LEIDSCH DAGBLAD. N°. 4673. A0. 1875. Zaterdag 8 Mei. EEN INTERNATIONAAL BELANG. 'r— I f I* PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1. Franco per postn 1-40. Aizonderlijke Nommers0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADYERTEJiTIEN Van 16 regelsf 1.05. Ieder® regel meer0.171. Grootere letters naar plaatsruimte. Het meer en meer zich uitbreidend internatio naal verkeer heeft niet alleen de behoefte doen ontstaan aan gemeenschappelijke bepalingen, waar door dat verkeer zelf wordt geregeld, maar tevens aanleiding gegeven dat bij verschillende volken de aandacht werd gevestigd op menige zaak waarvan gemeenschappelijke regeling hoogst wenschelijk was, zoowel voor elke natie in het bijzonder als voor alle gezamenlijk. Niet het minst valt die waarheid in het oog op het gebied der meer stoffelijke belangen, met name de productie van consumtiemiddelen. Door de verbeterde middelen van gemeenschap verkeert Europa thans in zoo gunstigen toestand, dat men zonder eenige overdrijving mag zeggen, dat moge er in een of ander land voor een oogenblik eenige schaarschte ontstaan, van hongersnood, waarvan o. a. Aziatisch Turkije in den laatsten tijd een treurig voorbeeld heeft opgeleverd, in ons werelddeel geen sprake meer kan zijn. De overvloed van een land met ruimen oogst wordt met verbazende snelheid overgebracht naar een andere streek, waar de opbrengst minder ruim is geweest, en zoo wordt hel evenwicht naar gelang der behoefte hersteld. Aan dat gelukkig verschijnsel het mag wel eens herinnerd worden te midden van zoo meni- gen soms ongegronden klaagtoon van ontevreden heid, dien men verneemt hebben wij het o. a. te danken, dat wij ons thans verheugen in een ongekend lagen graanprijs en het voorrecht van een goedkoop hoofdvoedsel, het brood. Toch meenen sommigen en nu komen wij terug op hetgeen wij begonnen te zeggen van internationale overeenkomsten dat de graan- productie nog aanmerkelijk zou kunnen worden verhoogd, en wel indien de belanghebbende vol ken zich wilden verstaan omtrent het nemen van de daartoe vereischte gemeenschappelijke maatre gelen. Onder onze landgenooten, die deze meening zijn toegedaan, behoort ook de heer H. M. La- bouchère, en menigeen zal geneigd zijn rnet hem in te stemmen, als hij beweert, dat de groote verwoestingen, door tal van insecten onder de pro ducten van land- en boschbouw aangericht, kon den voorkomen worden door de insecten-etende trekvogels te beschermen, in plaats van ze op allerlei wijze te vervolgen en te dooden. Daaronder wor den dan meer bepaald de vinken genoemd, waar van er alleen in ons land jaarlijks honderddui zenden worden gevangen. Aan de overzijde van het Kanaal bestaat reeds een wet, waarbij het klein gevogelte wordt be schermd, en indien nu, zoo redeneert de heer Labouchère, de overige betrokken landen een dergelijke wet bij internationale overeenkomst invoerden, zouden zij zich van de onwaardeer bare hulp der vroolijke, gevederde luchtbewoners verzekeren in het voeren van een afdoenden ver- delgingskrijg tegen het zoo schadelijke insectenheir. Vooral omdat het hier de bevordering der pro ductie van een volksvoedsel behoeft, is de voor gestelde maatregel van het hoogste belang te achten. Brood wordt door ieder gebruikt, door rijken en armen, en door de laatsten, voor wie vleesch een zelden verkrijgbare lekkernij is, wel het meest. Een vinkengerecht daarentegen verschijnt slechts op de tafel van den gastronoom. Het hoofd belang moet natuurlijk voorgaan, en als het dooden der vinken schadelijk is voor land- en boschbouw, zal men wèl doen ze in het leven te laten. Meer en meer begint men dan ook de aandacht op dat punt te vestigen, en nog kort geleden maakte het een onderwerp van bespreking uit op de vergadering der afdeeling Hoorn van de Hol- landsche Maatschappij van Landbouw. Toch zal men ook in deze voorzichtig te werk moeten gaan. Niemand zal het nut der kleiner vogelsoorten als insecteneters willen ontkennen, doch een andere vraag is 't of zij, onder be scherming eener internationale wet zich ongestoord voortplantende, niet weldra evenveel, ja nog grooter verwoestingen zouden aanrichten dan de insecten, ter wier verdelging men hen in het leven liet. Juist de cijfers, door den heer Labouchère ver meld, zouden aanleiding geven tot die onderstelling. Indien het toch waar is dat verleden jaar op één vinkenbaan nabij de residentie niet minder dan 11000 vinken werden geslagen, zal men zich eenig denkbeeld kunnen maken van de verbazend groote vermenigvuldiging, die alle kleine vogel soorten binnen korten tijd zullen ondergaan, als het dooden daarvan strafbaar wordt gesteld bij een internationale wet. Dan zou het nut van het klein gevogelte misschien spoedig wat al te groot blijken te zijn, zoodat zij onze landbouwproducten ons zouden helpen verbruiken, in plaats van ze te beschermen. Mocht dan de uitroeiing van het klein gevogelte ook uit het oogpunt van humaniteit en schoon heidsgevoel zijn af te keuren, misschien zou men zijns ondanks weldra genoopt zijn er weer de toevlucht toe te nemen. In alle geval zou een proefneming gedurende een beperkt tijdsverloop aanbevelenswaardig zijn, zoo de belanghebbende landen het daarover eens konden worden. LEIDEN, 7 Mei. Omtrent het