LEIDSCH DAGBLAD. N°. 4577. A0. 1875. Woensdag 13 Januari. STADS-BERICHTEN. Verhoogde veiligheid op onze spoorwegen. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1» - j Franco per postn f-40* Afzonderlijke n 0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTBEN: Van 16 regelsf 1.05. Iedere regel meer0.174. Grootere loiters naar plaatsruimte. De BURGEMEESTER van LEIDEN doet te weten dat de ■opgaaf van de herziening der belastbare opbrengst van <le gebouwde eigendommen in deze gemeente, voor de "wijken 1, 2, 3, 8 en 9, van heden af, gedurende dertig dagen, op de Secretarie alhier voor een ieder ter inzage is nedergelegd; alsmede dat de Commissie voor de herziening, tot het geven van inlichtingen aan de belang hebbenden, welke dit mochten verlangen, zitting zal hou den op Maandag 18 Januari e. k., van des voormiddags tien tot des namiddags één uur, in een der lokalen van het Raadhuis. En geschiedt hiervan openbare afkondiging door plaat sing in de Leidsche Courant. De Burgemeester voornoemd, v. d. BRANDELER. Leiden, 11 Januari 1875. BURGEMEESTER en WETHOUDERS VAN LEIDEN, Gezien art. 7 der Algemeene Politie-Verordening, vast gesteld den 24sten October 1867, doen te weten, dat door hen, ingevolge art. 6 dier verordening, is benoemd tot Raad •der gebuurte n°. 12 of n°. 4 van wijk IV de heerPIETER JACOB GROEN AJz. in plaats van den heer C. C. Van Rijsbergen, die uit de gemeente vertrokken is. En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant en hij aanplakking afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 11 Januari 1875. Het bericht, dat de machinist van den trein, waarmede het bekende spoorwegongeluk nabij "Warmond voorviel, voor de rechtbank zou terecht staan, heeft de herinnering aan dat betreurens waardige onheil weder verlevendigd. Daarbij kwam ook de ramp, voor eenige weken bij de brug tusschen Rotterdam en Schiedam voorgevallen, 1 zeker menigeen voor den geest, en met ontzetting denkt men aan de gevolgen, die zij na zich zou hebben gesleept, indien 't hier een personentrein had gegolden. De mare der spoorwegramp, die in de laatste dagen van het vorige jaar bij Shipton- on-Cherwell in Engeland plaats greep en aan ruim 30 personen het leven kostte, om van een zestig tal zwaar verminkten niet te spreken, is alleszins geschikt om bij het publiek, ook hier te lande, opnieuw bezorgdheid op te wekken. Aan achs! en wee's! bij dergelijke gelegenheden geen gebrek; niet minder gul is men met beschuldigingen tegen de betrokken beambten, en menigeen ontziet zich niet een veroordeelend vonnis uit te spreken, al I is hij ook ten eenenmale onbekend met de inrich ting van den dienst op de verschillende spoorlijnen. De verschillende spoorlijnen, zeggen wij, en dat is geen overdrijving, want elke maatschappij heeft in dat opzicht hare eigenaardigheden, en moge hel waar zijn dat men er zich in den laatsten tijd meer en meer op heeft toegelegd in den dienst, en met name in het seinstelsel, meer eenheid te hrengen, dit neemt niet weg dat in ons kleine land het viertal spoorwegmaatschappijen Hol landsche-, Rijn-, Staats- en Centraal er ieder een verschillend systeem op nahoudt, zoodat h. v. een machinist, die van de eene onderneming hij de andere overgaat, niet zelden zich volgens een geheel anderen maatstaf moet gedragen. Het vol gende strekke daarvan ten bewijze. Bij de Hollandsche en de Püjn-spoorwegmaat- schappijen om ons tot deze oudste onderne mingen hier te lande te bepalen geldt, wat de seinen betreft, een volkomen tegenovergesteld hoofdbeginsel. De eerste gaat uit van het denk beeld dat de weg veilig is, de tweede daarentegen neemt aan dat hij onveilig is, of, om ons duide lijker uit te drukkenop de geheele Hollandsche lijn staan de seinen in den gewonen toestand op veilig. Heeft zich nu een trein in beweging gezet, dan heeft de machinist het recht hem te laten doorloopen, tenzij een der baanwachters, door zijn signaal op onveilig te stellen, aanduidt dat er ge vaar bestaat. Verzuimt de laatste dit, dan stoomt de trein, daar het signaal op den onveiligen weg op veilig is blijven staan, door, en zijn verderf tegemoet. Op den Rijnspoorweg daarentegen staan aan vankelijk alle signalen op onveilig. Is nu op die lijn een trein in beweging gebracht, dan trekken de achtereenvolgende baanwachters, naarmate de trein nadert, hun onveiligheidssein in en zeggen dus als 't ware tot den machinist: „gij kunt doorrijden". Bij een verzuim van den baanwachter blijft het signaal op onveilig staan, en de machinist doet den trein stoppen. Resumeerende. komen wij tot het volgende resultaateen verzuim van den baanwachter op de Hollandsche lijn heeft een ongeluk, van den haanwachter bij de Rijnspoor slechts een noodeloos oponthoud ten gevolge. Dat het stelsel van laatst genoemde Maatschappij in dit opzicht verreweg de voorkeur verdient, zal wel geen betoog be hoeven. Zonder ons verder in bijzonderheden te hegeven, merken wij in T algemeen op, dat men er zooveel mogelijk naar streeft, onaf hankelijk te worden van de altijd wisselvallige nauwkeurigheid van een groot aantal baanwachters. In dat opzicht