stad voor exploitatie als koffiehuis gereed zijnhet groote houten gebouw met ruime zaal is op het meest bezochte punt der stad opgeslagen, en in wendig geheel tot koffiehuis geschikt gemaakt. Men zoekt er nog een ondernemer voor. Te Amsterdam zijn eenige winkeliers de dupe geworden van een jongmensch, naar gissing twintig jaren, die verschillende inkoopen deed en ze aan zijn hotel liet bezorgen, om ze alsdan zoo spoedig mogelijk weder te verkoopen, verre onder de waarde, zonder een der leveran ciers te betalen. Hjj is, na te Amsterdam goede zaken gemaakt te hebben, naar Utrecht vertrok ken en aldaar in hechtenis genomen. Aan de Amsterdamsche Beurs is gisteren uit een brief uit Parijs van 3 October bekend geworden, dat een pakket, inhoudende 1900 aandeelen „Docks et Entrepots de Marseille," ter waarde van 965,000 franken, op het traject tusschen Parijs en Londen gestolen of vermist is. Zaterdag-avond is de trein, komende te 5.40 van Maastricht, nabij het station Sittard tegen een stilstaanden goederentrein aangeloopen. De postcoupé is verbrijzeld. Persoonlijke ongeluk ken zijn niet te betreuren. Zondag-ochtend moest een Italiaansch barkschip, gesleept wordende door een schroef stoomboot, de staatsspoorbrug tusschen Dordrecht en Zwjjndrecht passeeren, doch liep met zulk eene vaart tegen de brug, dat aan deze eene schade van p. m. f 2000 berokkend is. Het schip lag bovendien in zoodanige positie, dat de door vaart aan de Dordrechtsche zijde door de brug belemmerd werd. Men meldt uit Ambt-Delden dat in de buurtschap Henewolde het volgende ongeluk Zaterdag-morgen plaats hadTerwijl de elfjarige zoon van den landbouwer J. K. S. zich met een tamelijk zwaar beladen kar naar den molen be gaf, schrikte eensklaps het door hem bestuurde paard zoodanig voor den molen, dat het op hol ging en den jongeling deed struikelen. Ten gevolge hiervan ging het rad der kar hem over zijn hoofd en werd hij zoo gewond, dat hij reeds na eenige oogenblikken bezweek. Zondag-ochtend is de tj alk Be vrouw Christinaschipper A. Mauthaan, geladen met suikerpenen en naar Sas-van-Gent bestemd, op de "Westerschelde nabij de haven van Neuzen door eene windvlaag op zijde geslagen en gezonken. De vrouw des schippers, twee zijner kinderen, zoomede de knecht hebben zich tijdig in de boot kunnen redden, doch de schipper, die nog pogingen aan wendde om zijn derde kind, een jongentje van 5 jaren, uit het zinkende schip te redden, werd door het water overvallen, en beiden gingen met het vaartuig te gronde. Het lijk van den schipper is des middags te Neuzen aangebracht, doch dat van het kind nog niet gevonden. Zondag-avond ontstond te Vlaardin- gen tusschen eenige zeelieden twist in eene her berg. Nadat zij zich verwijderd hadden, heeft een hunner, een Duitscher, Wilhelm Heine genaamd, den ander (een Vlaardinger) overvallen en met een mes een gevaarlijke wond aan den hals toe gebracht, loopende van het oor. Onmiddellijk werd geneeskundige hulp verleend. De gewonde is niet buiten gevaar. De dader en twee andere Duitschers, verdacht van medeplichtigheid, zijn gearresteerd. Heine heeft reeds bekend. Te Oosterhout is in den nacht van Zaterdag op Zondag door veldwachters gearresteerd H. Giele, dezelfde die 22 September jl. uit de gevangenis te Eindhoven ontvluchtte, medenemende verschillende voorwerpen, in welker bezit hij nog was. Hij had in den nacht, -waarin hij gearres teerd werd, op drie verschillende plaatsen inge broken en onderscheiden voorwerpen ontvreemd. Te Zwolle is Zaterdag-avond eene oude vrouw overreden. De voerman trachtte zich uit de voeten te maken, door zijne paarden aan te zetten, doch de verontwaardigde toeschouwers zetten hem na en wisten hem in te halen en staande te houden. Bij de gisteren te Zwolle in de manége gehouden inspectie der nieuw aangekomen schut ters heeft een van deze, G. Vr., in beschonken toestand zijn wapens voor de voeten van den met den inspectie belasten luitenant geworpen. Hij is naar het politiebureel overgebracht, en zal eerst daags voor den schuttersraad terechtstaan. Uit Veendam wordt gemeld dat de jacht aldaar en in de omstreken goede resultaten oplevert