LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 4498.
A0. 1874.
Zaterdag
10 October.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
Franco per postn 1*40.
Afzonderlijke Nonmietan 0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER AI)VERTESTIEN:
Van 16 regelsf 1.05.
Iedere regel meer0.174.
Groolcre lcllers naar plaatsruimte.
ST ADS-BEHICHTEN.
Feestviering van Lefidens ontzet.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
LEIDEN rekenen het zich ten aangenamen plicht,
den ingezetenen hunnen welgemeenden dank te
betuigen voor de algemeene medewerking tol het
welslagen der feestviering van Leidens ontzei, zoo
door het op onbekrompen wijze aanbrengen van
alles wat tot opluistering der feesten strekken
kon, als door het bevorderen eener kalme, waar
dige feestvreugde, die het bewijs geleverd heeft
dat de grootsle geestdrift zeer goed met de meest
mogelijke orde kan gepaard gaan.
Waarlijk, Leiden heeft het dezer dagen doen zien
wat eendrachtige samenwerking vermag en daar
door de viering van het 3de EEUWFÊEST
VAN LEIDENS ONTZET gemaakt tot eene
schitterende feestviering, waarop de ingezetenen
rnet recht trotsch mogen zijn, en die voorzeker,
zoo in als buiten Leiden, een blij venden aange-
namen indruk zal hebben achtergelaten.
Burgem. en Weth. voornoemd,
v. d. BRANDELEPv, Burgem.
E. KIST, Secr.
Leiden, 9 October 1874.
F ft BS S T a. Ei C T F F 12.
li.
Reeds eenmaal schreven wij een artikel over
dit onderwerp, en na dien tijd, waarin de ruimte,
juist door of ten gevolge van de feestviering in
ons blad ingenomen, ons belette er op terug te
komen, zijn er zoo belangrijke pennevruchten van
dien aard verschenen, dat wij ons haasten dit
onwillekeurig verzuim te herstellen, niet twijfelende
of de lezing der werken, die wij willen bespre
ken, zal een aangename afwisseling verschaffen
na het feestgewoel of ook wel velen wel
kom zijn als een herinnering aan de merkwaar
dige dagen die wij doorleefd hebben.
Een eerste plaats komt toe aan „Leydens wee
en zegepraal, door W. J. Hofdijk", uitgave van
P. Van Santen, alhier. Reeds het omslag van de
le aflevering thans zijn er zes verschenen
verplaatst ons door zijn eigenaardigen vorm in
de dagen van vroeger en getuigt van artistieke
opvatting, en bij het doorbladeren wordt men
in zijn gunstige verwachting niet teleurgesteld.
Overal de poëtische gloed die al de werken van
den gevierden schrijver doortintelt, op elke blad
zijde de blijken van dat meesterschap over de taal,
dat den auteur in staat stelt haar naar zijn wil
te kneden en de fijnste nuances der gedachte
weer te geven, zoodat hij zijn lezers als in zich
zelf verpersoonlijkt. Bovendien is de eigenaardige
schrijftrant met dat tal van thans in onbruik ge
raakte woorden, door sommigen wel eens ten
onrechte aangevallen, bij voorkeur geschikt ter
behandeling van een onderwerp, dat den lezer
in lang vervlogen dagen verplaatst.
Niet minder groot is de historische waarde
van het werk. De schrijver nam daarbij tot leid
draad het merkwaardige geschrift van Dr. J. Van
Vloten over „Leidens belegering en ontzet in
'1573 en 1574", uitgegeven in 1853 en geput uit
de oorspronkelijke stukken en bescheiden, terwijl
wat daarin nog aan betrekkelijke volledigheid ont
brak, door hem in 1867 werd aangevuld door „Na
lezing, Aanteekeningen en Bijlagen". Wat vroegere
geschiedschrijvers, als Fruytiers, Orlers en Seve-
j rinus reeds hadden te boek gesteld, werd ver
volledigd door den hoogst schatbaren arbeid van
Dr. Van Violen, die zoo den geschiedvorscher in
staat stelde het geheel der beide belangrijke ge
beurtenissen als een afgerond geheel te overzien.
Van de andere zijde echter was dat werk
meer uitsluitend geschikt voor de studeerkamer.
