Said aangekomen, en heeft Zaterdag de reis
■voortgezet.
Door de commissie te Vorden, die zich be
last heeft om op het graf van den onlangs over
leden W. De Jong een gedenksteen te plaatsen,
is besloten daaraan gevolg te geven. De steen
zal bestaan uit een eenvoudige zerk met het op
schrift: „W. de Jong, boerenarbeider, dichter en
schrijver", benevens den datum zijner geboorte
en dien van zijn overlijden. De te Vorden opge
richte vereeniging Willem de Jong" stelt zich
ten doel om na de ontzegeling der nalatenschap
van De Jong de uitgave van zijn nagelaten "wer
ken te bevorderen.
Z. M. heeft benoemd tot ridder grootkruis
van den Ned. Leeuw Z. K. H. prins zu W.edop
verzoek op meest eervolle wijze onder dankbe-
tuigin voor de bewezen diensten ontslagen
den luit.-generaal Whitton, commandant van het
Indisch leger en in zijn plaats benoemd den gene-
raal-majoor De Neve van het Indisch leger.
In de vergadering van het departement Rotter
dam der Maatschappij ter bevordering van nijverheid
is door de commissie van beoordeeling over de inzen
dingen op de uitgeschreven prijsvraag tot het ver
krijgen van de doelmatigst vertrouwbare petroleum
lamp rapport uitgebracht. Bij het onderzoek was
gebleken, dat geen der ingezonden lampen aan al
de gestelde voorwaarden voldeed. Zij stelde voor,
met het oog op het groote belang der zaak, en
omdat verscheiden lampen het beoogde doel nabij
komen, de prijsvraag opnieuw uit te schrijven. Dit
voorstel is door de vergadering aangenomen, en
tevens besloten om ieder der inzenders een af
druk van het rapport uit te reiken, en dit tevens
voor belangstellenden gratis verkrijgbaar te stellen.
De nieuwe termijn van inzending is bepaald op
1 Augustus a. s.
Het Staatsblad n". 4:2 bevat een kon.
besluit van den 5den April jl., regelende de in
stelling van leerling-consuls en de vereischten om
tot die betrekking te worden benoemd.
Z. M. heeft W. H. G. Van Santen, thans
rijksontvanger te Knijpe, in dezelfde qualiteit be
noemd te Ommen.
De minister van binnenlandsche zaken brengt
ter kennis dat den 25sten Mei e. k. in het gebouw
der polytechnische school te Delft een vergelijkend
examen zal worden afgenomen van hen, die voor
de betrekking van adjunct-ijker der maten, ge
wichten en weegwerktuigen in aanmerking wen-
schen te komen. Aan die betrekking is verbonden
eene jaarwedde van 1000. Wie aan dit examen
wenscht deel te nemen, moet zich vóór '15 Mei
1875 schriftelijk bij het departement van binnen
landsche zaken aanmelden.
Gemengd Nieuws.
Gisteravond is in Den Haag in het
gebouw van kunsten en wetenschappen een 79-
jarig heer bij de benedenkofüekamer van het trapje
gevallen, waardoor hij tegen de steenen terecht
kwam en aan zijn voorhoofd een belangrijke wond
bekwam. Na door den chirurgijn Schoevers na hech
ting der wonde verbonden te zijn, is hij vei'der
per rijtuig huiswaarts vervoerd.
De heer F. W. C. Blom in Den Haag,
lid der Tweede Kamer voor Rotterdam, die voor
eenigen tijd met zijne echtgenoote naar het buiten
land is vertrokken, heeft aan de Fransche grenzen
bij het overstappen in een spoortrein een vrij ern-
stigen val gedaan, welke hem een enkelbreuk heeft
veroorzaakt, welk ongeval het doorreizen onmoge
lijk maakte. Naar men verneemt is thans de toe
stand van den patient niet ongunstig.
Gisternacht heeft een inbraak met
poging lot diefstal plaats gehad in den winkel van
den kleedermaker S. in het Gortstraalje in Den
Haag. De dader, zekere d. V., heeft de ruit inge
duwd en zou een lap stof hebben medegenomen
zoo niet de nachtpolitie hem de vlucht deed nemen.
Hij werd door de nachtwakers achterhaald, gevat
en naar het politiebureel overgebracht, waar het
bleek dat men werkelijk den verdachte had gear
resteerd, vermits de bloedsporen, door het indu
wen der ruit veroorzaakt, nog aan zijne handen
kleefden.
De uitgevers van het Nl euws v. d. Dag
hebben honderd gulden geschonken aan het per
soneel der brandweer voor de bew czen diensten,
bjj den brand van hun gebouw op de Pijpenmarkt.
Men meldt uit Schiedam van 11 dezer:
Er heeft zich binnen deze stad een hond vertoond,
verdacht van hondsdolheid. Een meisje werd door
hem in den arm gebeten. Terstond heeft het
dagelijksch bestuur de vereischte maatregelen ge
nomen ter voorkoming van verdere ongelukken.
De hond is gelukkig afgemaakt.
