LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 4662.
A0. 187S.
Zaterdag
24 April.
BLOEMEN EN NOG IETS
PRIJS DEZES COÜRANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
Franco per poslL40.
Afionderlyke Nommers.-0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Van 16 regelsf 1.06.
Iedere regel racer0.174.
Grootere letters naar plaatsruimte.
Ook dit jaar zal hier ter stede weder een
tentoonstelling van door den werkman gekweekte j
bloemen en planten worden gehouden, een tentoon-
stelling wy hopen 't van harte op zoo
min mogelyk bekrompen voet, zoodat zy, die zich
de moeite geven haar te organiseeren, niet nog
bovendien genoopt zullen zyn zich minder aange
name inspanning en opoffering te getroosten om
in een tekort te voorzien. De verhoogde belang
stelling der meergegoede ingezetenen zal niet alleen
een bewijs van hulde zijn voor de verdienstelijke
cnannen, die ook thans weder in deze het initiatief
namen, maar ook getuigen van het besef, dat de
bloemenexpositie om eens een zeer alledaagsche
spreek wyze te bezigen in een werkelijk bestaande
behoefte voorziet of althans daaraan eenigszins
tegemoet komt.
„Eigen haard" 't klinkt zoo gezellig in de
ooren van hem, die een goed huis bewoont, maar
waar die haard, in plaats van den rook op te
trekken, hern ten gevolge van een of ander locaal
gebrek door de woning laat dwarrelen, verliest
hij veel van zyn aantrekkelijkheid.
„De grond waar onze wieg eens stond," die
woorden, zoo bij uitnemendheid nationaal, ze oefe
nen een opwekkenden invloed uit op haar, die,
in een luchtig slaapvertrek by de kleine beweeg
bare sponde van haar kind gezeten, den slaap van
haar kind bespiedt, waarvan de versterkende uit
werking nog wordt verhoogd door de zuivere en
ffrissche omgeving; doch anders wordt het, als
de grond, waarop het wiegje met zijn kostbaren
schat geplaatst is, uit kille steenen of wat al te
antieke planken bestaat, wier hoofddoel niet zoo
zeer is een begaanbaren vloer op te leveren als
wel den walgelijken inhoud, die er zich onder
bevindt, aan het oog te onttrekken.
Of wij overdrijven'? Het onlangs door den ge
meente-architect aan den Raad ingediende rapport
betreffende de verbetering der rioleering levert
tal van bewyzen dat, moge het er op onze straten
en in onze grachten treurig onder den grond uit
zien, ook in tal van huizen en woningen, vooral
in de wijken der mindergegoeden, de gesteldheid
van den bodem veel te wenschen overlaat. Menig
maal toch gebeurde het dat, ofschoon de riolen
vóór de woningen in goeden staat waren gebracht,
de afvloeiing der faecaliën niet geregeld kon plaats
hebben, omdat de spruiten binnen die woningen
verstopt waren.
Hoe 't in vele van die kleinere huizen met ver
lichting en ventilatie, met vensters en deuren
gesteld is, die vraag kan zeker in vele gevallen
slechts ongurislig worden beantwoord.
Het is waar, onze stad kan, wat de bouworde
betreft, de vergelijking met andere, grootere steden
veilig doorstaan; zij is op ruime schaal aangelegd
en haar oppervlakte in verhouding tot de bevolking
zelfs groot te noemenhet voordeel daarvan valt
zelfs in de achterbuurten in het oog. Toch is er
menige woning aan te wijzen, die in de verste
verte niet voldoet aan de eischen der hygiëne en
veel te weinig ruimte bevat voor het aantal personen,
dat er een onderkomen vindt.
In zulke verblijven kleurrijke bloemen te doen
ontluiken en groenende en geurende planten te
laten opschieten het is een schoone taak,
waarvoor aan ontwerpers en medewerkers alle lof
toekomt.
Toch mag men vragen zou de heilzame invloed
van het kweeken dier bloemen niet nog veel groo-
ter zijn, indien tevens vele woningen, waar zij
een plaatsje vonden, meer beantwoordden aan de
eischen van frischheid en gezelligheid?
En die vraag treedt in onze dagen meer en
meer op den voorgrond. Te Amsterdam en
o. a. ook in de residentie worden helzy
van gemeentewege, hetzij door vereenigingen j
maatregelen genomen om in het gebrek aan doel
matige woningen voor arbeidersgezinnen te voorzien.
Ook van regeeringswege heeft men het oog op
dat belang gevestigd, en er bestaat alle kans dat
door verlenging van den termijn van vrijdom van
grondbelasting voor nieuwgebouwde eigendommen
beneden zekere huurwaarde of wel meer bepaald
voor den werkman de stichling van arbeiders
woningen in hooge mate zal worden bevorderd.
Bij zooveel verschijnselen, die op hetzelfde ge
wichtige punt heenwijzen, verdient het ernstige
overweging of er ook in onze stad op dat gebied
niets valt te doen.
Vooral in een fabriekstad met een klasse van
inwoners, wier inkomsten nog heel wat minder
bedragen dan die van een bekwaam handwerksman,
zy die quaestie in dubbele mate de aandacht van
alle belangstellenden aanbevolen. Een onderzoek
naar den toestand, waarin vele der door ons be
doelde woningen verkeeren, zou althans verre van
overbodig zyn.
Ook hier geldt het een algemeen belang. Immers
wat baat het, of wy zeiven al de noodige maat
regelen nemen ter bevordering van een goeden
gezondheidstoestand in onze eigen huizen, zoo
elders besmettelijke ziekten heerschen, die het gevolg
zyn van den slechten toestand der woningen,
waarin zij ontstaan en voortwoekeren
Bloemen zijn een schoon sieraad in de woning
van den werkman en den arbeider, maar vooral
wanneer die woning voldoet aan de eischen der
hygiëne, want dan bloeit er nog een andere, veel
kostbaarder bloem, die der gezondheid, die de
zintuigen van den bewoner eerst recht vatbaar
maakt om de kleuren en geuren van de kinderen
den natuur te genieten.
