LEIDSCÏÏ
DAGBLAD.
JN°. 4766.
Vrijdag
A0. 1875.
27 Augustus.
STADS-BERICHTEN.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIE»':
Van 16 regelsf 1.05.
Iedere regel meer0.174.
Grootere letters naar plaatsruimte.
PATEATBLADEA.
De BURGEMEESTER, Hoofd van het Gemeentebestuur van
Leiden, doet te weten, dat de ingevulde patentbladen over het
dienstjaar 1875/6, voor wijk IV, bij het College van Zetters,
in een der vertrekken van het Raadhuis dezer gemeente, ver
krijgbaar zijn dagelijks, behalve den Zondag, des namiddags van
twaalf tot twee uren, en wel tot en met deu 4den September
e. k.terwijl na het verstrijken van dien termijn de onafgehaalde
patentbladen ter uitreiking moeten worden afgegeven aan de
deurwaarders der directe belastingen alhier, die voor hunne moeite
mogen eischen tien cents, zonder meer.
En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afge
kondigd.
De Burgemeester voornoemd,
STOFFELS, Weth. 1. B.
Leiden, 26 Augustus 1875.
HET NIJYERHEIDSCONGrRES.
Spraken wij in een vorig artikel over congres
sen in het algemeen, thans willen wij bij een
enkel daarvan stilstaan, omdat liet uithoofde van
de daar genomen hesluiten alle aanspraak op
belangstelling kan doen gelden. Die bijeenkomst
kan levens tot bewijs strekken van de bewering
dat, waar het veld van arbeid, waarop zich een
Vereeniging beweegt, een buitengewone uitgebreid
heid aanbiedt, zelfs sneller, b. v. telken jare op
elkander volgende bijeenkomsten stof genoeg kun
nen opleveren tot belangrijke besprekingen en
tevens aanleiding geven tot gewichtige resultaten,
mits de deelnemers een open oog hebben voor
hetgeen de tijdsomstandigheden vorderen. Wij
bedoelen het Nijverheidscongres, voor eenigen
tijd te Breda gehouden. Daar loch werden een
drietal besluiten genomen, waarbij het alleszins de
moeite waard is een oogenblik stil ie staan.
Beginnen wij met het laatste, dat wij als het
belangrijkste beschouwen; het behelst de opdracht
aan directeuren der Maatschappij van Nijverheid
om zich namens haar tot de regeering te wenden
met het verzoek, dat de marine onze visschers
bescherme tegen den last, hun door de Engelsche
visschers aangedaan.
Werken voor het dagehjksch brood 't is de
taak van allen, wier vermogen hen niet in slaal
s'.elt desverkiezende hun dagen in zorgelooze rust
te slijten. Dat brood echier wordt niet door allen
even gemakkelijk verdiend. Vraag het den kloeken
Katwijkers of Scheveningers en zoovele anderen,
die in hun kleine, plompe vaartuigen het grootste
gedeelte van hun leven rondzwalken op de uitge
strekte zee, hun een vriendin, die haar schallen
hun afslaat, zij 't dan ook niet altijd even bereid
willig, maar somtijds na dagen van vruchtelooze
inspanning en taai geduld; niet zelden ook een
vijandin, die menig offer eischt, menig gezin in
diepen rouw dompelt.
Dien strijd met het trouwelooze element
onversaagd gaan onze visschers hem tegemoet,
want zij weten dat, wanneer een hunner bezwijkt
in den gevaarvollen kamp, hun liefdadige landge-
nooten zich het lot der onverzorgde weduwe en
weezen aantrekken. Het bestaan van meer dan
één fonds, bestemd ter ondersteuning van de na
gelalen onverzorgde betrekkingen van verongelukte
visschers, strekt der Nederlandsche natie tot eere.