vooral wat de patrijzen aangaat, die in grooten getale aanwezig zijn. Een jager schoot er 38 op een dag. Te Ochten is Zondag-voormiddag brand ontstaan in de woning van A. De Kroon. Doordien het pand afgelegen stond, is het geheel afgebrand en weinig gered. De oorzaak is onbekend. Zaterdag-avond te acht uren kwam te Elburg een stormweer uit het zuidwesten, ver gezeld van onweder, opzetten. Het water wies in een oogenblik vijf voet, zoodat het aan de gording van de haven kwam en de veehouders met moeite hun vee, dat op de zoogenaamde buitenwaarden graasde, in veiligheid konden brengen. De beurt schipper K. Engel, die omstreeks 6 uur van Elburg naar Amsterdam vertrok, is onder Harderwijk met averij aan tuigage geankerd, en Zondag-ochtend de visscherman De Boer met eenige varensgezellen derwaarts ter adsistehtie vertrokken. Ook te Zwolle heeft Zaterdag-avond de orkaan gewoed, die verscheiden boomen vernielde en in het plant soen eene groote verwoesting veroorzaakte. Een paar groote, zware boomen kwamen op de daken terecht, glasruiten werden verbrijzeld, een mans persoon werd van den dijk in het Zwartewater geworpen, doch is gelukkig gered. Te Den Helder werd dien avond te 9.30 op het weer kundig observatorium een winddruk waargenomen van 91 kg. In weerwil van dien hevigen storm heeft niet één der vele schepen, die in de buiten en binnenhaven liggen, schade ondervonden. Het stoomschip Prinses Amalia, dat des middags te 4 uren zou vertrekken, is om het stormachtige weder eerst den volgenden ochtend vertrokken. Te Dordrecht is een groote menigte goederen wagens, die aan het spoorweg-bassin gerangeerd stonden, in beweging geraakt en, door den wind voortgestuwd, geloopen op den trein die te 7.10 van Rotterdam was aangekomen. De botsing, die plaats had, heeft echter geen ongelukken of opont houd veroorzaakt. Indien het ongeval een paar minuten vroeger ware gebeurd, dan zouden de ongelukken niet te overzien zijn geweest, daar dan de wagens den aankomenden Piotterdamschen trein in de zijde zouden zijn geloopen. Te Utrecht volgde te 11 uren na den storm een hevig onweder bij zwaren regen. De bliksem sloeg in den toren der Buurtkerk, ter hoogte van de woning des torenwachters, maar ging dadelijk weder naar buiten, zonder noemenswaardige schade te hebben veroorzaakt. De brandlantaarn van den torenwachter werd omvergeworpen. Toen de tooneelmaatschappij „De jonge Tooneelliefhebbers", van Brussel, Zaterdag te Breda opgetreden, 's middags daar eene repe titie hield van het drama „Lena", werd het ge zin van den kastelein met een dochter vermeer derd. De tooneelmaatschappij verzocht als peter van dit kind te mogen fungereen, dat toegestaan werd. Bij de doopplechtigheid op Zondag 11. ont ving dit kind, naar het genoemde stuk, den naam van Lena. Rechtzaken. De molenaar G. J. S., te Olst, en zijne beide zonen, die door de rechtbank te Deventer wegens het fabriceeren en verkoopen van lijnkoeken met krijtwit vermengd, tot 45 dagen celstraf en een geldboete van f 25 werden veroordeeld, zijn van dit vonnis in hooger beroep gekomen. Het hof in Zeeland heeft gisteren beves tigd het vonnis der rechtbank van Goes, waarbij de notaris Vermande], te Sas-van-Gent, wegens misbruik van vertrouwen is veroordeeld tot eene maand celstraf en eene geldboete. De hooge raad gaf gisteren zijne beslissing in de zaak van den heer C. M. B. Ooms Jr. te Amsterdam, die laatstelijk door het Utrechtsche gerechtshof is veroordeeld tot 15 dagen celstraf ter zake van onwilligen manslag, door niet inacht neming van de voorschriften van een reglement, bij het aflaten van goederen van toepassing. Nadat door verschillende colleges drie vrijspraken en twee veroordeelingen waren gegeven, heeft de hooge raad thans de laatste veroordeeling bekrachtigd. Hij heeft geoordeeld, dat door het verzuim van den requirant het ongeluk is veroorzaakt. De cassatiemiddelen werden ongegrond bevonden en het beroep verworpen. De heer Th. P., dentisle-méchanicien, in Den Haag, is gisteren door de arrond.