LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 4602.
A0. 1875.
Donderdag
II Februari.
Derde Eeuwfeest der Leidsclie
Hoogeschool.
in.
PRIJS DEZER COURANT
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
I Franco per postn
Afzonderlijke Nommcrs0*02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS BEK ADVERTENTIES:
Van 16 regelsf 1.05.
Iedere regel meer0.17j.
Grootere letters naar plaatsruimte.
1 Omtrent het diner, dat in den avond van den
Ssten Februari in de Stadszaal plaats had en
waarvan wij reeds met eenige woorden melding
maakten, deelt men aan „Het Vaderland" nog
mede, dat onder de gasten zich bevonden Prins
Frederik, de Prins van Oranje, die inmiddels tot
bijwoning van den maaltijd en het vuurwerk uit
de residentie was overgekomen, Prins Alexander,
de Ministers, de Voorzitter van de Tweede Kamer,
de Commissaris des Ivonings der provincie Zuid-
Holland, de Burgemeester van Leiden, de Curatoren
der Hoogeschool en nog enkele andere autoriteiten.
Het meerendeel der gasten bestond echter uit
professoren, afgevaardigden der verschillende vader-
landsche en buitenlandsche academiën, die onder
het voorzitterschap van den heer Heynsius aan
tafel waren gezeten. Dat aan het diner een echt
feestelijke stemming heerschte, behoeft ternauwer
nood verzekerd te worden, en de menigte toosten,
uitgebracht, leverden daarvan de duidelijkste be
wijzen. Het zou dan ook inderdaad ondoenlijk zijn
in bijzonderheden de welsprekende taal terug te
geven, waarop de genoodigden elkander vergastten,
en menigmaal was het hier te bemerken, dat het
„pectus est quod disertos facit" der ouden een
waar woord is. Prof. Heynsius opende de rij der
toosten met een warmen dronk te brengen aan
"Willem III, Koning der Nederlanden, en daarna
door de Curatoren der Hoogeschool te gedenken.
Uit naam der Curatoren dankte de heer Bylandt
den heer Heynsius. De heer Cobet dronk in
't Fransch op de Fransche professoren, de heer
De Vries in 't Duitsch op de Duitsche collega's
en Kern in 't Engelsch op de Engelsche hoog
leeraren. Prof. Scholten wijdde een glas aan de
beide zuster-academiën en 't Amsterdamsche Athe
naeum, terwijl prof. Rijke in 't Fransch op de
Belgen dronk. Prof. Modderman uit Leiden gedacht
de Russische wetenschap, herinnerde aan den band
die van oudsher tusschen Rusland en Nederland
bestaan had, en bracht een toost uit op den Russi-
schen Keizer en de Russische geleerden. Men
mag gerust zeggen dat niemand vergeten werd.
Hooft van Iddekinge dronk op de Portugeesche
professoren, Kuenen op de Regeering.
De minister Heemskerk beantwoordde den toost
van prof. Kuenen. Z. E. verzekerde, dat hij 't zware
van de betrekking, die hij vervult, gevoelt. Vooral
als hij bedenkt hoe hij het werk moet voort
zetten van de mannen, die 300 jaar geleden de
Leidsche hoogeschool met zooveel voortvarendheid
hadden gegrondvest, en getoond dat zij wisten, dat
in de vorming der jeugd de kracht van 't land
ligt. Men heeft van zekere zijde wel eens gevraagd
of het de lust der regeering zou zijn 't onderwijs
te bevorderen, doch Z. E. ziet daarin de kracht
van de natie voor de toekomst en het welzijn des
volks. Na deze woorden, die met gejuich begroet
werden, in 't Hollandsch gesproken Ie hebben,
vroeg hij aan den rector magnificus de vrijheid,
om zich verder van de Latjnsche taal te mogen
bedienen, en deelde mee, dat de Koning den heer
Madvig uit Kopenhagen, den oudsten der tegen
woordig zijnde professoren, tot ridder van den
Nederlandschen Leeuw had benoemd. Dat ook
deze t ij ding de vergadering genoegen deed, toonde
zj door luide en langdurige toejuichingen.
