Door de afdeelirig Waard en Groet der Holl. Maatschappij van landbouw is, in de plaats van het op 1 Januari 1876 aftredende en niet weder verkiesbare lid, den heer Bredius, van Dordrecht, voor de provincie Zuid-Holland, tot candidaat voor het lidmaatschap van het hoofd bestuur gesteld de heer Van der Oudermeulen, te Wassenaar, oud-lid van het hoofdbestuur. Men meldt uit Zwammerdam Eindelijk zal dan toch de wensch van velen in dezen omtrek vervuld worden, daar 't nu zoo goed als zeker schijnt te zijn, dat de spoorlijn LeidenWoerden zal gelegd worden. Dat dit een groot voorrecht voor de welvarende Rijndorpen zal zijn, behoeft geen betoog, 't Is dus zaak, daarvan zooveel mogelijk te profiteeren. Nu hebben de concessionarissen de toezegging gedaan alhier een station te plaatsen, op voorwaarde dat deze gemeente op zich neme het daarstellen en onderhouden van den weg daarheen. Om den gemeenteraad te toonen, dat velen de aanneming van dit aanbod wenschen, zal den raad een adres worden aangeboden, met verzoek in dezen zin hierover te besluiten. Dit adres circuleert nu en is reeds van enkele hand- teekeningen voorzien. De med. doctorandus, de heer De Cock, van Kampen, heeft met goed gevolg het eerste gedeelte van het arts-examen te Utrecht afgelegd. Het eindexamen aan 's Rijks Veeartsenij school te Utrecht, dat zal afgenomen worden door eene commissie bestaande uit het leeraren-personeel der school en de heeren prof. Zaayer uit Leiden, Dr. Egeling uit Den Haag en Dr. Overbeek de Meijer te Utrecht, zal den 28sten dezer een aanvang nemen. Het stoomschip Friesland is den 14den dezer 's ochtends te Port-Saïd gearriveerd; de Prinses Amalia is den 13den des ochtends van Padang te Batavia aangekomen; de Koning der Nederlandenvan Nieuwediep naar Batavia, is den 15den van Southampton naar Java vertrokken. Maandag werd te Rotterdam de eerste al- gemeene vergadering gehouden van de Vereeni- ging van officieren van scherpschutterscorpsen in Nederland. Zij werd geleid door den voorzitter, majoor A. van Stolk Cz. Rapport werd uitgebracht omtrent de werkzaamheden van de oprichting af. De Vereeniging heeft ten doel, de ontwikkeling en militaire organisatie der vrijwillige strijdkrach ten te bevorderen. Z. M. de Koning had het be schermheerschap aanvaard. De Vereeniging telt 4 eere-, 42 werkende en 8 adviseerende leden. Aan de orde was een voorstel van het bestuur, om eene medaille te laten graveeren die dienen moet tot prijs bij wedstrijden. Na discussie werd dit voorstel aangenomen. Een tweede voorstel betrof de uniformen: het bestuur wilde die voor allen dezelfde hebben. Daar echter niets kon worden vastgesteld zonder Z. M. den Koning, stelde het voor, die zaak commissoriaal te maken. De wensch werd door 19 tegenwoordige leden gedeeld; een hield zich buiten stemming. Op voorstel van een der leden werd besloten, dat ook eervol ontslagen officieren der scherpschutters leden der Vereeni ging kunnen blijven. Het voorstel om stappen te doen, ten einde de weerbaarheidscorpsen bij het leger en de schutterijen te doen aansluiten, vond geen ondersteuning. Na de vergadering begaven zich de leden naar het schietterrein, waar de wedstrijd plaats had en vervolgens vereenigden zij zich aan een diner, waaraan ook Z. K. H. Prins Hendrik en de burgemeester van Rotterdam deel namen. In de Maandag te Utrecht gehouden ver gadering van het Hoofdbestuur der Vereeniging tot verspreiding van kennis aangaande 's lands verdediging, is de redactie vastgesteld van het aan Z. M. den Koning in te dienen adres, hou dende aandrang op afschaffing der dienstvervanging. Afdrukken daarvan en van een formulier voor adressen van adhaesie worden verkrijgbaar gesteld. Ter tegemoetkoming in de kosten is van één belangstellende eene gift van f 100 ontvangen. Door burgemeester en wethouders te Amster dam is gunstig geadviseerd op het verzoek van Jhr. Mr. B. J. Ploos van Amstel c. s., om van gemeentewege een subsidie van f 3000 te ont- wangen voor een te houden historiscben optocht lij gelegenheid der herdenking van het 600-jarig lestaan van Amsterdam. De werkzaamheden voor het te Middelburg aan te leggen droog dok zijn met kracht aange vangen. Voor het afsluiten der watervlakte wor den 15 ladingen steen aangevoerd voor de te metselen muren of de verhooging er van. Met het afbreken van een gedeelte daarvan is insge lijks reeds een aanvang gemaakt. Binnenkort zal men met den afsluitdam beginnen, het water uitmalen en daarna het heiwerk. Om alles met 1 Juli 1876 in gereedheid te hebben, mag er dan ook geen tijd ongebruikt voorbijgaan. De arrond.