LEIDSCH DAGBLAD. N°. 4790. Vrijdag A0. 1875. 24 September. De uitvoering van het plan der Duinwaterleiding. PRIJS DEZER COURANT: |Voor Leiden per 3 maanden1. Franco per post1-40. Afconderlyke Nommers0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PKIJS DER ADVERTEiNTIEN Van 16 regels1-05. Iedere regel meer0.17*. Grootcre letters naar plaatsruimte. Een plan, hoe doelmatig ook, is en blijft toch maar altijd een plan, met andere woorden het komt eerst tot zijn wezenlijke waarde door een goede uitvoering. Wat zou het door ons in hoofd trekken beschreven ontwerp eener duinwaterleiding, dat er inderdaad zoo aanbevelenswaardig uitziet, onze goede stad balen, indien van geen enkele zijde de handen werden aan het werk geslagen om het avant-projet te verwezenlijken? Dat is echter gelukkig het geval nietin een rapport aan den Gemeenteraad hebben Burge meester en Wethouders hun zienswijze in deze uiteengezet en zoodoende het verblijdend bewijs geleverd, dat men volstrekt niet stilzit. Menigeen echter zal uit dat rapport met zekere teleurstel ling hebben vernomen, dat ook B. en Ws. op het voetspoor der raadscommissie ad hoe en der com missie van fabricage den eventueelen aanleg eener duinwaterleiding door de gemeente zelf ontraden, en wel op grond der aanzienlijke kosten, die daarmede zouden gepaard gaan, beloopende jaar lijks f 42000 a 43000 aan interest van het kapiiaal van aanleg, kosten van exploitatie, van toezicht op de reservoirs enz. Men zij echter niet onbillijk in zijn beoordeeling van dat advies van ons dagelijksch bestuurwant mogen B. en Ws. den aanleg van gemeentewege ontraden en de voorkeur geven aan het particulier initiatief, tevens opperen zij daarbij het denkbeeld de onderneming te steunen door een subsidie uit de gemeentekas of wel door een matige rente garantie, en ziedaar wat ons juist als de meest gewenschte oplossing van de quaestie der duin waterleiding voorkomt, indien er slechts eenige kans bestaat om langs dien weg te geraken tot het beoogde doel. Wij zijn geen voorstanders van industrieele ondernemingen, die van gemeentewege worden geëxploiteerd, en alleen hebben deze naar onze meening reden van bestaan, wanneer zij met het oog op het algemeen belang onmisbaar moeten worden geacht en levens haar oprichting om financieele of andere redenen niet binnen het bereik van particulieren valt. Dat dergelijke ge meentelijke exploitaties maar al te dikwijls strek ken om der gemeentekas een niet onaardige bate af te werpen uitsluitend ten nadeele van hen, die zich genoopt zien van de diensten van zulk een onderneming gebruik le maken 't zal voor onze gasverbruikende medeïngezetenen geen betoog behoeven, al mogen wij met ingenomenheid op de gemeentebegrooting voor 1876 wijzen, waaruil blijkt dat B. en Ws. voorstellen die naar onze meening onbillijke winst een aanzienlijke reductie te doen ondergaan. Dat geldt vooral voor die ondernemingen, welke uit den aard der zaak, omdat er in elke, althans in elke kleine gemeente slechts één kan beslaan, geen concurrentie hebben te vreezen. Maar in dat gebrek aan mededinging ligt tevens een reden om zich ook bij exploitatie door particulieren de noodige waarborgen legen een al te hooge prijs bepaling te verschaffen, en nu zal een gemeente bestuur, dat subsidie of rentegarantie verleent, tevens op grond daarvan in een eventueel contract ongetwijfeld de noodige bepalingen kunnen opne men om de ingezetenen in een gunstige verhou ding tegenover dergelijke onderneming te plaatsen. De gasconsumenten in de naburige residentie, die tal van jaren zich gedrongen zagen een buitensporig hoogen prijs te betalen voor een uiterst slechte gas soort, en dat nog wel op grond voor een door de ondernemers met de gemeente gesloten overeenkomst, zouden er van weten mede te spreken, wat het zeggen wil, op genade en ongenade aan het par ticulier initiatief zonder concurrentie te zijn over geleverd. Ziedaar zoovele redenen, waarom het advies van B. en Ws., strekkende om, zoo moge lijk, met bevoegde personen of een maatschappij in onderhandeling te treden over het verleenen van een concessie tot het aanleggen eener duinwa terleiding op voorwaarden, die het Gemeentebe stuur ten meesten nutte van de ingezetenen zal meenen te zijn, onzes inziens aller bijval verdient, redenen die naar onze meening meer gewicht in de schaal leggen dan het argument, dat in het rapport van B. en Ws. wordt aangevoerd tegen een aanleg van gemeentewege, nl. de hooge kos ten. Zeker, 't is een belangrijke som, ruim f 40000 'sjaars, maar zou in het rapport de opbrengst, te ontvangen van die ingezetenen, welke de water leiding in hun woningen zullen laten brengen, niet wat te schroomvallig zijn berekend? Bij der gelijke begrootingen, 't valt niet te ontkennen, kan men niet te voorzichtig te werk gaan in zijne berekeningen, maar B. en Ws. erkennen zelf, dat de aansluiting van een eenmaal beslaande water leiding uit den aard der zaak vrij groot zal zijn. De ondervinding trouwens leert, dat het aan deel neming niet zal ontbreken; daarvan kan de nabu rige residentie getuigen, waar het aantal inge zetenen, die de aansluitihgsbuize» der eerst sedert kort in