LEIDSCH DAGBLAD. N°. 4719. Vrijdag A0. 1875. 2 Juli. HET GEMEENTE-VERSLAG. v. PBIJS DEZEB C0UBA5T: Voor Leiden per 3 meanden1.—. Franco per postn Afzonderlijke Nommersn 0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven, PRIJS DER AD VERTERITEN Van 16 regelsf 1.06. Iedere regel meerw 0.174. Grootere letters naar plaatsruimto. Abonnementen worden dagelijks aangenomen, (Slot.) Wlvunsten en wetenschappen 't is een aan lokkelijk opschrift tot inleiding van ons slotartikel over het Gemeente-Verslag. De keus valt echter wel wat moeieljk bij het groot aantal vereeni- gingen hier ter stede, die zich de beoefening van één van beiden tot taak stellen. Een eereplaats komt zeker toe aan de Maatschappij voor Toon kunst, wier muziekschool om van gratis-con certen en soireés voor kamermuziek te zwijgen in 1874 door 278 leerlingen werd bezocht, d. i. 8 meer dan het vorige jaar. Niet onvermeld mag het blijven dat de heer A. J. Wetrens vanwege de Maatschappij aan de Kweekschool voor onder wijzers en onderwijzeressen de zanglessen op zich nam. De Leidsche Zangvereeniging heeft zich rechtmatige aanspraak op aller dank verworven door uitvoeringen in de feestweek van Juni. Sempre Crescendo, dat zijn goeden naam waardig blijft handhaven, telt 250 leden met een orkest van 40 executanten, terwijl eindelijk de Zang vereeniging Caecilia met 75 leden in bloei toe neemt. Ook een vereeniging van anderen aard, het tooneelgezelschap Harmonie, gaf bij herhaling gewaardeerde blijken van levenskracht, o. a. in 1874 door de opvoering van „Het ontzet der stad Leiden" en „de Militaire Willemsorde" bij gele genheid der toenmalige feesten. Op een ander gebied leverden de kunstbe schouwingen van de Schilder- en Teekenacademie „Ars Aernula Naturae" genotrijke avonden. Van de Leidsche Maatschappij van Nederland- sche Letterkunde zouden wij gaarne meer ver melden dan alleen dat haar ledental weder toenam, noopte onze beperkte ruimte ons niet, voor ditmaal alle vereenigingen en genootschappen te laten rusten, na in het voorbijgaan nog een groet te hebben gebracht aan het eerwaardige negental, dat in de sleutelstad nog het Zilveren Kruis draagt, op gevaar af dat hun wapenbroeders van het Metalen dito het ons ten kwade duidden als wij ook hun Vereeniging niet noemden. Van kunsten en wetenschappen, wier beoefenaars zoo vaak met een liefdadig doel werkzaam zijn, is om die reden de overgang tot het „Armwezen" misschien geen al te gewaagde sprong, te meer daar de toestand niet ongunstig mag worden ge noemd, althans wat de gemeente betreft, die behalve de afloopende subsidiën aan godshuizen en de steeds verminderende toelage aan het werk huis, slechts geneeskundige hulp verleende. Overi gens toch belastten de kerkelijke en de bijzondere liefdadigheid zich met de armenzorg. Al die wel dadigheidsinstellingen op te sommen zou weder een onbegonnen werk zijnof wie zou de Vereeni ging van den H. Vincentius a Paulo kunnen noemen zonder tevens te gewagen van de Leidsche Maat schappij van Weldadigheid, of wel de Spaarbank zonder de Hulpbank? Genoeg is 't ons in het Verslag geconstateerd te zien, dat het groote aantal van dergelijke instellingen, wier bezit onze stad tot eer verstrekt, met onverdroten ijver haar stil, maar gezegend liefdewerk blijft voortzetten, niet om armoede te kweeken, maar om baar op te heffen, wanthet pauperisme neemt in de laatste jaren binnen Leiden voortdurend af. Onder de rubriek „Landbouw" moet de aan dacht worden gevestigd op het afnemend getal leden van de Afd. Leiden en Omstr. der Holl. Maatsch. van Landbouw, dat van 300 tot 260 terugging, een juist niet in alle opzichten ongunstig verschijnsel, daar die vermindering voor een groot gedeelte op rekening komt van het feit dat de gemeente Voorschoten zich afscheidde om met Wassenaar een afzonderlijke afdeeling te vormen. De lijst der verschillende beroepen en bedrijven gaan wij kortheidshalve met stilzwijgen voorbij zij zou anders stof genoeg opleveren voor opmer kingen van velerlei aard. Zoo zouden wij kunnen vragen of 't, terwijl overigens de alphabetische volgorde is in acht genomen, een toeval moet heeten dat de „bankiers" eerst na de „bezem makers" zijn geplaatst, dan wel dat men in die achterstelling een herinnering moet zien aan dagen, die gelukkig tot het verledene behooren. Taalgeleerden zouden door die lijst wellicht worden genoopt om te onderzoeken wat „kettingpappers" zijn; of wel als zonderlinge combinatie zou men kunnen aanhalen een „fabrikant van vlechten en kaarsepitten". Toch willen wij nog even wijzen op een minder verblijdend cijfer, dat der slijters en tappers: 261. Een groot getal, maar toch 5 minder dan in het vorige jaar. Mocht hun legio, zij het dan langzaam, althans zeker en gestadig afnemen Wij zijn aan het einde van het Gemeente-Verslag over 1874. Menige schaduwzijde valt er hier en daar in op te merken, zooals wij in ons vijftal artikelen terloops aantoonden. Het goede evenwel overtreft ongetwijfeld verreweg het minder ver blijdende, en zeker zullen