LEIDSCÏÏ
DAGBLAD.
N°. 4549.
A0. 1874.
Woensdag
9 December.
STADS-BE RICHTEN.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.
Franco per posl1.40.
Afzonderlijke Nommers0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS I)ER ADVERTENTIES
Van 16 regel=f 1.05.
Iedere regel racer
Groolcre letters naar plaatsruimte.
0.171.
STEMPELING VAN GASMETEKS.
BURGEMEESTER EK WETHOUDERS VAK LEIDEN,
Gezien alinea 3 van art. 8 der wet van 8 Juli 1874
{Staatsblad n®. 96), bepalende dat de gasmeters tot op
I Januari 1876 in gebruik, tot 1 Januari 1880 van den
ijk zijn vrijgesteld, mits vóór 1 Januari 1876 voorzien van
een door den Minister van Binnenlandsche Zaken vast te
stellen bijzonder merk, ter aanduiding dat deze overgangs
bepaling daarop van toepassing is;
Gelet op de beschikking van genoemden Minister, van
den Ssten September jl., houdende bepaling dat het merk,
in he'. aangehaalde wetsartikel bedoeld, zal zijn de ESCU
LAAP-STAF;
Brengen bij deze ter kennis van belanghebbenden dat
tot stempeling van bedoelde gasmeters door den IJker,
chef van dienst, alhier zitting wordt gehouden in het
lokaal van den IJk, op de Aalmarktnaast de gemeente-
apotheeken wel
Voor wijk VII, 9, 10, 15, 16 en 17 December,
VIII, 22, 23 en 24 December,
de buitenwijk, op 29, 30 en 31 December,
telken dage van des voormiddags negen tot een uur des
namiddags.
Voorts wordt medegedeeld, dat door den IJker, chef
van dienst, van deze bepaling kan worden afgeweken,
wanneer de meters niet verplaatsbaar zijn, of wel belang
hebbenden verzoeken dat ter vereenvoudiging van de
werkzaamheden, de stempeling geschiede ter plaatse waar
de gasmeter zich bevindt, zullende in het laatste geval
de eigenaar der meters zorg hebben te dragen dat, voor
zijne rekening, de hulpmiddelen voor de stempeling en
het noodige personeel aanwezig zijn, alsmede dat de
meters geheel gereed zijn om de stempeling te ondergaan.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaat
sing in de Leidsche Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. D. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 15 October 1874.
Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden, op Donderdag
10 December, des namiddags te twee uren.
Onderwerpen;
1°. Benoeming van vier leden der Plaatselijke Schoolcommissie.
(278).
2°. Idem van een lid der commissie voor de bewaarscholen. (287).
39. Idem van een lid der commissie voor het Academisch Zieken
huis. (297).
4°. Verzoek van A. Vink, om een dam te leggen in de Sin-
gelsloot bij de voormalige Hoogewoerdspoort. (300).
5°. Idem vau W. A. Van Lith en J. C. Rijk, ter bebouwing
van een gedeelte der voormalige Stadskweekerij. (274 en 294).
6°. Idem van B. E. Spijker, om pensioen of toelage uit de ge
meentekas. (281 en 298).
7°. Voordracht betrekkelijk eene uitbreiding van de toepassing
van het Liernnrstelsel. (195, 236, 238, 279 en 293).
8°. Ontwerp-verordening omtrent het gebruik van gas. (288).
LEIDEN, 8 December.
Met. ingang van i Januari a. s. is benoemd
tot hoogleeraar aan de polytechnische school te
Delft Dr. H. Behrens.
De raad der gemeente Noordwyk heeft zich
in het belang der ingezetenen hij missive gewend
tot den provincialen inspecteur der directe belas
tingen, daarbij te kennen gevende, dat de opgave,
bevattende de uitkomsten der herziening van de
belastbare opbrengst der gebouwde eigendommen
in de gemeente, aanleiding heeft gegeven tot de
opmerking, dat in het algemeen de huurwaarde
der gebouwen te hoog is gesteld en dat naar zijn
oordeel geen gelijkmatige schatting heeft plaats
gehad, waardoor alzoo het doel der herziening
niet zal bereikt worden. Afschrift dezer missive
is gezonden aan den minister van financiën.
