I LEIDSCH DAGBLAD. N°. 4586. A0. 1875. Zaterdag 23 Januari. o| PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1.—. n t Franco per postn L40. ie; -x. Afzonderlijke Nommersn 0.02. Deze Courant wordt dagelijksmet uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTTEN Van 16 regelsf 1.05. Iedere regel meern 0.171. Grootere letters naar plaatsruimte. STADS-BERICHTEN. ^BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen te weten, dat ingevolge art. 2 der Verordening, regelende de invordering der plaatselijke belasting op de honden, iedere houder van een of meer honden, die aan de be lasting onderhevig zijn, verplicht is daarvan jaarlijks vóór of op den 31sten Januari bij den Gemeente-ontvanger aangifte te doen door inlevering van een behoorlijk inge vuld en door den aangever onderteekend biljet; dat be doelde invullingsbiljetten voor het dienstjaar 1875 van heden af kosteloos ten kantore van den ontvanger ver krijgbaar zijn. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 29 December 1874. LEIDEN, 22 Januari. v. Gisteravond trad de heer Hermann Linde voor de tweede maal in de Stadsgehoorzaal op en stelde ons nog meer dan den vorigen keer in de gelegen heid zijn eigenaardig en veelzijdig talent te be wonderen. Het tooneeluit „The Merchant of Venice" maakte het eerste gedeelte van zijn programma uit. Het was dat tooneel waarin Shylok, de jood, het voorwerp van al den haat en de dieps ver achting die in de middeleeuwen het deel der Israëlieten waren, zich meent le kunnen verlus tigen in het denkbeeld, dat hij nu eindelijk eens zijn lang verkropte woede aan een christen zal kunnen koelen. Immers hij heeft den koopman Antonio eene schuldbekentenis doen teekenen, en zoo die vervalt, heeft hij het recht hem een pond vleesch uit het lichaam te snijden. Welnu, de wissel is vervallen, Antonio heeft hem niet inge lost. Ha, hoe zal Shylok zich wreken, hoe zal hij den christen pijnigen, hoe zal hij hem folteren Spreek hem niet van barmhartigheid, niet van medelijden! Hij kent ze niet. Onwrikbaar blijft zijn eisch. Hij wil „zijn pond vleesch." De wet spreekt in zijn voordeel. Htj zegepraalt. In die scène vertoonde Linde zich in al zijn kracht. Wie toch zal, zooals hij, die zegepraal van den zoolang vertrapten jood zoo aanschouwelijk weer geven, wie zal die lang verbeten woede zoo in al bare afgrijselijkheid schilderen en daarbij geen enkele maal zich bezondigen tegen de eischen der aesthetiek En als de spitsvondigheid van den advocaat den armen Shylok al het zoet der wrake ontrooft, als in plaats van de vervulling zijner wenschen niets dan nieuwe vernedering en diepe ellende zijn deel worden, boezemt ons Linde's meesterlijke voordracht weer medelijden in met den man, dien we zoo even om zijn lagen hartstocht diep verafschuwden. Shakespeare's „Midsummer-night's dream" maakte het tweede gedeelte van het programma uit en schonk ons de gelegenheid om Linde's meesterschap ook in dit genre te leeren kennen. Wat al stemmen, wat al gebaren had hij hier tol zijne beschikking, en hoe meesterlijk wist hij er partij van le trekken! Linde gaf, wat ook niet wel mogelijk zou zijn, niel het geheele stuk. Een kort overzicht van 't ge heel ging zijne vertolking vooraf. Het waren vooral de humoristische scènes die hij ons liet hooren. Hoe onwederstaanhaar komisch was het looneel, waarin de Alheensche handwerkslieden het stuk vaststellen dat zij zullen opvoeren ter gelegenheid van