LEIDSCÏÏ DAGBLAD. N°. 4598. Zaterdag A°. 1875 6 Februari. STADS-BEiUCHT E N. £3EfitPJE EEUWFEEST viering van liet Derde Eeuwfeest der Leidsche Hoogescliool, Loting >oo!' de Nationale Mililic. HET PENSIOEX-REGLEMENT PRIJS DEZER COURANT Voor Leiden per 3 maanden1. Franco per posln 1.40. Afzonderlijke. Nommers0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regels1.05. Iedere regel meer0.174. Grootcrc letters naar plaatsruimte. Premie-boekwerk. In dit nummer bevindt zich de BOS, welken men gelieve uit te knippen en waarmede het Premie-boekwerk Zaterdag 6 Februari van 's morgens 9 tot 's avonds 6 uren, tegen betaling van 10 cents, kan worden afgehaald. 2,®ïp"" Tegen franco inzending van den Bon met -15 cents in postzegels zal het onzen Abonnö's hui ten Leiden franco worden toegezonden. LEIDSCHE HOOGESCIIOOL. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN noodigen de ingezetenen dezer gemeente uit om, ter gelegenheid van de aanstaande viering van het DERDE EEUWFEEST DER STICH TING VAN LEIDENS HOOGESCHOOL, van hunne belangstelling in de herdenking van dat heuglijk feit door het uitsteken van vlaggen te doen blijken. Met de aangename ervaring in October des vorigen jaars omtrent de goede gezindheid en de "eendrachtige samenwerking der burgerij opgedaan, vertrouwen zij dat ook ditmaal ieder naar ver mogen zal willen medewerken om de academische feestviering, die met de tegenwoordigheid van Zijne Majesteit den Koning, Hare Majesteit de Koningin en andere leden van het Vorstelijk Huis zal worden vereerd, zooveel mogelijk op te luisteren en daardoor tevens een vernieuwd bewijs te geven dat net bezoek der Vorstelijke personen aan deze gemeente door de ingezetenen sleeds op den hoogsten prijs wordt gesteld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELEPk, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden. 3 Februari 1875. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN brengen bij deze ter algemeene kermis dat de Gemcenle-Secirctaric en het kantoor van den Gemeente-Ontvanger op Maandag den 8sten Februari a. s. na twaalf uren voor het publiek zullen gefloten zijn. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BPaANDELER, Burgemeester, E. KIST, Secretaris. Leiden, 5 Februari 1875. KEXtfISGEVXXG. DE BURGEMEESTER DER GEMEENTE LEIDEN, Geziea art. 4S der Algemeene Politie-verordening, vastgesteld den 16Jen October 1873 Gemeenteblad n°. 4); Stelt de navolgende bepalingen vast, ter gelegenheid van de op bondag 7 Februari e. k. en volgende dagen, als: bij gelegenheid der godsdienstoefening op voormelden 7den Febru ari in de Hooglaudsche kerk, des morgens te 10 uren, mag het vervoer met rijtuig naar het kerkgebouw niet anders plaats hebben dan in de na te mi-lden richting: De rijtuigen bestemd voor den iogang aan de HOOGLAND- SCHE KERKGRACHT, van de zijde der BURGSTEEG en NIEUWSTRAAT langs de WINTERSTEEG en de HOOG- LANDSCHE KERKGRACHT; die bestemd voor den ingang tegenover de BESCHUITSTEEG, van de zijde van de BURGSTEEG langs de NIEUWSTRAAT .naar de zijde van de HOOIGRACHT; die bestemd voor de ingaDgen tegenover de HARTESTEEG en CHOORSTEEG, van de zijde van het KERKPLEIN langs den MIDDELWEG; terwijl bij het eindigen dier godsdienstoefening in de tegenover gestelde richting moet gereden worden. Op Hlaandag 8 Februari, bij gelegenheid van de plechtige ontvangst van HIT. MM. den Koning en de Koningin, benevens de verdere leden van het Vorstelijk Huis, op de hieronder genoemde tijdstippen, mogen de navolgende 6traten niet bereden worden, als Van halfeen tot halftwee des namiddags, het Noordeinde het Rapenburg 07.. tot de Houtstraathet Gerecht en de Mus cadelsteeg Van twee tot drie uren des namiddags, de Kloksteeg, het Rapenburg