Prijscourant fier Effecten. ADVERTENTIES. en veroordeeling tot tuchthuisstraf van 5 tot 20 jaren. Geveilde Perceeleu. Gehouden verkoopiDg aan den Burg alhier, op Vrijdag 4 Decem ber, ten overstaan van den Notaris Mr. H. Obreen. N°. 1. Een heerenhais met tuin aan de zuidzijde van de Breeslraat, N°. 85, sectie G, N°. 1207kooper G. J. C. A. Levedag, voor f 24000. N°. 2. Een hcerenhuis met tuin aan de zuidzijde van de 13rce9traat, N°. 87, sectie G, N°. 402; kooper H. Sasse, voor f 10001. N°. 3. Een hecrcnhnis met tuintje aan de westzijde van het Stcensclinor, N°. 5, sectic G, N°. 297; kooper L. A. Vollehregt, voor 12100. N°. 4. Eeu koetshuis met stalling en ruime bovenwoning aan de zuid zijde van de LaDgebrog N°. 33, met een ingang in de Berken- daalstraat, N°. 2, sectie G, N°. 1118; kooper C. F. Izenburg, voor 4300. N°. 5.8. Eene bouwmanswoning met diverse perceelen vrei- of hooiland, in den grootcn Westeindscben polder ouder de gemeente Zoeterwoude, sectie E, N°. 6386G3, 629, 630—637, 1191, G70 675 en 900; gecombineerd; de heer J. I. van Wenseo, voor 41000 N°. 9. Een party wei- en hooiland inden. Oost- en Westbroekpolder onder de gemeente Zue- ternoude, sectie C, N°. 731734; kooper A. Straathoff aldaar, voor 4400. N°. 10. Een partij wei- of hooiland, genaamd de Volmolen, aan den Lageweg in het buitenwater onder de ge meente Oegstgeest, sectie E, N°. 417kooper dc heer E. B. Freraery Kalff, te Amsterdam, voor 5900. Openbare Verhuring. Ten oveislaan van den Notaris Mr. .T. L. Klaverwijden. Drie perceelen weiland in den Gasthuispolder en in het buiten water, onder de gememte Zoeterwoude, sectie A, N°. 1198, 1199, 1200, 1210, 1676, 1677, 1726, en 1727; huurder G. Kottncr, voor 1011 per jaar. Gemeenteraad. Zitling van 3 December. (Vervolg der discussie over het H. G.-Weeshuis). De heer Bijleveld zegt, dat bij raadsbesluit van 4 Octo ber is besloten, dat de zaak in ernstige overweging zou worden genomen. De raad heeft zich dus tot niets verbonden. Spr. gelooft dat de zaak, wat de omstandigheden betreft, door de talrijke rapporten is toegelicht. Eén punt heeft in die rapporten zijne aandacht getrokken, nl. er was één wensch bij gecommitteerden: de overbrenging van de superintendentie, en die was zoo sterk, dat men op enkele punten elkander heeft toegegeven. Hij vereenigt zich met het punt dat het Weeshuis is eene zuiver burgerlijke instelling. Dit is ook toegegeven door de tegenpartij. Omtrent de vraag of de overdracht in overeenstemming is met den aard van dc zaak, zal zeker altijd verschil van meening bestaan. In de brochure van Prof. Rauwenhotr wordt gezegd, dat het Weeshuis is een opvoedingsgesticht, en dat de kinderen geene andere zijn dan gewone, spr. is dit volkomen met den schrijver eens. Financieele voordeelen hierbij tc beha len, vindt hij goed, maar in 't belang van de goede zaak moet zuinigheid haar grenzen hebben. Indien het werke lijk mocht blijken dat de wensch van gecommitteerden werd vervuld, dan is de vraag of dit kan geschieden langs Tvettelijken weg. Spr. acht dit in strijd met het rap port van de raadscommissie. Deze gelooft dat, indien de kerkeraad een Weeshuis opricht, de zaak geklonken is en de overdracht ingevolge art. 9 van de Armenwet kan plaats hebben. Wanneer eerst is gebteken, dat indien de kerkeraad een Weeshuis heeft opgericht, het tegenwoor dige overbodig is, dan gelooft spr. dat art. 9 der Armenwet vau toepassing is. Doch in dien toestand verkeeren wij nog niet. Men wil thans de wet omgekeerd toepassen. Eerst wil men opheffen en dan tot stand brengen; het tegen overgestelde moet plaats hebben. Volgens een schrijven van den heer Van Kaalhoven zou er thans wel een toe stand zijn om art. 9 van de Armenwet te kunnen toepassen, maar dat schrijven heeft geen