LEIDEN, 23 April.
Voor de correspondentie, te verzenden per
stoomschip Celebesdat 25 dezer naar Batavia
vertrekt, is de laatste lichting aan het postkan
toor alhier bepaald voor brieven op den 24sten
des middernachts; drukwerken en monsters be-
hooren te 6 uren 's avonds te zijn bezorgd.
In de gisteravond gehouden vergadering van
van het departement Leiden der Maatschappij tot
Nut van 't Algemeen werd het voorstel tot ver
hooging van de jaarlijksche subsidie der Bewaar
school uit de departements-kas met algemeene
stemmen aangenomen. Tot lid der Commissie voor
de leesbibliotheek werd benoemd de heer D. De
Graaft. De heer D. F. Van Heyst kreeg daarna
gelegenheid tot het houden van zyne toegezegde
bijdrage. Deze bestond uit de voordracht van twee
tooneelen uit het blijspel „l* Argent" van Casimir
Bonjour en van twee losse gedichtjes, getiteld
„Op het Slagveld" en „het Zoutvat". Met een
woord van dank aan den spreker, voor het ge
noegen door hem aan zijne hoorders verschaft,
sloot de voorzitter de vergadering.
Heden is aan de hoogeschool alhier bevorderd
tot doctor in de rechten de heer A. Beaujon, geb.
in Den Haag, met stellingen.
Z. M. heeft met ingang van 1 Mei a. s.
benoemd tot secretaris van de commissie van ad
ministratie over de gevangenissen alhier Mr. F.
Was, advocaat en plaatsvervangend kantonrechter.
In het verslag over het Rijksmuseum van
Oudheden en het Rijks- Elhnographisch museum
alhier over 't jaar 1874, waarvan de Staatscou
rant het begin bevat, wordt o. a. melding ge
maakt van twee groote, uit Egypte afkomstige
en op het paleis te Soestdijk bewaarde beeldèn,
waarvan onder toezicht van den conservator Dr. W.
Pleyte met toestemming van Z. K. H. prins Hendrik
voor het museum afgietsels in gips vervaardigd wer
den. Van het eene, in rood graniet, Ontbreekt
het hoofd en het benedengedeelte van het lichaam
van het andere, in grijs graniet, ontbreekt het
hoofd, doch is het benedenlichaam tot 'aan^de
voeten bewaard gebleven. Beide zijn zeer belang
rijke en zeldzame geschiedkundige gedenkstukken,
daar de hiëroglyphische opschriften in Hen de
beroemde Koningin Ra-ma-ka of Ma-ka-ra, de
echtgenoot van Toethmosis II, leeren kennen, die
in het 17de vorstenhuis, eerst alleen, naderhand
te zamen met haar broeder Toethmosis III, den
eersten koning van het 18de vorstenhuis, over
Egypte den schepter gevoerd heeft.
In de mededeeling omtrent het Internatio
naal Congres voor de Éthnographie der oorsprön-
kelijke volkèren van Amerika is eene vergissing
te herstellen. Het congres zal van 1922 Juli
(niet Juni) gehouden worden, en men zal zich
tot en met 1 Juli (niet Juni) kunnen richten aan
den gedelegeerde voor Nederland, Dr. C. Leemans
alhier.
Bij den gemeenteraad te Rotterdam is een
voorstel ingekomen van Burg. en Weth. tot het
verleenen van eëtie voörlööpige concessie aan 'dén
heer G. Maréchal, architect te Brussel, voor een
plan, strekkende tot verfraaiing van het centrale
gedeelte der stad, welk plan hij met uitzon
dering van eenige werken van ondergeschikt be
lang, die voor rekening der gemeente zouden
kpmen, ;door eene op te richten maatschappij
meent te kunnen uitvoeren. In dat plan wordt
voorgesteld om in de dicht bebouwde wyk, gelegen
benoorden de Wijnhaven, tusschen den staatsspoor
weg, de Grootekerk en de Keizerstraat, met be
houd van de pleinen en de publieke gehouwen,
een net van ruime straten aan te leggen, waartoe
enkele bestaande als de Keizerstraat verbreed,
maar voor het meerendeel geheel' nieuwe door de
thans bebouwde gedeelten getraceerd en de verder
bestaande nauwe stralen en stegen opgeruimd
zouden moeten wordenvoorts, om een gedeelte
van die nieuwe straten tot overdekte galeryen te
maken en dan langs die straten, pleinen en gale
rijen gebouwen te zetten met fapades, zooals thans
in de beste wijken der grootere buitenlandsche
steden worden gevonden.
Het stoomschip Egeron, van Nieuwediép
naar Batavia, is 21 dezer te Gibraltar aangeko
men en heeft den volgenden ochtend de rei?
voortgezet; de W. A. Scholten is den 21 sten
dezer te New-York aangekomen.
Voor de akte in de Engelsche taal waren,
gisteren in Den Haag opgekomen 10 candidaten;
8 werden afgewezen en 2 toegelaten, mej. J. T.
Kramers uit Veur en H. C. Veen uit Delft.
Het wetsontwerp tol nadere lijdelijke voor
ziening omtrent het Nederlandsch muntwezen gaat
uit van de overweging, dat wederopening der Munt
voor zilveraanmunting door particulieren niet in
aanmerking kan komen, omdat vrije aanmunting
in dat metaal tegenwoordig 7 percent kan ople-
- veren. Ook van staatswege zal die aanmunting;
I