Den '11 den September is Mr. L. W. C.
Keuchenius voor den raad van justitie voortge
gaan met zijn pleidooi ter verdediging van den
redacteur van den Java-Bode. Hij toonde aan,
dat zoowel uit de dagorder van den gouv.-gen.
dato 7 Mei 1872, als uit een geheime kabinets
missive van den minister van koloniën bleek, dat
generaal Yerspijck als opperbevelhebber voor de
2de expeditie was aangewezen. Gaarne nam hij
aan, zooals bekl. ook geloond had dit te doen,
dat omstandigheden, als o. a. het uit 's lands
dienst treden van den heer Nieuwenhuizen, het
wellicht voor den gouv.-gen. wenschelijk hadden
gemaakt om op het eens opgevatte voorne
men terug te komen. Hij wees er op, dat
bekl. zich van het uitspreken of neerschrijven
van een eigen oordeel geheel had onthouden,
slechts het oordeel en de meening van generaal
Verspyck had medegedeeld, en dat dus, indien
het O. M. meende dat hij onwaarheid had neer
gesteld, hij vervolgd kon worden wegens het ver
spreiden van valsche berichten in gedrukt geschrift,
maar niet wegens hoon, smaad en opwekking
tot minachting.
Over de roeping van de pers sprekende, ver
klaarde Mr. K. dal, indien de bekl. werd veroordeeld,
elk afkeurend oordeel over gewichtige regeerings-
daden voortaan onmogelijk zou zijn.
Hij toonde verder aan, dat op het drukpers
reglement nog het Romeinsch en Hollandsch recht
toepasselijk waren, en dienvolgens het ontzeggen
van bewijs door getuigen niet kon worden aangeno
men. "Vervolgens trachtte pl. te doen zien, dat hier
geen boos opzet heeft bestaan, en dat ook het
bewijs daarvoor ten eenenmale ontbrak. De redac
teur van den Java-Bode had een zaak besproken,
door den nu afgetreden minister van koloniën,
den heer Fransen van de Putte, een „nationale
zaak" genoemd. Als publicist had hij over den
oorlog met Afjin zijn meening gezegd, en het
stilzitten van regeering en O. M., nadat een
maal met sluiting der drukkerij was bedreigd en
nadat de 1ste gouvernements-secretaris namens
den gouv.-gen. de bekende circulaire aan de dag
bladen had gezonden, was voor den redacteur van
den Java-Bode een bewijs, dat hij geheel binnen
de perken gebleven was.
De heer IC. kwarn op legen het beweren, dat
de redacteur van den Java-Bode den gouv.-gen.
als een woordbreker zou hebben voorgesteld. De
regeering van Ned.-Indië had dikwijls besluiten
genomen, die het later niet gestand deed of ge
stand kon doen; zooals b. v. dat van 1834 om
trent de betaling der bevolking voor de te leveren
koffie. De regeering behoefde daarom nog niet in
minachting te komen, en een publicist mocht door
hét constateeren van zulk een feit nog niet wor
den gezegd tot minachting van het gouvernement
op te wekken.
De officier van justitie, hierna het woord krij
gende, achtte de omstandigheid, dat de geïncri
mineerde zinsneden in een mail-overzicht voor
kwamen, niet verlichtend, maar eer verzwarend
voor den beklaagde. Hij wees er op dat de woor
den „veroveringstocht, roekeloosheid, zenuwach
tigheid en overijling" eigenlijk niet waren geïn
crimineerd, maar dat in het geheel der zinsneden,
in het verband, de schuld gelegen was.
Nadat Mr. K. had gerepliceerd, heeft de raad
bepaald, dat de uitspraak op Vrijdag den 'lSden
dezer zou plaats hebben.
Door den gouv.-generaal van Ned.-Indië zijn de volgende be
schikkingen genomen.
Civiel Departement. Ontslagen: Op verzoek, eervol uit
's lands djenst, de klerk op het bureel van den gouverneur vau
Sumatra's Westkust A. De Haze Winkelman.
Departement van Oorlog. Ontslagen: op verzoek, eerv., uit
Zr. Ms. mil. dienst, wegens volbrachten diensttijd, met beh. van
recht op pens., de off. vau gez. 1ste kl. P. J. 't Hooft, onder
toek. van den tit. rang van dir. off. van gez. 2de kl.
Departement van Marine. Benoemd: Tot ingen. 1ste kl.
voor het vak van scheepsbouw in Nederl.-Imlié, B. Kruys Claaszoon.
BUITENLAND.
I" Vankr ij k.
