LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 4665.
A0. 1875.
Woensdag
28 April.
STADS -BERICHTEN.
HEILZAME VOORZORG.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maandenf 1.
Franco per postn L40.
Afzonderlijke Noramers0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 16 regelsf 1.06.
Iedere regel meern 0.174.
Groolerc letters naar plaatsruimte.
Vergadering Tan den Gemeenteraad van Leiden,
op Donderdag 29 April, des namiddags te drie uren.
Onderwerpen
1°. Vaststelling van het kohier der plaatselijke directe
belasting, voor 1875, en behandeling van de daar
tegen ingediende bezwaarschriften. (85).
2®. Voordracht betrekkelijk de deelneming in de geld-
leening ten behoeve van den aanleg van een kanaal
naar Katwijk aan Zee. (45, 55, 65, Hand. bl. 11
n\ 2).
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN
brengen bij deze ter algemeene kennis dat, wegens nood
zakelijke herstellingen aan de LEIDERDORPSCHE
BRUG, de passage over die brug voor rijtuigen, paarden
en vee, van Donderdag den 29sten April e. k., gedurende
zes weken GESLOTEN zal zijn.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 26 April 1875.
Geen land wellicht in Europa, dat zoo rijk is
aan liefdadigheidsinstellingen als het onze, maar
geen land tevens ook, waar de hulpbehoevende
er zoo ongaarne gebruik van maakt. Indien er
een statistiek bestond van de mindergegoeden,
die aan een gebrekkige, ja dikwijls geheel onvol
doende verpleging te huis de voorkeur geven boven
de zorgvuldige en doelmatige behandeling, die hun
in een gemeentelijke ziekeninrichting zou wachten,
al dragen deze, als om het verblijf aldaar eenigs-
zins aanlokkelijker voor te stellen, den minder
hard klinkenden, maar tamelijk onjuiste» naam
van gasthuis, die statistiek zou een verbazend
hoog cijfer aangeven.
Toch heeft dat verschijnsel ook zijn goede zijde.
Het getuigt van een sterk ontwikkeld eergevoel,
dat den lijder noopt zich liever eenige ontberingen
te getroosten, dan zich gerangschikt te zien onder
hen, die in dagen van ziekte de toevlucht nemen
tot een algemeene inrichting. Dat prijzenswaardig
eergevoel komt niet alleen uit een zedelijk, maar
ook uit een stoffelijk oogpunt der maatschappij ten
goede; want het levert een waarborg op tegen
het misbruik, dat in een tegenovergesteld geval
van dergelijke instellingen zou worden gemaakt ook
door hen die er geen bepaalde behoefte aan hebben.
Een blik in menige huishouding zou er den onin
gewijde van kunnen overtuigen, wat al opoffe
ringen men zich menigmaal getroost om te voor
komen, dat een zieke bloedverwant naar het
gasthuis wordt overgebracht. En moge dat niet
altijd in het lichamelijk voordeel van den lijder
zijn, dit is zeker, dat de liefde, die alleen huis-
genooten een kranke kunnen bewijzen, veel
vergoeding schenkt voor hetgeen overigens te kort
schiet.
Indien dus de maatschappij geen nadeel ondervindt
van die verpleging in den schoot van het gezin,
zal men wèl doen, haar zooveel mogelijk in de
hand te werken, althans niet tegen te gaan.
Geheel anders echter wordt het met die zaak,
wanneer zij verstoring der orde of gevaar voor
de maatschappij teweeg brengt, en wel in dubbele
mate, zoo het een kwaal van langen duur geldt,
die bovendien in vele gevallen ongeneeslijk is.
Dan is het tijd dat de openbare macht tusschen-
beide treedt om de noodige maatregelen te nemen
tot handhaving van die orde, tot voorkoming van
dat gevaar.
