LEIDSCH DAGBLAD. N°. 4787. Dinsdag A0. 1875. 21 September. PRIJS DEZER COURANT: Foor Leiden per 3 maanden1. Franco per postn 1A0. Afzonderlijke Nommersn 0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 16 regels Iedere regel meer Grootere letters naar plaatsruimte. 1.05. 0.17$. LEIDES, 20 September. Wij vernemen met genoegen, dat de zoo gunstig bekende Amsterdamsche liedertafel „Oefe ning baart Kunst", onder leiding van den heer R. Collin, die meermalen zoowel buiten- als binnens lands, o. a. te Amsterdam, Rotlerdam, Gent, Ver- viers en Douai, met gouden eereprijzen bekroond werd, zich voorstelt op Maandag den 4 Oct. e. k. ih de Stadsgehoorzaal alhier een vocaal en instru mentaal concert te geven ter eere van den Leid- schen gedenkdag van 3 Oct. Onze bekwame direc teur, de heer 'Wetrens, heeft welwillend zijne medewerking toegezegd voor die uitvoering, die ook door een tweetal uitstekende Leidsche solisten zal worden opgeluisterd. Op de meest belanglooze wijze heeft de liedertafel zich bereid verklaard, de geheele opbrengst van dit concert ten behoeve van het gedenkteeken van Leidens Ontzet af te staan. Terwijl wij alzoo aan Leidens ingezetenen op den 4den Oct., den dag waarop de herinnering aan dat ontzet zal worden gevierd, een avond van buitengewoon muzikaal genot kunnen voorspellen, mogen wij tevens hopen dat die avond krachtig zal bijdragen om het tijdstip te bespoedigen, waarop het schoone kunstgewrocht van de heeren Koelman en Vogel binnen onze stad zal verrijzen. Bij de heden gehouden openbare verkooping van cokes van partijen van 50, 10 en 5 hecto liters waren de hoogste prijzen 27, 5.70 en ƒ2.65 en de laagste ƒ25.50, ƒ5.10 en 2.55. Bij gelegenheid van de opening der Staten- Generaal zijn heden door de Hollandsche spoor van hier p. m. 1800 personen naar de residentie vervoerd. In de „N. R. Ct." leest men: De regeering heeft de Rijnspoorwegmaatschappij ontslagen van hare verplichting tot aansluiting aan den Holl. spoorweg te Rotterdam en zich verbonden, haar het millioen als waarborgkapitaal gedéponeerd terug te geven, tegenover hare verplichting om het leggen van den spoorweg Leiden—Woerden te helpen verzekeren. De verbintenis der R. S. M. tot het leggen van den spoorweg LeidenWoer den is echter voorwaardelijk. Als de Staten-Gene- raal het algemeen nut van den weg „met be trekking tot de onteigening" niet erkennen, dan is zij van hare verplichting ontslagen. Nu zou men denken, als dit geval zich voordoet en de Staten-Generaal verwerpen de onteigeningswet LeidenWoerden, alles weder in den vorigen staat terugkeert, alsof er geene overeenkomst had plaats gegrepen. Dit zou redelijk geweest zijn, maar om die redelijkheid in het oog te houden waren de ministers te gunstig gestemd voor de Maatschappij. Als het voorziene geval zich voor doet, dan is de N. R. S. desniettemin ontslagen van hare verplichting tot aansluiting te Rotler dam, evenzeer als van het maken van den spoor weg LeidenWoerden en ontvangt haar waar borgkapitaal van een millioen terug. Wie vat niet onmiddellijk, dat hier een algemeen belang is prijs gegeven: de aansluiting te Rotterdam, die verzekerd was, voor een ander algemeen belang den weg LeidenWoerden, die nog afhankelijk is van het oordeel der Vertegenwoordiging over de onteigeningswet, en de Stalen-Generaal alzoo in het alternatief zijn gebracht om óf iedere ont eigeningswet aan te nemen, óf te gedoogen dat de R. Sp. M. een millioen cadeau krijgt. In de volgende maand zal het gesticht voor ouden van dagen te Egmond-aan-zee, dat door vrijwillige bijdragen is tot stand gekomen en den naam draagt van Prins-Hendrik-stichting, de eerste verpleegden opnemen. Het stoomschip Conrad is 19 dezer te Port-Said aangekomen en zou den volgenden dag de reis voortzetten. Zr. Ms. ramschip Stier, liggende te Wil lemsoord, wordt met den laatsten dezer buiten dienst gesteld en de kapt.