LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 4599
A0. 1875
baandag
8 Februari.
1575 - 8 FEBRUARI - 1875.
PRIJS DEZER COURANT
Voor Leiden per 8 moandenf 1.
Franco per postn L4>0.
Afzonderlijke Nommersn 0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADYERTEKTIEN
Van 16 regelsf 1.05.
Iedere regel meer0.17$.
Grooterc letters naar plaatsruimte.
Weer is 't feest binnen Leidens wallen, een
grootsch, een schitterend feest. Wie 't ons heden
vroeg, waarom wij zoo fier het hoofd verheffen,
hij zou wel een vreemdeling in onze aloude veste
moeten zijn. Maar neen, ook dan nog zou hij het
weten, dat voor de sleutelstad een vreugdedag bij
uitnemendheid is aangebroken. Immers van heinde
-en ver, uit alle beschaafde rijken van ons wereld
deel zijn ze opgekomen, de mannen die het be
seffen wat de 8ste Februari 1875 voor Leiden,
voor Nederland, voor Europa beteekent.
Ja, ook voor Europa, 't is zeker niet te stout
gesproken. Het Album van de studenten onzer Hoo
geschool kan er van getuigen, dat er een tijd was,
toen de bloem der buitenlandsche jongelingschap
aan onze academie was vereenigd, om het voor
recht te genieten, er de lessen van keur van ge
leerden bij te wonen, een tijd, toen ons land
schier alle andere rijken in beschaving vooruit was.
Dien roem heeft onze universiteit steeds krachtig
gehandhaafd, en ook in onze dagen mocht eri mag
zij zich verheugen in het bezit van voorgangers
op wetenschappelijk gebied, wier naam ook builen
onze grenzen met onderscheiding wordt genoemd.
Maar bovenal mag het feest van heden een
nationaal feest heeten. Gansch Nederland houdt
in deze dagen de oogen gericht op zijn eerste
academiestad. Want niemand zal het ontkennen
aan de Leidsche hoogeschool komt de voorrang
toe door haar langdurig bestaan, haar eigenaardigen
oorsprong, den luister die steeds van haar uitging.
Onder Willem van Oranje gesticht, verheugde
aij zich achtereenvolgens in het bezoek van een
tiental telgen uit het doorluchtig stamhuis onzer
vorsten. De zonen der aanzienlijkste geslachten
kwamen er hun hoogere opleiding vragen, en ook
die der gegoede burgers wijdden er zich in grooten
.getale aan de beoefening der wetenschap.
Daarom mogen wij Leiden de hartader van
Nederland noemen, waarvan de kloppingen door
het gansche rijk worden gevoeld. Hoevele familiën
in het Noorden en Zuiden, het Oosten en Westen,
ja in onze overzeesche bezittingen, waarvan één
■of meer leden vooral heden terugdenken aan de
dagen van weleer, toen zij er deel uitmaakten
van die eigenaardige republiek, die men het studen
tencorps noemt. Velen hunner vereenigen zich thans
binnen onze muren, om der Alma Mater hur\,hulde
te brengen, of wel zij wijden elders een dronk aan
het Leidsch Athene, dat voor hen zoovele herin
neringen bevat. Zoo ooit, dan mag hier sprake
zijn van een nationaal feest, dat weerklank vindt
door het geheele landen moge onze stad het
middelpunt zijn der feestvreugde, ook elders ont
plooit zich fier de nationale driekleur, om de
Nederlandsche Minerva te begroeten.
En 't is ook niet louter een feest der geleerden,
dat thans wordt gevierd. De luister onzer hooge
school straalt af op het gansche volk, op ons,
inwoners van Leiden, in de eerste plaats. Op het
gansche volk, want ook de sommen, die drie eeuwen
achtereen telken jare uit de staatskas werden ver
strekt tot onderhoud der academie, werden opge
bracht door de burgers, en zelfs de penningen der
feestviering hebben grootendeels denzelfden oor
sprong. Op o*s, inwoners van Leiden meer in het bij
zonder, want in het octrooi, vóór driehonderd
jaren door Hunne Edelmogenden uitgevaardigd,
staat 'l met even zooveel woorden gemeld„ende
sonderlinge oock dat wy gantselicken geneycht
:syn onse stadt van Leyden met den burgeren, ten
ansien van den grooten lasten ende noth van den
krych, by hunluyden in alder getrouwicheyt gesus-
tineert, by alle wegen ende middelen le gratifi
ceren". Zeker, op het derde eeuwfeest van de
stichting onzer hoogeschool mag het nog wel een
maal herhaald worden, dat zij de prijs was van
den moed en de volharding der voorvaderen.