-rechtbank te Assen heeft de volgende voordracht opgemaakt voor de benoeming van een rechter in die rechtbank: 1°. Mr. J. De Sitter, subst.-griffier bij de arrond.-rechtbank te Groningen; 2». Mr. E. Oosting, advocaat en rechter-plaatsvervanger bij de rechtbank te Assen en 3°. Mr. S. A. Hulst, subst.-griffier bij de rechtbank aldaar. De president der Zuid-Afrikaansche republiek, de heer Burgers, is Maandag-avond te Amsterdam aangekomen. Aan het station van den Holland- schen spoorweg werd hij opgewacht door eene commissie, wier voorzitter, de heer Tromp, lid van den gemeenteraad, hem hartelijk welkom heette in Nederland. Met de commissie vertrok de president naar het Amstelhotel, waar hij zijn intrek heeff genomen. Door den heer P. Slager, leeraar aan de Kon. School voor nuttige en beeldende kunsten te 's-Hertogenbosch, is ter gelegenheid van de 60ste verjaring van den slag van Waterloo een schilderstuk vervaardigd, waarop de kusten van Willem II en Prins Frederik op den voorgrond prijken en tevens de nog te 's-Hertogenbosch aanwezige leden van de Vereeniging van het Zilveren Kruis (oud-strijders van Waterloo), ge schaard onder hun vaandel, z'gn afgebeeld. Dit stuk wordt op het stadhuis aldaar drie dagen voor het publiek tentoongesteld, waarna het aan de vorstelijke familie ter bezichtiging zal worden aangeboden. Blijkens de gewone maandelyksche mede- deelingen in de Staatscourant hebben de Rjjks- middelen in de maand Mei opgebracht eene som van f 6.917.700 en in de vijf maanden JanuariMei eene som van f 34.615.000. Zoowel tegenover de raming als tegenover de opbrengsten in het vorige jaar blijft de verhouding dit jaar eenigszins ongun stig. Maar het verschil met de raming laat zich verklaren uit het feit, dat de opbrengsten der directe belastingen bepaaldelijk personeel en patent recht eerst later in het jaar zullen inkomen, terwijl het verschil tusschen de cijfers van dit jaar en die van verleden jaar geheel beheerscht wordt door de opbrengst van het successie-recht, die in 1874 zeer aanzienlijk was en in dit jaar tot nogtoe laag is gebleven. Van de andere middelen zijn alleen sommige accijnzen, de telegrafen en vooral de loodsgelden iets ten achter. Maar de accijnzen zullen hunne schade in den loop des jaars wel inhalen. Daarentegen hebben de regis tratierechten tot nogtoe de raming zoowel als de opbrengsten van verleden jaar overtroffen. De Ned. Bank bad op 14 Juni bij een muntmateriaal van f 138,195,210.31s voor eene som van f 113,234,772.92 minder aan bankbil jetten in omloop dan waartoe zij gerechtigd is, terwijl het muntmateriaal op zijne beurt f 45,293,909.16s meer bedraagt, dan in verhouding tot de schuldvorderingen tot dekking noodig zou wezen. Gemengd ÜVieu-vrs. Gelijk bekend is heeft de hooge raad over de geldvordering van den heer Mr. J. J. Van Angelbeek tegen den gouv.-generaal zich onbevoegd verklaard daarvan kennis te nemen. Naar men verneemt, heeft de heer v. A. thans, ten einde een einde aan zijne zaak te maken, aan den Koning ontslag uit 's lands dienst, ingaande 1 Juli e. k., als raadsheer gevraagd. Tegelijkertijd met dit verzoek heeft hij een request aan den minister van koloniën ingediend, waarin de requestrant op verschillende gronden aantoont, dat het departe ment van koloniën, wegens nalatigheid om te doen wat de wet geboden had te doen, eene schadeloosstelling van ruim f 50.000 aan hem ver schuldigd is; voorts dat de vraag, of die schade loosstelling moet worden betaald, niet afhankelijk is van het