exploitatie gebrachte waterleiding in hun woningen laten brengen, met eiken dag toeneemt. Bovendien verkeeren wij thans in dat opzicht in vrij wat gunstiger verhouding dan dat b. v. in de hoofdstad het geval was tijdens het aanleggen der duinwaterleiding aldaar. Toen ter tijd toch heerschte er bij menigeen een vooroordeel tegen het zoogenaamd flauwe duinwater, en vandaar dat nog gedurende geruimen tijd na den aanleg der leiding de traditioneele waterschuiten haar door velen onmisbaar geachten inhoud tot van nabij Weesp bleven aanvoeren, terwijl thans het gebruik van het duinwater zoo ergens, dan zeker te Amsterdam algemeen mag heeten, tot groot voordeel der volksgezondheid, getuige het betrek kelijk geringe aantal offers, dat de laatste cholera- epidemieën aldaar eisebten in vergelijking met andere steden, met name Leiden. Tegen dat vooroordeel zal men hier ter stede zeker niet behoeven te worstelen. Algemeen is de overtuiging dat er dringende behoelte bestaat aan goed drinkwater; de aanwezigheid der reservoirs verkondigt ons dat dagelijks. Ja, wij vertrouwen dat, al moge het met liet oog op de aanzienlijke kosten, alleszins raadzaam zijn zich aanvankelijk tot het aanleggen der vijf bekende hoofdbuizen te bepalen, de deelneming spoedig genoegzaam zal blijken om ook met voordeel voor de exploitatie die hoofdbuizen in zijrichtingen te verlengen. Het gemak van het bezit der buizen binnenshuis is al te groot dan dat niet velen zich daarvan zouden trachten te verzekeren. Reeds thans is in de resi dentie een der eerste voorwaarden om een ledig- slaande woning gemakkelijk te verhuren, de aan wezigheid eener duinwalerkraan. Moge dat natuurlijk in de eerste jaren niet het geval zijn, later toch wij houden er ons van overtuigd zal de aansluiting voldoende zijn om de kosten èn van aanleg èn van exploitatie te dekken, zoodat, al zouden wij om bovengenoemde redenen de voorkeur geven van aanleg door par ticulieren met rente-garantie of subsidie van ge meentewege, wij van oordeel zijn dat, mocht het particulier initiatief te kort schieten, geen finan cieele bezwaren de gemeente zouden behoeven te weerhouden om voor eigen rekening de hoogst nuttige onderneming tot sland te brengen. LEIDEN, 23 September. Heden vierde de bewaarschool van het depar tement Leiden der Maalsch. tot Nut van 't Alg. haar 25-jarig bestaan. Mej. M. M. Duy ver man die gedurende dat tijdvak aan 't hoofd dier school stond, mocht talrijke bewijzen van belangstel ling ontvangen. Zij werd verwelkomd bij monde van den president der bewaarschool-commissie en namens een aantal nutsleden werd haar een zwart marmeren pendule met coupes aangeboden. Daarna voerde nog de heer Werst het woord als president van het Nutsbestuur en de heer Stoffels, oud-commissaris der bewaarschool, namens het gemeentebestuur. De kinderen werden goed ont haald en hadden recht veel schik in de goochel toeren van Bamberg, terwijl voorts de feestviering werd opgeluisterd door de muziek van het 4de reg. infanterie, en door een groot aantal ouders en belangstellenden bijgewoond. Aan de hoogeschool alhier is gisteren be vorderd tot doctor in de rechten de heer F. F. Karseboom Jr., geb. te Amsterdam, met stellingen. De afdeeling voor wis- en natuurk. weten schappen der Kon. academie van wetenschappen zal eene gewone vergadering houden op a. s. Zaterdag. Door de alhier zitting houdende Staats-com- missie voor het geneeskundig examen is heden tot arts bevorderd de heer H. Van Dam, milit. student; hel getuigschrift voor het geneesk. gedeelte is uitgereikt aan den heer I. H. M. Gerards, med. doctorandus. Bij het admissie-examen voor de hoogeschool alhier zijn den eersten dag van de 38 adspiranten 18 toegelaten. Van de werf der scheepsbouwmeesters Raylton Dixon en G°. le Middlesbro werd den 16den dezer te water gelaten het fraaie schroef- stoomschip Nellie Martingebouwd voor rekening van de „Star Ball Line" en bestemd voor de vaart tusschen Rotterdam en Java. Te Amsterdam heeft zich eene dames-af- deeling van Multapatiors Bond geconstitueerd, waarvan tot leden van een voorloopig bestuur gekozen zijn mevr. W. C. G. Strieker geb. Gar- bentus, mevr. J. G. S. Kruisinga geb. Van Deventer, mevr. A. M. G. KalfT geb. Stuart en mej. C. Boeke. Aan de Tweede Kamer is gericht een beklag door den gezagvoerder van de Midasdiens schepe lingen en een passagier over de wederrechtelijke handelingen der autoriteiten van Venezuela. Bij nota- rieele akte, verleden voor den notaris Schotborgh te Curasao, is een omstandig verhaal opgemaakt van al hetgeen kapitein Schoonewolff en zijne schepe lingen hebben ondergaan. Zij zijn 137 dagen van hunne vrijheid beroofd en op allerellendigste wijze is in hun onderhoud in de gevangenis voorzien, soms zelfs in het geheel niet, en zij werden in het leven gehouden door medegevangenen. De Neder- landsche zaakgelastigde en consuls hebben zich de zaak der gevangenen niet aangetrokken. Twee der schepelingen zijn gepijnigd om te bekennen, dat de Midas oorlogsbehoeften aan boord had, terwijl twee van de matrozen zijn gegeeseld, waarvan de litteekenen nog zichtbaar zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 1