Voorts is in eene algemeene vergadering der
Werkinrichting aldaar besloten tot het aangaan
eener geldleening groot 3500, te plaatsen in aan-
deelen van ƒ100, om daardoor te voorzien in de
behoefte tot uitbreiding van het bedrijfskapitaal.
De gewone audiëntie van den minister van
marine zal Vrijdag 11 dezer niet plaats hebben.
Z. K. H. Prins Hendrik heeft het bescherm
heerschap aanvaard van de Rotterdamsche ver- j
eeniging onder de leus: „Je maintiendrai", opge
richt den 21sten December 1873, welker leden
gerechtigd zijn tot het dragen van het Kruis voor
Nederlandsch-Indische krijgsverrichtingen.
Amsterdam zal binnen weinige weken ver
rijkt worden met een museum voor Nederland-
sche oudheidkunde, opgericht door het koninklijk
oudheidkundig genootschap aldaar.
Den volgenden zomer zal in het Palais de l'In-
duslrie te Parijs eene tentoonstelling van zee- en
riviernijverheid worden gehouden. Als gemachtigde
van Nederland en zyne koloniën is daarbij benoemd
de heer C. A. Van Oldenbarneveld, genaamd Witte
Tullingh, in den Haag. Uit het programma blijkt
dat de tentoonstelling een 15-tal groepen bevat,
waarvan vijf meer uitsluitend op Frankrijk betrek
king hebben, terwijl de tien andere alles zullen
omvatten wat behoort tot het gebied van zee-
en riviervaart, vischvangst en al wat daarmede in
meer rechtstreeksch verband staat.
Van 1 tot 28 Nov. zijn, blijkens ingekomen
ambtsberichten, door longziekte aangetastin
Noord-Brabant 2, in Zuid-Holland 25, in Noord-
Holland 1, in Utrecht 6, in Friesland 38 runde
ren in het Rijk 72 runderen. In het vorige tijdperk
van vier weken waren 116 runderen door die
ziekte aangetast.
Z. M. heeft herbenoemd: tot burgem. van
Brielle G. F. Lette, van Ter Aar A. E. Van Dam,
van Bleiswijk en Moercapelle P. G. Stoop, van
Capelle a/d. IJsel J. E. De Voogt, van Dirksland
P. Zaaijer, van Haastrecht en Vlist M. Bisdom,
van Hazerswoude Mr. C. Van der Vlies, van Nieu-
wennoorn C. Verhey, van Nieuwveen en Zeven
hoven S. Van Driel, van Oostvoorne G. F. Lette,
van Vierpolders H. W. Croes, van Voorschoten
J. P. Treub, van Warmond Mr. A. Nederburgh,
van Zuidland M. J. De Jongh, van Scherpenzeel
D. Pool, van Zelhem O. P. Bennewitz.
Gemengd Nieuws.
Het provincaal gerechtshof te Am
sterdam heeft gisteren in hooger beroep uitspraak
gedaan in de zaak van het O. M. tegen F. Heinrich,
tweeden voerman, in dienst hij den Oosterspoor
weg. Hij was door de arrond.-rechtbank te Amster
dam tot een cellulaire gevangenisstraf van 18
maanden veroordeeld, ter zake van den diefstal
van een pakket, inhoudende 2000 aan bankbil
jetten, aan de llollandsche Spoorwegmaatschappij
tot vervoer gegeven en geadresseerd naar Amers
foort. Het hof heelt het vonnis der rechtbank
vernietigd o. a. omdat het den gepleegden diefstal
niet beschouwde als diefstal van een loonbediende
ten nadeele van zijn meester, vermits de voor
melde spoorwegmaatschappij alleen was belast
met het vervoer van het pakket. Het hof heeft,
opnieuw rechtdoende, Heinrich schuldig verklaard
aan diefstal, gepleegd door een handwerksman of
gezel in de werkplaats van zijn meester en hem
veroordeeld tot dezelfde straf, als door den eersten
rechter was opgelegd.
