dat het postwezen zijne hulp verleene, waartoe het door zijn geheele inrichting zoo geschikt is. Men zou daarvoor eene regeling kunnen invoeren waar door het voor ieder ingezetene, waar ook geves tigd, mogelijk zou worden zijne gelden in te leggen in elke spaarbank welke zich daartoe beschikbaar zal stellen. Deze regeling zou in hoofdzaak kunnen zijn als volgt: „Ieder die zijn geld in zoodanige spaarbank wil inleggen, zendt bet bedrag per postwissel toe. In plaats van het gewone repu van den postwissel ontvangt hij eene aanteekening van den directeur van het postkantoor in zijn spaarbankboekje. Terstond na de ontvangst van den postwissel zendt de spaarbank een bewijs van ontvang aan den inlegger. Verlangt de inlegger terugbetaling, zoo zendt hij eene aanvraag daartoe aan de spaarbank, die hem na verloop van een termijn een postwissel tot het verlangde bedrag toezendt. Van dezen postwissel doet de postdirec teur echter geen uitbetaling dan nadat hem het spaarbankboekje is v rloond en het gevraagde bedrag daarin door hem afgeschreven." Mocht de medewerking van het postwezen niet kunnen verkregen worden, dan zou het denkbeeld der oprichting eener centrale spaarbank, liefst van het Nut uitgaande, aanbeveling verdienen. Ten einde aan den treurigen toestand der werklieden ter algemeene landsdrukkerij in geval van ziekte en ouderdom een einde te maken, be staat bij de regeering het voornemen tot oprich ting van een zieken- en ondersteuningsfonds, waaraan ook de werklieden zeiven zullen moeten contribueeren, en waaraan van rijkswege een jaarlijksche toelage zal worden vei leend, voorloopig op hoogstens f 1000 te stellen. Daar echter de gronden, waarop die oprichting zou moeten ge schieden, nog niet genoegzaam tot rijpheid zijn gekomen en de totstandkoming naar het schynt afhankelijk zal zijn van het daaraan al of niet verleenen eener rijkstoelage, komt die post daar voor op de begrooting der landsdrukkerij voor 1876 alleen voor memorie voor. Het artikel „onvoorziene uitgaven" is echter met 1000 verhoogd, om ingeval de oprichting nog in 1876 kan tot stand en in werking komen, daaraan die onontbeerlijke hulp te kunnen verleenen. De minister van financiën heeft ter kennis van de belanghebbenden gebracht, dat de ver moedelijke belooning, verbonden aan de vacante betrekking van deurwaarder der dir. bel. te Leiden, na aftrek der kosten wegens reizen, drukwerken, enz., kan geraamd worden op ƒ1000. De audiëntie van den minister van binnenl. zaken zal morgen niet plaats hebben. C. Engels is gesteld ter beschikking van den gouv.-generaal van Ned.-Indië, om te worden benoemd tot derden stuurman bij de gouverne- ments-marine aldaar. Z. M. heeft eervol ontslag verleend aan J. W. B. Egberts, veearts te Makkinga (gem. Ooststellingwerf), als plaatsverv. van den districts veearts wieu Leeuwarden als standplaats is aan gewezen, en als zoodanig benoemd J. Th. Van der Loetf, veearts te Makkinga; benoemd tot burgem. der gem. Wanneperveen Jhr. J. A. G. Ploos van Amstel. Gemengd IVievrws. Te Delft is Woensdag het tienjarig dochtertje van den schoenmaker E. aan de Zuid straat, bij het scheppen van een emmer water, in de gracht gevallen. Niettegenstaande spoedig aan gebrachte hulp, is het niet mogen gelukken de levensgeesten weder op te wekken. Gisternamiddag is een koe drijver, met een koppel beesten van de markt te Delft komende, op de Lange Klei, bij zijne pogingen 0*1 een paar vechtende runderen te scheiden, door een dezer beesten zoodanig tegen den grond ge worpen en daardoor aan het hoofd verwond, dat hij met een passeerend rijtuig naar zijne woon plaats, in het Westland, moest worden vervoerd. Eene vrouw, uit Schiedam afkomstig, en die een paar dagen Ie voren uit eene sloot was gered, waarin zij ten gevolge van dronken schap geraakt was, werd den lslen November te Rotterdam door een werkman op het terrein van den staatsspoorweg aan de Raarnpoortlaan gevon den, tegen eene heining liggende. De agent van politie, met de surveillance op de Schiekade belast, werd geroepen, en de vrouw in eene tapperij aan het Hofplein gebracht. Daar gekomen stierf zij