Het in een kleed uit te dossen, waarin het wel
kom zou zijn ook in het huisvertrek, was de
taak die de heer Hofdijk zich had voorgesteld,
en hij heeft zijn doel volkomen bereikt. Wie nu
zou meenen dat de auteur zich had tevreden
gesteld met de resultaten, door het onderzoek
van Dr. Van Violen verkregen, zou hem onrecht
aandoen. De verdienstelijke schrijver ook op het
gebied der geschiedvorsching overtuigde zich door
persoonlijke navorschingen op het rijke Leidsch
archief, daarbij voorgelicht door den kundigen
archivaris Jhr. Rammelman Elsevier, van de
nauwgezetheid van het onvermoeid onderzoek
des heeren Van Vloten.
In velerlei opzicht hebben wij hier dus te doen
met een uitstekend werk, dat zijn weg wel zal
vinden. Den inhoud in bijzonderheden te bespreken
zou ons te ver voeren, maar wij willen er de
aandacht op vestigen dat de beschrijving van
het eerste beleg, dat van 31 October 1573 tot
21 Maart van het volgende jaar duurde en werd
opgebroken ten gevolge der verschijning van graaf
Lodewijk van Nassau op den rechter- Maasoever,
vooral lezenswaardig is, omdat in den aanvang
daarvan een duidelijke verklaring van den stand
der partijen in de stad wordt gegeven. De lezer
wordt als aan de hand van den schrijver het
Leiden van dien tijd rondgevoerd; hij maakt
kennis met de regeering der stad, burgemeesteren
en schepenen, edelen en burgers; hij slaat een
blik in de karakters der hoofdpersonen, of wel
hij leert zich een voorstelling maken van de ver
schillende bestanddeelen en de indeeling der
weerbare macht.
Een enkele onduidelijkheid in den stijl, zooals
op pag. 18, waar de woorden„en dus werd
achtervolgens een leger verzameld te Sassenheim,
dat ongeveer vijf duizend koppen telde", den
lezer in den waan zouden brengen dal niet
de sterkte van het leger, maar de bevolking van
Sassenheim werd opgegeven; of wel een gram
maticale onnauwkeurigheid, gelijk op pag. 107:
„het wreed geboefte dathet goddelijk recht
der Kroon kwamen handhaven" zijn slechts
kleine vlekjes, die niets verminderen van de
waarde van het werk, nog verhoogd door eenige
afbeeldingen en plattegronden benevens een
fraaie premieplaat voor de 3000 eerste inteeke-
naren.
LEIDEN, 9 October.
Aan belanghebbenden herinneren wij dat het
rijkstelegraafkantoor alhier sedert 1 October weder
geopend is van 's voormiddags 8 tot 's avonds 9 uren.
Gisteren zijn in Den Haag voor de hulp
onderwijzersakte van de 16 candidalen 10 afge
wezen; toegelaten zijn de heeren: G. W. C. De
Haas, J. R. G. Isbrücker en W. W. Keizer, allen
uit Den Haag, J. B. Meerkerk uit Giessendam,
J. A. Schellekens uit Delft en K. Chr. Van Waal
wijk uit Leiden.
Het Ned. stoomschip Hollandvan Batavia
naar Rotterdam, is 7 October te Aden aangekomen
en zou den volgenden dag de reis voortzetten.
Door het hoofdcomité van het Roode Kruis
werd dezer dagen opnieuw 10,000 voor het
i
centraal comité beschikbaar gesteld. Ook werd
1000 uit de algemeene kas bestemd voor het
aankoopen van lectuur. Van verschillende plaat
sen is reeds eene groote hoeveelheid zeer ge
schikte lectuur ontvangen. Deze boekwerken wor
den bij partijen naar Indië gezonden. De gevers
kunnen verzekerd zijn van den innigen dank van
het hoofdcomité en de erkentelijkheid onzer strij
ders in Indië.
Naar men verneemt is de Minister van marine
voornemens een verhooging der pensioenen van
zeeofficieren voor le stellen met ƒ75 voor elk
Indisch dienstjaar.
De commissie voor hel geneeskundig staats
examen, zitting houdende te Utrecht, heeft bevor
derd tot arts den medic, doctorandus II. J. Planten.
Gisteren is van de scheepstimmerwerf van
het etablissement der Nederl. Stoombootmaat
schappij, te Fijenoord, met goed gevolg te water
gelaten het ijzeren raderstoomschip Merapige
bouwd voor rekening van het departement van
Marine en bestemd voor den kolonialen dienst
in O.-Indië.
