LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 4688.
A°. 1875.
Donderdag
27 Mei.
STADS - BERICHTEN.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
Franco per postn
Afzonderlijke Nommers
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven,
PRIJS DER ADYERTENTIEN:
Van 16 regelsf 1.05.
Iedere regel meerD 0.174.
Groolere letters naar plaatsruimte.
DE BURGEMEESTER van LEIDEN brengt ter kennis van
belanghebbenden, dat dagelijks, de Zondag uitgezonderd, dei
voormiddags van 9 12 uren, de PASPOORTEN voor de mili
ciens dezer gemeente beboorende tot de lichting van den jare 1870
verkrijgbaar zijn ter gemeente-secretarie, mits men zich in per
soon en voorzien van zijn zakboekje daartoe aaomelde.
De Burgemeester voornoemd,
v. o. BRANDELER.
Leiden, 25 Mei 4875.
SjDe BURGEMEESTER, Hoofd van het Gemeentebestuur van
Leiden, doet te weten, dat aan den ontvanger der directo be
lastingen alhier zijn ter hand gesteld de op den 24-sten en
25sten dezer maand invorderbaar verklaarde kohieren voor de
personeele belasting, over een voljaar, een halfjaar en een kwart-
jaar, dienst 1874/5, en voor het patentrecht, 4de kwartaal, mede
over dat dienstjaar, terwijl ieder verplicht is zijn aanslag op den
bij de wet bepaalden voet te voldoen.
En wordt deze door plaatsing in de Leidiche Courant afgo-
kondigd.
De Bargemeester voornoemd,
v. d. BRANDELER.
Leiden, 26 Mei 1875.
OIZE l V A It
II.
Het stelsel, dat men in de naburige residentie
ten opzichte van de exploitatie der gemeentelijke
gasfabriek wil invoeren, is dus hier reeds in al
zijne onbillijkheid toegepast, en dat met zoo
betreurenswaardige consequentie, dat het be
ginsel: gemeenteverlichting hoofdzaak, leverantie
aan particulieren bijzaak, geheel en al illusoir is
geworden. Zoo zijn wij voor liet feit geplaatst,
dat de gemeente voor haar verlichting, die 30 a
35 mille per jaar kost, slechts 21 mille in reke
ning brengt. Ook die som, welke de gemeente te
weinig betaalt voor eigen gasconsumtie, moet
dus door de particuliere gasverbruikers worden
gesuppleerd buiten en behalve de niet onaardige
overwinst van Hfc een halve toD, waarvan wij aan
het slot van ons artikel van eergisteren melding
maakten. En tegenover dit monopolie zijn wij
machteloos, immers èn het gemeentebestuur kan
noch zal toestaan dat eenig concurrent nieuwe
buizen door de stralen legge, èn die concurrent
zal zich nimmer opdoen, omdat het veld van ex
ploitatie naast de bestaande stedelijke gasfabriek,
die alsdan, force majeure, haar prijzen zou moeten
verlagen, te onvruchtbaar zou zijn.
Om tot het Haagsche adres terug te keeren
de onderteekenaars komen op tegen den eenigen
grond, waarop het besluit van den Gemeenteraad
aldaar berustte, dat de gelden, voor het gebruik van
gas verschuldigd, niet zouden zijn gemeentelijke be
lasting. De Gemeenteraad bepaalde nl. het volgende:
„Een heffing van gemeentewege kan slechts dan als
belasting worden aangemerkt, wanneer zy wordt
gevorderd voor het gebruik eener inrichting, welke
alleen aan de regeering als publieke macht haar
aanzijn kan zijn verschuldigd." Welnu, zoo be-
toogen adressanten terecht, juist daarom is hier
wei degelijk sprake van belasting, want de gas-
pijpen kunnen niet worden gelegd dan met toe
stemming van het gemeentebestuur, wat zeker
een daad der regeering als publieke macht is.
Tijdens de behandeling van art. 238 der Gemeen
tewet in de Tweede Kamer gaf de minister van
binnenl. zaken een verklaring in denzelfden geest.