spoedig, zoodat de geneesheer, wiens hulp was ingeroepen, haar reeds overleden vond. Uitputting van krachten, door gebrek aan voedsel en een ellendigen verdierlijkten toestand, werd als oorzaak van baar dood geconstateerd. In den nacht van '2 op 3 dezer werd daar ter stede een man in zwaar beschonken toestand op de straat gevon den en naar een der politie-bureels gebracht, van waar hij den volgenden dag naar het ziekenhuis moest worden vervoerd, omdat hij ten gevolge van zijn verdierlijkten toestand ongesteld was. De man is thans herstellende. Reeds sinds geruimen tijd had dejus- titie te Rotterdam bemerkt, dat er personen moes ten wonen, die aldaar en ook op andere plaatsen, vooral in het buitenland, onder valsche namen en gefingeerde qualiteit bestellingen deden, naar het scheen om daarop de geleverde goederen te ver- koopen zonder de leveranciers te betalen, terwijl zij diegenen, bij welke zij de betaling niet zonder gevaar konden ontduiken, trachtten te voldoen in papier, waarvan de echtheid of de waarde zeer twijfelachtig scheen. Reeds lang had de justitie daarop het oog, zonder termen tot eene strafrech telijke vervolging te kunnen vinden. Onderwijl hadden de zoogenaamde handelaars vermoeden gekregen dat zij in 't oog werden gehouden, en zich uit de voeten gemaakt. Een hunner credi teuren vond daarin aanleiding om tegen één dezer personen, die onder den naam van Van Trappen handelde, een bevel tot gijzeling aan te vragen. De vluchteling, hiervan niets vermoedende, kwam na verloop van eenigen tijd terug en werd toe vallig door een brugwachter herkend, met het gevolg dat men hem dadelijk op het spoor kwam en hij in gijzeling werd gebracht. Op grond van hetgeen de justitie toen nader vernam, werden er huiszoekingen gedaan, die tot belangrijke ontdek kingen leidden, ten gevolge waarvan thans een tweede persoon, door tusschenkomst der Pruisische autoriteit, te Aken is gearresteerd en de justitie verdere nasporingen doet. U,it de instructie in de zaak der per sonen, die onlangs, wegens het presenteeren van een valschen wissel bij het kantoor der Neder- landsche Bank te Rotterdam, in arrest zijn ge nomen, is gebleken dat zij dezelfde personen zijn, die, eenige maanden geleden, bij de heeren Schaay en Ledeboer door middel eener valsche quitantie gelden hebben geïncasseerd. Te Rotterdam zijn dezer dagen twee wettig gescheiden echtgenooten op denzelfden dag ieder met het nieuwe voorwerp zijner en harer keuze in den echt verbonden. Dinsdag-avond is een boer, die van de Purmerender markt huiswaarts keerde, in de Beemster met paard en wagen te water geraakt, en levenloos opgehaald. Misbruik van sterken drank is van dit ongeluk de oorzaak. Te Dombes, nabij Lyon, wordt thans een nieuwe methode van jagen beproefd. Een der jagers beeft, behalve zijn hond, nog een netjes nagebootsten, met waterstofgas gevulden valk of anderen vogel bij zich, aan een touw bevestigd. Zoodra nu de hond een vlucht patrijzen heeft op gejaagd, laat de jager zijn valk op, de verschrikte veldhoenders strijken weder neer, waarna de jagers ze op hun gemak kunnen schieten. Zeer ver nuftig, maar een behendig jager met een goed oog onwaardig. Gisteren vierde teBerl ij ndeberoe in de balletmeester Taglioni zijn 50-jarig jubileum. Bij deze gelegenheid werd hem ten geschenke aangeboden een Jonische zuil van massief zilver, 75 centimeter hoog. Op het kapiteel prijkt een Terpsichoré; op het voetstuk aan de voorzijde het portret van den jubilaris in relief, omgeven door een gouden lauwerkrans en een toepasselijke in scriptie. Op de drie andere zijden vindt men de namen der gevers van dit prachtige en kostbare geschenk, zijnde de voornaamste leden van het ballet, die op deze wijze hnu ouden aanvoerder en meester een blijk van bun hoogachting en waar deering geven. Om de zuil slingert zich een gouden lint, waarop de titels der balletten, door Taglioni gemaakt, gegraveerd zijn. Te Heidelberg zyn twee Japaneezen, de heeren Hirata en Yrawawaki, tot doctor in de philosophie gepromoveerd. Zij hadden zich voor namelijk toegelegd op de staatswetenschappen. Weldra gaan zij naar hun