Theseus' huwelijk met Hippolyta. Wie werd niet gedwongen tot een hartelljken gullen lach bij de gestoorde repetitie en de aller- vermakelijkste uitvoering van het stuk? Mèn her- innere zich b. v. slechts de prologen. Van geheel anderen aard, maar niet minder verdienstelijk, was de teekening van Titania's dwaze en toch zoo teedere liefde voor den pseudo-Pyramus, nadat hem een ezelskop was opgezet. In 't kort, Linde toonde zich dezen avond op nieuw een onovertroffen declamator niet alleen, maar tevens een der best ingewijden in den rijken letterschat van Engelands grootsten dichter. Ook Z. M. de Koning heeft ingeteekend op de Feestrede, den Ssten Februari door Prof. Heyn- sius in de Pieterskerk alhier te houden. Naar men verneemt worden door den Senaat der hoogesckool te Utrecht afgevaardigd, om aan het 3de eeuwfeest der Leidsche hoogeschool deel te nemen, vijf hoogleeraren, waaronder rector en secre taris, zoodat elk der faculteiten vertegenwoordigd is. Bij den feestmaaltijd zal het lager onderwijs wor den vertegenwoordigd door den hoofdonderwijzer J. D. Van Wijk alhier, het middelbaar door den directeur der H. B. School en het voorbereidend hooger onderwijs door den rector van het gym nasium. Bij de dezer dagen gehouden openbare aan besteding ten behoeve van den arbeid der gevan genen in het huis van opsluiting en tuchtiging te Leeuwarden is de firma Gebrs. Van Wijk en G°. alhier aannemer geworden van wollen ketting garen voor dekens a f 4.60'/2. De heeren J. Schoutendorp Pz., P. Dijck- meester, W. A. P. F. L. Winckel, J. G. Brillen- burg, A. J. De Geus, J. W. Van Goens, J. J. F. Van Hamel, A. E. Pool, J. H. Abendanon, A. Dull, J. D. Van Kuyk, G. D. W. Pape, Jhr. Mr. J. H. Singendonck, Jhr. Mr. C. A. Van Sypesteyn, W. L. Voorduin, P. A. L. Mac-Lean en C. B. J. A. Wierdels zijn ges leid ter beschikking van den gouv.-gen. van Ned.-Indië, om te worden benoemd tot rechterlijk ambtenaar daar te lande. De Staatscourant behelst een eerste lijst van niet geëxamineerde veeartsen, aan welke, krachtens art. 45 der wet van 8 Juli 1874 Staatsblad n°. 98), een bewijs van toelating tot uitoefening der veeartsenij kunst is uitgereikt. Daarop komen o. a. voor de heeren W. F. Muis te Alkemade en T. Rietmeijer te Oegstgeest. Gisteren is ter voorziening in de vacature in Den Haag het volgend drietal predikanten ge vormd Baart de la Faille, pred. te Ridderkerk Dr. Knotnerus, pred. te Dordrecht, en Sjoers, pred. te Oppenhuizen. De afdeeling Rotterdam, Schiedam en om streken der Hollandsche Maatschappij van land bouw zal Donderdag 18 Maart a. s. eene ten toonstelling van rundvee, schapen, varkens en pluimgedierte houden te Schiedam. Voor het gedeelte groot f 1.000,000 van de 2de serie ad 3,500,000 der leening 1873 Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen, waarvoor de inschrijving op den 19den Januari jl. hij de Associatie-cassa te Amsterdam plaats had, was meer dan het viervoudige bedrag ingeschre ven. tn overeenstemming met de bepaling der statuten kon aan de preferente aandeelhouders slechts ongeveer 23 pCt., en aan de overige inschrijvers '13 pCt. hunner inschrijving toegewe zen worden. Uit Kampen wordt gemeld: In de zitting van den gemeenteraad is beraadslaagd over het geen den raad te doen staat, nu Gedep. Staten de hegrooting van 1875, ter zake van den ver hoogden post voor predikantstractementen, hebben afgekeurd. Met 10 stemmen voor en 2 tegen, terwijl 2 leden zich buiten stemming