Vrijdag stond voor het prov. gerechts-
hof te Middelburg terecht W. H. Achilles, oud
31 jaren, vroeger conducteur bij de staatsspoor
wegen, thans sigarenmaker, beschuldigd van het
gebruikmaken van een onderhandsch geschrift,
met eene valsche naamteekening onderteekend.
De besch. ontkende pertinent en op zeer vrijmoe-
digen toon en toen de voorzitter hem de bezwaren
legen de geloofwaardigheid zijner beweringen onder
het oog bracht, gaf hij ten antwoord „Als gij
zegt dat ik onwaarheid spreek, waarom vraagt ge
mij dan? Laat mij dan rnaar zitten!" De advo
caat-generaal achtte het feit overtuigend bewezen
en requireerde eene tuchthuisstraf van 510
jaren, alsmede eene geldboete van f 50. De ver
dediger, Mr. A. J. Van Deinse, toonde aan, dat
het wettig bewijs niet geleverd is en concludeerde
tot vrijspraak. Het Hof heeft den besch. veroor
deeld tot eene correctioneele gevangenisstraf van
zes maanden, in eenzame opsluiting te ondergaan,
en in eene geldboete van f 50. De veroordeelde
gaf daarop onmiddellijk te kennen, dat hij van dit
arrest in hooger beroep zou komen.
KOLONIËN.
BATAVIA, 4 Maart.
L)e heer Cd. Busken Huet zal nog in den loop
van dit jaar repatrieeren.
Het verbannings-besluit van den heer
Winckel is bij resolutie van 24 Februari jl. op
geheven.
De heer L. De Scheemaker, vroeger adsi-
stent-resident van Boeleleng, is ter beschikking
van generaal Pel gesteld voor onderhandelingen
met de inlandsche vorsten en hoofden in Atjin,
bij voorkeur op de Oost- en Noordkust, en de
luitenant-kolonel De Coenens tot bivouak-com-
mandant van Kotta-Radja benoemd.
Uit de notulen der Bestuurs-vergaderingen
van het Bataviaasch Genootschap van kunsten
en wetenschappen blijkt dat de 1ste gouverne-
ments-secretaris in 's Genootschaps Museum ter
bewaring had aangeboden een bij de bemachtiging
van den kraton van Atjin gevonden brief, gedag-
teekend 2 Januari 1843, van Louis Philippe van
Frankrijk aan den toenmaligen sultan van Atjin.
Dit stuk is een groot vel papier, op de vouwen
bijna geheel doorgesleten, en bemorst met eene
zeer groote olievlak. Binnen een bijzonder fraaien,
in goud en blauw gedrukten rand staat in schoon
schrift het volgende: „Louis Philippe, empereur
des Franfais h l'illustre et magnifique seigneur
le Sultan de Achem, salut." De brief, ondertee
kend door Lodewijk Filips en zijn minister Guizot,
strekt tot antwoord op een vriendschappelijken
brief van den sultan. Lodewijk Filips verklaart
dat de bevelhebbers der „Keizerlijke" marine, die
de Atjineesche havens hebben bezocht, roemen op
de goede ontvangst, die aldaar steeds aan de
handeldrijvende Franschen ten deel viel. Hij hoopt
dat zij ook verder op des sultans bescherming en
welwillendheid zullen mogen rekenen en belooft
wederkeerig het zijne te zullen doen om de
vriendschappelijke betrekkingen te bevorderen.
Dour den gouverneur-generaal van Ned.-Indid zijn de volgende
beschikkingen genomen:
Civiel Departement. Ontslagen: Op verzoek, eervol, wegeDs
kiekte, de boekh. op het bureel van den eerstaanw. ingen. van
den waterstaat in de res. Soerabaja J. F. Mulder. Verleend:
Een tweej verlof naar Nederland, wegens ziekte: aan den hoofd-
in8pect. voor de suiker- en rijstcultuur enz. J. P. Zoeteliefaan
den off. van jast. bij den raad van just, te Amboina, Mr. C.
Vinja; aan den ass.-res. van Ledok E. Kalfsterman en aan den
ingen. lste kl. bij den waterstaat C. E. S. Verschueren. Inge
trokken: Op verzoek, het aan den ambtenaar A. Esink, wegens
ziekte, verleend tweej. verlof naar Nederland. Benoemd: tot
leeraar in de wis- en nataurk. bij het gymnasium Willem III
te Batavia, H. J. C. Bonemeijer; tot cipier hij de boeien van
den raad van justitie te Batavia A. L. Th. Van Sorgcn; bij
den waterstaat en 's lands burg openb. werken, tot ing. lste
kl. F. J. Th- N. Beukman van der Wijcktot opz. 3de kl.