officieel karakter, en al had het dat, dan vraagt hij nog of er die toestand wel is dien art. 9 van de Armenwet vereischt. Hij gelooft dit niet, want door voorloopige inrichting van een Weeshuis blijkt nog volkomen niets van het overbodig zijn van een bestaand Weeshuis. Er bestaat volgens spr. gedachte niets anders dan een voornemen, waaraan men met ernst gevolg wil geven. Maar die toestand is dan nog in de toekomst en het meergenoemde art. 9 van de Armenwet spreekt daar niet van. De constitutie van den kerkeraad van heden geeft ons niet de zekerheid dat deze dezelfde gedachte zal koesteren als de kerkeraad over een jaar; en wat is er dan te wachten? Hij acht het een verwringen van de wet om te kunnen geraken tot het bereiken van het doel. Men beroept zich op antecedenten. Spr. heeft er eerbied voor wanneer zij goed zijn, maar ze aan te voeren als een argument tot toepassing van een wet, gaat niet aan. Hij zal dus stemmen tegen het rapport van de raadscommissie. De heer Goudsmit begint voorop te stellen, dat de com missie zich niet heeft gesteld op een financieel standpunt; 'tis uit de meest innige overtuiging dat het voorstel is gedaan. De bedoeling van de commissie was dat met de begrippen van scheiding van kerk en staat het gemeente bestuur niet de belangen van een uitsluitende gezindte mag behartigen. Zij moet voor allen zorgen. Wij hebben hier te doen met een uitsluitend protestantsch Weeshuis, waarover zelfs nooit een regent van eene andere gezindte is aangesteld. Wat een kerk vermag te doen voor de weldadigheid, moet van de schouders van de burgerlijke gemeente worden afge nomen. Of nu de kerk zal opvoeden zooals wij het wenschen, spr. weet dat nietde tegenwoordige opvoeding is goed, maar als lid van den gemeenteraad mag spr. niet vragen: wie voedt het beste op? Wil de kerk de weezen laten opbren gen in de orthodoxe of in eene andere richting, 't is hem hetzelfde, maar in jure behoort de opvoeding der kinde ren aan de kerk. De raad heeft alleen te zeggen, van de burgerlijke gemeente naar de kerk, onverschillig welke richting zij is toegedaan. De Armenwet is niet verdraaid, zooals de heer Bijleveld zegt. Het doel van de inrichting is vervallen in betrekking lot gemeentezorg. Zoodra er een kerk is die zich bereid verklaart de wee- ïenzorg op zich te nemen en dien wil door daden toont ten uitvoer te zullen brengen, dan moet de gemeente van de zorg ontheven worden. Wanneer dan het doel is verval len, is het volkomen rationeel dat de gemeente zegtwat moeten wij met de bezittingen doen? Art. 9 heeft alleen er tegen willen waken, dat men eene inrichting als vervallen verklaart tot oprichting van eene andere. Hoe nader de bestemming van de fondsen is, des te beter; de fondsen blijven hier weder voor de protestantsche kin deren. Alleen de persoon, die de fondsen beheeren zal, verandert, en wie dat ook moge zijn, dat moet voor den gemeenteraad hetzelfde blijven, als de gemeenteraad inge volge de wet de zorg van de schouders mag werpen. Spr. vraagt: wanneer liet niet geldt de vervulling van een gedeelte van het doel, wat zou dan de overdraging ver hinderen, wanneer men de zekerheid heeft dat het doel bereikt zal worden? Spr. gelooft zelfs dat er geen beter bestuur voor hel Weeshuis zal kunnen worden gevonden dau thans, maar dat is ook weder de vraag niet; alles komt neer op de instelling. Wanneer men abstraheert en niet zegt deze of die richting, dan zou spr. wel eens willen zien, wie den moed had te beweren, dat het beheer van het Weeshuis beter behoorde bij de stad dan bij de kerk. 