OZ. tot de Sleenschuur, de Steen-schuur en Br eestraat tot de Gehoorzaal Van halfvier tot vijf uren des namiddags, de Breestraat van de Gehoorzaal af, en het Noordeinde. Bij gelegenheid van het vuurwerk op de Ruine, van negen uren des avonds tot na den afloop, het Rapenburg vao de Nieuw- steeg af tot de Breestraatdo Garenmarkt, Lange en Middelste Raamslegen, Koepoortsgracht tot de Molensleeg. Bij gelegenheid der illuminatie van de Academische en andere openbare gebouweD, mogen de navolgende straten en grachten van des namiddags vijf uren alléén bereden worden in de hier onder aangegeven richting, als: Het Rapenburg 1VZ. van den Vliet naar de Breestraatde Nieuwe Rijn van de Hoogstraat naar het Utrechtsche Veer de Vischmar/d, van de Botermarkt naar de Aalmarkt de Breestraatvan de Hoogewoerd naar het Noordeinde. Van des namiddags vijf uren tot na den afloop der feestviering mag niet anders dan stapvoets gereden worden, evenmin des namiddags bij gelegenheid der muziekuitvoeringen op de Bees tenmarkt cn Korenbeurslangs de Beestenmarkt, Turfmarkt Nieuwen Rijn, Boteren Vischmarkt. Verder wordt een ieder dringend uitgenoodigd, de aanwijzingen die door of vanwege de Politie, in het belang der goede orde mochten gegeven worden, op te volgen, opdat een geregelde en ongestoorde afloop der feestviering -verkregen worde. De Burgemeester voornoemd, v. d. BRANDELER. Leiden, 5 Februari 1875. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien het besluit van den heer Commissaris des Konings in deze provincie, van den 19den Januari 1875, A n°. 187 (2de afd.), Prooinciaal blad n°. 4, houdende regeling van de Loting voor de Nationale Militiealsmede het nader besluit van 25 Januari 11., A, N°. 266 (2de afd.), houdende wijziging van de vastgestelde regeling; Gelet op de bepalingen der Wet van den 19den Augus tus 1861 Staatsblad n°. 72), alsook op die van Zijner Majesteits besluit van den 8sten Mei 1862 {Staatsblad n°. 46) Doen te weten: dat de loting der in het vorig jaar binnen deze gemeente voor de Nationale Militie ingeschre venen, en alzoo voor hen die geboren zijn in het jaar 1S55, zal geschieden in een der vertrekken van het Raad huis, op Vrijdag en Zaterdag den 12den ea 13den Februari aanstaande, telkens des morgens te lialftien; dat deze loting in eene alphabetische volgorde der namen van de ingeschrevenen zal plaats hebben, en wel: op Vrijdag den 12den Februari 1875, voor de ingeschrevenen wier familienaam begint met de letter A lot en met de letter K, en op Zaterdag den 13den Februari 1875, voor de ingeschrevenen wier familienaam begint met de letter L tot en met de letter Z. Voorts, dat bij art. 33 der Wet is bepaald, dat voorden ingeschrevene, die niet is opgekomen, het nommer kan getrokken worden door zijn vader, moeder of voogd, ter wijl, is ook deze niet opgekomen, alsdan het trekken ge schiedt door den Burgemeester of het lid van den Raad der gemeente, waar de loteling is ingeschreven; dat ingevolge art. 34 de opgekomen ingeschrevene, dadelijk na het trekken van zijn nommer, de redenen van vrijstelling opgeeft, die hij meent te hebben. Het opgeven van deze redenen kan door zijn vader, moeder of voogd geschieden, zoo deze tegenwoordig en de ingeschrevene niet opgekomen is. Wijders, dat tot het opmaken der getuigschriften, ver meld bij art. 53, tol het bekomen van vrijstelling wegens broederdienst of op grond van te zijn eemge wettige zoon (welke getuigschriften worden afgegeven op de getuigenis van twee bij den Burgemeester bekende en te goeder naam en faam staande ingezetenen, die zich ieder voorde waarheid van het daarbij verklaarde, door mede-onder- teekening, verantwoordelijk stellen), de gelegenheid be staat ter Secretarie dezer gemeente, op Dinsdag