ren achter de woning van de n landbouwer J. Ver meulen. De pereeelen waren gelegen in een dicht bevolkt gedeelte der stad. De brand deed zich zeer ernstig aanzien, daar uit de drie schuren nagenoeg tegelijk de vlammen sloegen. De wind bedaarde intusschen en de nabijstaande huizen werden beveiligd. Omstreeks 11 uren is rnen den brand meester geworden; de oorzaak is onbekend; het hooi was niet geassureerd. Te Tiel was de woning van den heer H., griffier van het kantongerecht, onbeheerd ge- Haten. Eene vrouw, belast met toezicht te houden op vogels en bloemen, vond dezer dagen, in het huis komende, alles ten onderste boven. Gebroken glazen, leege llesschen, stukgesneden behangsels enz. vertoonden zich aan haar oog. Van een en ander werd aan de politie aangifte gedaan. Ten gevolge daarvan zijn vier jongens, van 914 jaren, waarvan één reeds vroeger met de justitie kennis maakte, in hechtenis genomen. De daders hebben bekend. Te Kevelaar is het on weder geslagen in eene waleDkeet, waar vijf a zes personen schuil den. Drie werden onmiddellijk gedood. Te Wemb is het bij een landbouwer ingeslagen2 personen waren oogenblikkelijk een lijk en een derde is hersteld. Ter zelfder tijd is aldaar alles verhageld. Ten aanzien van den doodslag te Erica, gemeente Emmen, verneemt de Asser Ct. nader, dat de verslagene niet dood is gevonden; dat hij, na geslagen en verwond te zijn, nog over eene distantie van 15 a 20 minuten heeft geloo- pen, blijkbaar aan de sporen van bloed; dat hij toen is neergevallen en 's morgens is gevonden, nog levende; dat hij aan degenen, die hem von den, heeft verklaard, dat Beute hem had geslagen en verwond en hij den steen niet door het raam had geworpen. Spoedig daarna is hij overleden. Bij de lijkschouwing zijn op het lijk gevonden drie wonden op het hoofd, waarvan twee tot in het been waren doorgedrongen, eene wonde aan den rechter voorarm op de hoogte van den pols, waar door de ader is doorgesneden, terwijl het been half doorgeslagen en gebroken is, en een steek in den rug tot aan de ribben toe. Waarschijnlijk zijn de wonden toegebracht met een bijl, hakmes, sabel of dergelijk werktuig. De verslagene heet niet Jan Feyen, maar Jan Feyer. Men schrijft van Terschelling: In 1S08 strandde op de kusten van dit eiland het Engel- sche oorlogschip Flora, voerende 38 metalen stuk ken en 250 man. De bemanning werd krijgsge vangen gemaakt en naar Harlingen getransporteerd; het schip werkte zich in het zand en men kon er niets van redden of sloopen, niettegenstaande de koninklijke regeering daartoe conc=ssie verleend had. Ofschoon nu nog levende bewoners van het eiland meermalen op het dek geweest zijn, zou zelfs de plaats, waar het schip zit, vergeten zijn, ware niet in de nabijheid eene Noordsche kof gestrand, waarvan de stompen der masten nu nog boven de zandvlakte uitsteken, en die als merk voor de Flora dienen. Een der krijgsgevangenen, een Nederlander, vertelde den eilanders, dat het schip groote geldsommen aan boord had, en even als de Lutine eenige jaren vroeger, daarmede naar Hamburg moest. In elk geval heeft het schip aan koperen geschut, bouten en koperhuid enz., eene waarde van meer dan honderd duizend gul den. De heer S. alhier heeft het nu van de regeering gekocht voor den tijd van 10 jaren. Hij hoopt, tegen 50 pCt. van de winst, 20 duizend gulden voor 't opsporen, sloopen enz. te leenen. Als hem dit gelukt, kan men hier vrij wat drukte verwachtenwant daarbij zijn 40 a 50 man noodig. Het schip zit in het droge zand, niet ver van de hoogwaterlijn en pl. m. 700800 M. van de merken, zoodat het zeer spoedig gevonden wordt. Opgmen omtrent het schip vindt men o. a. in de Amsl. Ct. van 21, 20 en 28 Jan. 1808, overgenomen ut! de Koninklijke Courant, volgens verklaringen van en voor den Baljuw. Men sc hr ij ft uit Roermond aan het Vaderland, dat aldaar in den avond van Woensdag eenige ongeregeldheden hebben plaats gehad, die, dank zij het krachtig optreden der politie, in