LEIDSCH DAGBLAD. N°. 4522. A0. 1874. Zaterdag 7 November. Oi^S OIVHBIEaSimWH jrs. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1. Franco per postn L40. Afzonderlijke Nommersn 0*02. Deze Courant wordt dagelijksmet uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES Van 16 regelsf 1.05, Iedere regel meer0.171. V Grootere letters naar plaatsruimte. Bij de algemeene beschouwingen over de ge meente-begrooting voor 1875 werd door enkele leden van den Gemeenteraad bezwaar gemaakt tegen de hooge sommen, die aan het openbaar onderwijs worden besteed. De gelden, voor dat doel uitgetrokken 't valt niet te ontkennen vertegenwoordigen een aanzienlijk bedrag, veel aanzienlijker dan waartoe het naar evenredigheid in de meeste andere gemeenten is opgevoerd. Toch meenen wij onze stadgenooten er geluk mee te mogen wenschen dat de meerderheid hunner vertegenwoordigers de door die weinige ambtge- nooten gevolgde zienswijze niet waren toegedaan. Moge het in 't algemeen prijzenswaardig zijn veel aan het onderwijs ten koste le leggen, 't is waar dat men ook, waar het de bevordering eener goede zaak geldt, rekening moet houden met de financieele krachten der ingezetenenmaar juist in die laatste omstandigheid ligt voor ons een reden om het toe le juichen dat de post onder wijs op onze begrooting een zoo hoog cijfer aan wijst, want die belangrijke som, op zoo doelmatige wijze besteed als hier het geval is, zal strekken om het draagvermogen der belastingschuldigen te verhoogen. Onze stad verkeert in een exceptioneelen toe stand. De hoogeschool is voor vele ouders, die vrij zijn in de keuze van de plaats hunner in woning en wier zonen voornemens zijn later de academische lessen te volgen, een prikkel om zich reeds vroeger hier ter stede te vestigen ten einde hun kinderen te doen deelnemen aan het voor treffelijk voorbereidend onderwijs, dat het gymna sium hun aanbiedt. Wat het middelbaar onderwijs betreft, is het zeker geen overdrijving wanneer wij beweren, dat de Hoogere Burgerschool tot de voortreffelijkste in richtingen van dien aard in ons land behoort, terwijl eindelijk aan de scholen voor lager onderwijs, de voorportalen, om het zoo eens te noemen, waar door men toegang verkrijgt tot de instellingen voor hooger en middelbaar onderwijs, eveneens een uitste kende opleiding wordt genoten. Leiden is dus een slad van onderwijs bij uitnemendheid en slaat als zoodanig gunstig bekend. De levenswijze is er, andere groote steden, b. v. de residentie, in aan merking genomen, niet duur te noemen en die gunstige vereeniging van gegevens heeft ons reeds menig gegoed ingezetene doen aanwinnen. Wie zal uitmaken hoeveel welvarende burgers onze ge meente metterwoon zouden verlaten, indien de toestand anders was? Zij allen brengen belasting op evenals de personen die als onderwijzer of leeraar aan de verschillende scholen en inrichtin gen zijn verbond'en, en de sommen, die aldus in de gemeentekas vloeien, mogen niet over het hoofd worden gezien door hen die met cijfers het nadeelig saldo op den post onderwijs willen con- stateeren, voorondersteld dat de meening van hen, die de uitgaven voor het onderwijs door de in komsten zouden willen gedekt zien, te verdedigen ware. Het is dus onze overtuiging, die zeker velen met ons zullen deelen, dat het onderwijs, blijft het in even gunstigen toestand verkeeren, bij voortduring belangrijken invloed zal uitoefenen op het toenemen van het aantal welgestelde inwo ners, en daarom achten wij het voor de toekomst ook in het materieel belang van Leiden, dat de degelijkheid van het onderwijs zooveel mogelijk worde bevorderd. Wil men dat doel bereiken, dan dient men niet al te karig te zijn met de daarvoor bestemde gelden. Zij zullen, wij betoog den het boven, ruimschoots hun interest op brengen ook in anderen vorm dan schoolgeld. Een goede schrede voorwaarts zal op dien weg worden gedaan, wanneer men met kracht de reeds aanvankelijk ondernomen pogingen doorzet om den gezondheidstoestand te verbeteren, zoowel wat be treft de rioleering als den aanvoer van water, kan het zijn door een waterleiding. Goed onder wijs en een gunstige hygiënische verhouding, zie daar twee doeleinden, waarnaar onze goede stad moet streven. Brengt men daarbij in rekening de twee andere bronnen van welvaart, in wier bezit wij ons mogen verheugen, den veehandel en het fabriekswezen, dan meenen wij dat Leiden onder een krachtig, doortastend bestuur, dat van de tijdsomstandigheden gebruik weet te maken, een schoone toekomst tegemoet gaat. LEIDEN, G November. Aan de memorie van beantwoording op het verslag over de begrooting der staatsspoorwegen voor 1875 is het volgende ontleend Bij de regeering staat het voornemen vast, er kende leemten, die nog in het Nederlandsche spoorwegnet bestaan, aan te vullen; en, zoo de bijzondere ondernemingsgeest mocht tekortschieten, zal zij niet schromen middelen aan te vragen om dit van. rijkswege te doen. Er is nog voorbereiding en ook onderhandeling noodig, alvorens een