laatste zomersche dagen, is wel te begrijpen. Ge lukkig dat er tot heden nog geen epidemie is uitgebroken, anders waren de gevolgen niet te overzien. Reikhalzend wordt dan ook het vertrek van 400 man op 21 dezer te gemoet gezien. Daar bij geen mogelijkheid meer kan geborgen worden, zullen den 19den en 20sten geen nieuwe man schappen worden aangeworven. Aangezien echter gemiddeld 40 vreemdelingen per dag aankomen, zal de toestand na den 21sten spoedig weer gelijk zijn aan den tegenwoordigen. Daarom ware het wenschelijk, dat thans niet alleen de maatschap pijen Nederland (bij voorkeur), Java en een enkele maal de Rotterdamsche Lloyd, maar ook andere particuliere stoomschepen het voorrecht genoten om detachementen suppletietroepen naar Indië over te voeren. Het deserleeren en gevankelijk terug brengen blijft nog steeds aan de orde van den dag. Het nieuwe drama, getiteld: „De sterren liegen niet" (in Rome, A°. 1539), van de hand van mej. Betsy Perk, zal op 8 September a. s. door de vereenigde tooneelisten in den gerestaureerden schouwburg van den heer Van Lier te Amsterdam ten tooneele worden gevoerd. De tot hiertoe gecombineerde hervormde gemeenten te Damwoude, Wouterswoude en Driesum, sedert drie jaar herderloos, wegens het overlijden van den predikant Ds. J. A. Viëtor (elk dorp heeft een eigen kerk) zal thans in drie kerkelijke gemeenten gescheiden worden, ieder met een eigen predikant. Te Wouterswoude en te Driesum zullen alsnu pastorieën worden ge bouwd en voorts zal tot het benoemen van drie kerkeraad-colleges worden overgegaan. De monitor HeUigerlee is in het droge dok te Hellevoetsluis opgenomen tot herstelling der averij, veroorzaakt door den monitor Adder. De ram van laatstgenoemden heeft den anderen getroffen in de zijde, lusschen den voormast en den toren, onder de pantsering, en er een zeer groot gat in gestooten. Hierbij is de deugdelijk heid der constructie van de HeUigerlee geble ken het vaartuig bleef door den hermetisch gesloten dubbelen bodem drijven en bereikte zonder adsistentie de haven. De herstelling zal in korten tijd kunnen geschieden. In het hoofdkiesdistrict Dokkum is tot lid der prov. staten van Friesland verkozen de heer Jhr. J. J. W. H. Andringa de Kempenaer. De lste luit. J. F. Smith, van het 8ste reg. reg. inf. te Arnhem, is op zijn verzoek op non- act. gesteld. De off.-van-gei. 2de kl. van het O.-I. leger C. J. De Freytag zal den 4den der volgende maand via Suez naar Java vertrekken met het stoomschip Conrad. De Eerste Kamer der Staten-Generaal is bijeengeroepen tegen Maandag 30 Augustus, des avonds te 8 uren. Vroeger dan gewoonlijk is heden het Haag- sche garnizoen naar de vlakte van Waalsdorp uitgerukt tot het houden van manoeuvres in het vuur. Zij werden verricht door het regiment grena diers en jagers met de daarbij opgekomen miliciens der lichting van 1873 en in vereeniging met de veldescadrons van het 3de reg. huzaren en de veldbatterijen. De troepen waren reeds voor twaalf uren in de stad terug. Z. M. heeft den 2den luit. B. W. A. A. baron Van Dedem, van het lste reg. huzaren, voor den tijd van vier jaren gedet. bij de cavalerie in Ned.-Indië. Greinengd Nieuws. Gistermiddag omstreeks twee uren had in de Groenesteeg alhier een treffend onge luk plaats. Terwijl twee jongens aan het spelen waren, liep een van hen tegen den aldaar pas- seerenden 70-jarigen grijsaard, genaamd B., aan, waardoor deze kwam te vallen en zijn been brak. De ongelukkige werd spoedig opgenomen en op een wagen naar het ziekenhuis vervoerd. Gisteravond omstreeks halfnegen dreven een paar hoeren een koppel koeien en schapen langs het Rapenburg. Een der koeien dwaalde van de kudde af en kwam bij de Noord- eindsbrug in de gracht terecht en zwom naar den •overkant, alwaar het, bij een trap gekomen, bij de horens gegrepen werd en met behulp van eenige personen met groote inspanning er uitgehaald. Naar men zegt moet een der horens van het dier zijn afgetrokken. Gistervoormiddag is een jongeheer uit Oosterhout, te