ontvangen van de belanghebbenden, ten opzichte der tabellen door de schattingscommissie opge maakt van de middelprijzen der in het tarief op genoemde koopwaren. Door den Ned. consul te Leith is J. Cairus aangesteld tot zijn consulairen agent te St.-Davids. Eerste Kamer. In de zitting van heden zijn aangenomen de hoofdstukkenbinnenl. zaken en financiën met algemeene, marine met 24 tegen 4 en oorlog met 22 tegen 8 stemmen. Gisteren is de heer Van Lansberge in Den Haag aangekomen en heeft zijne apartementen be trokken op het Plein. Tot voorzitter van de Haagsehe Kamer van koophandel is benoemd Dr. J. Th. Mouton en tot voorzitter-plaatsverv. de heer J. T. Mansvelt Beek. Z. M. heeft benoemd ter zake der krijgs verrichtingen na het einde der 2de expeditie tegen Atjin, tot ridder 4de kl. der Milit. Willemsorde den kapt. der inf. A. A. i. L. De Jongh, den lsten luit. der inf. H. A. Calkoen, den lsten luit. der genie J. W. N. Cramer, de offic.-van-gez. 2de kl. M. L. Ritsema en S. Hartog; den serg. der sapp. J. Rijser, en den serg. der inf. L. Burgi; tol ridder van den Ned. Leeuw den off.-van-gez. lste kl. F. Perk; terwijl by afzonderlijke dagor ders, zoo in Indië als in Nederland, eervol zullen worden vermeld: de maj. der inf. J. G. Scharp, de off.-van-gez. lste kl. G. A. Raland, de lste luits. der inf. M. Van der Laan en H. G. J. Van Hoogstratende serg. der art. IC. Geiges, de korp. der inf. D. Beets, en de hospitaalbediende H. Brou wer; benoemd tot apotheker 3de kl. bij den mil. geneesk. dienst in Indië den kweekeling der phar- macie H. W. J. Cowan; op zijn verzoek, aan Jhr. A. Ivlerck eervol ontslag verleend uit zijn betr. van buitengewoon lid of consulent der com missie tot de zaken der Prot. kerken in Ned. Oost- en West-Indië; S. Solomon benoemd tot Ned. consul te St.-IIelena; pensioen verleend aan A. J. De Vries, gew. onder-amanuensis voor de scheikunde aan de polytechnische school te Delft, a f 87 's jaars, en aan W. J. M. Engelberts, eervol ontslagen eersten opzichter bij 's Rijks Museum te Amsterdam, a f 421 'sjaars; benoemd lot correspondenten van de commissie van rijks adviseurs voor de monumenten van geschiedenis en kunst in de prov. Noord-Holland: Alkmaar, C. W. Bruinvis; in de prov. GroningenSloch- teren, Mr. A. J. Thomassen a Thuessink van der Hoop; te Brussel, R. Chalon. CS-emeirg-d. iNieuws. In de heden gehouden zitting der arrondissements-rechtbank alhier zijn in de zaak van het spoorwegongeluk te Warmond 20 getui gen gehoord. Morgen zal het verhoor der overige 12 getuigen plaats hebben en daarna de verde diger Mr. Ph. A. Haas het woord nemen. Het Handelsblad meldt: Hetgerucht.dat de justitie omtrent den moord, voor een paar jaar op mevr. Van der Kouwen in Den Haag gepleegd, belangrijke ontdekkingen heeft gedaan, wordt be vestigd door hetgeen ons wordt medegedeeld. In de Bagijnestraat in Den Haag, zoo wordt ons be richt, is in de vorige week een werkman bloed verwant van een dienstmeid, welke voorheen bij mevr. Van der Kouwen diende door een huis genoot, dien hij mishandelde en uitschold, toege voegd: „Maar ik heb mevr. v. d. IC. niet vermoord," of een dergelijke uitdrukking. Iemand, die deze woorden gehoord had, gaf er kennis van aan de politie; de werkman werd in hechtenis genomen en gewichtige aanwijzingen werden ontdekt, o. a. de reeds genoemde bloedverwantschap en het bezit van van een vrij groote inschrijving op het Grootboek, waarvan hij de herkomst niet verklaren kon. Wij deelen deze bijzonderheden mede, zooals zij ons zijn overgebracht, natuurlijk onder alle reserve. Door de nasporingen der politie is het wellicht eindelijk gelukt den draad in handen te krijgen vaneen allerbelangrijkste zaak, die sedert eenigen tijd in geheel Nederland van algemeene bekendheid is. Nooit toch werd er in de dag bladen zooveel over nagemaakte muntstukken ge klaagd als tegenwoordig, en het ging zelfs zoover, dat men bij benadering reeds de hoofdstad aan wees, waar dit komplot van valsche munters moest .schuilen. Aan twee politie-bearnbten te Amsterdam mocht hel gelukken twee mannen in de Kapelsteeg te arresteeren, die vermoedelijk het noodige licht over deze sedert lang duistere