vest.-art. de maj. C. E. A. Yigelius, van het 2de reg. vest.-art.; gedetacheerd bij de militaire ver kenningende 1ste luit. J. Hora Aderna, van het 7de en W. Van der Mandere, van het 8ste reg. inf. Z. M. heeft den luit.-kolonel commandant van het reg. grenadiers en jagers S. L. J. Quey- sen bevorderd tot kolonel-commandant van het corps; benoemd: bij den grooten staf lot luit.- kolonel J. D. A. Barre, adj. van Prins Frederik bij den prov. staf tot luit.-kol. J. H. YVichers, bij den staf der inf. tot gen.-majoor J. F. Beekman, bij het 2de reg. tot kol.-comm. J. V. D. Bittlinger, bij het 5de reg. tot luit.-kol. K. J. N. Weyland, bij het Ssle'tot majoor A. A. J. Nijland; in zijn rang overgepl. bij den gen. staf den luit.-kol. L. P. Van Beekbenoemd tot majoor bij het 4den reg. huzaren E. Visser. B. De Court Onderwater is erkend en toe gelaten als vice-consul van Denemarken te Dor drecht, onder de gewone bepalingen van onder- hoorigheid. Z. M. heeft aan Jhr. Mr. F. P. Van der Hoe ven, buitengew. gezant en gevolm. minister bij Z. M. den Keizer aller Russen, verlof verleend tot het aannemen van het grootkruis der orde van de Kroon van Italië; aan Mr. D. J. H. Van Eeden, op zijn verzoek, met ingang van 1 Mei, eervol ontslag verleend als procureur bij het prov. gerechtshof en in de arrond. rechtbank te Utrecht; aan T. A. E. R. Barge, te Amsterdam, vergund het aannemen en dragen der versierselen van ridder der orde van den H. Sylvester, hem door Z. H. den Paus geschonken. Gemengd Nieuws. Te Rotterdam is door een agent van politie op heeterdaad aangehouden een persoon, die met een baal koffie op den schouder een pakhuis in den Groenendaal uitkwam. Bij onder zoek bleek, dat een der zolders van dat pakhuis was opengebroken, en dat vier balen koffie wer den vermist. Later is men tot de zekerheid ge komen, dat die balen gestolen waren door den aangehoudene, in vereeniging met andere personen, en de koffie bij twee kooplieden in den Groenen daal en bij een koopman in de Poltebakkersteeg was verkocht. Drie personen zijn aangehouden en ter beschikking van de justitie gesteld. Donderdag 14 dezer heeft zekere VV. G. H. De VV., vrouw van M. L. S., te Haarlem, hare woning verlaten en is sedert niet weergekeerd. Huiselijke oneenigheld schijnt haar tot de daad te hebben gebracht. Men vreest dat zij het leven verloren heeft. Men meldt uit Haamstede van 2 0 dezer: Heden in den laten avond werden hier aangebracht vijf schipbreukelingen, zijnde de equi page van den Engelschen vischhoeker Affghan, kapitein William Leigh, tehuis behoorende te Lestoffe. Dat vaartuig was reeds den 'lOden dezer bij het woeden van stormwind en verbolgen zee op de zandplaat, genaamd het Noordland, in de Noordzee, op ongeveer 2 uur afstand van de kust, gestrand. Hoewel eenige schippers van Burgh- sluis het eerst Dinsdag van den vasten wal in het gezicht kregen en terstond besloten, wind en golven trotseerende, zoo mogelijk men- schenlevens te redden, de pogingen, daartoe aan vankelijk aangewend, moesten afstuiten op de verbolgenheid der elementen, weshalve een acht tal kloeke mannen overeenkwamen met het krieken van den volgenden ochtend zich in het scheepje van een hunner (een hoogaarts) te begeven en te beproeven zee te bouwen. Dat voornemen werd dan ook uitgevoerd. Ofschoon de wakkere mannen hun leven ieder oogenblik in gevaar zagen, ste venden zij onder aanhoudende krachtsinspanning naar het doel, doch geene mogelijkheid bestond er om het schig te bereiken. Reeds werd de steven van de broze kiel gewend, maar op hetzelfde oogenblik bemerkte een der man schappen in den top van den mast van het gestrande vaartuig eene noodvlag. Aanstonds ver andert men nu van besluit; andermaal wordt beproefd de Affghan nabq te komen, en de volhardende pogingen der redders worden met gelukkigen uitslag bekroond. Vijf menschen, die sinds Maandag-avond een laatste wijkplaats in -den mast van