hielden, is besloten om in die afkeuring niet te berusten, maar volgens art. 209 der gemeentewet zich tot den Koning te wenden. Aan de commissie, die sedert jaren de behandeling dezer zaak in den raad heeft voorbereid, is opgedragen het adres te ontwerpen, hetwelk thans bij Z. M. zal worden ingediend. Men verneemt, dat de kerkeraad, in afwachting van de koninklijke beslissing, het be- roepingswerk, ter vervulling der vacature Gerth van Wijk heeft gestaakt. De gemeenteraad te Rotterdam heeft gis teren benoemd tot directeur over de Zeevaart kundige school den heer J. B. J. Lucardie. De directie voor het Noordelijk zendings- feest heeft aan den gemeenteraad te Winschoten te kennen gegeven, dat de voorwaarden van den raad, om geen onderbosch te mogen kappen, ge lijkstaat met eene weigering om het bosch voor een zendingsfeest af te staan. De raad benoemde, op verzoek der directie, eene commissie, om met gecommitteerden der directie de zaak op het ter rein zelf te bespreken. Aan de openbare school te Heesch in Noord- Brabant is eene hulponderwijzeres benoemd, dewijl zich op de herhaalde oproepingen geen enkel hulp onderwijzer heeft opgedaan. Naar men meent is dit tot heden het eerste geval in die provincie, dat in eene openbare school met gemengde be volking eene hulponderwijzeres optreedt. De luit.-ter-zee 2de kl. G. M. Titsingh, laatst behoord hebbende tot de zeemacht in N.-I. en van daar den 14den dezer in Nederland teruggekeerd, wordt met dien datum op nonacti viteit gesteld de 2de luits. hij het corps mariniers J. R. J. P. Cambier en aE. A. G. De Petit, resp. commandeerende de aan boord van Zr. Ms. wachtschepen le Iiellevoetsluis en de te Willems oord ingescheepte detachementen mariniers, worden met den laatsten dezer gesteld ter beschikking van den commandant van genoemd corps. Aan den fortificatie-opzichter 1ste kl. J. L. Voorman, te Delft, is de gouden medaille toege kend voor 36 jaren trouwen milit. dienst en de gratificatie van ƒ50. De 1ste luit. der inf. G. H. Aalders, die voor 2 jaren hij het leger in O.-I. is gedet. geweest, is weder hij het 2de reg. inf. te Maastricht ingedeeld. Het contingent suppletietroepen, dat in den loop van dit jaar naar de overzeesche bezittingen zal worden uitgezonden, zal bestaan uit 1480 man naar O.-I. en 130 naar West-Indië. Z. M. heeft Fr. Van Overzee erkend en toegelaten als vice-consul van Oostenrijk-Hongarije te Rotterdam, op den voet van Ned. onderdaan; benoemd tot lid van den hoogen raad van adel Mr. L. A. J. W. baron Sloet van de Beele, te Arnhem; aan Mr. A. T. Miquel, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als griffier hij het kanton gerecht te Raalte; aan Mr. H. Machielsen, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als lid der commissie van administr. over het burg. en mil. huis van verzekering te Zwolle, en benoemd tot lid dier comm. Mr. M. Sichterman, rechter in de arr.-rechtb. te Zwolle; aan de Europeesche fuseliers van hel leger in N.-I. R. Grem, IC. L. Brouwer en A. Jegen als blijk van Zr. Ms. goedk. en tevredenheid, wegens de redding van een drenkeling uit de Balangan- rivier op 29 Aug. Ib74, toegekend de bronzen medaille en een loffelijk getuigschrift; de benoe ming van L. W. Van Os, burgem. van Diever en van J. Pottinga Szn., burgem. van Vledder, tot secr. der gemeente, goedgekeurd; benoemd tot burgem. der gem. Zwaluwe P. L. De Jongh, der

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 1