Dat wij hier vooral het oog hebben op die
ongelukkigen, die aan verstandsverbijstering lijden,
ligt voor de hand, vooral na het treurige voorbeeld,
dat ook onze stad kort geleden daarvan opleverde.
De zaak zelve, wij stemmen het toe, had niet
zoo bijzonder veel te beteekenen, en wellicht heeft
zij zelfs een glimlach op de lippen gelokt bij
enkelen, die voor een oogenblik vergaten, dat
men aan iemand in zoo deerniswaardigen toestand
medelijden verschuldigd is. Gesteld echter dat de
vrouw, die eens anders woning binnendrong, in
plaats van er zich een boterham toe te eigenen,
zich had meestergemaakt van het daarnaast lig
gende mes en daarmee de aanwezigen of wel
zichzelve had aangevallen Er zou een afgrijselijk
tooneel zijn gevolgd, waarover men ach en wee
had geroepen, tevens echter vergetende, dat het
had kunnen en moeten worden voorkomen.
De mogelijkheid van het ontsnappen der onge
lukkige bewijst, dat zij niet aan voldoende be
waking was toevertrouwd, en van dat oogenblik
af wordt een persoon, die geen besef meer heeft
van de drijfveeren of gevolgen van eigen daden,
gevaarlijk voor de maatschappij.
Is het ter voorkoming van misbruik hoogst
wenschelijk dat niemand in een krankzinnigen
gesticht worde geplaatst, tenzij overtuigend is ge
bleken dat zijn toestand het nemen van zulk een
maatregel billijkt, niet minder noodzakelijk mag
het geacht worden dat elk, die aan verstandsver
bijstering lijdt, door opneming in een gesticht
voor anderen en ook voor zichzelf onschadelijk
worde gemaakt.
Ook in het belang van den lijder zelf dient dal
te geschieden. Want ook bij de meergegoeden,
wien het niet ontbreekt aan de middelen om in
een nauwkeurige bewaking te voorzien, faalt het
toch altijd aan de noodige kennis om tegenover
den patiënt die dikwijls schijnbaar kleingeestige
oplettendheden en zorgen in acht te nemen, die
juist zoo oneindig veel tot een mogelijke genezing
kunnen toebrengen, en waarvan alleen zij, die aan
het hoofd van krankzinnigengestichten staan, in
verband met het karakter van den lijder en de
oorzaak zijner kwaal, in staat zijn het geheim te
doorgronden.
Maar het afwenden van gevaar voor de maat
schappij moet hier altijd hoofdmotief zijn. De ge
vallen van moord of zelfmoord, door krankzinnigen
gepleegd, mogen gelukkig zeldzaam zijn, zij bestaan
niettemin, getuige de afgrijselijke wijze, waarop
voor geruimen tijd een vrouw uit den beschaafden
stand haar kinderen het leven benam. Zulke gru
welen moeten zooveel mogelijk worden voorkomen,
wat alleen kan geschieden door plaatsing van den
lijder in een krankzinnigengesticht. En dat hel in
ons land aan goede inrichtingen van dergelijken
aard niet ontbreekt, zal zeker ieder met ons in
stemmen.
LEIDEN, 27 April.
Heden had de alg. vergadering van aandeel
houders in de Leidsche Bouwvereeniging plaats.
Uit het verslag bleek dat de vennootschap thans
bezit 18 arbeiderswoningen en vier burgerwoon
huizen. De arbeiderswoningen zijn alle verhuurd.
Van de burgerwoonhuizen is er een verhuurd.
Wanneer ook de drie overigen zullen verhuurd
zijn, zal, naar het bleek, ook na aftrek van alle
onkosten voldoende winst overblijven om een
bevredigend dividend aan heeren aandeelhouders
uit te keeren. Tot lid van het bestuur werd de
heer C. J. Leembruggen, die dit jaar aftreden
moest, herkozen.