hun vaartuig, door wind en golven gebeukt, zonder levensvoorraad, hadden gevonden, werden van een wissen dood gered en in de hoogaarts opgenomen. Dadelijk voorzagen de red ders in de eerste behoeften der geredden. Als uitgehongerde gieren vielen deze op het voedsel aan, betuigende dat ze het niet langer hadden kunnen uithouden, daar hunne krachten waren uitgeput. Te halfacht in den avond kwamen allen behouden aan wal. Aanstonds werden maatregelen genomen om de geredden, die er deerlijk uitzagen en niets hadden kunnen behouden, per as naar deze gemeente te vervoeren, waar zij, aan de goede zorg van den burgemeester overgegeven, dadelijk in een logement werden opgenomen, om den vol genden dag van hier per rijtuig naar Brouwers haven te worden overgebracht en van daar naar hun vaderland terug te keeren. De namen der moedige redders zijn: Laurene Knop en Cornelis De Groen van Bruinisse, Jacob Van de Klooster, Dirk Van de Klooster, Marien Van de Klooster, Cornelis Kommer, Marien Van de Klooster Dz. en Cornelis Melieste, allen wonende te Burgh- sluis, gemeente Burgh. Gistermiddag omstreeks twee uren is, vermoedelijk door 't hard stoken der fornuizen, in een der keukens van het kon. paleis in Den Haag een schoorsteenbrand ontstaan, die zich in den aanvang ernstig deed aanzien. Door de hulp van het paleispersoneel en de politie, die van een extincteur gebruik maakte, was de brand spoedig gesmoord. Men meldt uit Almelo: In verse hei den winkels, slijterijen en koffiehuizen werden in den laatsten tijd verschillende zaken vermistgeld uit de toonbanklade of fijne wijnen, meest cham pagne, likeuren of sigaren, zonder dat men eenig spoor van inbraak ontdekte. Vrjjdag heeft men de daders in handen gekregen, die reeds volle dige bekentenis hebben afgelegd en met groote behendigheid en goed overleg de diefstallen pleeg den. Het zijn twee jongelieden: de zoon van een achtenswaardig ingezeten aldaar, en een jongen uit de lagere klasse, bij wiens familie het gesto- lene werd gebracht en gebruikt. INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur, Ik maak u mijn kompliment, dat gij edelmoedig genoeg zijt om, daar waar men u critiseert, die critiek niet achterwege te laten. Zonder van uwe edelmoedigheid misbruik te willen maken, verzoek ik u vriendelijk, nog onderstaande regelen te plaatsen, en dan is het daarmede van mijne zijde basta! Dat de heer Dixi het woord voor mij heeft opgenomen, doet mij genoegen, wantqui s'excuse s'accuse zegt men maar al te vaak, en daarom wilde ik op de aanmerking van de Pmdactie zwijgen. Om te toonen dal de verstandigen wel eens onver standige dingen doen (het errare liumanum est kent iedereen), hetgeen des te ergerlijker is als men meent de wijsheid in pacht te hebben en boven alle verbetering verheven te zijn, was slechts het doel van mijn schrijven, want verbetering in het programma was er toch niet te verwachten. Wat nu de heer Dixi tegen uwe aanmerking op mijn stuk in het midden brengt, daarover staat het mij niet vrij te oordeelen, want het zou hier wezen partie prise; maar uwe aanmerking op Dixi's woorden, ook deze moeten hier de critiek ondergaan. Als onpartijdig redacteur, en dat is uwe gelukkige leuze, moest ge u buiten de quaestie van het feestprogramma hebben gehouden; dat deedt ge niet ten opzichte van mijn geschrijf en dat heeft UEd. ook niet gedaan ten opzichte van Dixi's woorden. Dat is uwe fout niet alleen, maar ge verergert nog de geheele zaak, want ge maakt bovendien de Commissie, die ons dat prachtig feestprogramma heeft bezorgd, een niet zeer vleiend kompliment, door uwe vraag: wat moet er gedaan worden, wie doet er een goed plan aan de hand, enz. Het heeft immers nu allen schijn dat gij over tuigd zijt dat het feestplan niet goed is, enz. Gij zijt ook zeer bezorgd hoe de vreemde lingen zullen ontvangen worden, enz. Doch eilieve, mijnheer, dat betreft immers de taak van de feestcommissie