a. s. studentenfeest verneemt men dat na de muziekuitvoering, op 10 en 11 Juni in de Hooglandsche Kerk, op Maandag 14 Juni de plechtige ontvangst der reünisten zal plaats hebben aan het spoorwegstation, om van daar in optocht naar de Stadsgehoorzaal te trekken, waar de praeses van het studentencorps, de heer Kappeyne van de Coppello, de heeren zal toespre ken. Vóór de aankomst der reünisten wordt in het feestgebouw op de Ruïne het vaandel, door de Leidsche Jufferschap vervaardigd, aan den Senaat van het corps der studenten overhandigd. Met dat vaandel worden dan de oud-studenten afgehaald. De reünisten komen dienzelfden dag met de stu denten bijeen op de Ruïne, om de toespraak te hooren van den hoogleeraar Beets. Op 15 Juni (Dinsdag) is de maskerade. De feesten zullen dan stellig nog verscheiden dagen durenhet juiste programma is echter nog niet definitief vastgesteld. Het aantal oud-studenten die zich bij de Reünie commissie hebben aangemeld, bedraagt nu reeds 700. Wij vernemen dat de nationale zwemwed strijd, dien men zich voorstelde in Juni a. s. op Rhynzigt te houden, door te weinig deelneming geen doorgang zal hebben. Wjj betreuren het, daar het een goed nummer voor het programma der Junifeesten zou geweest zijn. Door den commissaris des konings in Noord- Holland zijn ter afneming van de eindexamens der hoogere burgerscholen in die provincie be noemd tot lid en voorzitter Dr. D. Van Lankeren Matthes, directeur der h. b. s. te Amsterdam; tot ledenN. W. Posthumus, C. E. Poser en J. E. Blin, leeraren aan die inrichting; Dr. E. Van der Ven, directeur, en Mr. F. A. De Graaf en Dr. J. H. Gallée, leeraren aan de h. b. s. te Haar lem; Dr. J. D. Boeke, directeur, en J. G. Sennett, leeraar aan de h. b. s. te Alkmaar, en Dr. H. W. Waalew'yn, leeraren aan de h. b. s. te Leiden. De uitvoering van het oratorium „Paulus", die gisteravond in Den Haag plaats had, was druk bezocht en heeft in alle opzichten bijzonder voldaan. Zij werd door H. M. de koningin, prins Alexander, prins Frederik en prinses zu Wied bijgewoond. De solisten kweten zich uitstekend van hunne taak en den heer Nicolaï komt alle lof toe voor de wijze waarop hij de uitvoering leidde, waarvoor na het einde der eerste afdeeling hem de koningin hare tevredenheid betuigde. De Vereeniging tot bescherming van dieren in Den Haag hield gisteravond eene algemeene vergadering van leden en niet-leden, welke ge presideerd werd door den heer H. D. Potter, die omtrent den stand der Vereeniging verwees naar het in druk rondgedeeld verslag. De aftredende be stuursleden de heeren H. D. Potter, Mr. S. J. Lastdrager, K. T. baron Van Lijnden en W. G. Piepers werden door de vergadering bij acclamatie herkozen. Voor twee vacatures, ontstaan door het overlijden van Dr. Verwey en het aftreden van den heer M. H. Ph. Van den Bergh van Eysinga, moest alzoo eene verkiezing plaats hebben, doch op voorstel van den voorzitter werd besloten slechts eene vacature aan te vullen en eene open te houden, daar hij 't besluit had genomen het voorzitterschap neder te leggen. Hij achtte het in 't algemeen belang der zaak hoogst wenschelijk dat jeug diger krachten dan de zijne zich zouden wijden aan de beschermingszaak. Tot nogtoe was het den voorzitter niet gelukt iemand te vinden die zich met de gestelde eischen zou willen bezwaren, doch die was onmisbaar om de Veree niging te doen worden wat zij behoort te wezen. De ondervoorzitter Mr. G. Delprat gaf de verga dering in overweging, den heer Potter onder hare eereleden op te nemen, waartoe mei toejuichin gen werd besloten. De eene vacature werd met meerderheid van stemmen als bestuurslid aange vuld met den heer Jhr. F. De Casembroot. De rekening van den penningmeester werd goedge keurd en sloot met een batig slot van /"31.79'/a. Veel belangstelling ondervond de lezing, door Ds. R. Koopmans van Boekeren gehouden. Aan het hoofd zijner rede had hij geplaatst „tegenstand door misverstand". Den tegenstand, dien de dieren bescherming ondervond, schreef hij aan misverstand toe en was van oordeel, dat de fatsoenlijke mensch per se dierenbeschermer is. Hg besprak de eigen lijke tegenstanders en verdeelde die in drie soor ten. Hij had de overtuiging dat zij geen kwaad, doch integendeel veel goed aan de zaak bewezen en maakt op de Vereeniging van toepassing den regel: „het is goed voor een man dat hij het juk in zijne jeugd draagt." Onder luide toejui chingen werd den redenaar voor zijne toespraak dank gebracht. Aan een zeer groot aantal politie beambten werden vervolgens voor gedane bekeu ringen belooningen uitgereikt, onder aansporing om voort te gaan, daar waar 't noodig is, tegen dierenmishandeling proces-verbaal op te maken. Ook een kleinen jongen, die zich het lot eener kat, welke in doodsgevaar verkeerde, had aange trokken, werd eene belooning verstrekt. De Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben in verhouding tot de bevolking dier pro vincie, volgens de laatst gehouden tienjarige volks telling, het getal der hoogst aangeslagenen in 's Rijks directe belastingen voor het jaar 1875 bepaald op 229. De lijst daarvan is ingevolge art» 77 der wet van 4 Juli 1850 geplaatst in de Nederl. Staatscourant en in Het Vaderlands

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 1