In de Vorstenlanden leest men: Op den avond van den 17 Juni jl. hoorde de sergeant ziekenvader W., in het hospitaal alhier, den fuse lier L. roepen„Ik heb een moord gedaan." De ziekenvader begaf zich onmiddellijk aan zijn bed en vroeg hem: „Wat is het toch, man, waarom ben je zoo ongerust, kan ik je helpen, zeg het mij danhebt gij iets op je geweien dat u ver ontrust?" L. antwoordde hierop: „Ja, ziekenvader, kom eens hier," en hem bij de hand nemende, vroeg hij„Oudje, kan ik je vertrouwen waarop de sergeant antwoordde: „Ja zeker!" „Ja," zeide L., „ik heb een moord begaan." Op het ant woord van den sergeant: „Dat meen je immers niet zoo, maak u geen gedachten, dat zal beter worden, als gij maar eens beter zijt" antwoordde hij„Neen, ziekenvader, ik ben de moordenaar van v. d. Kouwen uit Den Haag." Toen deze hem echter zeide: „Kom, spreek over zulke dingen niet;" antwoordde hij: „Neen, neen, ziekenvader, zoo waar helpe mij God almachtig, ik ben er debet aan," daarbij stak hij de rechterhand twee maal omhoog. Verder verzocht hij om den pastoor. Deze kwam en bleef zoo wat een kwartier bij L. Toen de geestelijke weg was, begaf zich de zieken vader andermaal bij L. en deed hem eenige vragen, om zich te overtuigen of hij wel bij zijn verstand was. Op alle vragen, b. v. wie ben ik L., antwoordde hij, in bijzijn van getuigen: „de sergeant-ziekenvader, of denk je dat ik gek ben?" Kort na deze vragen, aan L. gedaan, vroeg hij zelf aan den sergeant„Maar zeg eens, weet gij ook iets van den moord?" Toen deze hem onder vroeg, wat hij toch daarmede bedoelde, antwoordde hij„Och die in Den Haag, van mevr. v. d. Kouwen; van goud en zilver weet ik niets, wel van geldmaar spreek er niet over, ik, hij en de derde.van uitputting viel hij achterover. De ziekenvader liet hem hierop rusten en ging naar zijn kamer, om L., zoo hij wat was bijgeko men, verder te ondervragendoch het was te laat, te kwartier voor negenen was L. overleden. De Locomotief zegt daaromtrent„Te Djokdja heeft een stervend flankeur verklaard, de moorde naar van mevr. de wed. Van der Kouwen te zijn, wier jammerlijk einde niet alleen in haar woon plaats, Den Haag, maar ook elders zooveel deel neming heeft verwekt. Het bericht dat de ver klaring gegeven is, verdient ten volle verlrouwen, maar wij hebben onzen lezers wel niet te zeggen, dat daarom de verklaring zelve nog niet volkomen geloofwaardig is." Voorts wordt nog gemeld, dat op het bericht dat de fuselier zich als den moor denaar heeft bekend gemaakt, een soldaat te Djokdja en een fuselier te Salatiga zich voor het hoold zouden geschoten hebben. De persoon, die voor eenige weken in de pastorie van den predikant te Biezelinge binnengeslopen is en aldaar gedurende de afwe zigheid der bewoners vele kasten opengebroken en zich zilveren voorwerpen toegeëigend heeft, is gevat en heeft zijne misdaad reeds bekend. Hg was de zoon van den buurman van den predi kant. Te Goes bood hij zilveren lepels en vorken ten verkoop aan, en toen hij weigerde zijn naam op te geven, werd hij op aangifte van den zilver smid gevat. Hij wordt verdacht van menigen dief stal, die in het laatste jaar in het anders zoo rustige Biezelinge heeft plaats gehad. In Drente zijn weder vele vossen aanwezig. De commissaris des konings heeft daarom vergunning verleend tot het houden van drijf- of parforce-jachten op deze dieren. Een kermisganger uit Edens is op de terugreis van Franeker met paard en wagen in een sloot geraakt en verdronken. Het ongeluk wordt aan misbruik van sterken drank geweten. Uit Gramshergen wordt gemeld dat, terwijl na de genomen maatregelen tot wering der Pruisische munt, deze aanvankelijk slechts zeer weinig meer voorkwam, zoodat men hoopte ze binnenkort niet meer te zullen aantreflen, thans wederom die munt tot gelijke waarde als de Hollandsche wordt aangenomen. Juist die neringdoenden, weike het eerst op wering der vreemde munt aandrongen, zijn thans de eersten, die de Duitsche muntspeciën weder toelaten en ze met onze munt gelijkstellen. Op sommige plaatsen van ons land hebben zich Zondag, des namiddags en des avonds, onweersbuien