't Is zijne innige overtuiging dat dit beheer moet worden overgedragen aan de kerk. De heer Bijleoeld gelooft dut men in elk geval eerst zal moeten aanloonen dat het beheer van het Weeshuis behoort lot de kerk. Spr. heeft de interpretatie van art. 9 genoemd een verwringing van de wel, hij heeft daar door willen aanloonen dat men, om te bereiken wat de commissie wil, tegen de wet zou moeten handelen. Spr. gelooft dat, door bereidverklaring en aantooning dat men bij machte is te verwezenlijken, niet voldaan is aan het geen de wet verlangt. De bewering van den heer Goud- smil, dat de wet bedoeld heeft dat men met eene nog niet bestaande instelling het doel van eene bestaande niet I mag doen vervallen, acht hij een argument voor zijne I gedane beweringen, daar men hier juist in dien toestand verkeert. Er is hier feitelijk nog geene instelling. Spr. 1 wil aannemen dat de commissie liet volledigste vertrouwen heeft, maar mag de gemeenteraad zich met een begin van bewijs tevreden stellen en moet deze geen afgerond geheel hebben'? Het geheel zal eerst komen als de fond sen zijn gekomen, en spr. herhaalthet tegenovergestelde moet plaats hebben. De heer Goudsmit zegt dat ieder christen moet welen dat de inrichting van Weeshuizen eene christelijke is en tot de kerk behoort, hij begrijpt niet dat men den moed kan hebben dit te ontkennen. Ook de Armenwet heeft de Weeshuizen gestempeld tot kerkelijke inrichtingen en het gaat in 't geheel met aan voor den gemeenteraad om het zich als plicht te rekenen die te beheeren. Andere personen in den kerkeraad leveren volstrekt geen bewijs, dat men niet zou moeten afstaan. De bewering van den heer Bijleseld zou volgens spr., zijn, dat de kerkeraad veranderlijk en de gemeenteraad onveranderlijk is. De heer Versier gelooft dat men, zoo doorgaande met het voeren van discussie, met de zaak heden niet ten einde zal komen. Hij gelooft met den heer Bijleveld, dat op 't oogenblik het Weeshuis nog niet als vervallen kan wor den beschouwd. Hij acht den gemeenteraad niet bevoegd, reeds thans een besluit te nemen, en viel het, dan gelooft hij dat Ged. Staten het niet zouden goedkeuren. De heer iGigeman verlangt dat het Weeshuis zal worden overgedragen. De raad heeft verlangd dat de kerkeraad bewijzen gaf, zich met de weezenverzorging te kunnen belasten. Die bewijzen zijn gegeven en nu zou het incon sequent zijn, de overdracht niet te doen plaats hebben. In beginsel is besloten het Weeshuis over te dragen. Men verlangde alleen de voorwaarde van den kerkeraad waarop deze genegen zou zijn de weezenverzorging op zich te nemen. De heer Bugs zegt dat de quaestie loopt over twee vra gen het doel en het middel. Over het middel is door Prof. Goudsmit z. i. genoeg gezegd. Wat betreft het doel, hij zou aldus oordeelenDe commissie, bestaande uit drie rechtsgeleerden, kan zich wel verantwoorden, indien Ged. Staten zich niet met het besluit kunnen vereenigen. De commissie zoekt wel het financieel voordeel, maar het is haar daarom niet bepaald te doen. Zij wordt ook niet geleid door bureaucratie. De commissie is het alleen te doen in 't belang van den staat, de zorg over het Wees huis op te dragen aan de kerkelijke autoriteit. Als men de zaak niet wil, dan is het om de weezen. De tegenwoor dige opvoeding is goed en men denkt geen betere te krijgen door de overdracht. Dit is de groote quaestie. Daarom zou spr. de burgerlijke gemeente zeggengij kunt thans de kinderen niet opvoeden in eene richting zonder de andere te beleedigen. De toestand is hier, dat de kerk zich bereid verklaart; en nu mag de gemeente niet hare hulp opdringen. Waar de kerk op staatsgebied treedt, is spr. een bestrijder van de kerk. De gemeente kan niet opvoeden, zonder eenige partij te kiezen, welnu, laat zij zich er buiten houden en de superintendentie aan de kerk overlaten. De Voorzitter gelooft, dat art. 9 van de Armenwet niet van toepassing is. Ook volgens zijn oordeel zijn de ver- eischten om het