Hoe meer men het slot van het hoogst be
langrijke adres nadert, hoe overtuigender tevens
de argumenten worden. Zoo beroepen de onder-
teekenaars zich op het hooge gezag van den
ontwerper der gemeentewet zelf, die als minister,
op een vraag orn inlichting van een belanghebbend
gemeentebestuur, verklaarde dat bij het steeds
toenemend gebruik door particulieren van gas,
van gemeentewege geleverd, „dit niet anders kon
beschouwd worden dan als genot van een open
bare gemeenteïnrichting, zoodat de toepasselijkheid
der beide wetsartikelen (238 en 254 der Ge
meentewet) niet twijfelachtig scheen." Duidelijker
nog sprak de Mem. van Toel. ten opzichte van
art. 254 der Gemeentewet: „Alles wat meer ge
vorderd wordt dan tot vergoeding der kosten
noodig is, ontaardt in een willekeurige belasting
zonder beginsel of maatstaf."
Adressanten vergeten ook niet de aandacht te
vestigen op de wet van 7 Juli 1865, waarbij */s
gedeelte van de opbrengst der Rijksbelasting op
het personeel aan de gemeenten is afgestaan,
hoofdzakelijk om de afschaffing te verzekeren van
alle plaatselijke belastingen op voorwerpen van ver
bruik. Die opoffering nu zou geheel doelloos wor
den, indien het den gemeentebesturen vrijstond
b. v. voor het gebruik van gas een hooger prijs
te vorderen dan art. 254 der Gemeentewet ver
oorlooft. Met allen grond mag men dan ook be
weren, dat in den prijs, dien de verbruikers bij
ons ter stede voor het gas betalen, een vermomde
accijns is verborgen.
Ten slotte voeren de meergemelde adressanten
nog een motief aan, dat zij zeker met volkomen
recht „alles afdoende" kunnen noemen. Zij wijzen
nl. op twee Koninklijke besluiten, van 4 Sept.
1870 N°. 5 en 1 Juli 1871 N°. 17, waarbij
respectievelijk zijn goedgekeurd de verordeningen
tot heffing van rechten voor het genot van gas
uit de stadsfabriek der gemeente Utrecht, vast
gesteld den 4den Aug. 1870, en der gemeente
Arnhem, vastgesteld den 24sten Mei 1871. Ziedaar
dus feitelijk het beginsel uitgemaakt, dat de in
naam der gemeente te vorderen gelden voor het
gebruik of genot van door haar uit haar fabriek
te verstrekken gas voor plaatselijke belastingen
gehouden of daarmede, wat de toepassing van de
artikelen 232237 der Gemeentewet betreft,
gelijkgesteld moeten worden en dus vallen in de
termen van de artikelen 238 en 254 dier wet.
Daar nu de Gemeentewet een algemeene wet is,
geldig voor het geheele land, moet ook art. 238
óf in alle gemeenten, óf in geen enkele worden
toegepast. En wij voegen er bijde termen van
dat artikel, die tot dusver te Leiden nooit van
kracht werden geacht, zijn dus ook voor onze
gemeente geldig.
LEIDEN, 26 Wel.
Het admissie-examen aan de hoogeschool
alhier zal den 24sten en 25sten Juni plaats hebben.
Aanmelding vóór of op 14 Juni.
Er bestaat gelegenheid tot verzending der
correspondentie naar Ned.Indiê met het stoom
schip Friesland, van de Rotterdamsche Lloyd,
waarvan het vertrek uit Ylissingen op 29 dezer
is bepaald.
Ingevolge de bevelen des Konings zal het
Hof den lichten rouw aannemen voor den tijd
van acht dagen, met ingang van heden, wegens het
overlijden van Z. H. prins Frans Jozef van Nassau.
In de gisteren gehouden vergadering van
den Haagschen gemeenteraad zijn tot leeraren bij
het gymnasium benoemd de heeren: J. E. Gacon,
onderwijzer te Rotterdam, voor de Fransche laai
en letterkunde; Jhr. 13. L. Teding van Berkhout,
leeraar aan de hoogere burgerschool te Dordrecht,
voor de Eng. taal- en letterkunde; en P. A.