geschiedenis zullen werpen. De toedracht der zaak is ongeveer de volgendeEen paar dagen geleden begaf zich de vrouw van H. Tophoff, wonende in den Zeven- haken-en-oogengang, bij de lste Anjeliersdwars straat, des avonds bij een koekebakker in de buurt om iets te koopen. De rijksdaalder, dien zij ter betaling van de gekochte goederen gaf, kwam den bakker voor valsch te zijn, die daarop onmid dellijk naar de politie zond, ten gevolge waarvan genoemde vrouw naar het bureel werd medege nomen. Daar gekomen, schijnt zij over de herkomst van het muntstuk niet de voldoende ophelderingen te hebben kunnen geven, waarom ook de man werd ontboden, die daarop die belangrijke mede- deelingen deed, ten gevolge waarvan in de Kapel steeg twee mannen werden gearresteerd, bij wie de benoodigde werktuigen ter vervaardiging van valsch geld, als een loodgieterslepel, waarin nog eenig zilver vermengd met compositie, vijlen en gips- vormen werden gevonden. Het gerucht, als zou bij Tophoff een zak rnet valsch geld gevonden zijn, moet nog worden bevestigd. Bij arresten van gisteren heeft het prov. gerechtshof in Zuid-Holland L. S. Smit en P. St.-Nicolaas, sjouwerlui te Rotterdam, schuldig verklaard aan diefstal van touw van een bewoond vaartuig en hen veroordeeld ieder tot 5 jaren tucht huisstraf. Van twee der drie ten laste gelegde fei ten werden zij vrijgesproken, zoomede van de ver zwarende omstandigheid dat zij den diefstal bij nacht zouden hebben gepleegd. De twee jongens, die jl. Vrijdag terechtstonden, ter zake van diefstal van pantoffels uit een winkel aan den Binnenweg te Rotterdam, werden veroordeeld v. L. tot een jaar gevangenisstraf en v. B. tot zes maanden opsluiting in een verbeterhuis. Ten aanzien van den laatste werd beslist, dat hij met oordeel des onderscheids had gehandeld. Eindelijk legde het hof 5 jaren tuchthuisstraf op aan zekeren J. Doornen, timmer-, mansknecht, laatst te Rotterdam woonachtig, die zich had schuldig gemaakt aan diefstal van eene koe uit eene weide onder Hillegersberg. Hij trachtte het beest op de Rotterdamsche markt te verkoopen, maar de politie was door den kooper, die achter docht koesterde, gewaarschuwd en was aanwezig toen de verkoop zou plaats hebben, die toen na tuurlijk niet doorging. Een zeldzaam voorkomend rechtsge ding wordt thans tegen den Staat gevoerd. In den loop van 1873 werd door den officier van justitie te 's-Herlogenbosch bekend gemaakt, dat de rechtbank aldaar had uitgevaardigd een bevel tot voorloopige aanhouding wegens oplichting tegen D. P. M. Haaiman, zich ook wel noemende Salomons. De verdachte werd niettegenstaande de nasporin gen der politie niet gevonden. Ook de politie van andere gemeenten werd aangeschreven, en zoo ontving in September de Amslerdamsche politie van den officier van justitie te Roermond (de plaats waar de oplichting was gepleegd) per telegram mededeeling, dat de verdachte Am sterdam met een bezoek zou vereeren. Den oden Sept. maakte de politie te Amsterdam zich meester van iemand, kleinhandelaar aldaar en reeds sedert twee jaren op de Geldersche kade woonachtig. Hij was genaamd H. Salomons, welken naam hij dadelijk aan den commissaris van politie opgaf en tevens ontkende oplichting te Roermond te hebben bedreven. Hij was ook niet uit Hoogezand, rnaar laatstelijk uit Utrecht naar Amsterdam over gekomen. De hoofdcommissaris van politie vond toch aanleiding, den voor hem gebrachten persoon naar het huis van arrest te doen overbrengen, waar hij ter beschikking van den officier van jus titie werd gesteld. Twee dagen verliepen zonder dat iets aan de zaak werd gedaan, rnaar den derden dag kwam wel alles aan het licht en bleek het, dat de justitie had gedwaald, maar toch onderging Salo mons nog eerst een minder aangename behande ling. Hij werd dien dag geboeid van Amsterdam naar 's-Hertogenbosch getransporteerd ten aanzien van ieder reiziger en van het Bossche publiek. Daar bleek echter, dat hij de persoon, tegen wien het bewuste bevel was uitgevaardigd, niet was, en toen eerst, na drie dagen van zijn vrijheid te zijn ver stoken geweest, werd Salomons in vrijheid gesteld. Deze niet alleen onschuldige, maar onwettige aan houding had