verdient een der jongste uitvindingen, op den Chemin de fer du Nord in Frankrijk toegepast, eene bijzondere vermelding, daar zij strekt om ongelukken bij bruggen te voorkomen, een zaak die voor een land, zoo menigvuldig door water doorsneden als het onze, van het hoogste belang mag worden geacht. De seintoestel bij de bruggen op die lijn staat namelijk in electrische verbinding met een met koper bekleed blok hout, dat tusschen de rails is aangebracht op een punt, ver genoeg van de brug verwijderd, om den machinist gelegen heid te geven om, zoo noodig, nog tijdig te stoppen. Wordt nu het sein op de brug op on veilig gezet, dan verheft zich tevens dat blok, en wel zoo hoog, dat het in aanraking komt met metaalborstels, waarvan aldaar de locomo tieven zijn voorzien. Die aanraking deelt zich mede aan een op de machine aangebrachten electrischen toestel, die zoodanig is ingericht, dat daardoor de stoomfluit wordt geopend. De machinist wordt dus op de locomotief zelf door het schrille geluid van het stoomfluitje gewaarschuwd, dat de trein de brug niet kan passeeren. Indien deze uitvinding proefhoudend blijkt te zijn, is het zeker van het grootste belang dat zij op alle spoorweglijnen in ons land zoo spoedig mogelijk worde toegepast. Onheilen als dat, het welk onlangs tusschen Rotterdam en Schiedam plaats greep, zouden er door worden voorkomen. Ten slotte zij nog in 't algemeen opgemerkt, dat het hoogst wenschelijk is, dat na een ernstig onderzoek de voortreffelijkste maatregelen, bij de verschillende maatschappijen in gebruik, zooveel mogelijk tot een goed samenhangend geheel wor den vereenigd, om meer en meer de veiligheid tot het toppunt van volmaaktheid op te voeren, althans voor zoover dat bereikbaar is. LEIDEN, 12 «Januari. Z. M. heeft benoemd tot lid van de commissie van administratie over de gevangenissen alhier den heer J. J. Kranti, en het vice-presidium op gedragen aan het lid Mr. J. Van Out eren. De heer C. K. Hoffmann zal a. s. Donder dag het hoogleeraarsamht aan de hoogeschool alhier aanvaarden met het houden eener rede voering in het academiegebouw. Heeft Cremer's „Het hart op de Veluwe" evenzeer eene menigte lezers gevonden als al wat overigens uit de pen van den beroemden novel list gevloeid is, zoodat velen de morgenavond door hem hier ter stede te houden voordracht wat den inhoud betreft niet onbekend is,-wil men ten volle verstand en hart laten genieten, dan moet men Cremer hoor en: hij doet al zyne personen voor onze oogen leven. Meer behoeft er zeker niet gezegd te worden, om iedereen aan te sporen, den spreker, dien niemand ten onzent gewaagd heeft na te bootsen en die voor ons publiek geen vreemdeling is, met vernieuwde belangstelling bij zijne voordracht te volgen. Gisteravond vierde de typographische ver- eeniging Laurens Jansz. Coster" in de Stadszaal haar een-en-twintigste jaarfeest, bij welke gele genheid twee blijspelen werden opgevoerd: „De eerste huwelijksweek of de adellijke klompenma ker" en „Een uurtje in eene dorpsschool." Tevens werd door een der leden voorgedragen: „Mijn land", woorden van Lalleman en muziek van Eggers. Zoowel het een als het ander werkte mede om de feestelijke stemming te verhoogen. Het feest werd vereerd met de tegenwoordigheid van den beschermheer der vereeniging, den heer burgemeester Van den Brandeler. Na de voor dracht der verschillende stukjes bleef men nog lang genoeglyk bijeen. Het stoomschip Koning der Nederlanden van het Nieuwediep naar Batavia, is gisteroch tend te halfnegen te Southampton aangekomen. De Schiedamsche vereeniging Aeschylus heeft een wedstrijd van voordrachten uitgeschreven en ter deelneming uitgenoodigd alle beoefenaren der uiterlijke welsprekendheid in Nederland. De wed strijd zal plaats hebben den 3den Februari e. k., des avonds te halfacht. Zij, die er aan wenschen deel te nemen, moeten daarvan vóór of op den 20sten Januari met franco brieven kennis geven, alsmede afschriften van de voor te dragen gedich ten hij den voorzitter inzenden. Er zullen vier medailles worden uitgereikt, twee voor ernstige en twee voor luimige voordrachteneen verguld zilveren medaille als eerste prijs en een zilveren medaille als tweede prijs, welke zullen worden toegekend aan hen, die, naar het oordeel der jury, de bekroning zijn waardig gekeurd. De uitspraak der jury is zonder beroep. Naar men verneemt zal binnenkort eene nieuwe lijn van stoomschepen onder Engelsche vlag tusschen Rotterdam en Java via het Suez- kanaal in werking komen. De daarvoor in aan bouw zijnde schepen naderen hunne voltooiing; omstreeks Maart zal de geregelde vaart daarmede geopend worden. H. K. H. prinses Marianne heeft aan den burgemeester te Rotterdam 100 doen toekomen voor de betrekkingen der slachtoffers van het ongeluk op de Maas. Burgemeester en Wethouders van Den Haag hebben bepaald dat de heer Valois de concessie voor de exploitatie van den Hollandschen schouw burg aldaar voor 187576 slechts zal kunnen verkrijgen, indien hij een volledig tooneelgezelschap zal hebben samengesteld. Het tableau van het ge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 1