LEIDSCH DAGBLAD, N°. 4620. A0. 1875. Donderdag 4 Maart. EEN ROEPSTEM UIT JAVA. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1. Franco per posln L40. Afzonderlijke Nooimers0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven, PRIJS DER ADVERTESTIEiN: Van 1—6 regelsf 1.05. Iedere regel meern 0.17£. Grootere letters naar plaatsruimte. Nog slechts kort geleden mochten wij het een aangename laak rekenen hulde te brengen aan een bewoner onzer Oost-Indische bezittingen, die door eert in waarheid vorstelijke gift ten behoeve der nooddruftige ingezetenen van Leiden, het be wijs leverde dat het moederland, dat onze goede stad, waar hij eenmaal als kweekeling der hooge- school vertoefde, hem nog altijd even dierbaar waren. Die schoone daad van mildheid, welsprekender dan zoo menig hoogdravend betoog in de meest uitgezochte bewoordingen over philanthropic, lief dadigheid en wat dies meer zij, ze zal steeds een der schoonste lichtpunten vormen bij de herden king van het driehonderdjarig jubilaeum onzer academie. Maar daarbij mag het niet blijven. Die schitte rende mildadigheid van den gewezen landgenoot in het verre Oosten legt ons tevens verplichtingen -op, en spoediger dan iemand onzer kon denken is het oogenblik gekomen, waarop wij aan die verplichtingen op krachtige wijze worden her innerd. Uil het schoone Java komt een stem tol ons, die om hulp smeekt, om leniging in den hoogsten nood, om bijstand tegen gebrek en ellende. Een gedeelte van het heerlijke Insulinde is op vreese- lijke wijze verwoest door een alles vernielenden bandjir. Watersnood! OverslroomingMen moet Neder lander zijn om de volle, de akelige beteekenis van dat woord te begrijpen, maar Nederlander ook om, als de noodlijdenden te ver zijn verwij derd om in persoon hen te hulp te snellen, dan althans in den zak, diep in den zak te tasten om door geldelijken onderstand den nood te lenigen. Welk een schoone wedijver, toen, nu reeds tal van jaren geleden, de laatste groote over strooming ons land teisterde Tonnen schals werden bijeengebracht, en het penningske van den werkman werd naast de rijke gift van den vermogende geplengd op het altaar der weldadigheid. De Koning ging op vorstelijke wijze voor en de gansche Natie volgde. Ook uit onze overzeesche bezittingen stroomden ze toe, de milde giften in geld en goed, en zeker, de bewoners der kolonie deden in liefdadigheid voor die van het moederland niet onder. Maar de tijd kwam dat ook het schoone Java zou beproefd worden. Nog nauwelijks een tweetal jaren geleden richtte ook daar het anders zoo weldadige water zijne verwoestingen aan. En Nederland, zijn ouden roep van weldadigheid getrouw, en erkentelijk voor de schatten, weleer door de kolonie naar het moederland gezonden ten beste der noodlijdenden, Nederland gaf veel. Helaas, neenSchaarsch waren de gelden, die van hier den geteisterden Javaan ten beste kwamen. Een gulden en nog één het bleef bij honderd tallen, waar zoovele duizenden nog niet te veel waren geweest. Die bladzijde was geen schoone in de geschie denis der tweede koloniale mogendheid van Europa. Maar tegenover die onvereffende debetzyde kunnen wij thans een creditzijde plaatsen, wier posten ruimschoots zullen voldoen om de oude schuld af te lossen. Demak en Solo, Rembang en Madioen, Soera- baja en Bezoeki, ze hebben alle geleden, veel ge leden. Wel zijn de berichten nog niet volledig, jnaar zooveel weten we toch dat er hulp, kracht dadige en snelle hulpnoodig is. Groot zyn de verliezen, vele de slachtoffers; sommige tijdingen spreken ook van Samarang. En van daar tot Soera- baja, welke een uitgestdfektheid Zullen we nu wachten tol we duidelijker cijfers hebben? lot we met juistheid kunnen berekenen hoeveel menschenlevens er verloren gingen, hoe groot de schade is, die werd aangericht? Neen, 't is ons genoeg te weten, dat er veel, zeer veel noodig is voor het land, dat onsjaarlyks zijne rijke schatten in den schoot werpt, waaraan zoo menigeen door familiebetrekkingen, vrienden en bekenden verbonden is. Ook onder de ingezetenen hier ter stede tellen wij er velen, die geruimen tijd in de overzeesche bezittingen doorbrachten. Zij zullen zeker voorgaan, nu zich op uitnoodiging van den president der Nederlandsche Handelmaatschappij in tal van ste den en ongetwijfeld ook te Leiden invloedrijke personen bereid hebben verklaard deel te nemen aan de Commissie, die zich in Nederland vormt tot verzameling van giften voor de slachtoffers van den watersnood op Java. En zij zullen gevolgd worden door allen, die zich met ons verheugden in de weldadige mildheid van den edelen bewoner van het schoone Java, door de academieburgers, voor wie die daad van onbekrompenheid een herinnering is aan het „noblesse oblige'1, door allen ook, die aanspraak maken op den naam var? Nederlander, omdat zij