haar geboortt! gesmoord zijn. Eenige werklieden trokken door de' stad en zongen eerst voor de deur van den heer Bloemen, toen voor die van den heer Fouquet een doodenmarsch. De menigte groeide intusschen aan, en de circulatie op de straten werd belemmerd. Het rijtuig van den heer Louis Michiels werd tegengehouden, de president der Harmonie, de heer L. Geradts, uitge jouwd en de heer Bloemen met steenen nagewor pen. Vooral voor de deur van den wethouder Fouquet zou hel van woorden tot daden zijn overge gaan. Er zijn, zoo wordt althans verzekerd, goed bekende personen gezien met steenen in de hand en de kreten, die er geuit werden, gaven te onder stellen dat het spoedig van woorden tot daden zou gekomen zijn. Maar te rechter tijd kwam de commissaris van politie en sommeerde de menigte uiteen te gaan. Bij de tweede sommatie voldeed zij aan dat bevel. BUITENLAND. Frankrij li. De nationale vergadering heeft in hare zitting van 23 dezer de beraadslaging (bij de tweede lezing) geopend over de wet op de verkiezing van den Senaat. Artt. 1 en 2 werden zonder dis cussie goedgekeurd. Art. 3 luidt aldus „In de gemeenten, waar eene municipale commissie de functiën van gemeenteraad uitoefent, worden de kiezers opgeroepen tot het samenstellen van een gemeenteraad, ter benoeming van een gemachtigde in het kiescollege voor den Senaat en van een plaatsvervanger." Hierop werd het amendement- Paris: „in de gemeenten, waar eene municipale commissie fungeert, wordt de gemachtigde gekozen door den voormaligen gemeenteraad," waarmede het gouvernement zich heeft vereenigd, aangenomen met 406 stemmen tegen 216. i >uitschl»nd. Een lid van het centrum, de heer Röckerath, stond dezer dagen te Keulen terecht, orndat hij in eene rede, uitgesproken op een openbare verga dering te Dusseldorf, zich er over beklaagd had dat de aartsbischop van Keulen in de gevangenis in aanraking moest komen met personen, die wegens de schandelijkste misdaden waren veroor deeld. De vergadering werd onmiddellijk door de politie ontbonden verklaard, tegen den redenaar eene vervolging ingesteld en het Openbaar Minis terie eischte tegen hem eene gevangenisstraf van drie maanden. De rechter nam echter aan dat hij te goeder trouw had gehandeld, doch veroordeelde hem, wegens 't gebruik maken van rhetorische wendingen, waarvan hij kon weten dat gevaarlijke gevolgen te duchten waren, tot 100 Mark boete. De uitslag der verkiezingen in Beieren is, dat er 79 ultramontanen en 77 liberalen naar den landdag zijn afgevaardigd. In een particulier telegram uit Landeck in Silezië aan de Voss. Ztg. wordt gemeld dat graaf Dzembeck en zijne moeder gearresteerd zijn wegens een voorgenomen moord. Dzembeck is naar Glaz gebracht. De Nordd. spreekt over de verklaring van den vorst-bisschop Försler, dat hij de wet betref fende het beheer van 't vermogen van katholieke gemeenten zal gehoorzamen, en constateert, dat het episcopaat hierdoor liet varen zijn tot nogtoe inge nomen standpunt, dat de kerkelijk-politieke zaken slechts geregeld konden worden bij wijze van overeen komst tusschen Kerk en Staat. Het blad vermoedt, dat de Curie den bisschoppen vrijheid heeft gelaten in deze te beslissen, met de toezegging, dat hun be sluit niet als ongehoorzaamheid zou worden be schouwd. Grroot- tiritannië. Donderdag deelde in 't Lagerhuis de heer Dis raeli mede, dat de „Merchant Shipping Act" nog maals tot een volgend zittingjaar zou moeten verschoven worden. Deze mededeeling had op den heer Plimsoll een geweldige uitwerking. Hij sprong van zijne plaats, en verklaarde, onder woeste ge baren, dat hij „de schurken" in 't Huis aan de kaak stellen zou, die zich rijkdommen verwierven door 't hoog verzekeren en uitzenden van ver molmde schepen. Vervolgens wierp hij een papier op de tafel, houdende een protest, „in naam van God", tegen langer uitstel van de noodige wette lijke maatregelen tot bescherming van den zeeman, en brengende op 't hoofd van Disraeli en zijn collega's 