LEIDSCH DAGBLAD. N°. 4624. Dinsdag A°. 1875. 9 Maart. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1. Franco per posl1.40. Afzonderlijke Nommers0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regelsf 1.05. Iedere regel meern 0.174. Groolcre lettere naar plaatsruimte. STADS-BERICHTEN. NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gelet op art. 150 der Wet op de Nationale Militie, van den 19den Augustus 1861 Staatsblad N°. 72); Noodigeu de lolelingen dezer gemeente, die verlangen J)ij de Zeemilitie te dienen, uit zich daartoe aan te melden vóór den lsten April aanstaande, op een der werkdagen, tusschen des voormiddags tien en des na middags drie uren, ter Secretarie dezer gemeente. En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaat sing in de Leidsc/ie Courant. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 1 Maart 1875. LEIDEN, 8 Maart. Voor het maken, mitsgaders het opstellen en afbreken van een vervoerbaar houten feestge bouw, dat dienst moet doen bij gelegenheid der studentenfeesten alhier in Juni a. s. en het muziek feest van de Maatschappij lot bevordering der Toonkunst te Rotterdam in Juli daaraanvolgende, was bij de Zaterdag te Rotterdam gehouden aan besteding de minste inschrijver de heer J. Ver hagen, te Delfshaven, voor 32,000. Er waren in 't geheel drie inschrijversde hoogste voor 46,700, de middelste voor [39,1*20. Gisteren heeft de gunning aan den laagsten inschrijver plaats gehad. Bij de heden gehouden openbare verkoo- ping van Cokes op het raadhuis alhier van par tijen van 100, 50, 10 en 5 hectoliters waren de hoogste prijzen f 54, f 28.00, 5.60 en f 3.15; de laagste f 54, f 27.00, f 5.20 en f 2.70. Bij de heden alhier op het raadhuis ge houden openbare aanbesteding van de levering van een ballastpraam zijn aannemers geworden Gebr. Van Hoeken, scheepmakers alhier, voor de som van 518. Z. M. heeft eervol ontslag verleend aan den heer P. Portielje, als 2de luitenant bij de dd. schutterij alhier. Het stoomschip Groningenkapt. L. Hoef man, is gistermiddag van Vlissingen naar South ampton vertrokken, met bestemming naar Java; de Hampton, van Java naar Rotterdam, is 5 dezer des namiddags van Port-Saïd vertrokken; de John Bramallvan Batavia, is denzelfden dag van Malta naar Rotterdam vertrokken; de P. Galandvan Rotterdam naar New-York, is den 6den door den Nieuwen Waterweg in zee gestoomd. Volgens de lleld. en Nd. Cl. bestaat het plan om, met het oog op de meerdere eischen van het onderwijs, den cursus aan het Instituut voor de Kon. Ned. Marine vier jaren te doen duren in plaats van drie jaren. Bij de afdeeling publieke werken te Am sterdam zijn tijdelijk tot adsistent-ingenieurs be noemd de heeren A. P. M. ICapteyn te Apeldoorn, J. A. Roest van Limburg te Rotterdam en J. J. Brutel de la Rivière te Haarlem. Tot hulponderwijzer aan de openbare school te Bodegraven is benoemd de heer J. J. Knop pers, van Uithoorn. Het Börsenblatt meldt dat de rijkskanse lier van Duitschland door den bondsraad is ge machtigd geworden tot het sluiten van een letter kundig tractaat met de Nederlanden. Z. M. heeft tot belooning der schepelingen van de ICon. Ned. marine, die zich hebben onder scheiden in den oorlog met het rijk van Atjin, tusschen 26 April en 22 Aug. 1874, benoemd tot ridder der Militaire Willemsorde, 4de kl., den adelborst 1ste kl. M. Smits, en bij afzonderlijke dagorders, zoo in Indié als in Nederland, eervol doen vermeldenden adelborst 1ste kl. W. H. Hofstede; den bootsman F. Lultenberg; den ma chinist-leerling 1ste kl. A. C. Tönjes; den kwar- tierm. T. A. Krijger; den matroos lste kl. J. N. Van Zwam en den vuursloker 3de kl. H. E. N. Braakensiek. De verdeeling over de corpsen van de mili ciens van het 11000 man sterke contingent van elke provincie in de lichting van 1875 is vast gesteld als volgtRegiment grenadiers en jagers 775; lsle reg. infanterie 945; 2de reg. 985; 3de reg. 975; 4de reg. 1025; 5de reg. 975; 6de reg. 970; 7de reg. 985; 8ste reg. 990; te zamen S625; cavalerie: lste reg. huzaren 110; 2de reg. 140; 3de 100 en 4de reg. 130; totaal 480. Artillerie: regiment veld-artillerie 490; lste reg. vesting-artillerie 335; 2de reg. vesting-artil lerie 3303de idem 345reg. rijdende artillerie 95; corps pontonniers 60; bataljon mineurs en sappeurs 240; te zamen 1655. Met betrekking tot de indeeling van de lichting der militie 1875 zijn door den minister van oorlog de volgende bepalingen vastgesteld Bij de cavalerie mogen geen milicien-plaatsver vangers hoven de 25 jaren worden ingedeeld, tenzij deze bij het wapen hebben gediend. Zooveel mogelijk behooren bij de vesting-arlillerie te worden in gelijfd miliciens, herkomstig uit de gemeenten waar de schutterij geheel of gedeeltelijk voor den dienst der vesting-artillerie bestemd is, en lole lingen die in vestingen of kustplaatsen tehuis behooren. Bij de