LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 4653.
A°. 1875.
Woensdag
14 April.
PRIJS DEZER COURANT
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
Franco per postn 1*40.
Afzonderlijke Nommersn 0.02.
Deze Courant wordt dagelijksmet uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADYERTENTIENï
Van 16 regelsf 1.05.
Iedere regel meer0.174.
Grootere letters naar plaatsruimte.
STADS-BERICHTEN.
Kohier der plaatselijke directe belasting, 1875.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gezien art. 264 der wet van den 29sten Juni 1851
(Staatsblad N°. 85)
Doen te weten, dat het Kohier der plaatselijke directe
belasting over 1875 op heden voorloopig is vastgesteld,
en van den 6den tot en met den 20sten April aanstaande,
ter Secretarie dezer gemeente (financieele afdeeling), van
10 tot 4 uren, voor een ieder ter lezing is nedergelegd.
En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant
afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 5 April 1875.
JACHT cn VI§8CHERIJ.
De BURGEMEESTER van LEIDEN brengt ter kennis
van hen, die zich voor het aanstaande seizoen 1875/6 in
het bezit wenschen te zien van JACHT- of VISCHAKTEN,
of wel van eene kostelooze vergunning tol uitoefening der
visscherij, dat de blanco verzoekschriften ter bekoming
daarvan gratis verkrijgbaar zijn ter Gemeente-Secretarie,
alwaar zij, behoorlijk ingevuld en onderteekend, vóór den
\hden April dezes jaars moeten terugbezorgd zijn, ten einde
alsdan aan den Commissaris des Konings in deze Provincie
te worden ingezonden.
Tevens wordt ter kennis van belanghebbenden gebracht,
dat blanco verzoekschriften tot het bekomen van buiten
gewone machtiging tot het verdrijven van schadelijk gevogelte
met pistoolschoten, het schieten van konijnen en ander schade
lijk gedierte en het visschen als het xoater met ijs bedekt is,
van heden af, rnede gratis ter Gemeente-Secretarie ter
invulling verkrijgbaar zijn gesteld.
De Burgemeester voornoemd,
v. d. BRANDELER.
Leidén. 24 Maart 1875.
LEIDEN, 13 April.
Bij de heden gehouden verkiezing voor een
lid van den gemeenteraad ter vervanging van den
heer H. N. Veefkind zijn ingeleverd 638 stem
biljetten. Het aantal stemgerechtigden bedraagt
1610.
By de heden gehouden aanbesteding van
het eenjarig onderhoud der kazernegebouwen alhier
zijn drie biljetten van inschrijving ingekomen, als
van: J. v. d. Kamp voor de som van /6993,
P. Van Rooijen te Waddinxveen 6830, P. Ver-
bruggen te idem f 6587voor het veven L. Van der
Drift voor 939, W. Van Dam 995. De be
grooting was voor het onderhoud f 6000 en voor
het verven f 800.
Bij de heden gehouden aanbesteding voor
de levering van nog eenige artikelen voor de
directiën der marine was de firma Hartrop alhier
minste inschrijver voorvlagdoek f 4783,83, haar
doek tot buskruitkleeden f 1400, saai f 381.50.
Gisteren is aan het station van den Holl.
spoorweg te Amsterdam aanbesteed het bouwen
van een nieuw station te Halfweg. Minste inschrijver
was de lieer J. v. d. Kamp alhier, voor 22.290.
Naar men verneemt zal met de Prinses
Amalia, welke in de volgende maand naar Java
vertrekt, de heer Maarschalk, chef der spoorweg
opneming, zijne reis naar Indië aanvaarden, ver
gezeld o. a. van den heer Meindert, als chef der
opname in de Preanger, van den heer Dirks,
sectie-ingenieur van den spoorweg Malang-Soera-
baja, en van eenige adjunct-ingenieurs.
Voor de akte in de landbouwkunde werden
gisteren in Den Haag geëxamineerd 6 candidaten,
waarvan 3 werden afgewezen en 3 toegelaten, de
heeren A. Van der Koeff en Th. J. Mirande uit
Den Haag en P. Van West uit 's-Gravesande.