Maar 't zou haar niet tot eere zijn, als zij 't lijdelijk
bleef aanzien, dat onzen visscherlieden hun toch
reeds zoo moeilijke taak geheel onmogelijk werd
gemaakt door hun overmoedige en wangunstige
bedrijfsgenooten van over het Kanaal, die nog
kort geleden en dat was niet voor de eerste
maal hen verdreven van de plek, waar zij hun
netten hadden uitgeworpen, en hun aan visch-
want en tuigage een onberekenbare schade toe
brachten. Zulke feiten moeien niet zonder protest
worden opgeteekend in het geschiedboek eener natie,
wier vlootvoogden eenmaal een bezem aan den top
van den mast hunner schepen bevestigden ten teeken
dat zij de zee van vijanden hadden schoongeveegd.
Die tijden behooren tot het verledene, en wij verlan
gen ze niet terug, althans wij zijn afkeerig van allen
strijd en wenschen slechts den vrede, maar tevens
ook de ongestoorde vrijheid voor allen die werken
willen, om een eerlijk bedrijf uit te oefenen. Zoekt
men naar middelen om, door uitbreiding van
nering en bedrijf, de volkswelvaart te verhoogen,
in de eerste plaats zal men wel doen te voorkomen
dat de bronnen, die sinds jaren vloeien, niet
verstopt worden door de willekeurige handelingen
van wie dan ook. Dat begrepen ook de leden
van hel Bredasche Nijverheidscongres; vandaar
hun lofwaardig besluit tot indiening van bovenge
noemd verzoek aan de regeering.
Niet minder sympathie verdient het tweede
verzoek, strekkende om een internationale regeling
van den aanvang der robbenvangst uit te lokken.
Onze lezers zullen zich de indertijd ook in ons
blad opgenomen beschrijving herinneren van de
de onmenscheiijke wijze, waarop jacht wordt ge
maakt op die nuttige dieren, juist op een tijdsiip
dat hun jongen nog te klein zijn zelf hun voedsel
te zoeken. Het klagend geluid, door de hulpe
loos overblijvende dierljes aangeheven, nadat
de ouden bij duizenden zijn geveld, is in
staat geweest indruk te maken op het gemoed
zelfs van de altes behalve fijngevoelige robben vangers
zelf. Ook uit een materieel oogpunt is een inter
nationale regeling in deze hoogst wenschelijk;
immers indien men de tot dusverre gevolgde han
delwijze blijft in acht nemen, zal spoedig de tijd
aanbreken, dal er weinig robben meer zullen te
vangen zijn uithoofde van het ontzettend groote
en bovendien geheel noodelooze verlies aan jongen
dat elk jaar thans oplevert. Alleen het kiezen van
een ander tijdstip, waarop de jongen genoegzaam
ontwikkeld zullen zijn om aan hun lot te worden
overgelaten, kan als een afdoend middel tegen
het kwaad worden beschouwd, mits hel door alle
betrokken natiën wordt te baat genomen. Reeds
heeft de Brilsche regeering aan haar minister van
buitenl. zaken een door het parlement aangenomen
wet toegezonden waarbij de regeering gemachtigd
wordt om den vaogtijd voor Engelsche schepen te be
perken en is officieel bekend gemaakt dat Z. M.
de Koning van Zweden en Noorwegen, voor zoo
veel Zweden aangaat, verklaard heeft tot een inter
nationaal verdrag, gelijk door de Noorweegsche
regeering is voorgesteld, te willen toetreden.
Het derde .punt eindelijk behelst een verzoek
tot deelneming ook door Nederland aan de Noord-
poolexpediliën, wat tevens als protest kan dienen
tegen de opmerking, in buitenlandsche bladen ge
maakt, als zou er voor die zaak hier te lande
geen belangstelling bestaan. Waar hel de bevor
dering der wetenschap geldt door hei. ondernemen
van zoo al niet gevaarvolle, dan loch kostbare
expedition, dingt ook Nederland nog even goed
als in de dagen van Barendsz., Heemskerk
en De Rijp naar den eerepalm, getuige het de zen
ding lot het waarnemen van den overgang van
Venus vooibij de zon. Reeds heeft een onzer
landgenooten zich bij een dergelijken tocht van
uit het buitenland aangesloten, en indien de zaak
van hoogerhand ondersteund wordt, zal het zeker
niet aan ondernemende mannen ontbreken, die zich
den roem waardig toonen, door onze voorzaten
vóór andere natiën verworven in de dagen der
overwintering op Nova-Zembla.