Aan het Journal des Débats worden uit Versailles
verscheiden geruchten medegedeeld aangaande de
plannen, welke in regeeringskringen worden ge
maakt tegen de bijeenkomst der nationale verga
dering. In verhand met de vijandige houding,
■waarin de uiterste rechterzijde meer en meer
volhardt, zou de rege.ering er aan denken meer
steun te zoeken bij het linkercentrum en eenige
der tegenwoordige ministers te vervangen door
leden van die parlementaire partij, als hoedanig
reeds de oud-ministers Dufaure, Waddington en
de heer Cézanne genoemd worden. Deze veran
dering van personen zou natuurlijk medebrengen
eene verandering van politiek, een prijsgeven van
de strijdlustige politiek van den minister De Broglie,
door zijne opvolgers, met nog meer nadruk dan
hij die in toepassing bracht, voortgezet. In de
kringen van het rechtercentrum wordt verder
een voorstel overwogen om de nationale verga
dering permanent te verklaren tot 1880, om
de algemeene verkiezingen te voorkomen, waarbij
men vreest dat uitsluitend de radicale en de bona-
partistische partijen zullen winnen. Men ontveinsde
zich niet dat de verwezenlijking van dit denk
beeld bezwaren met zich bracht, waarvan niet het
geringste was dat de nationale vergadering ver
liezen zou aan prestige hetgeen zij aan levensduur
zou winnen, en dat zij, wanneer de ontbinding
tot 1880 werd verschoven, bezwaarlijk gedurende
dat lange tijdsverloop hare grondwetgevende be
voegdheid kon behouden, maar toch meende men
dat daardoor 's lands belang zou bevorderd wor
den. De heer Aclocque, van het rechtercentrum,
had reeds een ontwerp in dien zin opgesteld,
waarbij tevens de termijn van vervulling der tus-
schentijds openvallende vacaturen in de nationale
vergadering van zes maanden tot een jaar verlengd
en de maand Mei aangewezen werd voor de ver
vulling der vacaturen, welke in den loop van het
jaar waren opengevallen.
Duitsclilancl.
Naar aanleiding eener Berlijnsche correspondentie
in de Weener bladen, aangaande een gesprek
van den Deenschen gezant te Berlijn op het
bureau van buitenlandsche zaken, over het uit
zetten van personen uit Sleeswijk, zegt de Nordd.
A. Z. het volgende: Hetgeen de correspondent
zegt omtrent de hoffelijke ontvangst van den ge
zant is volkomen juist. De gezant heelt ook
toezegging ontvangen, dat op elke verdere mede-
deeling of toelichting omtrent den maatregel
onzer regeering zal worden acht gegeven op
zoodanige wijze, als uit aanmerking van de
vriendschappelijke betrekking tusscheri heide staten
behoort. Er is echter geen sprake geweest van
eenige concessie wegens misslagen, die de plaat
selijke autoriteit van Noord-Sleeswijk mocht hebben
begaan. Ook hebben er geen verdere mededeelin-
gen plaats gehad.
Volgens hetzelfde blad beslaat er volstrekt geen
grond voor het gerucht, in de Weener bladen
uit een Parijsche correspondentie der Indépen-
dance overgenomen, omtrent het concentreeren
van Duitsche troepen tusschen Metz en Straats
burg.
De Prol!Corr., sprekende over het slot-
protocol der Brusselsche conferentie, wijst op het
feit dat de Duitsche regeering niet slechts de
edele bedoelingen van keizer Alexander ten opzichte
van de conferentie dadelijk heeft toegejuicht, en
hem hare medewerking heeft toegezegd, maar
dat zij van die sympathie ook een bewijs gegen
heeft in haar ontwerp op den landstorm. Dit
ontwerp toch berust op dezelfde grondslagen als die
van de verklaring der genoemde conferentie. De
regeering zal ook verder gaarne bij elke gelegen
heid de vei wezenlijking dier bedoelingen van den
Czaar ten krachtigste bevorderen.
Het telegraphisch bericht uit San Francisco,
dat een Duitsch oorlogschip de haven der Samoa-
of Schippers-eitanden is binnengeloopen, aldaar
onder krachtige bedreiging eene schadevergoeding
van 18,000 dollars geëischt en daarvan een ge
deelte in ontvangst heeft genomen, vereiseht on
getwijfeld toelichting. Volgens nader bericht was
het de korvet Arcona, kapitein Von Reibnitz,
die in Augustus des vorigen jaars uit Kiel naai
de Oost-Aziatische wateren op reis was gegaan.
De schadevergoeding is reeds een oude zaak.