Daarna dronk de heer Prins op de Volksverte
genwoordiging, Vissering, op den rector magnificus
en de heer Bruhns uit Leipzig op de Leidsclie
Hoogeschool. De lieer Dullert sprak uit naam van
't volk, herinnerde dat het verhaal als zou Leiden de
academie boven vrijdom van lasten gekozen hebben,
een sprookje was, doch dat desniettegenstaande
er een groote waarheid in dat sprookje werd uit
gedrukt, nl. dat de natie het onderwijs boven de
vrijheid van belasting liefhad. Dit was nog de
grondtrek van 't Nederl. volk. Dat volk lag naast de
vrijheid de Leidsche academie 't naast aan't hart.
Prof. Quack bracht uit naam van Groningen, Utrecht
en Amsterdam een groet aan de Leidsche academie.
Prof. Mendeleeff uit Rusland dronk op de een
heid der volkeren op wetenschappelijk gebied.
Colmet Daage uit Parijs bedacht nog eens de
Leidsche universiteit.
Prof. Cobet bracht onder een luid applaus
hulde aan de zeldzame bekwaamheden van prof.
Madvig. Prof. Buys wenschte den studenten, dat
zj jong, degelijk en echte vaderlanders mochten
blijven, die recht recht en waarheid waarheid
durven noemen, wat een buitengewonen storm
van toejuichingen aan de opgewonden feestelingen
ontlokte. Ook de heer Madvig heeft de studeerende
jongelingschap een hartelijk woord toegesproken. Dit
gaf den heer Th. Heemskerk gelegenheid, uit naam
van 't studentencorps te verklaren, dat hij en zijn
medestudenten het zich een eer zouden rekenen,
het onderwijs van een man als prof. Bruhns zich
waardig te maken, en zij het nimmer zouden
vergeten, dat iemand als de heer Madvig een toost
op hen had uitgebracht. Minister Weitzel herin
nerde, hoe de tijd voorbj was, dat de oorlogen
door de kracht van de vuist werden beslist, en
gaf zjn liefde voor Pallas te kennen, die uit
ïupilers hoofd te voorschijn was getreden. De
Burgemeester dronk op den Prins van Oranje en
prof. Arntz van Brussel op 't Nederlandsche volk.
Prof. Yon Jhering gaf op zeer geestige wijze te
kennen, dat er nog beter Leidsche flesschen waren
dan die, waarmee hij in zjn jeugd had kennis
gemaakt, en bracht een heildronk aan Leidens
professoren. Prof. Goudsmit voerde nog 't woord
over de rechterlijke macht van ons land, die een
voorbeeld was voor Europa, en nog anderen spraken,
doch onverstaanbaar, daar de vreugde zelfs ge
leerde heeren luidruchtig maken kan. Doch hoe
moeiljk 't den ceremoniemeester viel soms stilte
te krijgen alles hield den adem in, toen Z. K.
H. de Prins van Oranje opstond om een woord
te spreken.
„Mijne Heeren," zoo drukte hy zich ongeveer
uit, „ik vrees eenigermate na zooveel welspre
kende redenaars 't woord te voeren, doch ik wil
niet weggaan, zonder eerst den Burgemeester van
Leiden gedankt te hebben voor den toost op mij
uitgebracht, 't Is jaren geleden dat ik hier geweest
hen, en aangename herinneringen zjn mij bjge-
bleven uit het leven aan deze academie. Ik wensch
dien tijd te herdenken, waarin ik nuttige lessen
volgde. Een van mijne leermeesters is er helaas
slechts overCock, v. Assen en v. d. Boon Mesch
zijn hier niet meer. Een woord aan hun nage
dachtenis gewijd, en een woord van dank'aan
prof. Vissering voor diens wjze lessen en nuttig
onderricht. Er is reeds dikwijls gedronken op
Leidens hoogeschool, maar nooit genoeg. Zij is
een illustratie van deze stad. Ik drink op de
Leidsche academie, haar bloei, haar curatoren!"
Een daverend applaudissement volgde deze harte
lijke woorden.
Terstond daarop was het woord aan Z. K. H.