weten, dat de grootste bron der welvaart van het vaderland in Indié vloeit, door allen eindelijk, die gaarne een oude schuld van vroeger dagen willen afdoen. LEIDEN, 3 Haart. Bij Kon. besluit van 1 Maart is aan spoor wegmaatschappijen verboden kaartjes te laten op halen, zoolang de trein nog in beweging is. Heeren Curatoren der Hoogeschool hebben een bronzen exemplaar der feestmedaille, uie bij gelegenheid der viering van het derde eeuwfeest vervaardigd is, aan verschillende autoriteiten en personen toegezonden, als een blijk van erkente- telijkheid en waardeering voor de betoonde dien sten tot opluistering en het welslagen der feest viering. Naar wij vernemen zal de zendeling J. N. "Wiersrna, van Celebes, morgenavond in de Lu- thersche kerk alhier belangrijke mededeelingen doen uit zijn werkkring in de Minahasa van Menado. De heer Grashuis alhier, die dezer dagen een verkiezingsmanifest heeft verspreid, publiceert thans in de dagbladen, dat hij in Juni bij de stembus le Gouda tegenover den heer Kuyper wenscht te staan. In eene particuliere correspondentie wordt omtrent de opvoering der Vorstenschool, gisteravond te Rotterdam, gemeld: „Zoo, warm uit de Vorstenschool terug, moet ik je zeggen, dat het subliem was. Het stuk is rnooi, en, wanneer ik de stemming van het publiek uit de gesprekken, om me gehouden, naga, begrepen. Het spel van alle dramatis personae was goed, van de mannen, van Le Gras (het onbe duidende jonkerendom voorstellend) vooral. Mina Krüseman speelde eigenlijk niet. Die oogen, hè, die houding, vorstelijk I In het gedeelte, waarin over het gemakkelijke van kritiek, en 't zeldzame handelen ge sproken wordt, zag ze T wat emancipato risch-ironisch uitdagend uit. Maar prachtig! Elise Baart, uitstekend in haar rol, iels angé- lieks, wat niet misstaat. Maar, o verrassing In de pauze, voorafgegaan door een wezenlijk donderend applaudissement, dal geen einde nam, ging het scherm op, en daar stond, naast de mannelijke acteurs, een oud man, rnagör en lijdend, en dat was: Multatuli. Het regende lauwerkransen, en op hel looneel stond een hulde van de werkende arlisten, in den vorm van een prachtige schryftafel, met werkstoel en beeldje. In een zeer keurige aanspraak bood Le Gras dit, mèt een zilveren lauwerkrans, den auteur aan. Multatuli was te zwak, van aandoening, om zelf te sprekenLe Gras bracht zijn dank uil aan het publiek. Herhaald donderend applaus. Deze avond is Multatuli zeker een feest geweest. Ik geloof dat Publiek hem 1en minste een beetje begreep." Men schrijft aan het Vaderland uit Utrecht: De eerste opvoering van Multatuli's Vorstenschool is goed geslaagd, al is ook hel spel van mejuffr. Krüseman tegengevallen. Aan Multatuli is in den schouwburg een ovatie gebracht, maar hij scheen op die eer niet bijzonder gesteld. Na afloop der voorstelling hebben de acleurs met eenige voor standers van het looneel zich ter ontspanning na de moeilijke laak aan een souper vereenigd. Te twaalf uren hieven alle aanwezigen het glas om hoog; Multatuli was 55 jaar. Multatuli heeft toen uit de volte van zyn hart gedronken op de leden van hel Rotterd. looneelgezelschap; er bestaat Lusschen hen een innige band. Van den auteur der „Vorstenschool" is waarschijnlijk binnenkort een blijspel te verwachten hij heeft stof en wordt van verschillende zijden aangespoord om ze uit te werken. Den 12den dezer zal het gezelschap van „Le Gras, Haspels en Van Zuylen" te Amsterdam in het lokaal de Vereeniging in de Warrnoesslraat voor de leden van het Tooneelverbond optreden en alsdan „Speculeeren" opvoeren. „Vorstenschool" zal te Amsterdam ook opgevoerd worden, als het niet anders kan in Frascati in de Nes. Door den gemeenteraad van Dordrecht is, naar aanleiding van een nader aanzoek der com missie van rijksadviseurs voor de monumenten van geschiedenis en kunsl, besloten tot afstand van een oud kanon, builen het Groothoofd, voor 's Rijks museum van oudheden. De Haagsche gemeenteraad heeft Dr. J. Ten Brink, met ingang van 1 April op zijn verzoek eervol ontslag verleend als leeraar in de begin selen der staathuishoudkunde aan de burger- dag en avondschool. Door B. en Ws. in Den Haag is in de bestaande vacature van directeur van het bestede- lingshuis voorzien door de benoeming van H. Meijer, adjud.-onderofficier bij het reg. grenadiers en jagers. Het stoomschip WA. Schollenvan Rot terdam naar New-York, is 28 Febr. te Falmouth aangekomen van Plymouth, om in hel dok te repareeren. Ter voorziening in de vacature bij de Ned. Herv. gemeente te Rotterdam, ten gevolge der beroeping van Ds. Jorissen naar A peldoorn, is eene nominatie opgemaakt, waarop geplaatst zijn de predikanten: P. Huet, te Dirksland; H. W. A. Verhoeff, te Charlois; J. H. Guldenarm, te Oost- hem c. a.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 1