Maandag-namiddag had op de "Westerbe
graafplaats te Amsterdam een eenvoudige, doch
indrukwekkende plechtigheid plaats. Het gold
namelijk de inwijding van een op het graf van
den ontslapen predikant Dr. L. S. P. Meyboom
opgericht monument, bekostigd uit de bijdragen
van 's mans vele vereerders uit alle kringen en
bestaande uit een rechtopgaande naald van blau
wen steen, gekroond door een wit marmeren urn.
In een uitgehouwen immortellenkrans staat de
naam van den overledene gebeiteld, terwijl zich
aan den eenen zijkant een opengeslagen Bijbel be
vindt, waarop vermeld staan de tekst der intree
rede en die zijner laatste prediking. Aan den
voet leest men de woordenEen godsdienstig
volk eert zijne profeten. Niettegenstaande het
minder gunstige weder, waren duizenden be
langstellenden op het kerkhof tegenwoordig. De
heer Schultz, president der Commissie voor
het monument, sprak een warm woord van hulde
aan den ontslapene, wiens verlies nog steeds
diep gevoeld wordt. Hij bracht dank aan allen,
die tot de stichting hadden bijgedrageu, en ook
aan de heeren Guillot en Smit, ontwerpers en
vervaardigers van het gedenkteeken, hetwelk hij
alsnu aan de familie overdroeg. Vervolgens hief
een zangkoor een toepasselijk lied aan, waarna
Mr. J. W. Tydeman, behuwdbroeder des ontsla
penen, het woord nam, om namens de familie het
gedenkteeken te aanvaarden.
De afdeeling Amsterdam van de Neder-
landsche Vereeniging voor Volksonderwijs heeft
besloten aan de bespreking van de verhouding,
in welke het bijzonder tot het openbaar onderwijs
behoort te staan, een openbare vergadering te
wijden op a. s. Zaterdag, des avonds te 8 uren,
in het lokaal „De Keizerskroon". Zoowel voor
als tegenstanders onzer schoolwet zijn tot bijwoning
uitgenoodigd.
Gisteren werd in het Odeon te Amsterdam
de jaarlijksche algemeene vergadering van aandeel
houders in de Hollandsche IJzeren-Spoorweg-maat-
schappij gehouden. De balans over 1874 werd goed
gekeurd en daarbij het dividend vastgesteld op ƒ65.90
(ruim 6'/a pCt.), waarvan in October 1874 reeds
is uitbetaald 20 en alzoo nog door de aandeel
houders te ontvangen 45.90. Met algemeene
stemmen werd besloten tot den aanleg van een
zijtak van den Oosterspoorweg naar het koninklijke
paleis het Loo bij Apeldoorn, ten einde het meest
doeltreffende gerief aan Z. M. den Koning te ver
zekeren bij het gebruiken van de spoorgemeenscbap.
Eerste Kamer. In de zitting van
heden is het ontwerp tot nadere wijziging der
wetten op de militaire pensioenen bij de zeemacht
dadelijk in behandeling genomen en na eene korte
discussie met algemeene stemmen aangenomen.
Bij herstemming zijn in den gemeenteraad
in Den Haag gekozen als lid tot Sept. a. s. de
heer W. Huygens en als lid aftredende in 1877
Dr. J. Th. Mouton.
In de heden gehouden zitting van het prov.
gerechtshof is o. a. beëedigd de heer Mr. W. C.
D. Olivier als rechter in de arrond.-rechtbank te
Leiden.
Z. M. heeft Jhr. E. J. Van Holthe, ontv.
der dir. bel. en acc. te 's-Gravesande, benoemd
tot ontv. der djr. bel. enz. te Harderwijk; aan J.
Kuipers, ingen. verif. van het kadaster te 's-Her-
togenbosch, vergund het aannemen en dragen
der onderscheidingsteekenen van ridder 4de kl.
der orde van de Kroon; benoemd tot directeur
van het postk. te "Wageningen W. J. Snellen,
dir. van het postk. te Hellevoefsluisna afgelegd
examen benoemd tot cornnhes der posterijen 4de
kl. de surnumerairs F. Von Huben, P. C. N.
Eichholtz, F. Simminghe," N. J. Van Aken en
E. W, Hildebrandt.
De minister van financiën maakt bekend
dat bij hem ontvangen is e&n bankbiljet groot
ƒ1000, door een onbekende, onder het postmerk
Den Haag, van 28 dezer, ten behoeve van 's Rijks
schatkist ingezonden.
