LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 4627.
A°. 1875.
Vrijdag
12 Maart.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
Franco per posln L40.
Afzonderlijke Nommersn 0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Van 16 regelsf 1.05.
Iedere regel meern 0.171.
Groolere letters naar plaatsruimte.
STADS-BERICHTEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gezien de adressen van: 1°. Frederik Johannes Falter
en Pieter Hendrik Willem Mulhovius, meubelmakers,
houdende verzoek om in het huis aan de Haarlemmer
straat n®. 119 een fornuis te mogen doen plaatsen; 2°.
Anthonie Boekkooi, manufactuurverver, om in het pand
in het Huigstraatje een verf ketel te mogen doen plaatsen;
3°. Abraham Tan Wijk, winkelier, om vergunning tot
het bergen van drie vaten petroleum op de plaats achter
zijn huis aan de Zijdgracht n°. 31; 4°. Adrianus Blom, vee
houder, houdende verzoek om op het open erf van zijn
huts in de Looierstraat n°. 35 meststoffen te mogen be
waren en in zijn slal in die straat varkens te houden en
te mesten; en 5°. Frederik Halderiet, varkensslachter,
om vergunning tot het bewaren van varkens in het pak
huis in de Stinksteeg n°. 3;
Gelet op het Koninklijk besluit van 31 Januari 1824
Staatsblad n°. 19), alsmede op de Algemeene Politiever
ordening van 16 October 1873;
Doen te weten, dat tot het hooren der eigenaars en be
woners van de naast bijgelegene en belendende panden,
ten opzichte der informatiën de commodo et incommodo, door
Burgemeester en Wethouders zal worden gevaceerd op
het Raadhuis dezer gemeente, op Maandag den 15den
Maart aanstaande, 's voormiddags te elf uren; zullende
de belanghebbenden verplicht zijn hunne bezwaren tegeu
die verzoeken op dien tijd in te brengen, terwijl, bij ver
zuim daarvan, zij gehouden zullen worden zich tegen de
inwilliging niet te hebben verzet.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 11 Maart 1875.
LEIDEN, II Haart.
De laatste lichting der correspondentie, te ver
zenden met het stoomschip Conradnaar Batavia
en Padang, is aan het postkantoor alhier bepaald
op 12 dezer, des nachts te 12 urendrukwerken
en monsters moeten vóór 6 uren 's avonds be
zorgd zyn.
Het stoomschip Groningen is gistermiddag
te 3 uren van Southampton naar Batavia vertrokken;
de Prins Hendrik is gisterochtend van Batavia
naar Nederland vertrokken.
Omtrent de sedert eenige dagen verspreide
geruchten aangaande het stoomschip Voorwaarts,
den 3den dezer van Suez vertrokken, en dat, als
het einde der reis even vlug is als het be
gin, voor uit. dezer te Batavia zal arriveeren, is
het aan de directie der stoomvaartmaatschappij
„Nederland" gelukt den oorsprong op te sporen.
In een wijnhuis op de Weesperzijde te Amsterdam
is door eene familiebetrekking van een der mari
niers aan boord een verzinsel uitgestrooid dat, als
het niet met moedwil is geschied, alleen kan
ontstaan zijn door eene verkeerde lezing van het
bericht omtrent het stoomschip Hongkong.
Den 8sten dezer is van de werf der heeren
Raylton Dixon en C°. te Middlesbrough te water
gelaten het stoomschip J. B. Walker, behoorende
tot de „Star-Ball-Line" en bestemd voor de vaart
met passagiers en goederen tusschen Rotterdam
en Java. Het schip is lang 265, breed 32 en hol
24 voet, laadt ongeveer 2500 ton, heeft de hoogste
klasse in Lloyds en uitstekende inrichtingen voor
passagiers. De machines zijn van het compound-
systeem van 130 paardenkracht nominaal. Het
schip zal gevoerd worden door kapt. Duncombe
van de John Bramall.
Aan de hoogeschool te Utrecht is bevorderd
tot doctor in de heelkunde de heer S. P. Van
Weezel, med. dr. en arts.