Hulde daarom aan het geëerbiedigd Hoofd van
den Staat, aan de Koninklijke prinsen, wier tegen
woordigheid het zegel drukt op de historische
beteekenis van ons jubileum. Welkom delandge-
nooten uit de verschillende provinciën, gewezen
kweekelingen der universiteit, wier aanwezigheid,
evenals die der volksvertegenwoordigers, het feest
tot een nationaal feest maakt. Eere aan de buiten
landsche hoogleeraren, die door hun komst getui
gen van het belang, dat ook elders in Europa in
onze hoogeschool wordt gesteld.
En nu, medeburgers, de vlaggen ontplooid en
ons deel genomen van de algetneene feestvreugde.
Het geldt het driehonderdjarig bezit van het on
schatbare kleinood, dat door onze voorzaten ten koste
van goed en bloed werd verworven, dat door hunne
nakomelingen werd gekoesterd en 'gekweekt en dat
ook wij even onverdeeld liefhebben en waardeeren.
LEIDEN, 6 Februari.
A. s. Maandag bij de komst van Z. M. den
Koning zullen er 51 saluutschoten worden ge
daan, waartoe de stukken zullen gesteld zijn op
het terrein buiten de voormalige Wittepoort, toe-
behoorende aan den neer Pape. Een escadron
huzaren uit Den Haag zal alhier morgen arri-
veeren om dienst te doen. Om 12 uren zal zich
buiten de Wittepoort bevinden eene eerewacht,
bestaande uil eene compagnie van de dd. schut
terij met de muziek. De leden van hel Metalen
Kruis zullen zich almede daar opstellen. Op
hetzelfde uur zal zich aan de Pieterskerk op
stellen eene eerewacht van het 4de regiment
infanterie met het regimentsvaandel en de muziek.
Om 2 uren zal zich van de dd. schutterij een
eerewacht bevinden tegenover de Stadsgehoorzaal,
die 4 schildwachten zal plaatsen aan de deur
van dat gebouw. Om 3 uren is eene eerewacht
van het 4de regiment infanterie geplaatst buiten
de Wittepoort, omtrent welk uur Z. M. naar
Den Haag terugkeert, zullende alsdan door de
artillerie andermaal de saluutschoten worden
gedaan.
Na den afloop der plechtigheid in de Pieters
kerk, Dinsdag a. s., zal de nieuwe rector, Prof.
Mr. J. T. Buys, naar wij vernemen eene felicitatie
geven te 3 uren in het hotel Verhaaff. Gelijktijdig
zullen zich daar, op uilnoodiging van den rector,
de nieuwbenoemde doctores honoris causa bevin
den, ten einde de gelukwenschen van alle belang
stellenden te ontvangen.
Op den Ssten Februari zullen de Oud-Jagers
van 183031 te halfelf bijeenkomen in een
daartoe bestemde zaal van de Academische Bi
bliotheek op het Rapenburg, waar de oud-wapen
broeders worden verwelkomd door den voorzitter
Mr. J. J. Del Baere. Na het doen van verslag en
rekening van de commissie ter zake van de
Jagersbeurs en het nemen van eenige difinitieve
besluiten daaromtrent, enz., zal men zich en corps
naar de Pieterskerk begeven om de feestrede bij
te wonen. Daarna vergaderen de feestgenooten
opnieuw in de zaal der Bibliotheek, waar te drie
uren de commissie van heeren studenten, vanwege
het studentencorps belast om de Oud-Jagers te
begroeten, zal worden ontvangen. Te halfvier vertrek
naar de Pieterskerk, met het vaandel, om een
bezoek aan het monument van Beeckman te
brengen, waarbij Ds. J. A. Van Hamel eene toe
spraak zal houden, terwijl de plechtigheid zal
worden voorafgegaan en gevolgd door orgelmuziek.