-rechtbank aldaar, wegens onbevoegde uitoefening van de tandheelkunde, veroordeeld tot 150 boete of subsidiaire gevangenisstraf van 14 dagen. Voor den hoogen raad werd gisteren in cassatie behandeld de bekende zaak van den bur gemeester van Amsterdam tegen den hoogleeraar Willeumier, over de opvatting der bepaling van de ziektenwet, waarbij aan de hoofden der scho len de verplichting werd opgelegd telken jare eene lijst te vormen en in te dienen aan den burge meester hunner gemeente, bevattende de namen der leerlingen benevens de verklaringen omtrent de vaccine. Mr. C. Asser trad als advocaat van den gerequireerde Mr. C. M. J. Willeumier op. Pleiter wees er op hoe weinig belang de maat schappij er bij had eene zaak als deze den vorm te doen aannemen eener strafvervolging, die toch in elk geval onaangenaam is voor den betrokkene en om vele redenen nooit het door het O. M. gewenschte gevolg kon bereiken. Hij erkende ten volle het nut van het door amendement ingelaschte art. 17 der bedoelde wet, hetwelk daarin is opge nomen met het uitsluitend doel om de door kin deren bezochte scholen niet te maken tot brand punten van besmetting. PI. achtte daarom eene ge strenge toepassing van gemelde wet noodig en prij zenswaardig. Maar even afkeurenswaardig is elke poging om eene wet naar vorm en inhoud geweld aan te doen en uit te strekken tot gevallen, niet bij de wet bedoeld. Zoodanige handelwijze maakt heil zame bepalingen belachelijk en vermindert den eerbied aan de wet verschuldigd. Pleiter bestreed in de eerste plaats den gang van het betoog van off. v. justitie, die eerst bij gebreke van histo rische toelichting uit de woorden der wet wil redeneeren, terwijl pl. integendeel op den voorgrond stelde dat men eerst den tekst der wet moet onderzoeken en dat eerst dan, wanneer de wet onduidelijk is, het veld der uitlegging is geopend. Dientengevolge begon hij met een onderzoek naar den tekst der wet en kwam tot de gevolgtrekking dat deze in zijn voordeel is. De woorden van art. 17 bewijzen niet veel, als men nagaat dat van de drie voorstellers van het amendement twee later verklaarden dat zij niet de hoogeschool had den bedoeld, één daarentegen, dat hjj meende de hoogescholen daarin te hebben begrepen. Een doorslaand argument ontleende pleiter aan art. 30 der bedoelde wet, dat de straf bepaalt tegen het niet naleven van art. 17 bedreigd. Dit artikel bepaaltwegens het in de school zenden van kinderen in de gevallen, voorzien bij de artt. 14 en 17, zijn de ouders of voogden dier kinde ren strafbaar. Sedert wanneer zijn studenten kin deren, die naar school worden gezonden? Ex ab- surdo toonde pleiter aan dat de wet niet kan doelen op hoogleeraren en studenten. Art. 4 ver biedt de bewoners van huizen, waarin besmetting voorkomt, de scholen te bezoeken. Als die bepa ling op hooger onderwijs toepasselijk is, dan kun nen hoogleeraren in de medicijnen hunne lessen in de gasthuizen niet voortzetten. Iemand uit een besmet huis mag geen college bezoeken, ergo raag te minder eenig college worden gegeven in een huis waar de besmetting heerscht. Tot zulke gevolgen leidt de leer van den officier van justitie te Amster dam. Nog meer argumenten, zoowel aan de strek king der wet als aan hare geschiedenis ontleend bezigde hij tot bestrijding dezer cassatie. Daaruit wordt hier nog gereleveerd dat gedeelte van het betoog, waarin onderzocht wordt wie het hoofd der school zou zijn, die de verplichting van art. 17 zou moeten nakomen? Volgens pleiter is óf de academie óf het athenaeum slechts ééne school en dan is het hoofd noch eenig professor of cura tor, maar bij rijksinstellingen de minister van binnenlandsche zaken, bij gemeente-instellingen de burgemeester, en zonderling toeval, deze is hier niet de vervolgde, maar de vervolger. Of de volgende ongerijmdheid moet worden aangenomener zijn aan de hoogeschool zooveel scholen als er colleges gegeven worden; derhalve wellicht 3 of 4 maal het aantal professoren; en moeten er jaarlijks van de ééne hoogeschool misschien tachtig of honderd of meer lijsten wor den ingeleverd aan den burgemeester, waarop de naam van denzelfden leerling meermalen voorkomt. Dit is een ondenkbare toepassing van een door de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 2