LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 4777.
A0. 1875.
Donderdag
9 September.
STADS- BERICHTEN.
Uit de Gremeente-foegrooting-
voor 1876.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
Franco per postn L40.
Afzonderlijke Nemmersn 0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER AD VERTESTIEN:
Van 16 regelsf 1.05.
Iedere regel meer0.174.
Grootere letters naar plaatsruimte.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gezien art. 11, 2de alinea der Verordening van 4 Mei
4872, op de openbare scholen voor gewoon lager onder
wijs voor on- en minvermogenden Gemeenteblad n°. 10)
Doen te weten, dat de inschrijving van nieuwe leerlin
gen op de openbare scholen voor on- en minvermogenden
zal plaats hebben van den Oden tot en met den 18den
September e. k., in de schoollokalen in de Rijnstraat, in
de Brandewijnsteeg, op de Binnenvestgracht aan het
Plantsoen en aan dc Marendorps Achtergracht, des voor
middags van halfnegen tot negen uren en des namiddags
van haljlwee tot twee uren, behalve des Zaterdags namiddags
«n des Zondags.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
STOFFELS, Weth. 1. B.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 1 September 1875.
i.
Gaven wij in ons nomrner van den 4den dezer
bij het vermelden van een paar der belangrijkste
bijzonderheden uit de memorie van toelichting tot
de begrooting der inkomsten en uitgaven van onze
gemeente, dienst 1S76, reeds de belofte meer uit
voerig op dat stuk te zullen terugkomen, thans
zullen wij aan die toezegging trachten te voldoen.
Het ligt in den aard der zaak, dat daarbij in
de eerste plaats de aandacht wordt getrokken door
het laatste gedeelte, dat wat betreft de uitgaven.
Immers de ingezetenen, die de gemeentekas vullen,
weten ook gaarne op welke wijze het gemeente
bestuur voorstelt voor het volgende jaar over haar
inhoud te beschikken. Niet minder natuurlijk is
het, dat daarbij vooral het oog valt op die posten,
welke een merkbaar verschil opleveren met de op
vorige begrootingen voor dezelfde onderdeelen uit
getrokken sommen.
Zulk een verschil treffen wij 't eerst aan onder
volgnommer 57, jaarwedden van de bouwkundigen
en van de opzichters der gebouwen, enz., dat dit
maal iets hooger is geraamd, hoofdzakelijk voor
hel bezoldigen van een beambte op het bureel van
den gemeente-architect, tot het verrichten van
teekenwerk. Dat aan zulk een persoon wezenlijke
behoefte wordt gevoeld, daar alsdan de opzichters
meer uilsluitend met het dagelijksch toezicht kun
nen worden belast, zal zeker door velen beaamd
worden, vooral met het oog op de buitengewone
werken, die hier ter stede in uitvoering zijn, zoo
als b. v. de rioleering. Het bij die mededeeiing
uitgedrukte vertrouwen, dat men voor de uitge
trokken f 500 wel een jong persoon zal vinden,
die geschikt zal zijn voor deze taak, zal wellicht
niet zoo gereedelijk door ieder worden gedeeld.
Voor iemand van technische ontwikkeling is de
som niet hoog te achten, al kan het vooruitzicht
op eventueele bevordering daarbij veel gewicht in
de schaal leggen.
Dat de verkiezingen niet alleen aanleiding kun
nen geven tot agitatie, maar der goè gemeente op
den koop toe nog op kosten komen te staan, be
wijst volgnommer 71, waar voor „verteringen ten
behoeve van het huishoudelijk bestuur, bureaux,
van stemopneming en van commissiën" 200 is
uitgetrokken tegen 350 in het vorige jaar (1875),
omdat in 1876 geen gewone verkiezingen zullen
plaats hebben. Dit mag in waarheid een lichtpunt
in de memorie heeten wij gaan een kalm jaar
tegemoet en houden bovendien 150 in de ge
meentekas; al is het niet veel, alle baten helpen.
