot zijn leedwezen gedrongen een
ongunstig praeadvies uit te brengen op het ver
zoek van de commissie voor de leesbibliotheek
om geldelijke ondersleuning. Na eenige discussie
werd evenwel besloten op dit punt in eene vol
gende vergadering terug te komen.
Aan het einde der werkzaamheden sprak de
heer Dr. G. J. E. Brutel de la Rivière, na eenige
proeven aangaande de werking van den Volta-
schen stroom, over den electro-magnetischen toestel
van Gramme, waarvan hij de krachtige werking
aanschouwelijk maakte. De vergadering was den
spreker hartelijk dankbaar voor zijne belangrijke
bijdrage en de voorzitter sprak dien dank uit. In
de volgende vergadering, in Januari, zal de heer
Schaap spreken over het nieuwe opera-gebouw te
Parijs. Niet mindere belangstelling moge aan die
bijeenkomst ten deel vallen dan aan die van
gisteravond.
In de zitting der Tweede Kamer van giste
ren merkte de minister van binnenl. zaken aan,
dat de regeering ter verantwoording geroepen
wordt wegens het niet behoorlijk behartigen van
•een algemeen belang: het belang der aansluiting
le Rotterdam. Welnu, de Kamer is in het bezit
van een ontwerp tot onteigening, waardoor de
verbinding van den Hollandschen en den Rijn
spoorweg verzekerd wordt. Naar den raad van
^state is verzonden een wetsontwerp tot onteige
ning, waardoor de lijn LeidenWoerden is ver
zekerd. Ter visie liggen stukken tot onteigening
en binnen weinige weken zal kunnen worden in
gezonden een ontwerp tot verbinding van het
Rijnspoor te Amsterdam met het centraal-station
aldaar. Bij de beoordeeling daarvan zal de Kamer
staan noch voor de quaestie van subsidie, noch
voor die van privilege of begunstiging, welke ook.
Geene enkele clausule zal daaraan verbonden zyn,
die deze werken in den weg zou kunnen staan.
De totstandkoming dezer drie werken zal geheel
afhangen van de Vertegenwoordiging en bij aan
neming zal het der schatkist geen penning kosten.
In dien stand van zaken nu wordt voorgesteld
eene strenge afkeuring, volgens welke de regee
ring dit belang heeft verwaarloosd. De minister
kan en mag niet verwachten, dat de Vertegen
woordiging in dien stand der zaak zulk een on
rechtvaardig vonnis zou vellen. De minister erkent
gaaf, dat het wenschelijker, beter ware geweest,
indien, niet art. 4, maar de wijziging in
art. 1 naar art. 4 ware weggevallen. De mi
nister doet die beschouwing echter met de bij
voeging, dal indien die clausule niet ware opge
nomen, het contract niet ware tot stand gekomen.
Dat de regeering het in het belang van het minis
terie wenschelijker had geacht, die clausule niet
op te nemen, is zeker, maar de R. S. M., hoe
gezind ook veel toe te geven, wilde op dit punt
niet toegeven. De regeering was overtuigd van de
nuttigheid van het contract; daarom heeft zij dat
op den voorgrond gesteld. Heeft zij daarin gedwaald,
geen ander motief althans heeft daarbij gewogen.
De onderhandelingen met de R. S. M. zullen des-
verlangd aan de Kamer worden overgelegd. Had
de regeering de wet teruggenomen zonder de be
slissing der R. S. M. af te wachten, dan had
deze dubbel recht gehad te zeggendoor uw toe
doen is het mij onmogelijk aan myne verplichting
te voldoen. Ten aanzien van het waarborgkapi
taal blijft de regeering haar gelijk pleiten: het is
niet teruggegeven, dat verwijt is geheel ongegrond.
De minister ging vervolgens de geschiedenis der
zaak zynerzyds na. Daaruit leidt hij af, dat Rot
terdam wel degelijk juist de aansluiting is gaan
behartigen toen de kans scheen te verdwijnen, dat
de aansluiting zou tol stand komen. Het tot stand
komen der aansluiting te Rotterdam was inder
tijd aan de macht der regeering overgelaten. Zij
kon met de handen over elkander blijven zitten,
en dan kwam de aansluiting niet tot stand. De
minister Fock stelde evenwel het plan voor van
aansluiting via Krahngen. De minister Thorbecke
wilde aansluiting over den Goudschen Singel, door
de stad; de R. S. M. protesteerde, de heer Thor
becke persisteerde en wilde aansluiting buiten de
Delftsche poort aan den Hollandschen spoorweg.
Eindelijk gaf de R. S. M. in hoofdzaak toe. Onder
den min. Geerlsema ontstond eene nieuwe moeie-
l'ykheid. Eindelijk is in Mei 1873 de overeenstem
ming gevonden. Toen zijn de stukken ter visie
gelegd: van Rotterdamsche zijde zijn bewaren
ingebracht. Toen aan alle bezwaren was tegemoet
gekomen, heeft de min. Geertsema de onteige
ningswet voorgesteld. Nadat der R. S. M. was
opgedrongen eene verbinding, afwijkende van die
der concessie, was het zeer te betwijfelen, dat de
R. S. M. met eene andere verbinding genoegen
zou nemen. Tegenover de R. S. M. moest de
regeering volhouden de verplichting tot verbinding,
anders kreeg men niets. De regeering had kunnen
procedeeren, niets doen of accordeeren.
