LEIDSCH
DAGBLAD
N°. 4618.
A". 1875.
Dinsdag
2 Maart.
STADS-BERICHTEN.
MULTATULI'S VORSTENSCHOOL.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
Franco per postn 1*40.
Afzonderlijke Nommers0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER AD VERTESTIEN:
Van 1—6 regelsf 1.05.
Iedere regel meern 0.174.
Grooterc letters naar plaatsruimte.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gezien het adres van D. F. Maijerj winkelier, daarbij
verzoekende om in het huis hoek Mare en Haarlemmer
straat n°. 112 een tabaks-eest te mogen doen plaatsen;
Gelet op art. 4 van het Koninklijk besluit van 31 Januari
4824 Staatsblad n°. 19);
Doen te weten, dat tot het hooren der eigenaars en be
woners van de naast bijgelegene en belendende panden,
ten opzichte der informatiën de cornmodo et incommode, door
Burgemeester en Wethouders zal worden gevaceerd op
het Raadhuis dezer gemeente, op Donderdag den _4den
Maart aanstaande, 's voormiddags te elf uren; zullende
de belanghebbenden verplicht zijn hunne bezwaren tegen
-dat verzoek op dien tijd in te brengen, terwijl, bij ver
zuim daarvan, zij gehouden zullen worden zich tegen de
inwilliging niet te hebben verzet.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 27 Februari 1875.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN bren
gen bij deze ter algemeene kennis dat, ten gevolge der
vernieuwing van de oude Marepoortsbrug, de groote
DOORVAART langs de Oude Vest half Juni aanstaande,
gedurende ongeveer tien weken, GESTREMD zal zijn.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 27 Februari 1875.
i.
Ook ons zal het voorrecht worden geschonken
•een der eerste opvoeringen van Multatuli's „Vor
stenschool" te kunnen bijwonen. Hun, die bekend
zijn met de reden, waarom mejuffrouw Krüseman
er op aandrong, in de rol van koningin Louise
't eerst te Utrecht op te treden nl. dat de
academiewereld bij voorkeur jongelui met hart en
gevoel oplevert in staat haar spel te waardeeren
zullen beseffen dat wij aan hetzelfde motief de
voorstelling van Woensdag a. s. te danken heb
ben. Die opvoering zal ons de gelegenheid schen
ken het dramatisch talent van mejuffrouw Krüse
man te waardeeren, dat bevoegde beoordeelaars
haar verdienste als tooneelschrijfster daargelaten
niet hebben geaarzeld haar toe kennen; maar
tevens zal zij bijdragen om ons nader bekend te
maken met een schoon werk van den auteur,
van wien ieder Nederlander, die zoo nu en dan
eens een boek ter hand neemt, ongetwijfeld de
„Koffieveilingen" heeft gelezen, maar wiens overige
werken, en daaronder de „Vorstenschool", lang
niet zoo algemeen bekend zijn als waarop zij
aanspraak kunnen maken.
Toch is het voor de waardeering der eerste
opvoering van een tooneelsluk geen onverschillige
zaak eenigszins op de hoogte te zijn van den
inhoud. Daarom meenen wij geen onnut werk te
verrichten, onzen lezers daarin behulpzaam te zijn
door hun een korte schels van den inhoud der
„Vorstenschool" te geven, ons daarbij van alle
beoordeeling onthoudende waar, indien wij er ons
aan wilden wagen, slechts van waardeering sprake
zou kunnen zijn.
Het eerste bedryf brengt ons op een kamer
van Louises Rust, het buitenverblijf van koningin
Louise, de hoofdpersoon van het drama, die aan
een schrijftafel is gezeten en tot haar eeredame
De Walbourg de vraag richt of er „nog meer
in de voorzaal zijn." Op een bevestigend antwoord
verschijnt zekere Puf, een boekdrukkersknecht, die
een verhaal doet van de benarde omstandigheden,
waarin hij vei keert als weduwnaar met acht kin
deren en evenveel guldens weekloon, en waaruit
tevens blijkt dat zekere Hanna, een naaister, met
opofferende liefde zijn jongste kind verzorgt.
