LEIDSCH DAGBLAD. N°. 4635. Maandag A0. 1875. 22 Maart. STADS-BERICHTEN. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1. Franco per postn 1A0. Afzonderlijke Nonimcrs0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 rogelsf 1.05. Iedere regel meern 0.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN brengen bij deze ter kennis van de kiesgerechtigden, dat ingevolge art. 8 der wet van 29 Juni 1851 Staatsblad n°. 85) de verkiezing ter vervulling van de in den Gemeen teraad openvallende plaats ten-gevolge van het genomen ontslag door den heer H. N. Yeefkind, die in 1879 moest aftreden, zal plaats hebben op Dinsdag den 13den April aanstaande. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 20 Maart 1875. LEIDEN, 20 Haart. Heden is aan de hoogeschool alhier bevorderd tol doctor in de rechten de heer G. H. Beelaerts van Blokland, na openbare verdediging van een acad. proefschrift, getiteld Internationale arbitrage. In de heden alhier gehouden algemeene ver gadering der vennootschap Leidsche Broodfabriek bracht de voorzitter verslag uit over den gang der zaken gedurende het jaar 1874, waaruit bleek dat het debiet met ruim 100.700 kilogr. brood was vooruitgegaan en geklommen tot het cijfer van 1.770.632 kilogr. In het hoofdartikel der N. R. Ct. van heden wordt over de plannen voor de nieuwe Leidsche Academie, zooals die door den heer Met- zelaar ontworpen en door den minister van binnenl. zaken vastgesteld zijn, o. a. gezegd„De groote Ruïne, waarop hel gebouw zal komen te staan, vormt een uitgestrekt langwerpig vierkant plein, metende in de lengte 224 meter en in de breedte 120 meter. Langs de noordzijde van dit plein, daar waar het door een breede gracht, het Rapen burg, begrensd wordt, zal zich volgens het denk beeld van den ontwerper het Academiegebouw verheffen, terwijl daarachter de Musea gebouwd zullen worden. In het voorbijgaan zij opgemerkt, dat Musea hier schijnt opgevat te moeten worden in den zin van „het Museum voor Natuurlijke Historie." Wel is waar zou men uit de discussiën der Tweede Kamer kunnen afleiden dat de Leidsche Musea in het algemeen bedoeld werden, toen eene som van f 300,000 als eerste termijn vaneen uitgave van 1 millioen werd toegestaan, en dal derhalve ook het Museum van Oudheden, en dat van Ethno- graphie een nieuw gebouw zouden bekomendoch het op 8 Februari tentoongestelde grondplan denkt •blijkhaar slechts aan een enkel Museum, en een in „Het Vaderland" van 9 Februari verschenen beschrijving der plannen, blijkbaar door den ont werper geïnspireerd, spreekt ook slechts van het Museum van Natuurlijke Historie. Wat er van de andere moet komen, blijkt rnet. De Acade mie bestaat uit een middelgebouw, twee zijvleugels en twee uitspringende hoekgebouwen, welke geza menlijk een lengte van 146 meter beslaan, terwijl de breedte der vleugelgebouwen slechts 14 meter be draagt. Deze wanverhouding tusschen lengte en diepte, welke tot elkaar slaan als 10.4 tot 1, is het gevolg van den wensch des ontwerpers, om de langste zijde der Ruïne, welke hy voor het Academiegebouw bestemde, enkel en alleen door dat gebouw te doen innemen. Om dit resultaat eenigszins te kunnen verkrijgen, heeft hij het gebouw buitensporig uitgerekt en al de college- en faculteitskamers op ééne lijn naast elkaar ge plaatst, en daarachter een gang doen loopen, die als een lange darm zich van de Oude Koepoorts gracht tot aan de Garenmarkt uitstrekt. Dat deze dispositie der lokalen voor het gebruik niet zeer geschikt is, spreekt wel vanzelf. Wenschte men den 146 meter langen corridor te behouden, dan kon men althans aan weerszijden daarvan college- en faculteitskamers geplaatst hebbendaardoor ware de eerste verdieping onnoodig geweest, en zouden aanmerkelijke kosten uitgespaard zijndoch verstandiger ware het geweest de Academie te plaatsen, hetzij langs de korte zijde der Ruïne (de gedempte Koepoortsgracht), hetzij meer ge concentreerd in het midden der groote Rapenburg zijde, zoodat het terrein links en rechts van de Academie door twee vleugels van de Museage- bouwen konde bezet worden." In de dezer dagen te Amsterdam gehouden vergadering van de commissie tot het besturen van nationale en internationale tuinbouwtentoon stellingen in het paleis voor volksvlijt zijn o. a. tot leden der jury voor de van 813 April te hou den tentoonstelling benoemd de heeren: J. Van Leeuwen en S. A. De GraafT alhier en J. De Loos Jz. te Boskoop. Gedurende deze week zijn dagelijks in het Werkhuis alhier opgenomen van 80—91 vol wassen personen en van 3241 kinderen. Men meldt ons uit Wassenaar van 18 dezer Hedenavond was er een goed bezochte vergadering bijeen van de afdeeling Wassenaar en Voorschoten van de Hollandsche Maatschappij van landbouw. De heer Van der Oudermeulen leidde als president de vergadering, en na eenige adviezen van het hoofdbestuur te hebben meegedeeld, stelde hy ten slotte voor, om in hel begin van September a. s. eene tentoonstelling te houden van vee, vruchten enz., en, zoo het gemeentebestuur hierin genoegen mocht nemen, bij die gelegenheid eene harddraverij te doen houden in plaats van de kermis, die anders op dien lijd invalt. Heden heeft er een vergelijkend