Te vijf uren wordt de feestmaaltijd gehouden in
het hotel Verhaaff. Den 9den zal weder bijeenkomst
in de Bibliotheek zijn tot de aanbieding en overgave
van de fondsen, enz., behoorende tot de Oud-
Jagersbeurs, aan heeren curatoren door de com
missie ad hoe. Het feestmaal zal ditmaal niet, als
gewoonlijk, door den Burgemeester, den rector
magnificus en andere aanzienlijke gasten kunnen
worden bijgewoond, daarentegen heeft de oud-
comrnandant, de heer D. J. Den Beer Poortugael,
zijne tegenwoordigheid daarby toegezegd. Later
hebben zich nog by de feestviering aangesloten
Dr. A. A. Deenik, Ds. W. C. Wansleven en Dr.
W. R. Veder.
De heer J. T. Bergman, eerelid van de
Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, hield
gisteravond in de maandvergadering der Maat
schappij eene mededeeling over het tweede eeuw
feest der Leidsche hoogeschool, ontleend aan
verschillende by die gelegenheid verschenen ge
schriften, waarvan de Bibliotheek der Maatschappij
eene volledige verzameling bezit.
Wij behoeven het ter nauwernood te her
inneren, dat de lessen aan de Leidsche hooge
school drie honderd jaren geleden werden geopend
in het voormalig St.-Barbara-klooster, door den
Leidschen predikant Gaspar Jansz. Goolhaes, met
eene redevoering de ss. theologiae laudibus (over
den lof der godgeleerdheid). Wij vestigen alleen
de aandacht op de merkwaardige levensgeschie
denis van dezen man, reeds voor eenige jaren
door onzen stadgenoot beschreven, waarin al de
bijzonderheden betreffende de stichting en inwij
ding der hoogeschool uitvoerig worden vermeld.
Van de theologische school te Kampem
zullen de leeraren Steketee en De Cock als afge
vaardigden aan het derde eeuwfeest der Leidsche
hoogeschool deelnemen, daar de heeren Van Velzen
en Brummelkamp, als oud-studenten de aange
wezen personen, zich vóór de uilnoodiging reeds
verbonden hadden als oud-jagers de feestviering
bij te wonen.
Onder de buitenlandsche geleerden, die
bij gelegenheid van het derde eeuwfeest der
Leidsche hoogeschool ons vaderland zullen be
zoeken, behoort de heer J. E. B-. Mayor, hoog
leeraar te Cambridge, van wien de volgende niet
onbelangrijke bijzonderheden kunnen worden me
degedeeld.
Het is niet voor de eerste maal dat hij in ons
land vertoeft. Ook in het jaar 1859 heeft hij,
toen nog „fellow" aan het St.-John's-college te
Cambridge, eenigen tijd in Nederland doorgebracht,
met het bepaalde doel, niet alleen met de vader-
landsche zeden en gebruiken, maar vooral met
taal en letteren zich bekend te maken, gelijk hij
reeds vroeger met gelijke bedoeling een reis naar
het noorden van Europa had gedaan. Om die
zelfde reden verlangde hij niet in een hotel,
maar in den kring eener Hollandsche familie te
worden opgenomen. De pastorie te Sloterdijk werd
nu zijn tijdelijke verblijfplaats. Daar verkeerde hij
bij den predikant Calkoen als lid van het gezin. Hij
bracht er een groot gedeelte van den dag op
zijn kamer door met het lezen van beroemde
Nederlandsche auteurs. Van daar uit maakte hij
kleine uitstapjes, hetzij om vaderlandsche geleerden
of geleerde instellingen te bezoeken, of om
een godsdienstoefening te leiden b'y de Engelsch-
episcopale gemeente te Amsterdam, of om zulke.