Gisteravond omstreeks halfelf is te
Rotterdam brand ontstaan op de bovenste ver
dieping van een pand in de Keizerstraat. De
brandweer was spoedig aanwezig en heeft met
grooten ijver alle pogingen aangewend om de
vlammen meester te worden. Verscheidene hand
brandspuiten hebben water gegeven. Omstreeks
middernacht was men den brand meester. Hij heeft
zich bepaald tot de bovenverdieping, waar hij ont
staan was.
Deze week zal de gemeenschap over
de Schie op de spoorlijn RotterdamDen Haag
weder hersteld zijn; men zegt, dat de pachter
van de vaart aldaar zulke hooge eischen doet,
wegens de stremming der scheepvaart, dat daar
over wel eene rechterlijke uitspraak zal noodig zijn.
Op een uur afstand van Heerlen, te
Weuslenraadt, onder Klimmen, is door boring eene
kolenlaag van het beste gehalte ontdekt, ter dikte
van 1.27 meter, dus eene dikte, die in weinige
der grootste bergwerken van Europa wordt over
troffen. Ook te Caumer, nabij Heerlen, is even
eens de vorige week een laag velkool aangetroffen.
Uit Verviers wordt gemeld: Eene
vreeselijke ontploffing heeft Zondag-morgen in de
gasfabriek van Gérard-Champs plaats gehad. Een
huis is ingestort en een jongmensch terstond ge
dood. Men zoekt onder de puinhoopen naar andere
slachtoffers. Geheel de bevolking van Verviers
heeft zich naar de plaats des onheils hegeven,
die een treurigen aanblik oplevert.
INGEZONDEN.
EERST UIER.
Hel hoofdartikel „Een Onrustbarend verschijn
sel", in het laatste nummer van dit Dagblad
opgenomen, verdient zeker de aandacht van alle
weidenkenden. Wat mij persoonlijk betreft, ik
breng den schrijver van dat opstel mijn war
men dank, niet alleen omdat ik de hoop koester,
dat zijne wenken aan deze of gene vereeniging
tot dierenbescherming aanleiding zullen geven tot
het doen van een nuttig werk, maar vooral ook,
omdat zijn ernstig en verstandig woord mij tot
nadenken en zoo tot het besluit bracht te be
proeven eerst hier iets goeds te doen. Terwijl ik
toch las over de gruwelen, in meer of min ver
wijderde streken gepleegd, moest ik terstond den
ken aan een gerucht, volgens hetwelk zich hier
binnen Leidens muren ook een onrustbarend ver
schijnsel heeft voorgedaan. Men zegt, dat in deze
stad onlangs eene kat gemarteld en vermoord is
op zulk een afschuwelijke wijze, dat het verhaal
daaromtrent haast ongelooflijk is.
Kom, zegt deze of gene, dat 's immers niets
dan een meidenpraatje
Heel goed, mijnheer! maar dan wordt het hoog
tijd, dat dit meidenpraatje, dat nu ook tot de
salons is doorgedrongen en geloof vindt ook hij
mannen van aanzien, krachtig wordt tegengesproken,
te meer daar de beschuldigde personen, al worden
hun namen gemeenlijk niet genoemd, toch worden
aangeduid als leden van een corps, op welks banier
nooit smetten kleefden, en voor de handhaving
van welks eer niet alleen zijne leden, maar
alle rechtschapen burgers der academiestad, zoo
noodig, moeten opkomen. En daar het nu noodig
blijkt te wezen, dat de beschuldigden of van alle
blaarn gezuiverd, of gestraft worden, zoo willen wij
de bevoegde macht beleefdelijk uitnoodigen, de zaak
te onderzoeken, of zoo dit reeds geschiedt of geschied
is, de uitkomst van dat onderzoek bekend te maken,
daar deze zaak niet kan, maar ook niet mag
doodgezwegen worden. Niet dat ik bij die bekend
making namen genoemd of opgave van de toege
paste straf wensch vermeld te zien, neen, want
het groote publiek heeft met de namen niet
noodig, en met het uitgesproken vonnis evenmin,
maar wel hebben vreemden zoowel als vrienden