De 2de luitenant K. G. Van der Mandele,
j van het 2de reg. inf. alhier, wordt den 30sten
dezer gedetacheerd in Den Haag, tot bijwoning
van den schietcursus bij de norraaalschietschool
aldaar.
Morgen zal bij gebr. Otte, scheepsbouw
meesters te Krimpen a. d. IJsel, de kiel gelegd
worden voor een ijzeren schroefstoomboot, genaamd
Stad Leiden, bestemd om te varen van Leiden
op 's-Hertogenbosch en tusschenliggende plaatsen,
voor rekening van den heer P. J. Planjer.
Het Ned. stoomschip Voorwaarts, kapt.
Graadt Van Roggen, is 24 dezer van Batavia
naar Nederland vertrokken, via Napels.
Gisteren werden in Den Haag voor de akte
in de Fransche taal 7 candidaten geëxamineerd;
2 werden afgewezen en 5 toegelaten, mej.E. H.
Bulkley, J. M. Bouman, Z. A. Gentil, J. M. Giese
en E. A. Schill, allen uit Den Haag.
Voor de gisteren door B. en Ws. in Den Haag
ten raadhuize gehouden aanbesteding tot het maken
der fundeeringen voor twee gashouders waren
twaalf biljetten van inschrijving ingekomen, waarvan
het minste was dat van den heer M. L. Van
Wijngaarden te Dordrecht, voor f 33,950.
Door Z. M. den Koning is tot pension-
naire voor de viool benoemd de heer Léon Cats
te Rotterdam.
De gemeenteraad van Breda heeft besloten
tot het toekennen eener massief gouden medaille,
benevens 500, voor den aldaar van October tot
Maart te houden internationalen tooneelwedstrijd.
De kerkeraad der Remonstrantsche gemeente
te Amsterdam heeft bepaald, dat aan het beroepen
van een tweeden predikant in de plaats van Ds.
H. Heemskerk, alle leden der gemeente, de zusters
zoowel als de broeders, zullen kunnen deelnemen.
Door den minister van oorlog is thans defi
nitief besloten, om burgerlijke personen aan te
stellen als opzichters bij de werken van de genie.
Vanwege den waterstaat heeft een onderzoek
plaats gehad naar eene afdoende verbetering der
haven te Breskens. Naar men verneemt staat dat
onderzoek in verband vooreerst met de haven
werken van Vlissingen en ten andere met de
in het wetsvoorstel-Kappeyne opgenomen directe
verbinding met Belgié.
Het examen voor surnumerair bij de exploi
tatiemaatschappij is, volgens de Midd. Ct., met
goed gevolg afgelegd door de heeren Weemhof,
Beekman, Luneman, De Vije, Van Benteim, An-
driessen en Buys.
W. A. Alofsen is gesteld ter beschikking
van den gouv.-gen. van Ned.-Indië, om te worden
benoemd tot 3den stuurman bij de gouv.-marine
daar te lande.
Volgens telegram van den Nederlandschen
consul te Stockholm is gisterochtend de eerste
stoomboot in de haven aldaar aangekomen, en is
de scheepvaart thans voor stoom- zoowel als voor
zeilschepen geopend.
In de zitting der Prov. Staten van Zuid-
Holland is heden, na langdurige discussiën over
de quaestie betreflende den Oudelandschen Zeedijk,
met 44 tegen 24 stemmen verworpen punt 1 der
conclusie van de Commissie, om uitdrukkelijk te
verklaren: dat het koninklijk besluit van 17 Dec.
1819, houdende overdracht van waterstaatswerken
aan de verschillende provinciën op zich zelf vol
komen grondwettig, ook nog na de invoering der
provinciale wet zijne bindende kracht behouden
heeft. Daarop heeft de Commissie punt 2 en 4
harer conclusie ingetrokken, maar punt 3 gehand
haafd tot verlenging van de noodkade achter den
dijk, onder bijvoeging: nadat eene billijke verhoo
ging der jaarlijksche bijdrage van de belanghebbende