-luit.-ter-zee A. Rietveld eervol van het bevel ontheven en op nonacl. gesteld. Tweede Kamer. Tijdelijk voorzitter de heer van Bieberstein. In de zitting van heden zijn twee commissiën benoemd tot onderzoek der geloofsbrieven van gekozen of herkozen leden. Ingekomen is een adres tegen de verkiezing te Haarlemmermeer, dat in handen gesteld is der eerste commissie. Morgen te één uur zal zitting gehouden worden voor het uitbrengen der rap porten van de commissiën. De civiele ingenieurs J. Nuhout van der Veen, C. Van Deinse, B. Kersjes en E. A. C. F. Van Essen zijn gesteld ter beschikking van den gouv.-generaal van Ned.-Indië, om te worden be noemd tot adsp.-ingenieur bij den waterstaat en de burg. openb. werken aldaar. De kapl.-ter-zee J. Van Goglï en de kapt.- luit.-ter-zee J. B. A. De Josselin de Jong en H. Van Goens worden met den laatsten dezer eervol ontheven van het bevel over Zr. Ms. schroef- stoomschepen Leeuwarden, Cornells Dirks en Prinses Maria en dat bevel opgedragen resp. aan den kapt.-ter-zee B. D. Van Trojen aan de kapt.-luit.-ler-zee Jhr. J. H. P. Von Schmidt auf Altenstadt en Jhr. E. P. E. De Stuers; de off. van admm. 2de kl. J. P. Faubel, aan boord van Zr. Ms. schroefstoomschip Prinses Maria, wordt met den laatsten dezer op nonact. gesteld en vervan gen door den oft. van admin. 2de kl. P. F. Van Wage; de luit.-kolonel bij het corps mariniers W. G. Tuning, laatst behoord hebbende tot het eskader in Oost-Indië, en van daar in Nederland terugge keerd, is gesteld ter beschikking van den com mandant van voorschreven corps. Z. M. heeft tot belooning van hen, behoo- rende lot de Kon. Ned. marine, die zich hebben onderscheiden in den oorlog met Atjeh, tusschen '1 Jan. '1874 en 1 Maart 1875, a. benoemd tot ridder der milit. Willemsorde 4de kl. den luit.- ter-zee 1ste kl. J. H. Haakman, en den luit.-ter zee 2de kl. G. De Fremery; b. toegekend de eere sabel met het opschrift: „Koninklijk eereblijk voor betoonde dapperheid" aan den luit. ter-zee 2de kl. (sedert bevorderd tot luit.-ter-zee Isle kl.) A. Van Hengel; en c. eervol doen vermelden bij afz. dagorder, zoo in Nederland als in Ned.-Indië, den luit.-ter-zee 1ste kl. Jhr. A. F. Meyer, de luit.- ter-zee 2de kl. J. A. Willink Ketjen en J. V. Wierdsma en den matroos 2de kl. J. H. Brugman. Gemengd Nieuws. Hedenmiddag omstreeks halfvijf heeft bij het verwisselen van een zandtrein aan het spoor wegstation alhier de wisselwachter L. het ongeluk gehad onder de locomotief te geraken, zoodat hij aan been en schouder zoo ernstig gekneusd werd, dat hij naar 't ziekenhuis moest worden vervoerd. Het „Paleis van Justitie" deelt om trent de zaak van Jut en zijne huisvrouw eenige bijzonderheden mede, nagenoeg geheel overeen stemmende met hetgeen reeds gemeld werd. Het volgende verdient meer algemeen hekend te worden De vrouw was in haar afzondering bevrijd geraakt van den druk, dien haar vier jaren jongere man op haar uitoefende. In die eenzaamheid waren in haar eenige betere aandoeningen ontwaaktvooral de