Schwippert, lijdelijk belast met het onderwijs in
de Hoogd. taal aan de hoogere burgerschool in
Den Haag, voor de Hoogd. taal- en letterkunde.
De ontwerp-verordening, regelende het beheer der
gemeente-gasfabrieken, werd aangenomen, na
eenige discussie over de redactie harer bepalingen.
Het tarief en de voorwaarden, daarna in beraad
slaging gekomen zijnde, werd op art, 1 voorge
steld: eenvoudig 13 cent per M3. Een ander lid
stelde voorprijsbepaling naar den kostenden pr'ys
voor levering aan de gemeente. YVeder een ander
wegens de ongemotiveerde derde verandering van
prijs sedert de eigen exploitatie, om, ten behoeve
der gemeente, den prijs ieder jaar voor die levering
te bepalen. Dit laatste denkbeeld vond vooral
ingang, omdat men nog in een tijdperk van
overgang ten deze verkeert, en met het oog op
de nog bestaande fabriek en die, welke daarbij
nog moet worden opgericht, voor alsnog niet met
juistheid eenige berekening is te maken. De wensch
om voor gemeente en particulieren een gelijken prijs
te bepalen vond meer tegenstand. Het laatstgemeld
amendement werd met groote meerderheid aange
nomen, waarop de verdere behandeling dezer zaak
werd verdaagd tot eene volgende vergadering.
De Kamer van koophandel en fabrieken in
Den Haag heeft een adres gericht aan de Eerste
Kamer waarin zij hare bezwaren mededeelt tegen
het wetsontwerp tot regeling van het toezicht by
het oprichten van inrichtingen, welke gevaar,
schade of hinder kunnen veroorzaken. Zy méént
dat voor de industrie ernstige bezwaren uit de
toepassing dier wet zullen ontspruiten, die de
industrie in hare ontwikkeling zullen belemmeren,
zoowel waar het geldt de toepassing van nieuwe
uitvindingen of nieuwe beginselen op dit gebied,
als de instandhouding en den strijd om het be
staan van reeds in werking gebrachte inrichtin
gen. Zij acht hare bezwaren van zóó overwegen
den aard, dat zij de Eerste Kamer verzoekt hare
goedkeuring aan dat wetsontwerp te onthouden.
Het bestuur der Haarlemsche werklieden-
vereeniging „Des Werkmans Vriend" heeft zich
met een adres tot den minister van financiën
gewend om de afschaffing te vragen van den accijns
op de zeep. O. a. wordt in het adres aangevoerd,
dat uit een in den coöperatieven winkel der ge
noemde vereeniging ingesteld nauwkeurig onder
zoek gebleken is, dat slechts een enkele der
huisvrouwen van de 265 leden der vereeniging
haar lijnwaad niet zelf te huis wascht, en door-
eengenomen elk arbeidersgezin daartoe per week
473/,o lood, dus per jaar 21.47 kilogram zeep,
waarvan /"2.147/l0 accijns betaald is, gebruikt.
De adressanten meenen dat het onbillijk is eene
belasting te handhaven, die bijna uitsluitend drukt op
de schouders van den ambachtsman en mingegoeden.
Het stoomschip Voorwaartsvan Batavia
naar Nieuwediep, is gisterochtend te Napels aan
gekomen en te halftwaalf weder vertrokkende
Torrington, van Java naar Rotterdam heeft 23
dezer Malta verlatende J. B. Waltervan Rot
terdam naar Batavia, is 24 dezer te Southampton
gearriveerd.
De heer H. Rahusen, lid der Eerste Kamer,
is te "Wiesbaden, waar hij tot herstel van gezond
heid vertoefde, overleden. Hij werd om zijne groote
handelskennis en zijne belangstelling in de publieke
zaak algemeen gewaardeerd.
Uit Alexandrië wordt gemeld dat door den
Khedive bij het in te stellen hof van appèl aldaar
tot procureur-generaal benoemd is Mr. De Vos,
laatst officier van justitie te Brugge, en dat de Neder-
landsche agent en consul-generaal de heer S. W.
Ruyssenaars 18 dezer via Marseille naar Europa,
is vertrokken. Het agentschap zal beheerd worden
door den kanselier, den heer Van Lennep.