Het derde alternatief was accordeeren een equi
valent aan de R. S. M. aan te bieden. Zij wilde
Schiedam-Zoetermeer of garantie voor Leiden-
Woerden. Desniettegenstaande heeft de regeering
nog verkregen het vrije brievenvervoer. Dat wilde
de regeering alleen loslaten, indien de R. S. M.
behalve Leiden-Woerden nog de verbinding te
Rotterdam wilde maken. Daarover is maanden
lang onderhandeld. Over de waarde van de ver
binding Leiden-Woerden behoeft niet veel gesproken
te worden.
De kans op totstandkoming eener aansluiting is
nu tot vrij groote zekerheid gestegen. Maar er
is nog iets. Onderstelt eens, dat de Kamer meende,
dat de Rotterdamsche belangen niet konden be
vredigd worden dan door eene verbinding van
de beide stations Rijn- en Hollandschen Spoorweg
dan is hier een brief, waarin de R. S. M. aan
biedt de verbinding alsnog te maken, ongepreju-
diciëerd de verdere uitvoering van het contract. De
voorwaarden moeten nog overwogen worden, en
daaromtrent kan geene beslissing volgen dan met
goedkeuring der wetgevende macht. Hoe men
dus over het votum der Eerste Kamer denke,
geeft dit geene reden tot het hoogst ongunstig
votum dezer Kamer, dat zelfs afkeuring vindt bij
hen, die er voor zullen stemmen.
Het stoomschip J. B. Walker is gister
ochtend van Southampton naar Batavia vertrok
ken; de Pritises Atnalia, is 14 dezer tePadang
aangekomen; de Conrad is den 15den van Bata
via naar Nederland vertrokken.
Door de Commissie uit het prov. gerechtshof
te 's-Hertogenbosch zijn nog als candidaat-notaris-
sen toegelaten de heeren G. G. Kuypers, notaris
klerk te Drunen, en A. Bouman, surnumerair der
registratie te 's-Hertogenbosch.
Bij het depart, van koloniën is ontvangen
een rapport van den directeur van financiën aan
den gouv.-generaal van Ned.-Indié betreffende het
verbod van entreposeering van Adrianopelroode
waren en van verwerking van Bali-koffie in het
entrepót te Soerabaia.
De nieuwe garnizoensindeeling, waarby de
depots achter de liniën worden gebracht, komt
in groote trekken hierop neder: De infanterie:
lste divisie met reserve-brigade, Zuid-Holland,
Zeeland, westelyk deel van Noord-Brabant, hoofd
kwartier Den Haag; 2de divisie Noord- en Zuid-
Holland, hoofdkwartier Haarlem3de divisie,
Oostelijk Noord-Brabant en Limburg, hoofdkwar
tier 's-Hertogenbosch; 4de divisie, oostelijke pro
vinciën, benoorden de groote rivieren, hoofdkwartier
Arnhem. De cavalerie, een regiment in Zuid-Holland,
een in Noord-Holland, een in Noord-Brabant en
Limburg en een aan den IJsel. De veldartillerie, een
regiment in Den Haag, Leiden en Breda, en een
te Arnhem, Utrecht en Zutfen. De rijdende ar
tillerie, vereenigd te Amersfoort. De mineurs en
sappeurs te Utrecht. De pontonniers te Dordrecht.
Door ingelanden van den Zuidplaspolder is
besloten nog twee stoomgemalen te stichten, die
in verband met de bestaande kunnen werken;
voorts om op eigenaardige wijze aan de hoogere
landen water te verschaffen, welke verschaffing
als voorwaarde was gesteld voor de totstandko
ming van het volledig stoomgemaal. Voorts is
het besluit genomen tot begrinting van de veld
wegen, voor zoover die hoofdzakelijk ter commu
nicatie kunnen geacht worden te dienen. Eerlang
zal dus de Zuidplaspolder zyn geheele windgemaal,
bestaande uit 30 molens, opheffen en dat ver
vangen zien door eene flinke stoombemaling, die
voor het vervolg de waterstanden in bedwang zal
kunnen houden, wat tot hiertoe zelfs met hel laat
stelijk versterkt stoom- en windgemaal niet altijd
mogelijk is gebleken.
Bij het onderzoek in de afdeelingen der
Tweede Kamer van het wetsontwerp tot verhoo
ging der Indische begrooting voor 1875 is met
het oog op de dekking der verhooging van
f 3,309,500 door de meerdere opbrengst van
den verkoop van kofQe, opgemerkt, dat uit deze
wetsvoordracht wederom blijkt hoezeer onze geld
middelen van den prijs der koffie afhankelijk zijn.
Dat steunen op de opbrengst der koffie achtten
vele leden op den duur bedenkelijk en zy spraken
als hunne overtuiging uit, dat maatregelen nood
zakelijk zijn lot het vestigen onzer financiën op
een duurzamen grondslag.
Uit Bolsward wordt gemeld, dat na een
vergelijkend examen, dat twee dagen duurde, weder
ƒ1000 'sjaars is toegekend aan twee jongelingen
uit het geslacht der stichters van Hendrik Nannes
en Gathrijn Epes' Leen. De een is bestemd voor
de studie der theologie en de ander heeft vrije
keus van studie. De steeds vermeerderde inkom-