Na het verdwijnen van Puf treedt de koningin
moeder op, en nu vangt tusschen de beide vor
stinnen een gesprek aan, waarin de koningin het
levensdoel ontvouwt, dat zij zich voor oogen heeft
gesteld: bekend te worden met den toestand der
volksklasse en de middelen op te sporen om daarin
verbetering te brengen. Men zou dit gedeelte
kunnen noemen: „het gesprek over de sociale
quaestie." Uit het begin van dat onderhoud blijkt
nog, dat beide vorstinnen dien nacht met het
zelfde doel een langdurige conferentie hebben
gehad met een hooggeplaatst staatsdienaar Otto
Van Weert, hetgeen later aanleiding geeft tot
verkeerde gevolgtrekkingen.
Het tweede bedrijf stelt voor een zaal in het paleis
des Konings, wiens slaapkamer wordt verondersteld
rechts te zyn. Een viertal kaartspelende of slapende
lakeien worden uit hun dolce far niente opge
schrikt door het geluid der schel uit de slaapkamer
van Z. M., die in het holst van den nacht den
kleedermaker Landsheil doet ontbieden om hem te
raadplegen over een nieuw model schouderweren.
Kamerheer en kamerdienaar, lakeien, kleederma
ker en bediende worden achtereenvolgens in ge
lid geschaard om als model te dienen Ier beoor
deeling van kleur en breedte der nieuwe militaire
uitmonslering. Van dat „gewichtige" werk zoekt
Z. M. verpoozing in het gezelschap van een vier
tal heeren van het hof, wier luidruchtig feestge
joel tot zijne ooren was doorgedrongen. Op het
einde van dat woelig nachtelijk feest sans géne,
waar de genoodigden verschijnen in klein tenue,
zoowel in kleeding als in woorden, zinspeelt een
hnnner naar aanleiding der afwezigheid van Van
Weert op diens nachtelijke bijeenkomsl op Louises
Rust en wekt daardoor, natuurlijk ten onrechte,
's konings toorn en argwaan op. Het bedrijf ein
digt met de afspraak tusschen den kamerheer van
dienst Van Huisde en den onvoorzichtigen Hes-
6elveld om het alibi van Van Weert te bewijzen,
wiens ongenade men wil voorkomen.
Het derde bedrijf doet ons de koningin en de
koningin-moeder bij een boerenwoning ontmoeten,
waarvan de eigenares een staaltje vertelt van het
goede hart des konings, die haar een koe ten ge
schenke gaf voor haar eigen gestorven rund. De
verschijning van den koninklijken jachtstoet in de
nabijheid is de oorzaak dat beide vorstinnen ge
tuigen worden van een voorgenomen intrige tot
het verkrijgen van zeker ambt, maar tevens van
een gesprek tusschen Van Huisde en Miralde, een
ander persoon uit de omgeving des konings, waarin
beiden besluiten den argwaan van Z. M. weg te
nemen, omdat Van Weert voor het oogenblik
onmisbaar is. Daaraan knoopt zich een eenigszins
wijdloopig gesprek vast tusschen de koningin en
haar moeder over de verschillende politieke par
tyen, dat men zou kunnen beschouwen als één
geheel uitmakende met het bovenvermelde onder
houd over de sociale quaestie. Het zou ons niet
verwonderen, indien beide vertoogen tot die ge
deelten behoorden, welke voor de opvoering ge
schrapt zijn.
LEIDEN, 1 Maart.
Gisteren werd alhier de verjaardag van
Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden op de
gebruikelijke wijze herdacht.