Prins Frederik. Ook deze telg uit het huis van
Oranje herdacht de dagen dat hij in Leiden student
was geweest. Het was zestig jaren geleden, en
bjna allen, die hij destijds te Leiden gekend had,
waren niet meer in leven. De academische loop
baan van den Prins was echter ongelukkig afge
broken. „Ik ben indertijd gedeserteerd," zei de
vorstelijke spreker, „doch niet op 't zwarte bord
gekomen. Uit vaderlandsliefde verliet ik Leiden
en later ben ik teruggekomen om verder te stu-
deeren." Thans wjdde hij een woord van dankbare
nagedachtenis aan zijn toenmalige leeraars, en zijn
gelaat straalde van vreugde, een zichtbaar teeken
dat het Z. K. H. ernst was, toen hij ten slotte
zeide, dat het hem een genot was te verklaren, dat
zijn hart warm klopte voor 't vaderland, voor de
wetenschap en Leidens Hoogeschool. Met on
stuimige teekenen van bijval werden deze hartelijke
woorden van den vriendelijken grijsaard begroet.
Nadat gistermiddag de vreemde gasten ten huize
van verschillende Leidsche professoren aan een
vriendschappeljk diner waren genoodigd, had
's avonds te 8 uren in de Stadszaal het collation
plaats, dat door curatoren der hoogeschool aan de
binnen- en buitenlandsche hoogleeraren en andere
autoriteiten werd aangeboden waarbj vele dames
tegenwoordig waren. Het gebouw was ook thans
geheel geïllumineerd, terwijl nu het muziek
corps der grenadiers en jagers de feestelijk
heid opluisterde. Door de buitenlandsche pro
fessoren werd, namens de natiën die zij vertegen
woordigden, in de harteljkste bewoordingen dank
gezegd voor de gulle gastvrijheid, die hen hier ter
stede werd aangeboden en die steeds bij hen in
aangename herinnering zou blijven; tot veler ver
rassing eindigde de hoogleeraar Mayor van Cam
bridge zjn toost in de Hollandsche taal. Tevens
had bij deze gelegenheid de uitreiking plaats der
medaille, die tot herinnering aan het derde jubilé
der hoogeschool geslagen was. Ze is van brons
en heeft een middellijn van 5 cM. Aan de voor-
zjde is het beeld der wetenschap voorgesteld met
het omschrift in het Latijn: „Waar ik binnen
trede, verdrjf ik de duisternis;" aan de keerzijde,
eveneens in 't Latijn „Onder de regeering van
Willem III ter gelegenheid van het derde jubileum
der Leidsche hoogeschool, gesticht door Willem I,
door curatoren gewijd."
Hedenavond te halfzes heeft op het „Huis de
Pauw" te Wassenaar een maaltjd plaats, die
door Z. K. H. Prins Frederik den buitenlandschen
afgevaardigden wordt aangeboden, en waaraan
tevens binnenlandsche hooggeplaatste personen
zullen deelnemen. Tot opluistering van het diner,
dat uit ruim 100 couverts bestaat, werden gisteren
en heden groote toebereidselen voor eene illumi
natie gemaakt: wel een bewijs hoezeer de tegen
woordigheid der buitenlandsche geleerden ook door
Z. K. H. wordt gewaardeerd, welke waardeering
door ieder niet minder zal worden op prijs gesteld.
N. B. In ons vorig verslag zijn onwillekeurig
een paar onjuistheden ingeslopen, die wij hier
wenschen te herstellen. Naar wij nl. nader ver
nemen, waren de 4000 bloemen, die Maandag
tot orneering der tafel bij het diner in de Stads
zaal gediend hebben, niet ter beschikking gesteld,
maar door de bloemisten hier ter stede en door
de bloemisterij Kew-Garden van Rotterdam aan
de heeren W. Hoogenstraaten en Zoon alhier ge
leverd. Dat de tafel zoowel als de zaal een prachtig
gezicht opleverde, spreekt van zelf. Onze voor
noemde stadgeriooten zijn trouwens te gunstig
bekend om iets anders van hen te verwachten.
Voorts deed zich niet de muziek der grenadiers
bij die gelegenheid hooren, maar wel die der
Leidsche schutterij.