examen plaats gehad voor de betrek king van hoofdonderwijzer van een nieuw opge richte school aan de Waasdorperlaan onder deze gemeente. Van de 71 sollicitanten, die zich hadden aangemeld, waren er slechts 30 opgekomen. Aan deze betrekking is verbonden een tractement van /"800 benevens vrije woning. Voor het einde dezer maand zal het bestuur eene keuze doen. Een regeeringslelegram van 17 Maart meldt: Generaal-majoor Pel heeft aan de Indi sche regeering bericht, dat de gezondheidstoestand in Atjin in de laatste dagen aanmerkelijk is ver beterd. [Wegens de late ontvangst gisteravond in enkele nummers niet medegedeeld.] Het stoomschip Torrington is den 14den dezer te Batavia gearriveerd, komende van Rot terdam de John Bramall is gisterochtend Bea- chyhead gepasseerd, komende van Java, bestemd naar Rotterdam; de Prinses Amalia, ran Batavia naar Nieuwediep, is 18 dezer te Suez aangekomen en den 19den 's middags van daar naar Napels ver trokken. B. en Ws. van Den Haag hebben afwijzend beschikt op het verzoek van de heeren Le Gras, Van Zuylen en Haspels om aldaar in den schouw burg met hun personeel te mogen optreden. Zij wenschen geen Hollandsch of Fransch tooneel- personeel toe te laten in de lokalen, die de ge meente er ten behoeve van haar eigen directiën op nahoudt. Tot ridder der Kroonorde 4de klasse is benoemd de heer J. Kuypers, ingenieur-verifica- teur van het kadaster te 's-Hertogenbosch. Tweede Kamer. Bij den aanvang der voortgezette discussie over de vestingbegrooting in de zitting van gisteren heeft, zooals reeds korlelijk is medegedeeld, de minister van oorlog zijne voor dracht in dien zin gewijzigd, dat de memoriepos- ten, waartegen zooveel bezwaar gerezen was, uit de begrooting werden gelicht. Datzelfde was ook voorgesteld door de commissie van rapporteurs, doch tevens een ander amendement, om aan deze begrooting een geheel tijdelijk karakter te geven. Uit den aard der zaak kwam in de uitvoerige debatten, hieruit ontsproten, de quaestie van wan trouwen of vertrouwen veelal in uiteenloopenden zin ter sprake en werd uit de toelichting van het amendement der commissie door den heer De Roo van Alderwerelt door onderscheidene leden afgeleid, dat eene motie van wantrouwen bedoeld was, hetgeen door de commissie niet werd toegegeven. Toen de heer Fransen van de Putte uit al 't gesprokene tot dusver afleidde dal er van aftreden of aanblijven van dezen minister geen sprake kon zijn, welke stem men ook uitbracht over het amendement, waar hij bepaald tegen was, gaf de minister her haaldelijk teekenen van instemming. Ook de minister van binnenl. zaken, als voorzitter van den ministerraad, nam deel aan het debat. Hij wees op het gewicht der te nemen beslissing en ontraadde ten sterkste, ook om der gevolgen wille, de aanneming van het amendement, daar deze begrooting niet het karakter eerier credietwet mocht hebben. De heer De Roo van Alderwerelt, mee- nende dat de minister van deze zaak eene kabi- netsquaestie maakte en het niet in 's lands belang was thans eene ministerieele crisis uit te lokken, trok daarop 't amendement in, doch daar hierover geen voorafgaand overleg scheen plaats gehad te hebben, nam de heer Van Zuylen van Nyevelt, medelid der commissie, het weder op en werd het door den heer Stieltjes, een ander lid der commissie, nader verdedigd, als een prikkel voor dezen of eiken anderen oorlogsminister, om spoedig met eene definitieve begrooting, gebaseerd op een bepaald plan van defensie, bij de Kamer te komen. Na langdurige woordenwisseling, waarbij wederom de inmenging van den minister van binnenlandsche zaken en de bedoeling zijner zinspeling in ver schillenden zin werd opgevat, is ten slotte het amendement van den heer Van Zuylen van Nyevelt verworpen met 58 tegen 10 stemmen en de dis cussie over de onderdeelen der vestingwet voort gezet. Na de verwerping van een amendement der commissie van rapporteurs, om de sperforten uit de begrooting te lichten, is de geheele vesting begrooting aangenomen met 53 tegen 17 stemmen. De Kamer is daarop lot de behandeling van andere ontwerpen overgegaan. In de avondzitting zijn al de nog aan de orde gestelde ontwerpen, meestal met algemeene stem men, aangenomen, waaronder de verhooging van Hoofdstuk V der begrooting voor 1875, met inbe grip der reorganisatie van 't Mauritshuis; voorts het tractaat met Portugal en de daarmede in verband staande wijziging van den wynaccijns. De Kamer is daarna op reces gescheiden. Bij kon. besluit zijn de gemeenten Stolwijk en Berkenwoude toegevoegd aan het ontvang- kant. der dir. bel. en acc. te Gouda (buitengemeenten), onder voortdurend beheer van den tegenw. titu laris Dr. W. C. Veldhorst. Bij de Tweede Kamer is eene wetsvoordracht ingediend, die de strekking heeft orn de bevoegdheid des Konings, om de termijnen van vrijdom van grondbelasting te verlengen voor droogmakerijen enz., ook te geven voor de stichting van arbeiders woningen. De langere duur van den vrijdom zal in de eerste plaats ten bate komen van de ver- eenigingen, die zich het bouwen van doelmatige en gezonde arbeiderswoningen uitsluitend ten doel stellen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 1