onze lezers met ons instemmen als wij den totaal-indruk gunstig noemen. LEIDEN, 1 Juli. In de maand Augustus zullen alhier weder om geleerden uit verschillende landen samenkomen en wel ter bijwoning van de algemeene vergadering der „Astronomische Gesellschaft". Deze vereeniging, van welke de meeste sterren kundigen lid zijn, is in het jaar 1863 opgericht en heeft sedert dien tijd door de uitgave van eene menigte van belangrijke geschriften en door bet organiseeren van groote sterrenkundige onder nemingen een hoogst gewichtige rol in de welen- schap vervuld. Elke twee jaren wordt eene algemeene vergade ring gehouden; vóór 1873 had men daartoe steeds eene stad in Duitschland gekozen, doch op de laatste bijeenkomst te Hamburg werd de wensch uitgesproken om in 1875 in eene plaats buiten Duitschland te vergaderen, ten einde hierdoor te beter het internationaal karakter der vereeniging te doen uitkomen. Op voorstel van den voorzitter Prof. Struve, den beroemden directeur van de sterren wacht op de Pulkowa, werd toen Leiden met bijna algemeene stemmen als de vergaderplaats voor dit jaar aangewezen. Tegen 13 Augustus kan men dus in Leiden een 30- of 40-tal vreemde sterrenkundigen uit verschillende landen van Europa en voornamelijk ook uit Amerika tegemoetzien. Rust en kalmte bij hunne vergaderingen zullen zij hier in dien tijd voorzeker in groote mate vinden, er is echter goede grond om te verwachten dat dit niet de eenige indruk zal zijn, dien zij uit Leiden met zich nemen. Verschillende onzer stadgenooten hebben zich namelijk weder, evenals in Februari 1.1., bereid verklaard aan een of meer der vreemden gast vrijheid te verleenen, terwijl ook hoogstwaar schijnlijk van andere zijde maatregelen zullen worden genomen om het verblijf van de leden der Astron. Gesellschaft alhier te veraangenamen en hen te toonen dat Leiden er hoogen prijs op stelt zooveel beroemde mannen binnen zijne muren te ontvangen. Er is gelegenheid tot verzending der corres pondentie naar Ned.-Indië, door middel van het stoomschip Torringtonvan de Rotlerdamsche Lloyd, waarvan het vertrek uit Rotterdam in den nacht van 3 op 4 Juli is bepaald. De gedrukte stukken en monsters van koopwaren behooren uiterlijk den 3den Juli in den voormiddag, en de brieven in den namiddag te Rotterdam aangeko men te zijn. In de Dinsdag-avond gehouden vergadering van het alhier gevestigd departement der Maat schappij tot Nut van 't Algemeen zijn tot afge vaardigden ter algemeene vergadering benoemd de heeren J. M. E. Dercksen en J. A. Van Dijk. Als plaatsvervangers werden gekozen de heeren W. T. Werst en Mr. M. H. A. Lisman. De punten ter beschrijving kwamen daarna in behandeling. Aan het slot der vergadering werd aan de heeren J. Seelig en Mr. M. D'Aumerie, aftredende be stuursleden, een woord van dank gebracht voor de vele zorgen en moeiten door hen aan de be langen van het departement besteed. Pflagings concert- en operettengezelschap zal zich Vrijdag-avond weder op Zomerzorg doen hooren. 't Is zeker overbodig hierbij eene aanbe veling te voegen. Door de vorige uitvoeringen heeft het gezelschap zich hier een gunstigen naam bezorgd. En te meer zal van deze gelegenheid gebruik gemaakt worden, nu volgens aankondi ging deze uitvoering slechts de eenige zal zijn en door geen andere zal gevolgd worden. Bovendien is de toegangsprijs redelijk gesteld. Het stoomschip Holland, van Nieuwediep naar Batavia, is 29 Juni te Suez aangekomen en heeft de reis onmiddellijk vervolgd; de Sumatra, van Batavia naar Nieuwediep, passeerde Aden den 28sten Juni. Den lOden Juli zal in het Nieuwediep overgaan aan boord van het via Suez naar Java bestemde stoomschip Voorwaarts een detachement suppletietroepen, sterk 225 militairen, onder welke 10 onderofficieren. Het bevel over dat detache ment is opgedragen aan den majoor der genie J. G. M. A. Carlier, terwijl als medegeleiders zijn aangewezen de 1ste luit. der inf. J. Kesler en de 2de luits. van dat wapen C. J. Laceulle, J. A. Sinninghe en K. C. H. Sadée. De drie eerstgenoemde offiicieren keeren van verlof naar Java terug. Met genoemden bodem zullen ook de 2de luit.-kwartierm. T. Kley, vergezeld van zijn echtgenoote en een kind, zoomede de adjudant onderofficier-geweermaker C. Holsteyn, eveneens vergezeld van zijn gezin, naar Batavia worden overgebracht. Zr. Ms. raderstoomschip Merapi, onder bevel van den kapt.-luit.-ter-zee J. Tromp, is den 30sten Juni te Malta aangekomen en zou, na kolen ingenomen te hebben, de reis naar Atjin voort zetten. Naar aanleiding van de opgave van officieren, die aan het admissie-examen tot de stafschool zullen deelnemen, wordt aan het U. D. mede gedeeld„Den 27sten Juni is aan de betrokken officieren kennis gegeven, dat het anders in Augus tus te houden admissie-examen, met het oog op eene reorganisatie der stafschool, voor onbepaalden tijd is uitgesteld." Mr. Jacob Dam, sedert 1866 lid der Tweede Kamer voor het kiesdistrict Zutfen, is eergisteren

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 1