LEIDSCH DAGBLAD. N°. 4500. A0. 1874. Dinsdag 13 October. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommcrs0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER AD VERTERITEN Van 1—6 regels1.05. Iedere regel meer0.171. Grootere letters naar plaatsruimte. FEES TL ECTI7UR. ui. Een niet minder belangrijk werk dan dat van den heer Hofdijk gaf het derde eeuwfeest van Leidens ontzet aan een onzer stadgenooten in de pen: Het beleg en ontzet der stad Leiden in 1574 door R. Fruin. Hier geldt vooral hetsim plex sigillum veri. Geen jacht maken op vreemd soortige uitdrukkingen, geen zoeken naar hoog dravende woorden, en toch een stijl zoo boeiend, dat het den lezer, die het deeltje eenmaal ter hand heeft genomen, moeite kost het weder neer te leggen. Het geheim van die aanlokkelijkheid is zeker ook voor een groot deel gelegen in de oorspronkelijkheid. Had de heer Hofdijk het werk van Dr. Van Vloten tot grondslag van zijn letter kundigen arbeid gekozen, de hoogleeraar Fruin gaf in het net uitgevoerde boekdeeltje, bij Marti- nus Nijhoff te 's-Gravenhage verschenen, geheel zijne eigen beschouwingen weder. „Men roemt", zoo luidt het op pag. 2, „en te recht de volharding van Parijs in 1870. Maar als Parijs toen in gelijke verhouding geleden had als Leiden voorheen, dan zou het aantal dooden achtmaal honderdduizend hebben bedragen." Die woorden, in zoo eenvoudigen vorm terneder ge schreven. geven een juister begrip van den om vang der verliezen, te Leiden in 1574 ondergaan, dan het langwijligst betoog zou kunnen leveren. Op zulk een wijze weet men de belangstelling zijner lezers gaande te makenin één woord het is een boekske van kernachtigen inhoud. Wij zyn gewoon het elkander na te praten ware Leiden door den Spanjaard genomen, geheel Holland zou verloren zijn geweest. Maar als het bewijs voor de gegrondheid van die bewering werd gevraagd, zou zeker menigeen het antwoord schuldig blyven. De hoogleeraar verklaart dit op pag. 10, als hij zegt„Doch Prins Willem steunde toch allermeest op het middengewest dat noord en zuid (Noord-Holland en Zeeland) samenhield, en op de groote steden waaruit hij zijn ruimste inkomsten trok." Vooral wanneer hij er later op laat volgen dat het zeer onzeker is, of onder den indruk van het verlies van Leiden, zoo het ge vallen was, de partij van den oorlog de bovenhand in de Staten-vergadering zou hebben behouden. In vele, zoo niet alle werken, waarin over Leidens beleg wordt gehandeld, wordt het onver klaarbaar genoemd dat de stad zich niet beter had geproviandeerd. De schrijver geeft daarvan op pag. 16 de reden op in de volgende bewoordingen „Waarom zou Leiden zich ook zoo gehaast hebben, eer het wist hoe volkomen de neerlaag op de Mookerheide was geweesten sedert daaraan niet meer te twijfelen viel, werd geen tijd gelaten." Het kost ons moeite ons tot deze weinige aan halingen uit het boeiende boekske te bepalen, maar wij meenen niet te overdrijven, als wij be weren, dat wie het niet leest, een der belangrijk ste bijdragen tot de feestlectuur van deze dagen mist. Niet weinig draagt de geleidelijke volgorde, waarin de rijke stof verwerkt is, bij om de lezing gemakkelijk te maken. Na de inleiding, waarin op het groote belang van het ontzet wordt ge wezen, leidt de schrijver zijne lezers bij de be legeraars op hun verschillende posten rond om hen daarna binnen de ingesloten «tad te brengen ingesloten, want en ook dit is een opmerking, "waaraan zeker wel mag worden herinnerd len opzichte van Leiden kan er geen sprake zijn van een eigenlijk gezegde belegering. De stad werd geen enkele maal bestormd, ja zelfs niet beschoten en, de weinige uitvallen der belegerden daargelaten, had er geen enkel ernstig gevecht plaats. Vervolgens worden het beleg en het ont zet behandeld en daarbij vooral de lotgevallen der vloot, die onder Boisot tot ontzet kwam op dagen, breedvoerig besproken tevens wordt niet vergeten te wijzen op de inspanning die het den Prins, gesteund door den landsadvocaat Paul us Buys, had gekost eer op den 30sten Juli 1574 door de Staten de gewichtige resolutie werd ge nomen, waarbij tot het openen der sluizen en het doorsteken der dijken en kaden van Rijnland, Delfland en Schieland werd besloten. Een honderdtal noten, achter het werkje opge nomen, getuigen van de degelijke onderzoekingen, die er aan ten grondslag hebben gelegen, terwijl eindelijk een kaart, gevolgd naar de kaart van Holland, door Floris Balthasar in 1620 op koper gesneden, en waarop de weg, door de vloot onder Boisot gevolgd, door een roode lijn wordt aange wezen, niet weinig bijdraagt om den lezer een duidelijke voorstelling te geven van dat merkwaardig gedeelte van het driehonderdjarig feit dat wij dezer dagen herdachten. Gemengd Nieuws. LEIDEN, 12 October. Bij de heden gehouden openbare verkoo- ping van Cokes op het raadhuis alhier van par tyen van 100, 50, 10 en 5 hectoliters waren de hoogste prijzen 60.00, ƒ30.50, ƒ5.90 