ontlast. In de buurtschap Baal, ge meente Bemmel, sloeg de bliksem in eene hof stede bewoond door twee huisgezinnen. De be woners bleven ongedeerd en er werd geen brand veroorzaakt. Een hooiberg, mede door den bliksem getroffen, brandde geheel af. Te Minnertsga is een werkman vlak voor zijne woning getroffen en gedood. In de nabijheid van Raalte zijn twee met hooi gevulde bergen totaal afgebrand en is eene koe in de weide doodgeslagen. Te Markel sloeg de bliksem in eene boerenwoning, die geheel af brandde, terwijl eene daarbij staande schuur met een 25-tal schapen insgelijks eene prooi der vlam men werd. Te Velp op den Zaalheuvel werd een boom geheel en al verbrijzeld. Te Berg-en-Dal, waar bij het losbreken van het onweder 150 personen aan tafel zalen, was de ontsteltenis zeer groot. Wel twintig malen sloeg de bliksem aan den voet van den berg neer, op korten afstand van het groote en hoog gelegen gebouw, dat, van vier bliksemafleiders voorzien, niet het minste letsel bekwam. Te Lent trof het hemelvuur achter elkander drie gebouwen, die alle verbrandden. In bijna iedere richting zag men brand. De groote hagel- steenen, die uit de lucht vielen, zullen zeker veel schade hebben berokkend aan de te veld staande ge wassen. Ook boven Utrecht ontlastte zich eene on weersbui, die van 5 tot ruim 7 uren aanhield. De bui was vergezeld van zwaren regen en hagel. Aldaar is bijna geen huis, waar niet van lekkages en der gelijke min of rneer last is geleden, terwijl het aantal ingeslagen glasruiten legio moet zijn. Boomen en bloemen hadden veel te lijden. De bloemisten hebben mede groote schade geleden door het inhagelen der ruiten van de kasten en het vernielen van vele kostbare daarin geborgen planten. Men spreekt van 500, f 400 en ƒ300 schade bij sommige der voornaamste bloemkwee- kers aangericht. Ook op vele akkers heeft het te velde staande zeer geleden. Hier en daar bleven de hagelsteenen in massa liggen. In sommige buitenwijken werden door den regen kleine stroompjes gevormd, waarvan de boorden uit hagel steenen bestonden. In de Maliebaan aldaar konden de riolen het water niet verzwelgen, zoodat de uitgestrekte wandelplaats bijna geheel blank stond. In den Hortus werden circa 2000 ruiten stuk geslagen, en hebben de planten veel geleden. Van het hospitaal werden 267 ruiten verbrijzeld. Eenige dagen geleden werd een der voornaamste juweliers van het Palais Royal, die vóór een vijftal jaren reeds 't slachtoffer van een belangrijken diefstal geweest was, door twee zeer net gekleede heeren bestolen. Deze lieden vroegen gouden kettingen te mogen zien, maar daar de patroon niet thuis was, schreef de bediende hun adres op. Bij zijn terugkomst kreeg de winkelier kennis van het bezoek en den volgenden dag ging hij naar 't hotel, waar de vreemdelingen gelogeerd waren. Het kwam bij dit bezoek niet tot het sluiten van den koop. Den volgenden dag werden 72 kettingen aan het oordeel der vreemdelingen onder worpen, die ze alle kochten. Zij lieten ze bij kleine pakjes van 3 of 5 in een blikken bus sluiten die de goudsmid naast zich op tafel plaatste, terwijl hij de factuur gereedmaakte. Terwijl hij schreef, nam een der vreemdelingen de doos en plaatste haar op een leunstoel, vervolgens toen de rekening gereed was, gaven de koopers den goudsmid een doos volkomen gelijk aan de eerste en verzochten hem haar dicht te binden en met lint en lak te verzegelen. Toen deze werkzaamheid verricht was, zei een der vreemdelingen tot den koopman, dat hy zich met die doos op een bepaalden dag bij den heer Moroê bankier rue Scribe, moest begeven, die hem 9.817 franken zou uitbetalen. Toen hy heri vei liet kwam de juwelier op de gedachte bij den bankier eens aan te loopen en hem te vragen, of deze handelaars hem werkelijk bekend waren Alras bleek hem het tegendeel. Nooit had de bankier hun naam gehoord. Wel dra had de bedrogene de kostbare doos geopend, waarin niet anders gevonden werd dan looden rolletjes, die vrij wel het gewicht vertegenwoor digden van de voorwerpen, die zij gekocht hadden. Ijlings keerde hij naar 't hotel Violet terug, doch