Ook de post „kosten van de kiezerslijsten" enz.
bedraagt dientengevolge 100 minder dan in
dit jaar.
Aan het slot van ditzelfde hoofdstuk verdient
nog opmerking een nieuwe post van 300 ter
bezoldiging van den concierge in het Museum van
schilderijen en oudheden in de Lakenhal, krach
tens raadsbesluit van 29 Juli 1875.
Het onderhoud van straten en pleinen zou na
genoeg dezelfde som bedragen als voor dit jaar
is vastgesteld, ware het niet dat de voorgenomen
nieuwe bestrating der Maarsmansteeg een verhoo
ging van 1950 vorderde. Daarvoor zalj dezelfde
soort van keien worden gebezigd als waarmede
de Donkersteeg is bestraat, of wel de nieuw uit
gevonden zoogenaamde Dordtsche machinaal ver
vaardigde keien, wanneer deze deugdelijker blij
ken te zijn.
Heel wat grooter verschil merken wij op bij
den post: „onderhoud van wegen en voetpaden"
die, in dit jaar door buitengewone werken tot
ƒ10139 gestegen, voor 1876 op slechts ƒ2822
is geraamdook het „onderhoud van bruggen en
overzetveren" thans een bedrag van 28700 ver
tegenwoordigende, is bij deze begrooting op slechts
ƒ16865 geraamd. Toch zullen er, de herstellingen
en het gewone onderhoud daargelaten, drie bruggen
geheel worden vernieuwd, nl. die over den Singel
aan de Morschpoort als vaste brug, die over de
Oranjegracht bij den Zuidsingel en het bruggetje
over de Zijdgracht bij de Korte Hoefstraat.
Een belangrijk onderwerp voor onze stad is
wij weten het allen het onderhoud der riolen
het gewone reinigen, onderhouden en vernieuwen
van waterloozingen, kolken en riolen, dat vroeger
werd aanbesteed, zal in het vervolg onder eigen
beheer geschieden, iets zeer natuurlijks, wanneer
men in aanmerking neemt, dat ook het buiten
gewoon onderhoud of liever het geleidelijk her
stellen der zoo schromelijk verwaarloosde riolen
in eigen beheer plaats heeft, voor welk laatste
werk een som van ƒ6000 op de begrooting is
gebracht, daar het gebleken is dat de voor 1875
toegestane ƒ5000 niet toereikend was, zoodat
die som ƒ2500 werd verhoogd. Dat eerst mag
geld heeten, dat ruimschoots zijn interest zal op
brengen door den verbeterden gezondheidstoe
stand. Toch mag 't niet worden voorbijgezien dat,
hoewel er voor '76 ƒ1000 meer wordt voorge
steld dan voor het loopende jaar, bij slot van
rekening in '75 meer zal zijn verwerkt dan in
'76 het geval zijn zal; immers boven de ƒ5000
werd bij raadsbesluit van 19 Augustus 11. nog
2500 voor dat doel aangewezen, dus 7500 in
't geheel. Zeker zouden velen met ons gaarne
zien, dat ook op deze begrooting voor die hoogst
nuttige zaak 7500 was uitgetrokken in plaats
van ƒ6000 „met het oog op de vele te doene
herstellingen", gelijk dat in de toelichting zoo
juist is uitgedrukt, al zouden wij die woorden
(te doene herstellingen!) lang niet als een voor
beeld van fraaien stijl willen zien aangehaald.
Een minder aangenamen indruk maakt het
woord „memorie", dat wij vermeld vinden voor
het onderhoud van de schietbaan, die, zooals het
eigenaardig luidt, „niet gebruikt wordt". Onze
scherpschutters van verschillende corporation weten
maar al te goed hoe nadeelig het op de oefe
ningen werkt, dat men niet over een voegzame
schietbaan kan beschikken meer in de onmiddel
lijke nabijheid der stad, dan dat zij onze ziens
wijze in deze niet zouden deelen. Ook het aan
merkelijk lagere cijfer voor den aanvoer van
duinwater (J 9000) bewijst, dat niet juist altijd
een vermindering van uitgaven een gunstig teeken
oplevert; maar met het oog op de aanwezige
quaestie eener duinwaterleiding willen wij over
dat punt voor het oogenblik liever het stilzwijgen
bewaren.