en 3.00; de laagste 60.00, ƒ29.00, 5.40 en 2.40. Bij resolutie van den Minister van financiën is aan den heer Mr. C. A. De Vassy eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van gequalificeerd collecteur der staatsloterij te Leiden, terwijl hij met den aanvang van de 286ste staatsloterij in dezelfde betrekking in Den Haag is aangesteld. Zaterdag zijn in Den Haag al de candidaten voor de Fransche taal afgewezen. Van de 17 can didaten voor de hulponderwijzersacte werden 9 afgewezen, en toegelaten de heerenJ. Van Andel uit Dordrecht, P. W. Broekhoven uit 's-Graven- deel, J. Goudriaan uit Krimpen a. d. IJsel, P. Kalkman uit Kapelle a. d. IJsel, L. K. Kluit uit VGravendeel, J. M. A. Korvers uit Rotterdam, H. W. Van Malsen uit Rotterdam en K. Van "VVage uit Alblasserdam. De commissie voor het geneeskundig staats toezicht, zitting houdende te Utrecht, heeft tot arts bevorderd den rned. doctorandus J. Hagens. De Kapitalist meldt, dat aan het bankiers consortium der Amsterdamsche premieleening de vraag is gesteld, of niet-volgestorte loten al dan niet deelnemen aan de trekking op 15 December e. k. Een definitief antwoord kon niet worden gegeven, maar deze quaestie zal spoedig worden beslist. Bij beschikking van den minister van binnenl. zaken is Ambt-Almelo aangewezen als standplaats van den spoorwegopziener W. P. Verbeek. Z. M. heeft de benoeming van Jhr. H. Van Sminia, burgem. van Marum, tot secr. dier gem, goedgekeurd; aan A. Snijder, gewezen bewaarder in het huis van arrest te Breda, verleend een pensioen van 133 's jaars; benoemd tot presi dent van het prov. gerechtshof in Groningen Mr. G. W. H. baron Van Imhofï, thans vice-pies. van dat gerechtshoftot griffier bij het kantonge recht te Edam F. H. Van Bommel. Voor het prov. gerechtshof in Zuid- Holland is verleden week behandeld de zaak van vrouw P. uit Leiden, die in den avond van den lsten Mei in een herberg aan een soldaat zijn portemonnaie met ongeveer 3 uit den zak ont vreemdde. Deze vrouw verklaarde zoo dronken te zijn geweest, dat zij niet wist, wat er met haar gebeurd was. Een andere vrouw, welke als getuige gehoord werd, en die met besch. op ge zegden avond een borrel had gedronken en betaald, had eveneens op den dag der zitting dat onge lukkige vocht gebruiktalthans was de jenever lucht zóó sterk hij haar waar te nemen, dat de president haar gelastte zich op een der achterste banken te plaatsen, ver verwijderd van de andere personen die zich in de zaal bevonden. Na het requisitoir en de verdediging deed het hof terstond uitspraak en veroordeelde vrouw P. tot zes maanden gevangenisstraf. Onze voormalige landgenoot, de heer Dr. S. Belinfante, die na in Engeland in de ge neeskunde te zijn gepromoveerd, zich later op de rechtsgeleerdheid toelegde en te Melbourne als advocaat gevestigd was, is bij het oversteken van een rivier jammerlijk verdronken. Hij was op reis gegaan, om de verdediging van iemand, die vervolgd werd, op zich te nemen. Vr ij dag-nacht omstreeks 3 uren is de matroos P. B., aan boord van een schip in de Leuvehaven te Rotterdam, ten gevolge van be schonken toestand in het water geraakt en ver dronken. Zijn lijk is kort daarna opgevischl. Zater dag-avond ruim 8 uur is een sjouwerman aldaar, werkzaam aan de stoomboot Rolloliggende aan de Boompjes, van de stelling in het water gevallen en na verloop van een half uur levenloos opge haald. De rechtbank te Deventer heeft een 26-jarigen arbeider veroordeeld tot 14 dagen cel lulaire gevangenisstraf, wegens diefstal van een geranium, die hij aan een 14-jarig meisje ten geschenke had gegeven. In de wachtkamer 3de k 1., Ie Zwolle, is een Limburger in hechtenis genomen, die Woens dag op klaarlichten dag bij den burgemeester van Putten een gouden dameshorloge met ketting en een gouden doekspeld en lorgnet had ontvreemd, en denzelfden dag te Nijkerk uit de R.-K. kerk twee kerkboeken had medegenomen. Te Harder wijk had hij die voorwerpen verkocht, behalve het horloge, dat hij te Zwolle overdeed. De koo- pers zullen als helers vervolgd worden. Te Middelburg hadden dezer dagen twee kinderen, een jongentje van 4 en een meisje van 5 jaren, zich van een doos lucifers meester gemaakt en speelden daarmede zonder toezicht in de open lucht. Zij schijnen aardigheid gehad te hebben in het maken van vlammetjes, waardoor de kleederen van het meisje in brand geraakten, en zij aan de geheele linkerzyde zoo danig op het lijf is gebrand, dat zij niet buiten gevaar verkeert. Te Hulpe, in België, is dezer dagen een jongmensch van 24 jaar plotseling razend krankzinnig geworden. Hij arbeidde op het veld en sloeg opeens zijn hooivork stuk, greep toen. bij een smid een ijzeren voorhamer en verbrijzelde alles wat hij vond in een huis, waar hij was binnen gedrongen. Zijne zestigjarige moeder kwam naar hern toe om hem tot bedaren te brengen, maar

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1874 | | pagina 1