't bloed van de slachtoffers, die langer uitstel weer zou doen vallen. Tevergeefs trachtten zijn vrienden hem tot bedaren te brengen. Driftig op en neer loopend, ging hij voort met uitvaren; hij stampvoette en hief dreigend de vuist tegen den Premier op; met name noemde hij 't parle mentslid E. Bates, afgevaardigde voor Plymouth, als een der „schepen-villers" in 't Huis, op welke hij de uitdrukking „schurken" had toegepast; en daar hij kortweg weigerde die uitdrukking in te trekken, of zelfs zich naar zijne plaats te be geven, zoo moest de voorzitter hem gelasten de zaal te verlaten. Toen hij, nog altijd heftig be wogen, aan dien last gevolg gegeven had, trachtten lord Hartington en de heeren Sullivan, Fawcett en Bass zoo goed mogelijk zijn onbetamelijk gedrag te verontschuldigen. Besloten werd daarop, op voorstel van den heer Disraêli, dat de heer Plirn- soll over acht dagen zich in 't Huis zou komen verantwoorden wegens de door hem gebezigde uitdrukkingen, en dat dan tevens de „Merchant Shipping Act" opnieuw zou ter sprake gebracht worden. Spanje. Volgens de regeeringsberichten zijn de Carlisten uit Calaf en Catalonië verdreven, en wordt uit het Noorden slechts gemeld, dat het Spaansche eskader Motrico, Lequeitio en Bermeo bombardeert. De Carlisten hebben met zeven stukken op het geblindeerde fregat de Vittoria geschoten, maar geen schade aangericht. In de zoogenaamde constitutioneele com missie houdt men zich nog steeds bezig rnet de godsdienslquaestie. De heeren Bugallal en Silvela, beiden oud-ministers, hebben het beginsel van godsdienstvrijheid verdedigd, en algemeen houdt men het er voor dat de beslissing in liberalen zin zat uitvallen. Evenzeer geloofde men dat men over deze aangelegenheid in geen moeilijkheden met het Vaticaan zal komen. De koning heeft aan den kardinaal Anto- nelli de orde van het Gulden Vlies geschonken. Volgens eene officieele dépêche heeft gene raal Laportilla met twee andere divisies de Car listen verdreven uit Lumbier en uit de versterkte posities in de omstreken van Sanguesa en hebben de Carlisten aanzienlijke verliezen geleden. Uit St.-Sebastiaan wordt gemeld dat don Carlos den 21 sten jl. een brief heeft gezonden aan koning Alphonsus, waarin dezen verweten wordt, dat hij den burgeroorlog met buitensporige gestrengheid laat voeren, en met vergelding wordt gedreigd. De Carlisten hebben getracht Guetaria te verrassen, maar zijn teruggeslagen. Er loopt een gerucht dat te Vergara onlusten zijn uitgebroken. De lmparcial zegt dat de onderdanen van België in Spanje zijn vrijgesteld van de be lastingen voor de buitengewone geldheffingen. Een Spaansche schoener heeft zes vaartuigen genomen, die onder Fransche vlag Motrico en Andarroa (aan de Noordkust) verlieten. Oostenr.-Hong. .Monarchie. Men bericht uit Brünn, dat de onderhande lingen, onder bemiddeling der regeering begonnen tusschen de wevers en de fabrikanten Classen en Lober, Ed. Schwatz en Cie., tot een goeden uitslag zijn gekomen. De werklieden hebben in deze fabrieken den arbeid hervat. Hun loon is aanzienlijk verhoogd. Telegrammen. WEENEN, 25 Juli. Naar de bladen te Kon- stantinopel melden, zou het aantal opstandelingen in de Herzegowina 300 bedragen, voor zooveel Nevesinje betreft, terwijl hun aantal in de om geving dier stad op 80 geschat wordt. Het Tagblalt wil welen dat de Monlenegrijnsche wojwode Zlija Plamenac op weg naar Weenen Triest is gepasseerd. KONSTANTINOPEL, 25 Juli. In eene straat van Pera is brand uitgebarsten. Een twintigtal huizen zijn in de asch gelegd. BERLIJN, 26 Juli. Het telegram dat graaf Dzembeck en zijne moeder in hechtenis zouden zijn genomen is bij onderzoek gebleken een ver zinsel te zijn. INGEZONDEN. TAAL- EN STIJLPROEVE, „Tot het Gymnasium worden niet, dan bij uit zondering, toegelaten jongelingen, die den ouderdom van twaalf jaren nog niet hebben bereikt, nadat bij een examen, af te leggen vóór den aanvang

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 2