Tot leden van het Hislorisch Genootschap
te Utrecht zijn benoemd, en hebben die benoe
ming aangenomen, de heerenJhr. A. Ver-Huell,
te Arnhem; J. G. v. Slee, te OostzaanJhr. M.
A. Snoeck, te 's-Hertogenbosch; Mr. C. Pijnacker
Hordijk, te Amsterdam A. C. Loffelt, te Dordrecht
J. J. Meinsma, te Delft; Mr. J. Sillem, te Am
sterdam; R. P. Mees R.Az., te Rotterdam;
J. Gerdes Oosterbeek, te Arnhem; A. A. Looijen,
te Utrecht; H. A. Vethake, te Breda; M. A.
Perk, te Amsterdam; A. W. Wijbrands, te Hoorn
Jhr. Mr. Th. H. F. v. Riemsdijk, te Utrecht, en
A. v. Toorenenbergen, te Groningen.
De gemeenteraad van Haarlem heeft het
door B. en Ws., gewijzigde concept-contract met de
Imperial Continental Gas-Association, betreffende
de gasverlichting in die gemeente, met 16 tegen
7 stemmen aangenomen.
De gemeenteraad van Amsterdam heeft op
voorslel van B. en Ws. besloten, de stedelijke
schilderijen-musea „Fodor" en „Van der Hoop"
des Zondags gedurende een bepaalden tijd koste
loos open te stellen voor hoogstens 50 werklieden,
die zich daartoe den vorigen dag bij den bewaar
der hebben aangemeld.
Door den heer J. Theunisseri, in leven regent
van het Diaconie-armhuis der Herv. gem. te
Meppel, is aan dat huis 5000 gelegateerd en
500 om het familiegraf van den overledene te
onderhouden; aan het Burgerweeshuis aldaar mede
ƒ5000; alles vrij van successie en onder bezwaar
van vruchtgebruik d*or zyne weduwe.
De minister van oorlog heeft op inspiratie
van den minister van binnenl. zaken volgens de
Fr. Ct. in overweging genomen, of er termen,
zijn om jongelieden, die een dienstplichtig nommer
hebben getrokken en werkzaam zijn bij het onder
wijs, of aan kweekscholen worden opgeleid tot
onderwijzer, vrij te stellen van het vervullen hun
ner militaire verplichtingen.
By gelegenheid der den 9den dezer gehouden
openbare Nulsvergadering ie Bodegraven werd
door den penningmeester verslag gedaan van den
staat der spaarbank. Daaruit bleek dat gedurende
het afgeloopen jaar door 155 deelhebbers was
ingebracht de som van 6283.48'/i, terwijl het
totaal der terugbetaalde gelden ruim 2832 be
liep. Als men hierbij in aanmerking neemt dat
in 1871 slechls een bedrag van ƒ2488 inkwam
en de uitgekeerde gelden bijna 2000 bedroegen,
dan komt men tot het besluit, dat ook daar de
spaarbank goede diensten verricht.
Z. K. H. Prins Frederik heeft met Gedep.
Staten van Noord-Brabant eene overeenkomst
aangegaan tot afschaffing op 1 Mei e. k. der
tolheffing op den klinkerweg van Oosterhout naar
de Vijf Eiken, zoomede op den weg van Lage
Zwaluwe naar Moerd'yk, zijnde domeinen van den
Prins. Deze tolheffing drukte zwaar op de inge
zetenen van Oosterhout en omstreken, die, reeds
in de paarden-belasting aangeslagen, welke als equi
valent moet strekken voor de opbrengst der tollen,
nog steeds verplicht waren, op genoemde wegen
tol te belalen.
Bij de overweging van het ontwerp tot
regeling van het toezicht bij het oprichten van
inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder kun
nen veroorzaken, was men, blijkens het voorloopig
verslag, het in de afdeelingen der Tweede Kamer
vrij algemeen daarover eens, dat door het in wer
king komen dezer wet in vele opzichten, beter
dan tot nutoe, aan de hier in aanmerking ko
mende belangen der ingezetenen voldaan en in
erkende leemten of gebreken van het besluit
van 1824 voorzien zou worden. Toch hadden
enkele leden gaarne motiveering gewenscht van
de voorkeur, die de Minister thans weder uitslui
tend aan het preventieve stelsel heeft gegeven.