Aangenamer gewaarwording wekt de zinsnede,
waarin, zooals wij reeds voorloopig vermeldden,
blijkt van het voornemen om de Korte-Langegracht
te dempen benevens de Binnenvestgracht tot aan
de buitensociëteit Amicitia, ten einde daardoor in
de onmiskenbare behoefte aan uitbreiding der
Beestenmarkt te voorzien. Wie zal niet instemmen
met de bewering van Burg. en Weth. dat de
daarvoor bestemde ƒ20000 een ruimen intrest
zullen opleveren, niet alleen direct aan toenemende
opbrengst der marktgelden, maar ook indirect
door bevordering van reinheid en dus van de
openbare gezondheid, en tevens door aanwinst
van een aanmerkelijke ruimte, vooral van groot
belang nu de Ruïne om de oprichting der aca
demiegebouwen aan het rijk is afgestaan.
LEIDEN, 9 September.
Heden herdacht de heer F. P. M. Welters,
pastoor aan de L. Vrouwekerk alhier, den dag
waarop hij vijf en twintig jaar geleden het pastoors
ambt aanvaardde.
In „La Gazette" worden zeer geroemd de
drie door onzen stadgenoot Bakker ICorff naar de
driejaarlyksche tentoonstelling te Brussel inge
zonden schilderijen: l'Écureuse, les Appréts du
Festin en la Fille du Héros. Met recht, zegt dit
blad, wordt hij de Hollandsche Meissonnier genoemd
om zijne breede en schilderachtige behandeling
op een paneel van slechts eenige centimeters.
Men leest in het „Vaderland"De toela
tingsexamens voor de h. b. s. te Leiden geven
dezer dagen nog al stof tot bespreking, en niet
't minst het feit, dat 13 leerlingen eener open
bare school voor m. u. 1. onderwijs niet toege
laten zijn voor de 2de klasse h. b. s. Of deze
jongens onvoldoend examen afgelegd hebben mag
betwijfeld worden; een hunner, steeds primus zijner
klasse, is thans toegelaten voor de lessen van het
gymnasium. Maar men moet bevreesd zijn ge
weest, dat de 2de kl. h. b. s. te sterk bezet zou
zijn geworden. Eenige ouders en voogden hebben
zich wegens het gebeurde per adres tot den ge
meenteraad gewend.
Maandag is te Krimpen a.d. IJsei van de
werf der heeren J. Otto Zonen met het beste
gevolg te water geloopen de schroefstoomboot
Stad Leidengebouwd voor rekening van den
heer P. J. Plarijer alhier, voor den dienst tusschen
Leiden en 's-Herlogenbosch vice-versa; de machine
wordt vervaardigd bij de heeren Diepeveen Leis
en Smit, aan den Kinderdijk.
Ten gevolge van de wijziging der bestaande
militaire afdeelingen is er verandering gebracht
in de indeeling en dienst van het corps militaire
intendanten. Zoo is de standplaats van den inten
dant in de 2de divisie tot 1 Mei 1876 geves
tigd te Amsterdam, na dat tijdstip te Haarlem.
Hem is het administratief toezicht opgedragen over
het 4de en 7de reg. inf. benevens het algemeen
depot van discipline en de 1ste comp. hospitaal
soldaten, 1ste reg. huzaren, regiment veld-artillerie,
het bataljon mineurs en sappeurs en hel koloniaal
werfdepot.
Te Alphen is in de openbare raadsvergadering
van gisteren besloten tot het heffen eener belas
ting op de honden. Tot wethouders werden gekozen
de heeren G. L. Piek en A. Oosthoek.
1 Het stoomschip Actonvan Pmtterdam naar
Batavia, is den 4den dezer te Port Said aan
gekomen.