de dieven waren gevlogen. Niets was er te vinden dan lint en lak en hun bagage, die niets be langrijks bevatte. De politie heeft de listige dieven nog niet op 't spoor kunnen komen. Greld- en effectenmarkt. Amsterdam, van 31 Juli tot 6 Augustus. Bij levendiger handel en grooter omzet, hoofd zakelijk voor geldbelegging, dan wij in den laatsten tijd gewoon waren, was de beurs over het geheel willig gestemd. Dit gold in de eerste plaats de meeste onzer binnenlandsche waarden. Hoezeer de 4 pCt. en de 21 /2 pCl. niet vooruitgingen, maakten echter de 3 pCt. een avance van pCt. Vooral echter in industrieele waarden werd meer en tot verhoogden prijs omgezet. Aand. Handelmaat schappij sluiten op 103'/e, d. i. 3 pCt. boven den slotprijs der vorige week; Ned.-Inaische Handels bank liep zelfs 8 pCt. voorwaarts, tot 125 pCt., beide naar aanleiding van verbetering in den prijs onzer koloniale productenAand. Hollandsche Spoorweg wonnen 4, Aand. Stoomvaartmaatsch. Nederland 5 pCt.de Aand. Rijnspoorweg hebben het gedetacheerde dividend weder op den prjjs ingehaald en Aand. Exploitatiemaatschappij her wonnen wat zij in 't begin der week hadden verloren. Van Buitenlandsche Schuld blijven Russen en Portugeezen gewild op vaste koersen, Turken sta- tionnairbuitenlandsche Spanjaards en de drie afge knipte coupons, aanvankelijk willig, liepen ten slotte pCt. terug; ook binnenlandsche waren flauw. De coupons, die eerst a f 1.17 per piaster verkocht werden, brachten het later tot ƒ1.241/,. In Peru anen was bij levendigen omzet de fluctuatie belang rijk: de 6 pCt. rezen eerst 1 pCt. boven en vielen daarna l1/, pCt. beneden den slotprijs der vorige weekde 5 pCt. sluiten 2 pCt. lager. Columbia verloor 21/, pCt., terwijl Egypte pCt. vooruitging. Naar Amerikaansche Vereenigde-Stalenbonds was veel vraag, zoodat de 5 pCt. 1871er den pari- koers bereikten. Ook in spoorwegwaarden waren bandel eh omzet van tijd lot tijd meer beteekenend. Wij merkten bijzonder veel lust op voor Chicago en Northwestern, die 2'/, pCt. rezen, voorts Aand. Northwestern, die J/t, Milwaukee die Michigan Centraal die 3 pCt., St.-Paul Pacific lste Sectie die 2pCt., en Chicago en Southwestern dielpCt. verbeterden. Illinois Centraal, aanvankelijk 2pCt. gedaald, herwonnen later weder 1 pCt., doch Denver en Rio Grande zette de daling met pCt. voort. BUITENLAND. Frankrij k. Te Clermont (Auvergne), de geboorteplaats van- Pascal, zal een gedenkteeken te zijner eere opge richt worden. De gemeenteraad heeft daarvoor 3000 fr. toegestaan. Het monument zal omstreeks 20,000 fr. kosten. De abbé Besson, kanunnik te Besanyon, is benoemd tot bisschop van Nimes. Per telegraaf is bericht, dat de Rhone door de vele regens in de laatste dagen aanmerkelijk gewassen was, zoodat men voor eene overstrooming ook van die rivier vreesde. Naar thans gemeld wordt, was de rivier Zondag-ochtend 20 centimeter gevallen, zoodat alle gevaar geweken scheen. Msgr. Brossais Saint-Marc, aartsbisschop van Rennes, heeft, naar luid van verscheidene dagbladen, van den paus bericht ontvangen, dat hij tot kar dinaal zal worden verheven. Ouitschland. Het oud-katholiek congres, dat te Breslau van 20 tot 22 dezer zou plaats hebben, is tot nader order uitgesteld. In weerwil van het démenti in den Osserv. Rom. constaleeren de dagbladen, dat de paus aan den nuntius te Munchen heeft opgedragen, aan de Beiersche bisschoppen zijne tevredenheid te beluigen wegens hunne houding bij de verkiezingen. Terwijl in de bladen de aanschrijvingen worden medegedeeld, waarin de Pruisische bis schoppen verklaren zich aan de staatswet op het beheer over de katholieke gemeentegoederen te onderwerpen, wordt weder uit verschillende plaatsen gemeld, dat pastoors en andere geestelijken zich tevens aan alle overige kerkelijk politieke wetten hebben onderworpen en mitsdien hunne ingehouden toelagen uit 's lands kas weder geregeld worden uitbetaald. Uit Interlaken verneemt men den dood van den Pruisischen generaal Von Natzmer, die op een bergtoer met zijn paard in een afgrond is gestort.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 2