Voor de Hoogduitsche taal werden mede 6 can
didaten geëxamineerd, 4 werden afgewezen en 2
toegelaten, de heeren W. B. Reeser en H. Spöndli
uit Den Haag. Voor de wiskunde hadden zich 7
candidaten aangemeld; daarvan slaagden er 3, de
heeren D. Beens, J. J. Herman en J. Klooster
man uit Den Haag; 1 candidaat trok zich terug,
3 werden afgewezen.
De heer H. J. Schimmel, te Amsterdam,
is benoemd tot ridder van den Gouden Leeuw
van Nassau, 4de klasse.
Door den Koning-groothertog is benoemd
tot officier der orde van de Eikenkroon Mr. J.
De Neufville, secretaris der gemeente Amsterdam.
In de buitengewone vergadering der Prov.
Staten van Zuid-Holland zijn heden tot. leden der
commissie tot onderzoek in zake den toestand
van den Oudelandschen zeedijk benoemd de
heeren P. L. F. Blussé, Poortman, Van Tienhoven,
A. Van Weel, Patijn, Buys, Vlielander Hein en
Goekoop, terwijl als lid van Ged. Staten daaraan
is toegevoegd de heer Steengracht van Duyven-
voorde. De vergadering is verdaagd tot 27 dezer.
Ten gevolge van vertoogen, door verscheidene
regeeringen in Europa bij de Amerikaansche in
gebracht, over de onzekerheid of niet bij eene
financieele mislukking der internationale tentoon
stelling te Philadelphia de goederen der tentoon-
stellers gevaar zouden loopen in beslag genomen
te worden tot dekking der schulden der Centennial
commissie, heeft deze commissie in de New-York
Times van 17 Maart jl. eene verklaring gegeven,
die alle vrees daarvoor volkomen wegneemt; het
Nederlandsch gezantschap te Washington heeft
daarvan aan de Nederlandsche regeering kennis
gegeven.
Aan de hoogeschool te Groningen is tot
doctor in de rechten bevorderd de heer H. J.
Van Leeuwen, geboren te Utrecht.
De minister van oorlog heeft de kapiteins
J. J. Logger en G. L. Sterk van het 4de reg.
inf. benoemd tot kapt. 1ste kl.
Gemengd Nieuws.
Gistermiddag bracht vrouw Z. alhier,
die aan vlagen van krankzinnigheid lijdt, de be
woners van de Leeuwensteeg op de Haarlemmer
straat in grooten angst. Zij kwam toch dat steegje
inloopen, blootshoofds en rnet hangende haren,
stapte de woning binnen van zekeren S. en ging
naar het woonvertrek, waar zij zich op het bed
nederlegde en onder de dekens kroop. Na veel
moeite mocht het de vrouw des huizes gelukken,
de ongenoode gast uit het bed te krijgen, die
daarna een op de tafel liggende boterham opat en
de achterdeur uitgaande, zich op het privaat op
sloot. Een politie-agent wist haar na lang praten
van daar te verwijderen en bracht haar onder
toeloop van eene groote volksmenigte naar hare
woning op de Haarlemmerstraat.
De milicien plaatsvervanger P. J. J. W.
van het 4de reg. inf. is op machtiging van den
minister van oorlog als een onverbeterlijke dronk
aard met een briefje van ontslag uit de gelederen
weggezonden.
De arrond.-rechtbank in Den Haag
gaf gisteren zijn vonnis in de zaak van den Delft-
schen arbeider, die den 4den Maart in de zitting
van de rechtbank den rijksveldwachter Goudriaan
als een leugenaar en valschen eeddoener qualifi-
ceerde. Ten deze heeft de rechtbank den officier
j van justitie in zijn strafvervolging niet-ontvankelijk
verklaard. Voorts stond o. a. terecht de colporteur
B., die 16 en 17 Maart jl. in Den Haag zich
bezighield met debiteeren van boekjes. Hij deed
zich daarbij voor als lasthebber van bekende boek
handelaren en vorderde, met opgave dat was in-
geteekend by verschillende ingezetenen 50, of 60
centen per exemplaar, hetgeen bij eenigen gelukte.