A. Esink, C. J- Schotel Jr., P. Borland, J. L. P. Lapra, K. J.
Prakken, J. Wh!helmn6, J. Pasman, J. B. Lond, A. J. Beau-
doux, P. Elenbaas, J- E. Scheffer, A. A. Lammers en G. D. Van
der Swaagh; bij den post- en telegraafdienst, tot comm. IstekL
J. II. Bnyten; tot ex.""11111- yde ^1. Th. R. Landouw; tot tele
grafist 2de kl. B. H. Bo>mm,-'ziin J tot holponderw. aan de openb.
lag. school te Grissee H. T. Te Brayn, aan de openb. 4de hg.
school te Soerabaya, N. Rijnbende, aan de openb. lag. school
te BaDjoeraa9 C. G. Wemmerslager, aan de openb. lste lag.
school B te SamaraDg R. Brons Middel, tot 8den hulponderw.
aan de openb. lag. school te Buitenzorg A. Van Moerkerken,
tot 4den hulponderw. aan de openb. 2de lag. school te Padang
D. A. Detmar; bij de algern. rekenk. tot eersten comm. J. Mar
tens, tot 2den comm. A. De Bruinbij het binnenl. best. op
Java en Madura tot contr. lste kl. R. W. H. Pitlo, tot contr.
2de kl. M. H. Van Hunsel, tot adsp.-contr. J. P. O. Zwager;
bij het dep. van binnenl. be9t., tot ref., A. Mijer; tot hoofd-
comm. Jhr. J. Th. Hora Siccama.
Departement der Marine. Benoemd: Tot adj.-bouwkundige
voor den dienst der bebakening en kustverlichting in Ned.-Indiè
H. J. Van der Linden.
BUITENLAND.
Frankrij li.
De Messager de Paris gelooft dat de taal
der Pruisische pers bestemd is om in het belang
van speculaliën te dienen. De hooge koersen te
Parijs hadden op de zekerheid der Berlijnsche
markt ongunstig gewerkt. Om de catastrophe
voor te komen, die de Pruisische pers op de Pa-
rijsehe markt tracht te voorschijn te roepen,
meldt hetzelfde blad, dat het syndicaat der wis
selagenten gemachtigd is de geruchten van een
leen ing tegen te spreken.
Duitschland.
Bij de Pruisische Kamer van afgevaardigden
is een wetsontwerp ingekomen, houdende intrek
king van de volgende paragraphen dei Consti
tutie: 15, handelende over het zelfstandig beheer
der kerkgenootschappen in inwendige aangelegen
heden; 16, hel ongehinderd verkeer tusschen de
kerkelijke genootschappen en hunne hoofden toe
latende, en '18, de afschaffing bepalende van het
recht van benoeming en van bekrachtiging, dat
den Staat vroeger toekwam ten aanzien van het
bezetten van kerkelijke ambten. Volgens het inge
diende wetsontwerp moet de inwendige rechtstoe
stand der Evangelische en der Katholieke kerk
evenzeer als van alle andere kerkelijke genoot
schappen naar de wetten van den Staat worden
geregeld.
De Eerste Kamer in het groothertogdom
Hessen-Darmstadt heeft de kerkelijk-politieke wet
ten, met de wijzigingen, door de Tweede Kamer
er in gemaakt, aangenomen.
Op het administratiebureel der Frankf.
Ztg. heeft de politie al de boeken en papieren,
loopende van 1 Januari 187-4 tot op dit oogen-
blik, in beslag genomen en naar het politiebu
reel overgebracht. De reden schijnt niet bekend
te zyn. De directie heeft geprotesteerd, doch zon
der gevolg.
De Nordd. schrijft naar aanleiding van een
artikel in de Post, dat de maatregelen, in Frank
rijk genomen tot reorganisatie der armée, een
verontrustend karakter hebben, en toont aan, dat
die maatregelen niet aangelegd zijn op eene solide
herstelling van de Fransche legerkracht, maar
dat daarmede veeleer toerustingen ad hoc met
consequentie worden doorgedreven, waarvan het
doel geenszins verborgen blijft. Daarentegen gaan
de beschouwingen van de Post over Oostenrijk
en Italië niet van den waren staat van zaken
uit. In beide landen is de invloed der ultramon-
tanen niet sterk genoeg om aan de verstandhouding
van Oostenrijk en Italië met Duitschland afbreuk
te doen en de vriendschappelijke verhouding te
storen.
Groot-Britannië.
Lords Derby en Northcote hebben eene groote
deputatie van importeurs en raflinadeurs van
suiker ten gehoore ontvangen. De deputatie gaf
het verlangen te kennen, dat de regeering op
nieuw met Frankrijk, België en Nederland in
onderhandeling zou treden over de quucstie der
premie bij den uitvoer van suiker, en dat zij
represailles zou nemen, indien de bedoelde staten
de onderhandeling van de hand wezen. Lord
Derby antwoordde, dat de regeering tot geen
represailles de toevlucht kan nemen; maar hij
hoopte dat die staten weldra zouden inzien, dat
het stelsel, om ééne klasse van industrieelen te
bevoordeelen ten koste van alle andere burgers,
verkeerd is. Lord Northcote heeft in denzelfden
geest geantwoord.
De tekst der interpellatie, welke heden door
den heer Lewis in liet lagerhuis tot de regeering
gericht zou worden, is als volgt: De heer Lewis
vraagt of het waar is dat eene dreigende dépêche
door Duitschland aan België gericht is, welke be
trekking heeft op de persvrijheid in België en