voor S. ten gevolge, dat hij zeer gedaald is in de achting zijner medeïngezelenen, bekenden en met hem handeldrijvende personen. Crediet wordt hem niet meer verleend en daar door ondervindt hij groote schade. Dit gaf hem aanleiding zich tot het departement van justitie te wenden, met verzoek om in der minne eenige schadevergoeding te erlangen, maar dit verzoek werd tevergeefs gedaan. Met deze afwijzing niet tevreden, stelde Salomons tegen den Staat eene actie in bij den Hoogen Raad, en gisteren werd voor dit hoogste rechtscollege deze vordering namens den eischer breedvoerig toegelicht door den advocaat Mr. Eyssell. Het kwam hem voor, dat ambtenaren van den Staat, namens hem han delende, eene onrechtmatige daad hadden gepleegd, en dat de staat daarvoor aansprakelijk was. Ten allen overvloede wenschte pleiter door getuigen de waarheid van de gestelde feiten te bewijzen. Voor het overige was hij van oordeel dat de vordering voor toewijzing vatbaar was. Onder referte aan het oordeel van- den Raad nopens het aangeboden getuigenbewijs, werd de actie dooi de beide landsadvocaten bestreden. Zij zagen alleen in het gebeurde eene vergissing, waarvoor geen schadevergoeding tepaskomt, en geloofden dat er geen onrechtmatige daad was gepleegd en dat de Staat in rechten niet gehouden is tot schadevergoeding ter zake van de gevangenneming van den eischer, welke gebleken is bjj erreur te zijn geschied. De conclusie van het O. M. zullen wij later mededeelen. Voor de arrondissements-rechtbank te Amsterdam stond gisteren terecht S. IC., huis vrouw van E. v. N., beklaagd van het onbevoegd uitoefenen der tandheelkunde. Uit de verklaring der één ig-gedag vaarde getuige, gevoegd bij de bekentenis der beklaagde, bleek dat S. K., evenals een jaar vroeger reeds, den lsten November jl. een werkmeisje, mej. B., een tand had getrokken voor 75 ct.dat, tengevolge daarvan, een hevige bloeding was ontstaan, die 13 dagen had geduurd en, volgens het oordeel van deskundigen, bepaald gevaarlijk was geweest. Vervolgens had zij 's avonds voor 25 ct. een drankje verkocht, dat evenmin had gebaat, en nu verontschuldigde zij zich met de verklaring, dat zij zoo iets steeds onder directie van haar vader had gedaan en niet wist dat 't verboden was. Het O. M. eischte een geldboete van 75. In dezelfde terechtzitting werd een geval van schier gelijken aard behandeld. Een bekende zalfverkoopster G. K., huisvrouw van F., had een kind van 2 jaren met een zalfje voor f 2 van een hersenziekte willen genezen, met het treurig gevolg, dat het arme wicht, aan het welk de medicamenten van den huisarts, Dr. Van Doesburgh, willekeurig werden onthouden, 't met den dood bekocht. Vier getuigen werden in deze zaak gehoord, die opnieuw bewees welk een treu rige domheid en bijgeloof er nog onder 't volk heerschen, hoe vol vertrouwen velen zich over geven aan gewetenlooze bedriegers, en gezondheid en leven roekeloos op het spel zetten. De bekl. zelve bekende het feit; zij beweerde echter dat zij de zalf voor hetzelfde geld bij Cleban had gekocht, en haar adviezen uit liefdadigheid gaf. Het O. M. achtte het der bekl. ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, qualificeerde het als onbevoegde uitoefening der geneeskunst als bedrijf, en requireerde hare veroordeeling tot eene geldboete van f 200. In beide zaken uitspraak 18 Februari a. s. Uit Zwolle wordt gemeld, dat tenge volge der oude kwaal de sneltrein uit Utrecht, van 11.10, gisteren een uur te laat is aangekomen. De controleur te Lobith heeft aan de ambtenaren van den actieven dienst en de sloep roeiers, waaronder zich oude zeerobben bevinden, het rooken verboden. Gisterochtend werd te Kampen uit den Burgel opgehaald het lijk eener bejaarde vrouw, verpleegd in een der proveniershuizen. Daar de omgekomene tusschenbeide niet goed bij het hoofd was, schijnt hier aan zelfmoord gedacht te moeten worden. Te Ootmarsurn is de horlogemaker U., die sedert eenige dagen vermist werd, dooi den brigadier De Bruin te Oldenzaal in hech tenis genomen, als verdacht van het verkoopen van eenige horloges, die hem ter repareering waren toevertrouwd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 2