Gisteren bleek dat de colporteur lasthebber was
van den boekhandelaar Kooykeruit Leiden en hem
was opgedragen de boekjes te Amsterdam a 50 cent
te verkoopen. Niettegenstaande dien last begaf hij
zich naar Den Haag en handelde daar zooals is
medegedeeld. Met het oog op het geringe toege
brachte nadeel en de preventieve gevangenisstraf,
die bekl. reeds van 17 Maart 11. ondergaat, eischte
de subst.-oföcier Mr. Roest schuldigverklaring aan
bedrieglijke oplichting en veroordeeling tot 20
dagen gevangenisstraf. Bekl. bekende tegen den
last van den heer Kooyker te hebben gehandeld,
maar deed het voorkomen, dat hij in Den Haag
altijd aan de getuigen had gezegd: „indien er
niet is ingeteekend by den boekhandelaar" enz.
Aanstaanden Maandag uitspraak.
In de vorige week werd door de
arrond.-rechtbank te Amsterdam vonnis gewezen
in een zaak, die vooral om de curieuse feiten
de aandacht verdient. Een weduwe daar ter
stede had, als voogdes van haar minderjarigen
zoon P. A. G., met den diamantkloover M. een
overeenkomst aangegaan, waarbij de laatste zich
verbond dien zoon binnen twee jaren het diarnant-
klooven te leereri, tegen betaling eener som van
f 800, waarvan 300 bij het aangaan van het
contract, 250 op 1 Nov. 1874 en f 250 bij het
eindigen van den leertijd moest worden voldaan.
De jongen zou zich eiken werkdag op de werk
plaats moeten bevinden en de voorschriften van
den leermeester nakomen. Volgens de weduwe heeft
de leermeester zelf de nakoming van dat con
tract onmogelijk gemaakt wegens de plagerijen,
mishandelingen en onwelvoegelyke handelingen,
waaraan de jongen op die werkplaats is bloot
gesteld. Deze bestonden volgens haar o. a hierin,
dat de meester zoowel als de knechts op diens
aanhitsing den jongen herhaaldelijk zoo hard
mogelijk in het oor schreeuwden, hem met heete
cement in het aangezicht wierpen, een zwaren
steen op de voeten hebben laten vallen, in een
kring van brandende voorloop plaatsten, kortom
hem ten speelbal bij hunne wanordelijkheden ge
bruikten. Op grond dier wanpraestatie stelde de
weduwe een eisch in tot ontbinding der overeen
komst met schadevergoeding, in deze de terug
gave der reeds betaalde /"300. De gedaagde gaf
de beweerde feilen niet toe, en ontkende in elk
geval dat zij zouden opleveren een wanpraestatie,
daar het bekend is dat dergelijke grappen, waar
voor gedaagde als meester niet verantwoordelijk,
is, in het diamantvak jegens jonge leerlingen ge
bruikelijk zijn en den leerl;ng niet verhinderen
zich in het klooven te bekwamen. De subst.-officier
van justitie Mr. H. I. Kist concludeerde, dat de
eischeres zou worden toegelaten tot het leveren
van het aangeboden bewijs der feiten, welke, als
ze bewezen werden, wel degelijk een wanpraestatie
zouden opleveren en de vordering voor toewijzing
vatbaar maken. Het geldt hier toch een overeen
komst, waarbij een soort van persoonlijken band
wordt gevestigd tusschen een minderjarige en
den meester, onder wiens toezicht hij wordt ge
plaatst. Als nu by zulk een overeenkomst de
meester, hetzij in persoon hetzij door middel
van zijn knechts, legen dien minderjarige feiten
pleegt of laat plegen als de bovenbedoelde, dan