den 16den en Vrijdag den 19den Februari aanstaande, van 's voor- middags tien tot 'snamiddags drie uren. En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant van den ls'.en en den üden Februari 1875 afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST. Secretaris. Leiden, 30 Januari 1875. In de voorlaatste zitting van den Gemeenteraad is in beginsel uitgemaakt dat een bepaald recht op pensioen zal worden toegekend, en wel op den grondslag van het vierde stelsel, het voorstel der commissie van financiën, dat wil zeggen tot een bedrag naar vaste regels berekend, maar niet aan alle eervol ontslagen gemeente-ambtenaren, doch enkel aan hen, die zich bereid verklaren jaarlijks een kleine som tot gedeeltelyke goedmaking der pensioenkosten bij te dragen. De discussiën, bij de behandeling dier zaak gevoerd, rnbgen in waarheid leerrijk worden ge noemd. Onzen lezers toch zal het evenmin als ons ontgaan zijn hoe enkele raadsleden, ofschoon met de overtuigende bewijzen van het tegendeel voor zich, beweerden dat het tot dusver gevolgde stelsel, als men het dan al den naam van stelsel geven wil, tot nogtoe geen groote bezwaren had opge leverd. Ons dunkt dat het voorbeeld van den straatmaker, wien de voorzitter merkte het terecht op thans het pensioen is toegekend dat hem een paar jaar vroeger werd geweigerd, sterk genoeg spreekt. De man had toen zeker evenveel aanspraak als nu, en er bestaat alle grond om te onderstellen dat de thans gevallen gunstige beschikking hoofdzakelijk het gevolg is van hetgeen voorviel ten opzichte der pensioneering van dien anderen gemeente-arbeider, wiens dood belette dat hij eenig genot had van het hem verleende voorrecht Gelukkig echter waren de gemeenteraadsleden, die deze zienswijze waren toegedaan, verre in de minderheid en heeft men besloten het boven door ons vermelde stelsel te volgen. Van voorrechten en gunsten, op willekeurige wijze toegekend en maar al te dikwijls afhankelijk van de toevallige samenstelling der vergadering, waarin een des betreffend besluit werd genomen, zal voortaan geen sprake meer zijn. Thans is aan de huishoudelijke commissie de taak opgedragen een reglement te ontwerpen in den geest van het aangenomen stelsel, en die toch mag verre van gemakkelijk worden geacht, vooral wat betreft de behartiging der belangen van die lagere rubriek van gemeente-ambtenaren of liever beambten, waartoe de nu pas gepensio neerde straat maker behoort. Het mag betwijfeld worden of voor hen de kans gelijkstaat met die der hooger geplaatste gemeente-ambtenaren. Bij het maken van reglementen dient men zeker in de eerste plaats de ontwikkeling in het oog te houden van hen, voor wie ze moeten gelden, en in dat opzicht zullen velen met ons instem men wanneer wij beweren, dat de gemeente-amb tenaren der hoogere rangen, de meer ontwikkelden, veel meer geneigd zullen worden bevonden een kleine bijdrage te storten met liet doel om zich in de toekomst van een pensioen te verzekeren, dan dat het geval zal zijn met de mindere beambten, bij wie men tot een, zij het dan ook geringe, korting op het weekloon zal moeten over gaan. Neemt men daarbij in aanmerking hoe betrekkelijk weinig personen uit den arbeidenden stand met het oog op den ouden dag gebruik maken van de spaarbank, dan mag men met recht vragen of niet menigeen van de mindere gemeente-beambten ook onder het aanstaande pen sioen-reglement een onzekere toekomst tegemoet gaat. Men zal ons tegenwerpen dat dit hun eigen schuld zal zijn, en dat beamen wij ten volle. Slechts wilden wij er op wijzen dat de verhoudingen tusschen de verschillende rubrieken van ambtena ren, wat de vrijwillige bijdragen voor het pensioen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 1