drie reg. vesting-artillerie en het bataljon mineurs en sappeurs zullen geen plaats vervangers ingedeeld worden, zullende deze zoo veel mogelijk bij het 2de en 4de reg. huzaren en bij de veld- en rijdende artillerie alsmede het corps pontonniers moeten worden ingelijfd. Voorts worden bij het bataljon mineurs en sappeurs de telegraafbeambten ingedeeld. Bij Kon. besluit is eene toelage Yan f 400 'sjaars verleend aan de directeurs en kapiteins- leeraren, alsmede eene van ƒ100 voor het eerste cursusjaar en van ƒ50 voor ieder der drie vol gende jaren van verblijf aan gedetacheerde offi cieren bij de stafschool. Bij Kon. besluit is het aantal conducteurs der artillerie vastgesteld op 17 van de lste, 17 van de 2de en 16 van de 3de klasse, met een jaarlijksch tractement respect, van ƒ600, 550 en 500, zullende de conducteurs ingedeeld bij de artd- terie-stapel- en constructiemagazijnen, mits niet meer dan 12, en die bij 's Rijks geschutgieterij ƒ50 meer per jaar genieten. De minister van oorlog, ontwaard hebbende dat ten aanzien van het met onbepaald verlof zenden van miliciens, die, na bij het algemeen depot van discipline aan de strengere krijgstucht onderworpen te zijn geweest, bij het corps terug- keeren, verschillend wordt gehandeld; heeft het volgende bepaald: 1°. wordt een milicien, tijdens hij voor eerste oefening onder de wapenen is, hij het algemeene depot van discipline gedetacheerd, dan zal hij na terugkomst bij het corps nog in werkelijken dienst gehouden worden gedurende den tijd, welke door die detacheering aan den eersten oefeningstijd is blijven ontbreken; 2°. heeft de detacheering plaats, terwijl de milicien voor het blijvend gedeelte onder de wapenen is, dan kan hij, onmiddellijk na lerugkomst hij het corps, in het genot van groot verlof worden gesteld. Tweede Kamer. Het ontwerp, tot bekrachtiging der overeenkomst ter regeling der zaak betrefTende de Amsterdamsche Kanaalmaat schappij, is heden aangnomen met 46 tegen 11 stemmen. Het aantal in te leveren manschappen voor de lichting der nationale militie van 1875 is door Gedep. Stalen dezer provincie o. a. bepaald voor Den Haag op 246; Delft 55 Rotterdam 356; Schiedam 60; Leiden 108; Gouda 42Dordrecht 80. Het aandeel der provincie is bepaald op 2114 man. Met ingang van 1 April wordt le Kaats heuvel een vereenigd post- en telegraafkantoor geopend onder het beheer van den directeur J. A. Brug. Blijkens eene vanwege Zr. Ms. consul-gen. te Bern bij hel departement van buitenlandsche zaken alhier ontvangen mededeeling is ook de Shah van Perzië toegetreden tot de overeenkomst van Genève voor de verbetering van het lot der gewonde krijgslieden bij de veldlegers. De plaatsing van den luit.-ter-zee 2de kl. P. Holzapfïel, aan boord van Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord, met den 16dén dezer, wordt ingetrokken en beschouwd als niet te zijn geschied; terwijl met den 2 lsten dezer aan boord van genoemd wachtschip wordt geplaatst de luit.-ter-zee 2de kl. J. P. Wesselink. Z. M. heeft benoemd tot griffier bij het kan tong. te Asten A. Rovers, cand.-notaris aldaar; aan Dr. B. Ter Haar, gewezen hoogleeraar bij de godgel. faculteit aan de hoogeschool te Utrecht, toegelegd een pensioen ten bedr. van 2699 'sjaars; bij de inf. benoemd, bij het 2de reg., tot commandant van het corps, de luit.-kol. P. J. De Vassy, van het 3de reg.; bij het 3de reg., tot luit.-kol., den majoor R. F. Jehu, van het 8ste reg.; bij het 8ste reg., tot majoor, den kapitein M. L. BurgdorfTer, van het instr.-bat.; ter zake van tijdelijke ongesteldheid op nonactiviteit ge steld, den kolonel J. V. D. Dittlinger, comm. van het 2de reg. inf. Gemengd Nieuws. Voor eenige weken werden te Hilver sum des nachts in de tapijtfabriek van den heer B. eenige goederen gestolen, zonder dat men den dader mocht ontdekken. Vrijdag-nacht werden bij den fabrikant Br., door inbraak, wederom eenige tapijtgoederen ontvreemd. Den dader van beide diefstallen meent men thans op het spoor te zijn in iemand, die vroeger, wegens inbraak en dief stal binnen die gemeente, reeds zeven jaar ge vangenisstraf onderging. In de gemeente Fijnaarl hebben eenige booswichten zich door inbraak toegang weten te verschaffen tot den paardenstal van den heer L. A. Punt en aldaar de staarten van zes paarden tot onder het staartbeen afgesneden. De paarden zijn vermoedelijk uit den stal geleid om het feit te bedrijven, althans men vond de staldeur open en de teugels der paarden stuk gesneden. De heer T. X. Rutten, pastoor- deken der St.-Servatiuskerk te Maastricht, heeft appèl van het tegen hem gewezen arrest aangeteekend. Uit Gorcurn meldt men: Zaterdag zou alhier een 78-jarige weduwe, in het Gasthuis over leden, ter aarde besteld worden. Vrienden en beken den, die den begrafenisstoet zouden uitmaken, ware*.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 1