Bij de gisteravond in de Stadszaal gehouden
voorstelling der Vereeniging „Harmonie" was de
keuze der stukken zeer gelukkig te noemen. Na
het ernstige tooneeldicht „Machteld van Velzen"
I volgde het. wel wat oude, maar toch niet ver-
I ouderde stuk „De Barbier van Straatsburg." Beide
werden vrij verdienstelijk afgespeeld, doch wij
zouden vreezen onbillijk te worden, als wij be
paalden, wien de eerepalm toekomt, want zoowel
Machteld in het voorstuk, als de barbier, Peters
en Annette, de kolonel Van Omsberg en de gravin
in het nastuk, toonden allen evenzeer dat zij
hunne rollen meester waren en ze goed be
grepen; ook de ondergeschikte rollen werden
meestal goed vervuld. Het spel van Floris vonden
wij over 't geheel wat mat, enkele passages uitgezon
derd. Ten slotle nog eene vraag. Begrijpt een der
werkende leden niet, dat hij door eene enkele
willekeurige verandering het effect van zyne rol
soms geheel kan bederven? Èn in Magdalena
Moons èn nu in den Barbier van Straatsburg
ontsierde eene enkele uitdrukking zijn geheele spel.
Dit is zeer te bejammeren, en in 't belang van
„Harmonie" geven wij hem den raad, dit voorlaan
na te laten.
Na de voorstelling, die zeer ten genoegen der
aanwezigen afliep, getuige de herhaalde toejui
chingen, vereenigde men zich tot een bal.
Bij de heden gehouden openbare verkoo-
ping van Cokes op het raadhuis alhier van par
tijen van 100, 50, 10 en 5 hectoliters waren
de hoogste prijzen f 51, f 26.50, 5.50 en
f 2.95; de laagste f 51, f 26.00, f 5.30 en
f 2.75.
Gedurende de afgeloopen maand werden in
de Volkskeuken alhier afgeleverd 3648'/2 portién,
als: 3231 warme spijs, 286 vleesch en 131'/a
spek.
Er bestaat gelegenheid tot verzending der
correspondentie naar Ned.-Indië door middel van
het stoomschip Groningenwaarvan het vertrek,
uit Vlissingen op 7 Maart is bepaald. De met dat
stoomschip te verzenden gedrukte slukken en
monsters van koopwaren behooren uiterlyk in den
ochtend van den 6den en de brieven in den
namiddag van dienzelfden dag le Vlissingen aan
gekomen te zijn.
In „the Academy" van 20 Februari leest men
van het derde eeuwfeest der Leidsche Hoogeschool
de volgende beschrijving.
„Dit merkwaardig feest werd rnet groolen luister
gevierd op Zondag den 7den dezer en volgende
dagen. De oude en beroemde universiteit van
Leiden had al hare zusters in Europa plechtig
uitgenoodigd om vertegenwoordigers tot hare feest
viering af te vaardigen, en ruim 70 geleerden
uit 33 verschillende zetels der wetenschap af
komstig, gaven aan deze roepstem gehoor. Onder
dit getal onderscheidde men Madvig, Ernest Re-
nan, Nöldeke, Kuno Fischer, Milne Edwards,
Donders, Jhering, Nypels, G. Perrot, en vele
anderen van wellicht even groote bekwaamheid,
zooal van minder grooten naam. De heer Mayor
kwam van Cambridge, de heeren Mahafty en
Atkinson uit Dublin, de heer Heywood uit Lon
den van alle groote zetels van geleerdheid, hoe
afgelegen ook, zelfs van Glausenburg en Coimbra,
waren afgevaardigden tegenwoordig, met ééne in
't oog loopende uitzondering: Oxford had geen
vertegenwoordiger gezondenwat nog erger is,
Oxford had de plechtige uitnoodiging van den Leid-
schen Senaat niet beantwoord.
De Leidsche hoogleeraren, die over het alge
meen in grooten stijl leven („live sumptuously
every day") openden hunne woningen, en ont-
D De heer Mahafty kon, toen hij dit schreef, niet weten,
dat de brief van den Senaat naar Oxford niet in tijds in
de rechte handen is gekomen, en dat later verontschul
digingen gezonden zijn.