voorstel kan worden gedaan. De minister zal daarom niet vertragen. De Rotterdamsche Bank en anderen verklaren zich steeds bereid, met een subsidie van het rijk, over de concessie voor de ontworpen lijnen te onderhandelen. Eene onteigeningswet voor den spoorweg ArnhemNijmegen zal nog vóór het einde van het jaar kunnen worden vast gesteld. Aangaande de exploitatie der haven te Vlissingen kon de regeering nog geen beslissing nemen. Volgens het voorloopig verslag der Tweede Kamer over het hoofdstuk marine werd alge meen in de afdeelingen hulde gebracht aan den ijver waarmede de minister zorgt voor e°ne betere opleiding en oefening en eene meer doelmatige aanwerving, alsmede voor de toekomst van het personeel der marine. Met ingenomenheid merkte men eveneens op, dat de minister een voorstander is van het vertoonen der vlag. "VVat het mate rieel betreft, over het algemeen kon men zich met het stelsel des ministers in dit opzicht wel vereenigen. In eene afdeeling werd opnieuw aan gedrongen op vaststelling van het benoodigde materieel bij een algemeene wel, verband hou dende, voor zooveel de binnenlandsche defensie betreft, met de vestingwet. Het Ned. stoomschip Holland, kapt. Ber- kelbach van der Sprenkel, van Batavia naar Rot terdam, is gisterochtend te Falmouth aangekomen en zou des avonds de reis voortzetten. Men verneemt dat de heer Mr. G. Tienhoven voor de benoeming tot wethouder van den gemeenteraad le Amsterdam bedankt heeft. Het lid van den Amsterdamschen gemeen teraad, van wien wij gisteren den plotselingen dood meldden, is de heer Mr. C. A. Crommelin, wiens overlijden een groot verlies is voor vele instellingen 'van kunst, wetenschap, liefdadigheid en openbaar nut, tot wier oprichting of instand houding hij steeds rnet voorbeeldigen ijver en met onbekrompen hand medewerkte. Openbare vergadering van den raad van state, afdeeling voor de geschillen van bestuur, op a. s. Woensdag, des voormiddags te elf uren. Z. M. heeft C. E. Beek benoemd tot Ned. consul te Havanna, voor Cuba, en W. N. Lati mer tot Ned. consul op Porto-Rico; met ingang- van 16 Nov. benoemd tot muntm. bij 's Rijks Munt, Ph. H. Taddel, thans met de tijdelijke waarneming dier betrekking belastaan den kor poraal J. M. Wolters, van het 8ste reg. inf., vergund het dragen der Duitsche medaille, inge steld ter herinnering aan den veldtocht tegen Frankrijk in 1870 en 1871. Greineing-cl Nieuws. Gisteren stonden voor het hof van Zuid-Holland terecht A. S., sigarenmaker te Utrecht, en B. M. v. G., schoenmaker te Rotterdam, doch laatstelijk zonder vaste woonplaats, beschuldigd van diefstal van een zilveren cilinderhorloge uit een winkel te Rotterdam, zooals z'y" voorgaven omdat beiden zonder geld en middel van bestaan rondzwierven. Na het feit te hebben gepleegd, vluchtten zij in dë richting van de Kaasmarkt, waar zij door de politie tot staan werden gebracht. De adv.-gen. eischte eene veroordeeling lot 5 jaren tuchthuisstraf. Nadat Mr. Lorch beider verdediging had voorgedragen, veroordeelde het hof de beschuldigden rnet aanneming van ver zachtende omstandigheden tot 1 jaar gevangenis straf. Nog stond gisteren voor het hof terecht D. v. d. M., visscher te Scheveningen, maar thans in het tuchthuis gedetineerd. Den 20sten Maart jl. werd, zooals men zich zal herinneren, ten huize van den heer O., in de Alexanderstraat in Den Haag, ontdekt dat er ingeklommen en een antieke dameswerkdoos met speelwerk ontvreemd was uit den salon op de eerste verdieping. De doos werd des middags onder Voorburg aan twee vleeschhouwers te koop aangeboden en later te Leiden aan een uitdraagster voor 1.50 verkocht. De persoon, die in 't bezit der doos was gezien, was tot 27 Juli jl. onbekend, maar dien dag kwam hij als gevangene aan het Holl. station aan en werd toen herkend door bedoelde vleesch houwers, die zich daar toevallig bevonden. Onder de behandeling dezer zaak begon de doos, als stuk van overtuiging aanwezig, op eens te spelen en gaf blijkbaar eene aangename afwisseling. Voor den inklimmer eischte het O. M. 5 jaren tuchthuisstraf en Mr. Wintgens Jr. beval hem in de clementie van het hof aan. Het hof ver oordeelde dezen persoon, wiens 5 jaren tucht huisstraf om een ander feit eerst kort geleden waren ingegaan, ook hiervoor tot gelijke straf. Aan boord van een vaartuigje, met kolen geladen en liggende in den Rijn voor Woerden, zijn twee schippers door kolendamp geslikt. Zij werden gisterochtend in de kajuit dood gevonden. Te Gouda is een vervolging ingesteld tegen eenige fabrikanten, die op hunne fabrieken kinderen heneden de 10 jaren hadden doen werken. Woensdag-nacht is de woning van G. Visser, bloemkweeker in het Oosteinde van Aalsmeer, door brand vernield, met den daar aanwezigen inboedel, terwijl het gezin, beslaande uit man, vrouw en drie kleine kinderen, zich te nauwernood kon redden. Huis en inboedel waren tegen brandschade verzekerd. De oorzaak van den brand is onbekend.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1874 | | pagina 1