Verscheidene leden achtten vereenvoudiging der
wet wen6chelijk en noodig. Hunne hoofdbedenking
was, dat de daarbij plaats hebbende verdeeling der
bevoegdheden tusschen de verschillende met het
onderwerp te mengen staatsmachten en autoritei
ten vreemd was geregeld, waardoor geheel het
samenstel der wet een bont aanzien erlangde.
Naar het vrij algemeen gevoelen is bij het samen
stellen der lijst, in art. 2 opgenomen, geen goed
stelsel gevolgd, gelijk in bijzonderheden werd uit
eengezet. Ook de overige artikelen gaven aanlei
ding tot velerlei opmerkingen en bedenkingen.
Tweede Kamer. In de zitting van
heden is, nadat de heeren 's Jacob c. s. hun
amendement, om de uitlevering wegens staatkun
dige misdrijven expresselijk uit te sluiten, hadden
ingetrokken doordien de Regeering verklaard had
dat dergelijke uitlevering in geen tractaat zou
worden toegestaan, de geheele wet omtrent
de voorwaarden op uitlevering van vreemdelingen
aangenomen met algemeene stemmen. Maan
dag te twee uren zal de benoeming van een
tweeden commies-griffier plaats hebben en Dins
dag te 11 uren de beraadslaging over het ont
werp van amortisatie van Nat. Schuld.
De Eerste Kamer is bijeengeroepen Dinsdag
30 Maart, des middags te 3 uren.
Blijkens het voorloopig verslag over het ont
werp lot wijziging van art. 302 van het Wetboek
van koophandel bestond er in de afdeelingen der
Tweede Kamer verschil van gevoelen over de
tijdigheid van de indiening van dit ontwerp. Men
achtte de beslissingen van rechtbank en hof te
Amsterdam, dat de doorloopende levensverzekering
niet als een geldige overeenkomst is te beschouwen
omdat de tijdsbepaling ontbreekt, onjuist. Boven
dien, eene gevestigde jurisprudentie op dit punt
bestond nog niet; de Hooge Raad heeft zich
omtrent deze quaestie nog niet verklaard. Werd
de noodzakelijkheid der wet dus door velen op
deze en andere gronden betwist, onderscheidene
andere leden betoogden die noodzakelijkheid op
de gronden, in de Mem. van toelichting ontwik
keld. In verschillende afdeelingen werd de vvensche-
hjkheid betoogd eener wettelijke regeling der nu
ten deele bij Koninkl. besluiten aan gebrekkig
Staatstoezicht onderworpen, ten deele geheel teu
gelloos werkende levensverzekering-maatschappijen,
tot welke ook die behooren, welke men gewoonlijk
begrafenis- en ziekenbussen noemt, en die waarbij
een werkman zich een pensioen verzekert.
Het ingekomen wetsontwerp tot wijziging
der wet van den 20sten Juli 1870 Slaatsbl
N°. 127), houdende bepalingen omtrent den accijns
op den wijn, strekt ter voldoening aan de toe
zegging, door de regeeriug gedaan bij de onder
handelingen met Portugal over het sluiten van
een nieuw tractaat van handel en scheepvaart.
Dat Rijk stelde als voorwaarde de verhooging der
grens van de normale sterkte zijner wijnen, in
dier voege dat voor wijnen van geen hooger
alcoholgehalte dan 21 percent geene verhooging
van den accijns meer verschuldigd zal wezen. Die
bepaling wordt nu ook in het ontwerp voorge
steld en zal, meent de regeering, tevens aan de
bezwaren van de Nederlandsche handelaren tege
moetkomen. Zij geldt ook voor den wijn^ die bij
het in werking komen dezer wet in entrepot is
opgeslagen.
Uit het ontwerp lot goedkeuring van het
handelstractaat, met den Oranje-Vrijstaat gesloten,
blijkt, dat vvederkeerige behandeling op den voet
der meest begunstigde vreemde natie door weinige