In de Staats-courant wordt medegedeeld
een van den Nederlandschen zaakgelastigde en
consul-generaal te Shanghai ingekomen overzicht
van eenige bepalingen, betreffende handel en
scheepvaart en de handelsrechten in de bij trac-
taat opengestelde havens van China.
Z. M. heeft benoemd tot rechter in de arr.-
rechtb. le Winschoten, Mr. J. Rutgers, thans
subst.-griffier bij de arr.-rechtb. te Haarlem; be
noemd tot kantonrechter te Hoorn Mr. P. G.
Ten Zeldam Ganswijk, thans rechter in de arr.-
rechtb. aldaar; aan Mr. W. P. Steenhoff op zijn
verzoek eervol ontslag verleend als plaatsvervan
gend kantonrechter te Leiden; benoemd tot nota
ris binnen het arrond. Tiel, standplaats Opheusden,
gem. Kesteren, W. M. J. Arendts, candidaat-no-
taris aldaar; bij het personeel van den milit.
velerinairen dienst benoemd tot paardenarts 3de
kl., bij het 2de reg. huzaren, den veearts H. C.
Ittmann, en bij het reg. rijdende art., den veearts
J. N. Ballangée; J. A. C. W. Van Lanschot Hu-
brecht, ontv. der dir. bel. enz. le De Bilt, tot
ontv. derz. middelen te Sliedrecht, J. Van Manden,
ontv. te Lobitli, tot ontv. der dir. bel. en acc. te
Zwijndrécht.
Z. M. heeft ter zake der krijgsverrichtingen tegen Atjin
by afzonderlijke dagorders, zoo in Iodic als in Nederland, eervol
doen vermelden: C. F. f. Van Wooldercn, R. D. Croramelin,
J. A. Snoek, J. Dalen, H. Van der Meer, L. A. H. Laraie,
A. E. J W. Juta, H. A. Pidoux, C. Van Wijck.
Ter zake der eerste expeditie naar Atjin bij afzonderlijke dag
orders, zoo in Indic als tyedïrland, eervol doen vermelden:
H. D. Guijot, C. De Klopper, J. M. H. Bervoets, P. E. Win
kelman, R. T. Du Cloux, W. F. Blaauw, J. A. Vening, C. H.
De Goeje, C. H. Cornelissen, R. C. Van der Meuleo, J. G.
Snethlage, A. C. Van der Saude Lacostc, Jhr. H. M. Speelman,
J. B. Dukkers, C. Meijboora, C. J. Francis, C. F. W. K. K.
Happé, C. J. Visser. A. B. Stenfert, L. F. C. Seelking, J. A.
Sonncnbcrg, W. Panuevis, J. J. Borst, S. F. Kroijt, J. Dc
Smit, W. Blaas, D. W. Muller, P. J. 't Hooft, L. H. N.
Vriesman, H. C. J. T. Van Hardenbergli, W. H. Van de Pol,
M. J. Van Geelkerken, W. J. OosterholT, J. Van der Veen,
C. E J. Schweijs, F. P. Sievers, J. F. D. Brninsma, W. F.
Kroescn, E. W. Bischoff van Heemskerk, C. Kaakebecn, E. C.
O. Von Bredow, C. H. M. Grillo, J. Den Decker, J. Jausseus,
C. F<. Fritz, L J. De Maaker, C. II. O. Bartsch, G. Van
Santen, H. P. L. Hansen, J. C. Van Lenven, W. Fcrron,
C. Gilgien, J. H. Meijer, J. W. Scholten, M. Berends, O. J.
C. Lindeman.
Ter zake der tweede expeditie naar Atjin bij afzonderlijke
dagorders, zoo in Indic als in Nederland, eervol doen vermelden -*
P. Swaan, J. P. Mcrcier, J. Loots, H. A. Sirks, L. Backer
Overbeek, G. II. Van Steyn, H. Nijgh, H. Bernelot Moens,
H. H. Hora Siccatna, G. M. Dolleman, B T. W. Van Hasselt,
L. llaremaker, A. R. M. Wagner, G. C. Otten, J. Van den
Bosch, C. Moll, L. Kamphuis Snerrnondt, J. K. De Sauvage,
K. G. F. Sloos, A. J. Moritz, K. Anker, J. Baiter, S. E. De
Greef, J. De Gast, A. J. Ketz, J. Van der Plaat, B. De Brabcr^