Scheveningen gelogeerd, in zee badende, onwel geworden, 't geen gelukkig door een in zijn nabijheid badenden vreemden badgast werd opgemerkt, die den in groot gevaar ver keerenden jonkman dadelijk te hulp snelde. In de badkoets gebracht, zorgde de politieagent Pee- ters er onmiddellijk voor, dat hij ten spoedigste naar het lokaal der binnenbaden werd gereden. De baddokler was zoo spoedig mogelijk bij den lijder, die thans buiten gevaar schijnt te verkeeren. Bij de Donderdag gehouden paarden- markt te Zoetermeer en te Zegwaard waren ruim 250 paarden aan de lijn. De handel was zeer flauw. De prijzen varieerden van 200 tot f 500. Gisternamiddag te 6 uren is te Haar lem brand ontstaan in de broodbakkerij van G. Voorn, in de St.-Antoniestraat. De brandweer was spoedig aanwezig om het gevaar tegen te gaan, hetgeen echter niet noodig was, daar eenige buren dadelijk waren toegesneld en met emmers water het vuur bluschten. De brand is ontstaan door het broeien van krullen enz., die men op den bak oven had nedergelegd. Naar men verneemt was de inboedel tegen brandschade verzekerd. Gistermorgen is te Amsterdam een rijtuig, waarin de wisselmakelaar G. was gezeten, bij de Taksteeg in het Rokin geraakt. Het on geval ontstond door het breken van den schamel- bout, doch zou voorkomen zijn, indien men niet verzuimd had de zorgriemen te bezigen. Een voorbijkomend werkman sprong gekleed te water en had het geluk den drenkeling te redden. De koetsier was bijtijds van den bok gesprongen. Woensdag is te Leeuwen een schip, zwaar met steenen geladen, plotseling gezonken, zonder dat men vooraf onraad bespeurd had. De knecht redde zich al zwemmende en de schipper werd door een voorbijzeilend schip ingenomen, maar zijne bejaarde vrouw vond geen tijd meer orn het zinkend vaartuig te verlaten en vond den dood in de golven. Woensdag-avond te ongeveer 9 uren ontstond te Dordrecht brand aan boord van het Italiaansche schip Bertine, kapt. Gauzi, in het laatst der vorige week aangekomen van Rangoon met eene lading rijst voor den heer H. Vliegent- hart, te Zwijndrecht. Het lag voor den stoorn- rijstpelmolen van dien heer vastgemeerd aan de buitenzijde van een ander schip. Bij het ontdekken van den brand was daar aan boord het eerste werk om de Bertine los te rnaken, welke daarop op haar werpanker van de overzijde der rivier naar dezen kant overgierde en aan de dukdalven voor de Kalkhaven terechtkwam. Het duurde eenigen tijd eer de brandweer ter plaatse was, welke echter eenmaal gearriveerd, spoedig hare slangen had uitgelegd. Eene spuit stond op den wal, en eene tweede had men op een in de onmiddellijke nabij heid van het brandende schip gelegen binnenschip geplaatst, terwijl vervolgens nog een paar andere spuiten mede werden aangespannen. Ook de overige spuiten waren aangerukt, maar behoefden geen dienst te doen, daar de eersten voldoende water in het tusschendeks en ruim wierpen om het vuur te beteugelen. De oorzaak van den brand is niet bekend. Van de p. rn. 10,000 balen rijst, waaruit de lading bestaan had, was ongeveer de helft nog aan boord. Van tijd tot tijd was het gisteren op den dag noodig dat een der spuiten die bij het schip gestationneerd waren gebleven, water gaf. Naar het Xad. meldt geeft in het anders zoo rustige Doesburg een conflict tusschen den gemeenteraad en de bedienaren van den gods dienst veel slof tot discours. De pastoor en de kapelaan en de dominés ontvingen dezer dagen een missive van het stadhuis, waarbij hun werd meegedeeld, dat zij tot de vereerende betrekking van „waterdragers bij de brandspuit" waren be noemd. Met die eer waren zij echter volstrekt niet ingenomen en eenstemmig gaven zij den raad in overweging, om toch die betrekking aan ande ren op te dragen. De pastoor en de kapelaan protesteerden tegen hun benoeming in zeer ge paste bewoordingen, te kennen gevende, dat naar hun meening een bedienaar van den godsdienst moeilijk bedienaar van de brandspuit kon zijn, maar de predikant der herv. gemeente, de heer Dr. Faure, was