gedachte aan haar kind vermeerderde haar ontvankelijkheid voor het berouw. Daarbij kwam de invloed der instructie zelve, de kalmte, het geduld, de ernst van den rechter-commissaris. Toen werd het gewicht harer schuld te zwaar. Zij kon het niet langer lorschen en geheel uit eigen beweging, met onmiskenbare teekenen van biltere wroeging, bekende zij de misdaad, door haar en haren man gepleegd. Die erkentenis gaf den rechter-commissaris vele aanwijzingen aan de hand, waarop hij nu ook Jut hooren konde. Toen werd het gebeurde met zijn vrouw hem nog niet medegedeeld en een confrontatie van hen beiden bewaard als een uiterst middel. Zoover heeft het niet behoeven te komen. Jut begreep, dat zijn vrouw bekend had. Nu verzocht hij in haar tegenwoordigheid te worden toegelaten en beloofde hij dan ook de gansche waarheid te zullen zeggen, want hij had de kracht niet het alleen te doen. Men weet wat er volgde een volkomen beken tenis. Jut is ongetwijfeld bevreesd geweest, dat zijn vrouw zich zelve te veel zoude beschuldigen en heeft daarom verklaard, dat hij alleen de daad heeft verricht. Inderdaad is haar rol bij het bloe dige drama een andere geweest dan de zijne. Hij is meermalen in vorige dagen aan de deur der woning geweest om tot het feit over te gaan, waartoe geldzucht hem dreef, maar hij vreesde alleen het met te zullen kunnen volvoeren. Toen besloot hij de hulp in te roepen zijner aanstaande en haar zoozeer in de zaak zelve le betrekken, dat zij hem niet zou kunnen verraden, zonder haar lot aan het zijne te verbinden. Echter schijnt hij haar de moordplannen niet met zooveel woor den te hebben medegedeeld, ofschoon zij ze wel begreep. Het Haagsche Dagblad deelt het volgende mede: In het begin van Februari j.l. ver scheen in de „N. Rott. Ct." eene advertentie, waarbij een koffiehuis eri logement te koop werd aangeboden. Op deze advertentie regardeerde de heer Jenck, houder van het hoofdbureel van infor matie, in de Hoogstraat te Rotterdam. Hij schreef er op, aanbiedende door zijne bemiddeling weldra een kooper te zullen vinden, wanneer de eigenaar hem de zaak met vertrouwen in handen wilde stellen. Dit aanbod bleek welgevallig te zijn en als eigenaar maakte zich bekend H. J. Jut. Onder het voeren der onderhandelingen ecbler kwam de zaak den heer Jenck verdacht voor en hij vond in de door hem ingewonnen informatiën aanleiding om de zaak ter kennis te brengen van den heer Patijn, officier van justitie te Rotterdam. Deze spoorde hem aan om te trachten meer bijzonder heden te ontdekken en maakte er hem opmerk zaam op, dat de verzamelde gegevens nog te weinig licht over de zaak verspreidden, maar dat het van belang zou zijn te vernemen, hoe Jut aan het geld was gekomen, waarvan hij zulk een ruim gebruik had ge maakt. Daar de heer Jenck begreep, dat het niet ge makkelijk zou vallen, dit te weten te komen, nam hij nog een ander, een magnetiseur te Rotterdam, in het geheim, die zich tot medewerking bereid ver klaarde. Daags na deze afspraak begaf de mag netiseur zich naar het koffiehuis van Jut en bracht dezen door een levendig gesprek en het drinken van menig glas in een opgewonden toestand. Vol gens de verklaring van den magnetiseur moet Jut zich toen reeds hebben laten ontvallen, dat hij de moordenaar van mevrouw Van der Kou wen en hare dienstbode was, maar op datzelfde oogenblik kreeg de magnetiseur zulk een hevigen slag op

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 1