Z. M. heeft den lsten luit.-adj. D. N. Dietz,
van het 4de reg. inf., op nonact. gestekt voor den
tijd van twee jaren en zonder bezwaar de^ schat
kist, en aan genoemden officier vergund zic^ ê'e"
durende zijn nonact. in Ned.-Indië op te houde.*15
aan J. C. Smits, kunstschilder in Den Haag,
."vergunning verleend tot het aannemen en dragen
der versierselen van ridder 1ste klasse der orde
van Frederik van Wurtemberg, hem door Z. M.
den koning van Wurtemberg geschonken; aan
Dr. J. G. Mezger, te Amsterdam, vergunning
verleend tot het aannemen en dragen van het
eerekruis 2de kl., hem door den regeerenden
vorst van Reuss, Hendrik XIV, geschonkenaan
L. W. Van Os, op zijn verzoek, eervol ontslag
verleend als 1ste luit. bij het corps, gevormd uit
de scherpschuttersvereeniging „Frederiksoord en
omstreken"; den heer Dr. B. Garsten, adj.-inspec
teur over het geneesk. staatstoezicht in de prov.
Z.-Holland en oud-officier van gezondh. der 1ste
kl. bij de Nederl. marine, benoemd tot secretaris
van het hoofdcomité der Nederlandsche veree
niging tot het verleenen van hulp aan zieke
en gewonde krijgslieden in tijd van oorlog
verleend de volgende pensioenen, als aan O. Grim-
rnius, commies 2de kl. by 's Rijks bel., 153;
P. J. Linssen, brievengaarder, 9W. M. D.
Drees, wed. van D. Hartman, in leven commies
lste kl. bij 's Rijks bel., ƒ258; V. O. J. Garcette,
wed. van F. W. Dumoulin, in leven visiteur bij
's Rijks bel., 660; H. Bruins, zich schrijvende
H. Bruins Jr., ontv. van 's Rijks bel., 1790 's jaars;
den 2den luitenant C. Van Dura, van het 3de
reg. inf., op nonactiviteit gesteld, in afwachting
dat omtrent hem nader zal worden beschikt.
Gemengd Nieuws.
Uit zeer vele plaatsen verneemt men
berichten omtrent hondsdolheid. Zoo is te Warmond
een vreemde hond, die alle kenteekenen droeg
van door de ziekte te zijn aangetast, afgemaakt
nadat hij eenige andere honden en schapen had
gebeten. Door de burgemeesters worden de noo-
dige bevelen gegeven.
Maandag in den vroegen morgen is
te Delft aan de Hypolitusbuurt in ver gevorderden
staat van ontbinding uit de gracht opgehaald het
lijk der sedert vier weken vermiste 24 a 25-jarige
dienstbode Antje B.
Zaterdag-namiddag te 4 uren ge
raakte de Friesche tjalk de Vrouw Jansje, schip
per A. Agema, geladen met turf en bestemd naar
Amsterdam, komende van de Lemmer, ten westen
van het eiland Urk op het droge. Een zestal
Urker schuiten met verscheidene bootjes snelden
onmiddellijk te hulp. Na ongeveer 60,000 turven
over boord te hebben geworpen, mocht het hun
na veel moeite gelukken, het vaartuig den vol
genden morgen tegen 4 uren weder vlot te
krijgen.
Zekere L. Z. begaf zich Maandag uit
Barendrecht met een met twee paarden bespannen
wagen op wegkort daarop raakten de paarden
aan het hollen en viel L. Z. van zijn zitplaats
onder het voertuig. De ongelukkige werd zwaar
verminkt en was bijna oogenblikkelijk een lijk.
De werken der Amsterdamsche Ka
naal-Maatschappij werden in Februari voortgezet
met 660 tot 775 arbeiders, 22 paarden, 3 loco
motieven en 98 wagens, 3 stellen tijdelyke pomp-
werktuigen, 9 stoombaggervaartuigen, 72 grond-
schouwen, 1 sleepstoomboot, 9 loopkranen, 5 ge
wone stoomkranen, 2 groot e draaikranen op de
hoofden, 3 locomobilen, 430 vormen voor beton
blokken en een vast stoomwerktuig. Bovendien
6 afzonderlijke ploegen, te zamen 45 werklieden,
by nacht op de stoombaggervaartuigen.
Vr ij dag-avond zijn te Go r cum twee
jongens, oud 9 en 10 jaren, aan het vechten ge
raakt en gingen daarbij zoo verwoed te werk,
dat een hunner met een gebroken been op de
straat bleef liggen, vermoedelijk ten gevolge van
een schop met de klomp. In plaats dat de om
standers de jongens tijdig gescheiden hadden,
spoorden zij heu eerder tot volhouden aan.
In den nacht van Zondag op Maandag
brak in de buurtschap Ooi, gemeente Zevenaar, in
de hofstede bewoond door den landbouwer P.,
een hevige brand uit. De geheele inboedel bene
vens twee varkens is een prooi der vlammen
geworden; slechts een koe is gered. Men zegt
dat alles voor brandschade verzekerd is.
Maandag vierde de .oudste inwoner
van Groningen, Abraham Levi.e Van Leer, zijn
honderdsten verjaardag. De oude k^an is doodarm
en heeft nooit anders dan gebrek gekek*^ maar was
daarbij steeds tevreden. Van onderscheidene kanten
werd hij thans bedacht.