vaderland terug om daar in staatsdienst te treden. Een ander Japa- neesch student, een medicus, is geëngageerd met een jonge dame, die bereid is hem naar Y Oosten te volgen. De personentrein van den Frans-To- seph-spoorweg, die Woensdag-avond van Praag vertrok, is tusschen Gopfritz en Scharzenau ont spoord. Het ongeluk moet zonder twijfel aan mis- dadigen toeleg worden toegeschreven. Een spoor staaf was blykbaar losgemaakt, daar de nagels en schroeven ongedeerd naast de rails gevonden zyn. Vijf personen zijn bij het ongeluk omgekomen en negen gekwetst. Eenige Russische bladen verhalen een voorval van zoo gruwelijken aard, dat het ongelooflijk schijnt. Op den verjaardag des keizers zou het leger bij Luck een groote manoeuvre met illuminatie en vuurwerk uitvoerenzooals later bleek, alleen om een groote menigte toeschouwers samen te lokken. In groote scharen stroomden vooral de rijk uitgedoste dames der Israëlietische bevolking toe, op welke het in 't bijzonder gemunt was. Men lokte de nieuwsgierigen door het vuur werk hoe langer hoe nader; plotseling zagen zij zich door troepenmassa's omsingeld, en het com mando klonk: Nu, jongens, maakt je vroolijk. De wachtvuren werden onmiddellijk uitgedoofd, de soldaten wierpen zich in de duisternis op de vrouwen, beroofden baar van hare sieraden en kleederen en mishandelden zelfs halfvolwassen meisjes. Verscheidenen vonden den dood in de verwarring, de meeslen vluchtten gewond naar huis. Ook enkele mannen keerden niet terug: waarschyrdijk werden zij bij de verdediging dei- vrouwen doodgeslagen. Men is overtuigd, dat hier een overlegd plan ten uitvoer gebracht werd. Een Russisch officier, die bij een rijk koopman te Luck inwoonde, had de dames des huizes tevergeefs afgeraden het feest te bezoeken. De bewoners van de plaats zonden den volgenden dag een deputatie naar den divisie-generaal, die zich niet in 't leger bevond. De deputatie werd geen gehoor verleend. Ook een telegram aan den keizer, die voor de revue verwacht werd, bleef zonder gevolg, waar schijnlijk omdat hij het niet ontving en de czaar niet te Luck verscheende revue zou nu te Kiew gehouden worden. Bij de Scilly-eilanden zijn wederom twee schepen totaal vergaanhet Engelsche schip „Catherina Griffiths" en de Russische stoomboot „Aksai". Van laatstgenoemd vaartuig is de be manning gereddie van het eerste, op één man na, omgekomen. I{ echtzaken, Door het hof van Z.-H. is gisteren 8 maan den celstraf opgelegd aan een Duitschen schip persknecht, die zich in Augustus van dit jaar te Rotterdam schuldig maakte aan diefstal in dienst baarheid gepleegd door een loonbediende ten nadeele van zijn meester, diefstal in een bewoond huis, door middel van binnenbraak en valschen sleutel en diefstal in een bewoond huis door middel van inklimming. Werd door de arrond.-rechtbank te Gorcura nog niet lang geleden, ter zake het onbevoegd uitoe fenen der geneeskunst, de wonderdokter Van den Berg, die een tijd lang in de Alblasserwaard met den schromelyksten afloop een tal waterzuchtlijders behandelde, speciaal door middel van een aftrek sel van heidekruiden, tot een welverdiende celstraf veroordeeld, Woensdag moest bij de openbare terechtzitting van genoemd rechterlijk college weder een groot deel daarvan worden gewijd aan de tegen een soortgelijken geïmproviseerden eskulaap ingebrachte beschuldiging van het onbevoegd uit oefenen der geneeskundige praktijk als bedrijf in de gemeente Lekkerkerk en omstreken. De besch., Sint-Nikolaas geheeten en te Rotterdam woon achtig, had zich in die streken meer speciaal toe gelegd op de behandeling van lijders aan rheu- matische aandoeningen, bloedgebrek of sloornis in het zenuwstelsel, en dat menig lichtgeloovige zijn dupe werd, bleek uit een aantal patiënten van Sint-Nikolaas als getuigen a charge, in zake contra hun genoemden lijfarts gedagvaard, terwyl een menigte ter terechtzitting uitgestalde drankfleschjes allerhande artsenyen bevatten, die met de noodige gebruiksaanwijzingen prijkten. Het O. M. eischte de toepassing der wet in hare volle gestrengheid,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 2