zoo verontwaardigd, dat hij aan den gemeenteraad schreef, dat hij, zoolang de Commune van Parijs nog niet naar Doesburg was overgebracht, geen waterdrager verkoos te worden, en dat de hem gedane opdracht in strijd was met zijn privilege en rechten. In de eerstvolgende raadsvergadering gaf dat conflict lot uitvoerige bespreking aanleiding. De voorzitter wilde, om alle verdere onaangenaamheden te voorkomen, de bedienaren van den godsdienst maar vrijstellen, maar anderen waren daartegen en meenden, dat dan ook de waardigheid van een lid van den gemeenteraad het waterdragen niet toeliet. Nog anderen waren van meening, dat er van vrijstel ling in het geheel geen sprake mocht zijn. De quaestie is nog niet uitgemaakt. Bij het rangeereri van den pleizier- trein, die Woensdag-morgen van Arnhem naar Rotterdam vertrok, wilde een der reizigers, ter wijl de trein in beweging was, van het perron er inspringenhij miste zijn doel en viel achter over. Ware hij voorover gevallen, het lijdt bijna geen twijfel of hij zou zijne daad met den dood hebben bekocht. Naar men verneemt is namens de Maatschappij proces-verbaal tegen hem opgemaakt. De uitvoer van pruimen uit Wijhe naar Amsterdam en het buitenland is zoo groot dat er gebrek is aan vervoermiddelen. Naar rnen verneemt heeft de ser- geant Kleian, die veroordeeld is tot 20 jaren tucht huisstraf wegens moord op den sergeant Heiligers, tegen dat vonnis hooger beroep doen aanteekenen. Dinsdag-morgen in de vroegte was te Stadskanaal, gemeente Wildervank, een arbei der in zijn eentje aan het maaien, toen hem een man voorbijging, die noch naar hem omkeek, noch hem goeden morgen wenschte. Hoewel dit hem zeer zonderling voorkwam, stoorde hij zich er niet verder aan, maar arbeidde weer voort, totdat hij zich verbeeldde op eenigen afstand ge plas in het water te hooren. Hij keek op wat daarvan de oorzaak kon zijn en vermoedde dat, daar hij den man niet meer zag, deze in het water was gevallen, of er misschien opzettelijk in was gesprongen. Hij zag ook wel iets in 't water drijven, doch spoedde zich eerst naar den veldwachter, ten einde deze kon handelen zooals hem goeddacht. De veldwachter begaf zich hierop in gezelschap van een rijks-commies naar de plaats waar de arbeider het geplas meende gehoord te hebben en zij vonden daar het lijk van een man, volgens getuigenis van den arbeider dezelfde die hem zoo stil was voorbijgegaan. Door de ambtenaren werd geconstateerd, dat het was het lijk van zekeren Hendrik Haan van Nieuwe Pekela, zeer bekend wegens herhaalde smokke larij van gedistilleerd. Het lijk werd hierna onder zocht en men vond 20 kan voorloop in 3 blazen, benevens trechters enz. benevens eene som van 35 gulden aan contanten. Maandag-avond heeft de justitie zich van Maastricht naar het gehucht Caumer, onder Heerlen, begeven, ten einde naar een moord, in den voormiddag aldaar op zekeren Offermans ge pleegd, een voorloopig onderzoek in te stellen. De moordenaar, zekere Housen, in het gehucht woonachtig, die, na eene korte en onbeduidende woordenwisselling zijn slachtoffer door middel van een geweerschot van het leven heeft beroofd, is er in geslaagd overijld, ofschoon slechts met hemd en broek gekleed en op klompen, de wijk op Pruisisch grondgebied te nemen, 's Namiddags is hij aldaar nog in het veld gezien. Door de justitie is eene gerechtelijke lijkschouwing bevolen. Londen, sinds lang verreweg de grootste stad der wereld, gaat voort met op reusachtige schaal zich uit te breiden, 't Aantal huizen werd in den loop van 1874 met niet minder dan 7764 vermeerderd. De lengte der nieuwe straten, sedert de jongste vijf en twintig jaren aangelegd, bedraagt 1181 Eng. mijlen, een afstand ongeveer als van Amsterdam tot Moskou. Onder de mailberichten leest men het volgende: De fuselier Vos van het 12de bataljon, te Batavia in garnizoen, is naar Djokja opgezonden om het lijk van Lagerman te zien. Vos heeft gediend bij het regiment grenadiers en

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 2