die, zooals wij hopen en vertrouwen, in al hare wijsheid al die omstandigheden wel zal hebben ingezien, door dacht en ook daarin zal hebben voorzien; want wil men een feest aanleggen, dan dient' er dok voor de praeparata, enz. gezorgd te worden, dat is nu niet meer uwe of onze zaak, want buiten ons is het programma vastgesteld en zal hetj hoe gebrekkig dan ook, worden uitgevoerd. Dus summa summarumuwe inmenging in de quaestie was te voorbarig en gij hebt uwe leuze „Onpartij digheid" niet genoeg gehandhaafd. Doch wie kan zichzelven ook altijd gelijk blijven?. Met achting en onder dankbetuiging a. S. [Door ook dit stuk te plaatsen rneenen we een bewijs te meer van onze onpartijdigheid te geven, en toen we aan den voet van het vorige artikel de bewuste vraag deden, hebben we haar even min uit 't oog verloren. Immers, de ondervinding heeft geleerd dat herhaald geschrijf en gepruttel, wanneer men daarmede niet tijdig genoeg komt, gewoonlijk tot niets leidt; vooral niet, wanneer, zooals nu, de dag der feestviering zoo nabij is. Dan moeten geen woorden, maar daden spre ken Vandaar dat wij, als het vastgestelde plan van feestviering volgens a. S. niet goed is, vroe gen wie helpt ons dan aan een goed plan? Daarmede verzaakten we geenszins onze onpartij digheid, maar gaven er alleen mede te kennen, dat het, in plaats van te schrijven, beter ware de handen uit de mouw te steken! En wie zal dat nu doen? Dan alleen zal men zijn doel kunnen bereiken. Wij wenschen daarom hiermede over deze zaak het debat te sluiten, tenzij er iemand mocht zijn die een ander, beter, maar tevens uit voerbaar plan aan de hand doet. Kan men dat niet, dan is 't beter te zwijgen. Red.] BUITENLAND. Frankrij k. In de nationale vergadering is met 557 tegen 146 stemmen besloten tot de tweede lezing van de constitutioneele wetten over te gaan. De min derheid, die tegen stemde, bestond uit 66 repu- blikeinsche afgevaardigden, eenigen van de linker zijde, het meerendeel der leden van de uiterste linkerzijde, 58 legitimisten en 21 Bonapartisten. Van de gematigde linkerzijde hebben o. a. tegen gestemd de heeren Emmanuel Arago, Jules Grévy, Longeon en Wilson. Zeventien leden van de uiterste linkerzijde hebben met de meerderheid gestemd. Van de legitimisten hebben o. a. de heeren De Castellana en De Larcy voor gestemd, en onder de 10 Bonapartisten, die zich bij de meerderheid voegden, behooren Brame, DelisseEngrand en Magne. Eenige legitimisten van de uiterste rechter zijde hebben zich van stemming onthouden. Duitscliland De, rijksdag j heeft bij de derde lezing der wet op het burgerlijk huwelijk aangenomen. Tot opheldering van het gebeurde met de Nautilus wordt gemeld, dat dit schip, op zijn tocht van Santander naar Guetaria, aldaar op 14 dezer aan een Spaansche boot een schrijven aan kapitein Zepplin te Zarauz overgaf met ver zoek het aan den militairen commandant te Guetaria te overhandigen, die voor de verdere verzending naar Zarauz zorgen zou. De Carlisten schoten op de -Spaansche boot tot zij de parlementaire vlag heesch. Van de andere zijde werd geen schot gelost. De bisschop van Munster is voor de recht bank te Kleef gedagvaard, wegens eenige woorden in eene predikatie bij de toediening van het H. vormsel. Spanje. Uit Santander wordt gemeld, dat generaal Pala- cios zich met zijne beide zoons en eenige Carlis- lische officieren bij de autoriteiten heeft aange meld en om amnestie verzocht. Maarschalk Serrano wordt heden te Madrid verwacht. Espartero heeft den Koning laten weten, dat hij bij diens kornet te Logrono aan het station zal zijn om hem te begroeten. De Madridsche dagbladen constateeren met voldoening, dat de Fransche autoriteiten een be zending wapenen in beslag genomen hebben, be stemd voor de Carlisten in Navarra. Van de 47 Carlistische officieren, die hunne adhaesie hebben geschonken aan het gouverne-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 2