LEIDES, 36 Augustus.
Morgenvoormiddag te halfacht zal het gar
nizoen tot eene gecombineerde manoeuvre in het
vuur uitrukken naar de zijde van Warmond.
Door den minister van oorlog is bepaald
dat door de infanterie in garnizoen te Nijmegen,
Helder en Leiden een onderzoek zal plaats heb
ben, of bij alle afstanden, waarvoor de vizieren
van de geweren klein kaliber zijn ingedeeld, bet
mikpunt met het gemiddelde trefpunt overeen
komt en zulks ten einde spoedig volkomen zeker
heid te hebben omtrent de juiste indeeling der
vizieren van bedoelde geweren.
Staatsblad n°. 144 behelst het besluit van
den lOden Augustus 1875, houdende bekrachtiging
van de door de Stalen der provinciën Zuid- en
Noord-Holland op l5/9 Juli jl. vastgestelde wijzi
gingen in het reglement voor het hoogheemraad
schap van Rynland.
Het stoomschip John Howard, van Rot
terdam naar Batavia, is 6 dezer van Aden
vertrokken.
Den 4den der volgende maand zal van het
koloniaal werfdepot te Harderwijk naar het Nieuwe-
diep vertrekken een detachement suppletie-troepen,
sterk 400 man (onder welke 8 onderofficieren),
om dien dag te embarqueeren aan het via Suez
naar Java bestemde stoomschip Conrad. Het
bevel over dat detachement is opgedragen aan
den kapt. der art. van het O.-I. leger N. J. A.
M. P. De Krijger, die van verlof naar Java retour
neert; tot medegeleide zyn bestemd de 2de luit.
der inf. van gemeld leger: W. R. De Blaauw,
N. C. Von Heurn, S. W. H. Gebel, Jhr. T. R.
J. B. Van Grotenhuis tot Onstein, H. B. J. Bode,
J. Van Leeuwen, J. B. G. a Brossard, Jhr. A. E. J.
Van Grotenhuis tot Onstein, B. C. Lamie en
P. J. Van Driest.
Aan het den 20 Sept. onder presidium van
den generaal-majoor hoofd-inlendant H. Harden-
berg in Den Haag aanvangende examen van onder
officieren, dingende naar den rang van 2den luit.
bij de milit. admin., zal door 18 adspiranten van
den wetenscliappelijken cursus bij het instructie
bataljon te Kampen worden deelgenomen, van
welke 16 voor 2den luit.-kwarlierm. in Oost-Indié,
1 voor 2den luit.-kwarlierm. hier te lande en 1
voor 2den iuit.-administr. van kleeding en wape
ning hier te lande.
In de zitting van den Haagschen gemeen
teraad van den lsten April jl. werd met alge-
meene stemmen besloten om onder zekere voor
waarden aan de heeren P. J. De Sonnaville en
J. J. De Wijs aldaar op hun verzoek af te slaan
een strook grond aan de landzijde nabij het ge
meentebadhuis te Scheveningen, ten einde daarop
een galerij te doen bouwen voor magazijnen met
bovenwoningen. Ter uitvoering van dat plan kwam
door genoemde heeren met vier deelgenooten eene
Vereeniging tot stand onder den naam van
„Sooiélé des Galeries." Inmiddels werden de plan
nen voor de uitvoering gereed gemaakt, het werk
aanbesteed en Maandag II. met den bouw aange
vangen. Het gebouw, dat eene oppervlakte inneemt
van ongeveer 1200 M1, zal bestaan uit eene
galerij ter lengte van 84 meter, ter breedte van
5,50 meter en ter hoogte van 6 meter, door middel
van zuilen en arcaden aan het landterras vóór
het badhuis verbonden. Deze galerij zal toegang
geven tot 18 magazijnen van verschillende afme
tingen en alle met verschillende bestemming. Aan
elk magazijn is eene woning verbonden, bestaande
uit twee kamers, eene keuken, een kantoor enz.,
gedeeltelijk aangebracht op den beganen grond