Weeshuis op te heffen niet voorhanden. Ook in het tegenwoordige Weeshuis staat liet den weezen vrij, op zekeren leeftijd de richting te kiezen die zij ver langen en dat zal zeker, wanneer het Weeshuis wordt overgedragen, niet plaats hebben. liet rapport van de raadscommissie waarbij de over dracht van het Weeshuis wordt voorgesteld, in rondvraag gebracht, werd, zooals gisteren is meegedeeld, verworpen, terwijl aan den kerkeraad bericht van dit besluit zal worden gegeven. Marktberichten. Amsterdam, -i December. Rogge p. 2100 kg. Maarl f 188 J. Taganrog f 193 c. z. k.; J. Nicolajef f 188 v./B.N. Odessa f 188 v./B. N. Peters burger f 190, f 193, f 195; N. Galatz f 200; c. z. k. Tarwe Maart 272; Mei f 274. Raapolie op zes w. p. 100 kg. 34 Vliegend 323/,Mei 333/,; Sept., Oct., Nov. f 35'/,, f 35'ƒ2; Lijn olie op zes w. p. 100 kg. I 30Vliegend 29; Maart, April, Mei f 293|,Sept., Oct., Nov. f 30Raapkoeken per 1000 kg. f 100, /'105. Lijnkoeken p. 100 kg. f 13, 16. AMSTERDAM, 4 December. Vor. dag. Laagste. Hoog1: Staatsfondsen. Nederl., Cert. Nat.W. S. 2* pCt. 61 We 61% dito dito 3 73% 73 dito dito 4 96 Spanje, Oblig. Baitenland 1867/72 3 16» 16% dito Binnenl3 na 11% lHs Pobtugal, Oblig. Buitenl. 1S53/18693 «LB 4C!Ï6 Rusland, Obl. Hope C°. 1798/18165 n 10254 102% Obligation 1864 1000. .5 101V, dito 1866 1000..5 10154 101% dito 1872 gecons..5 97% 97% dito 1860 2e Leen.. 4^ - Oblig. Leening 1867/69.4 8254 82% Oostenrijk, Obl. Papier Mei/November6 61% 6% dito Obl. Pap.Febr./Aug.5 61% 6% dito in Zilv. Jan.eD Juli.5 65?i6 65% dito dito April en Oct.. 5 66?,"e 05% Turkije, Obl. Alg. Schuld 1865 5 42 429fc Ve Egypte, Ool.Lecn.lS68.7 7S% 78% 79 Noord-Amerika, Oblig. Ver. Staten 1871.5 97 54 dito dito 1882.6 967,6 96% Brazilië,Ob.Lond.lS65.5 Peru, Oblig. 18706 6554 66% Jf6 dito dito 1S725 5454 54^6 7l6 öO^b 49% 50% lndu8trieele en Finantl- eele ondernemingen. Ned., Aand. Ned. H.-Maat.Res- 136 136% Aand. Ned.-Ind. Handelsbank. 98 Oostbnr., Aand. Nat. B.3 pCt. 1042% 1042% - Spoorweglceningen. Ned., Aand. Holl. IJz.-Spoorw. 1C6% Aand. Ned. Rijn-Sp. Volgef..f Aand. M. tot Eipl. St.-Spw 110 110% IJl Aand. Ned. Ccntr.-Spoorw 37% 37% Obl. Boxtel-Wezel4^ pCt. 25 Rusl., Aand. Gr. Sp.-M.5 245% 245% Oblig. Jelex-Griiifli5 238% dito Poti-Tiflii 10005 100% 100% dito Jelez-Orel /"1000..5 100% 100% dito Kursk- Chark.1000.5 1003/e 1003/e dito Mosk.-Sm.y 1000..5 1003/j 1003% Obl. Br.-Grajewo5 74 74 Obl. K.-Ch.-Azow5 w 94 Aand. Kiew-Brest5 144 143 145 dito Balt. spoor5 129% 129 Polen, Aand. W.-Bromb.4 dito dito W.-Weenen 5 160% 160 161 Hongarije, Thei83.-Sp..5 205 204% Obl. Theiss.-Spoorweg.5 OosTENR.Ob.Fr.-OostSp.S Itajlie, Obl. Zoid-It. Sp.3 92 91% N.-Amerika, CerUAmst. Illinois. 34 34% Cert v. A. North-Weatern.7 pCt 53 Aand. Erie-Spoorweg 23 28% Oblig. Centr.-Pacific.6 pCt. dito Californië-Oregon6 n 67 dito St.-Joaquin Valley.6 67% dito Union Pac. Hoofdl. 6 76% dito St.-Paul&Pac. 2e S.7 13% 18% dito dito 1869.7 15% 15 dito St.-Vinc. Brain7 63 6% dito Denver Pacific7 60 dito Atlant.Miss. Ohio7 dito Miss. Kans.Texas.7 44 42% 43% Premieleeningen. Nederl., Stad Rotterd. .3 pCt. 39 {4 89 54 OoaTENR.,Stl/f 250,1854.4 pCt. 281% 280% dito 500, 1860.5 582 583% dito 100, 1864 142 142% Hongarije, Leen. 1870 siu 85% Loten Amsterdam 8687. Spoorwegleenlngcn. |7 P- St.-Louia-St.-Eaat KT p. Obl. Kansaa-Pac. Bp.A.Oost.-Hong.Spw. 5 6 3 p. Obl. Vict.-Emanuel 7^ p. Rnmenen Aand.Un.Pac.-Hoofdl. 7 p. Obl. Oregon-Calif. 5Sf7 p. Denver Rio Grande 7 p. Obl. Chic. S.-West. Preruleleeningen. |3 p. Turk. Spw.-Leen.59% Prolongatie 4 pCt. Voorspoedig bevallen van een Zoon COR NELIA HOOS, geliefde echtgenoot van H. P. KELDER. Leiden, 3 December 1874. Eenige kennisgeving.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1874 | | pagina 3