Reeds eenige jaren geleden zijn op die eilanden,
ten gevolge eener veete tusschen twee inlandsche
stammen, een paar Duitsche nederzettingen ver
woest en de Duitschers op verregaande wijze mis
handeld. De Duilsehe consul Weber heeft toen de
noodige stappen gedaan om voor hen eene schade
loosstelling te verkrijgen. Daar echter op zijne
verloogen en protesten geen acht werd geslagen,
wendde hij zich tot het ministerie van buiten
landsche zaken te Berlijn. Van daar werd aan hel
oorlogschip Nymphe bevel gegeven om op de terug,
reis naar Europa de inlandsche hoofden tot vergoe
ding te noodzaken. De Nyinphe verkreeg hierop in
zoover succès, dat zij zich tot de betaling verbonden
maar nauwelijks had het schip het anker gelicht, ot
zij verklaarden aan de verbintenis niet te willen
voldoen. De consul gaf hiervan bericht aan de
Duitsche regeering, die aan den bevelhebber van
het schip Arcona de noodige instructiën zond
om aan de zaak een einde te maken, door de
betaling te eischen en ingeval van weigering over
te gaan tot eene inbeslagneming. Volgens het
bericht uit San Francisco is dit nu gebeurd en
heeft de scheepsbevelhebber op de geëischte som
reeds een gedeelte ontvangen, terwijl hein voor
de afdoening van het restant de noodige waar
borg is verleend.
De bewering in sommige buitenlandsche
bladen dat Duitschland voornemens is in Spanje
te intervenieeren, wordt in de Nordd. A. Z. op-
nieuw ten stelligste tegengesproken. Bij deze gele
genheid doet het blad nogmaals uitkomen, dat
Duitschland jegens Spanje steeds eene vredelievende
politiek heeft gevolgd en daarvan een bewijs heelt
gegeven met het initiatief tol de erkenning van
het Spaansch uitvoerend bewind.
Rusland.
De muiterij van de Ural-Kozakken is spoedig
onderdrukt. Zij had haar ontstaan te danken aan
den maatregel dat men deze ongeregelde troepen
die meer op boeren dan op soldaten gelijken, aan
een geregelden drilcursus onderwerpt. Bij alle
Kozakken-corpsen is thans strenge krijgstucht in
gevoerd en worden zij zoodoende gewend aan de
moderne Europeesche wijze van oorlogvoeren.
Volgens het nieuwe militaire overzicht strekt
zich het Russische rijk thans uit over eene opper
vlakte van -400.227 vierkante geographische mijlen
dat is een zesde deel van de bewoonde aarde.
Telegrammen.
BADEN-BADEN, 21 October. De Koningin der
Nederlanden met gevolg is heden alhier te 3
uren 25 min. aangekomen. H. M. heeft haar intrek
genomen in het „Hotel d' Angleterre".
SAN FRANCISCO, 21 October. In een tele
graphisch bericht van den Amerikaanschen con
sul op de Schipperseilanden wordt het bevestigd
dat het Duitsch oorlogschip Arcona aldaar scha
devergoeding heeft geëischt. De consul meldt voorts
dat er ten behoeve der aldaar aanwezige Duit
schers een terrein in beslag is genomen en vele
woningen van inlanders verbrand zijn, waarna
de Arcona weder in zee is gegaan.
BERLIJN, 21 October. De Prov. Gorresp.
meldt, dat de rijksdag tegen den 29sten dezer
bijeengeroepen is, en dat de keizer persoon
lijk de zitting openen zal. Het vaststellen van
de begrooting en de behandeling van rechterlijke
wetten en de bankwet zullen in hoofdzaak de
onderwerpen van bthandeling van den rijksdag
uitmaken.
De rijkskanselier wordt den 25sten of 26sten
dezer alhier verwacht en zal zich slechts korten
tijd hier ophouden.
BAYONNE, 20 October Het gerucht dat de
correspondenten Buckland en Jenard door de
Spaansche republikeinen zouden zijn doodgescholen,
is van allen grond ontbloot.
LONDEN, 21 October. Een hevige storm heerscht
heden in Engeland en Schotland. Tal van huizen
en telegraafdraden zijn beschadigd. De stoomboot
Chusan, van Glasgow naar Shanghai, heeft op
de kust van westelijk Schotland schipbreuk gele
den De equipage, '11 man in getal, is omge
komen.
PARIJS, 22 October. Van de verkiezingen van
voorzitters der algerneene raden zijn er SI be
kend. Daarvan behooren 52 tot de conservatie
ven, 24 tot de republikeinen en 5 tot het linker-
centrum. De conservatieven winnen elf zetels en
verliezen er vijf.
Laatste berichten.
De sergeanten J. L. Koster en D. A. Okhuyzen
van het instructie-bataljon te Kampen zullen
deelnemen aan het de volgende maand in Den Haag
te houden examen van 2den luit. der inf. hij het
O.-I. leger.