Donderdag stond voor het Hof van.
Assises te Parijs terecht een Fransch echtpaar,
beschuldigd een negentienjarig meisje van Den
Haag eerst aldaar tot ongebondenheid verleid en
later aan het toezicht harer oude moeder ont
trokken en naar Parijs medegevoerd te hebben»
De man werd tot vijf, de vrouw tot zeven jaren
tuchthuisstraf veroordeeld.
Een ontzettend drama viel dezer dagen
voor te Penge, een klein dorp in de onmiddellijke
nabijheid van Londen. Sedert ongeveer acht maan
den woonde daar een familie, bestaande uit man,
vrouw en vijf kinderen, drie jongens en twee
meisjes, waarvan het oudste, een jongen, veertien
jaar telde, en het jongste, een meisje, nog pas
zeven jaar oud was. Frederik Hunt, het hoofd
van het gezin, vervulde de betrekking van boek
houder bij de Londensche firma Morley en Gray,
waar hij een salaris van 250 p. st. genoot. Hier
mede niet tevreden, vroeg hij om een vermeerde
ring van 50 p. st.; stond men hem die niet toe,
dan zou hij vertrekken. Zijn chefs meenden zijn
verzoek van de hand te moeten wijzen, waarop
Hunt, nu een paar weken geleden, zijn ontslag
nam. Of hij in een onbezonnen oogenblik het
besluit narn en daar niet meer op wilde terug
komen, dan wel of hij gerekend had terstond
een andere betrekking te kiijgen, men weet
het niet, maar wel, dat hij weldra berouw
kreeg over den gedanen stap en zich de toekomst
van zijn gezin zeer donker voor oogen stelde.
Twijfel en wanhoop schijnen hem vervolgens zinne
loos gemaakt te hebben. Dat blijkt all hans uit
het vreeselijk einde dat zijn strijd nam. Op een
morgen zag de dienstbode, toen zij voorbij de
slaapkamer van mevrouw Hunt kwam, een papier
aan den deurknop hangen. Buiten op het papier,
dat verzegeld was, was geschreven: „Treed niet
de kamer binnen, maar breng dit bij mijnheer
Guest." De heer Guest was een buurman en met
de familie Hunt bekend. De meid haaslte zich
gevolg te geven aan deze opdracht, welke leidde
tot een onmiddellijk bezoek aan de kamer van
mevrouw Hunt. Een allerakeligst schouwspel leverde
die op. Mevrouw Hunt hing half uit het bed,
bijna met de knieën den vloer rakende, in een
der gordijnen gedraaid; zij had een afgrijselijke
wond aan den hals: het hoofd was nagenoeg van
het lichaam gescheiden. Naast haar lag, op het
bed, de kleine Annie, hun jongste,., eveneens
vermoord. In een andere kamer, waar de drie
jongens sliepen, droegen twee er van alle blijken,
dat zij vergeven waren. Een geneesheer, die
dadelijk ontboden was, constateerde, dat laudanum
het vergift geweest washij wendde braakmiddelen
aan en mocht het geluk smaken beiden te redden.
Men behoefde niet lang te raden, wie de dader
van al die moorden was. Toen de politie kwam,
was Frederik Hunt verdwenen. Eerst had hij
zich willen vergeven met hetzelfde vergift, waar
mede hij zijn drie jongens wilde ombrengen
de oudste had het niet willen innemen maar
toen de dood niet spoedig genoeg volgde, was hij
gaan vluchten. Intusschen nog altijd bezield met
het voornemen ook zich zeiven van kant te ma
ken, legde hij zich op de rails van den spoorweg
naar Douvres, maar bedroog zich in het spoor,
dat de trein volgde: deze passeerde zonder hem
te deren. Spoedig daarop werd hij gearresteerd.
Hunt is niet groot, en heeft een intelligent uit
zicht. Hij scheen diep terneergeslagen en de
grootheid van zyn misdrijf volkomen te beseffen.
Hij verklaarde krankzinnig te zyn geweest, toen
hij de afschuwelijke misdaden pleegde, wat
trouwens wel niet anders te denken is. Uit de
verklaringen der meid en der gouvernante bleek
nog, dat de beschuldigde des morgens ook het
jonge meisje wilde halen, dat in dezelfde kamer
met haar sliep, maar dat de gouvernante het
verhinderd had, omdat mijnheer er zoo vreemd
uitzag. Hij had dus zich met zijn geheele gezin
ten offer willen brengen. Dat de ongelukkige
meer medelijden dan verontwaardiging verdient,
staat bij de meesten vast.
BUITENLAND.
Frankrij k.
De Echo Universele het orgaan van het vrij
zinnige gedeelte van het rechtercentrum, en inzon-