al of niet willen van den minister van kolonién, maar uitsluitend van de vraag, of de nalatigheid van het departement van koloniën, om te doen wat de wet geboden had, bewezen is en dit bewijs volkomen geleverd, daar het besluit, waarbij de heer v. A. als raadsheer uit 's lands dienst ontslagen is, z. i. op dit oogenblik nog niet bestaat. Alvorens het departement van kolo niën in rechten te dagvaarden, tracht de heer v. A. de zaak langs den minnelijken weg te be ëindigen. |_Drie te Amsterdam wonende personen begaven zich in den nacht van Zaterdag op Zon dag naar de gemeente Diemen, om zich aldaar met hengelen te vermaken. Daar het visschen langs den kant niel naar wensch ging, vroeg men aan een bouwman een schuitje ter leen, om de vaart over te steken. Toen een der personen het bootje weder op zijne plaats wilde brengen, liep het in het midden van de vaart vol water, waarop de bestuurder trachtte zich te redden, door naar den kant te zwemmen. Zijne krachten waren echter niet bestand tegen den vrij sterken stroom, en hij verdronk. Zondag-ochtend omstreeks 4 uren ie brand ontstaan te Buisterduin in de gemeente Schoorl, in een huis, bewoond door drie gezinnen. Het gebouw is in korten tijd geheel afgebrand en stond reeds voor het grootste gedeelte in brand, eer dit door de bewoners werd ontdekt, zoodat twee hunner, man en vrouw, vooral de laatste, vry ernstige brandwonden hebben bekomen en beiden geneeskundig worden verpleegd. Van de inboedels is weinig of niets gered. Van een der bewoners was de inboedel verzekerdook het huis was verzekerd. De oorzaak van den brand is onbekend. Uit 's-Heerenberg wordt aan de N. R. Ct. gemeldMet zekerheid kan worden mede gedeeld dat de vorst van Hohenzollern-Sigmaringen van zijn voornemen om het kasteel te 's-Heeren berg met aangrenzende tuinen, landerijen en bosschen ten spoedigste te verkoopen, voorloopig geheel heeft afgezien. Aangezien er in den laatsten tijd van onderscheiden kanten enorme sommen voor deze goederen werden geboden, en zij tege lijkertijd door verschillende Duitsche orde-geeste lijken werden bezocht, vermoedt men algemeen (maar 't is ook slechts een vermoeden), dat de Duitsche vorst bepaald ongenegen is, zijne bezit tingen op Nederlandsch grondgebied tot een schuilplaats te laten maken voor die geestelijke orden. Vele bewoners van dit vriendelijk en vreed zaam oord zullen den vorst daarvoor recht dank baar zijn. Uit St.- Johns wordt gemeld dat negen personen der bemanning en drie passagiers, behoord hebbende tot het stoomschip Vicksburg, dat door het stooten op een ijsberg verging, aldaar zijn aangebracht. Zij z'gn opgevischt door een Ameri- kaansche visschersboot. Uit Parijs wordt medegedeeld dat madame Brés, die dezer dagen aan de genees kundige school aldaar den doctoralen graad heeft verworven, bij den harem des sultans te Konstan- tinopel is geplaatst, tot uitoefening der genees kunde. Wederom heeft het zo eken naar de sporen der verdwenen Leichhardt-expeditie in Australië nieuwe offers gekost. Drie reizigers, Lewis Thompson, Hume en O'Hea, vertrokken van Magendie, aan den Barwau of den bovenloop van den Darling (den voornaamsten zijtak van den Murray) gelegen, en reisden in westelijke richting over de Moonie Warrego en andere zijtakken van den Darling, om de Wilson, een zijtak van de de tweede groote rivier van Nieuw-Holland, de Cooper of Victoria, te bereiken. Zij hadden 3 rij paarden en 5 beladen paarden bij zich. De Wilson vermochten zij niet te bereiken. Na de Grahams- creek gepasseerd te z'gn, reden zij drie dagen door een dorre, wateilooze vlakte, en besloten toen naar Grahams-creek terug te keeren. Thompson, de sterkste, werd uitgezonden om water te zoeken. Zijn paard droeg hem vier mijlen, maar stortte toen neder. Den volgenden ochtend heel vroeg, vóór 't aanbreken van den dag, vertrok Thompson weder, en ontdekte een poel, waarin eenig water, doch hij was te vermoeid om die te bereiken. Van zijn paard gevallen, sleepte hij zich er heen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 2