LEIDSCH N0. 4493. A0. 1874. Zaterdag "~STADS-BE RICHT EN. Onze Feestgroet. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden.f 1. Franco per post1.40. Afzonderlijke Roramcrs0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven, PRIJS DER AD VERTESTIEN: Van 16 regelsf 1.05. Iedere regel meer...r.0.174. Groolerc letters naar plaatsruimte., Wegens het Zaterdag te vieren Derde Eeuwfeest van Leidens Ontzet zal de Maandagsehe courant niet worden uitge geven. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN brengen bij deze ter algeineene kennis dat de Volks- spelen, bij gelegenheid van de viering van het derde eeuwfeest van Leidens ontzet, zullen plaats hebben op MAANDAG den 5den OCTOBER 1874, des namiddags van een tot vier uren, op de Beestenmarkt. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, den lsten October 1874. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN brengen bij deze ter kennis van de ingezetenen dat het Mnseuin van Schilderijen en Oudheden in de Laken hal, in plaats van Zaterdag 3 October a. s., voor het publiek kosteloos wordt opengesteld op MAANDAG den 5den OCTOBER, van des voorraiddags tien tot des namid dags vier uren. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 1 October 1874. De BURGEMEESTER van LEIDEN, Gezien art. 21 der wet van 4 December 1872 taaisblad n°. -134); Brengt ter kennis van de ingezetenen dat in de afge- loopen week geene personen aan de Mazelen zijn overleden. En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaat sing in de Leidsche Courant De Burgermester voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. Leiden, 2 October 1874. Welkom, feestgenooten, op den lang verbeiden dag van heden! Welkom, bewoners der grijze sleutelstad, maar ook gij allen, die van heinde en verre zijt toegestroomd om uw deel te hebben van de nationale feestvreugdeLeiden is nog wel het Leiden van voor driehonderd jaren, dat, waar het nood gaf, weder evenals toen goed en bloed zou veil hebben voor de algemeene zaak. Daarvan getuigt het feest van heden. Een volk dat zijn geschiedenis kon vergeten, zou ook niet in staat zijn de zoo duur verworven onafhankelijkheid te handhaven; een natie daarentegen, die de roem ruchte daden der voorvaderen in zegenend aan denken bewaart, zal steeds bereid zijn het zwaard te trekken ter verdediging van den geheiligden grond, die werd gedrenkt met het bloed der voor zaten. Ja, wel heilig is de grond, dien onze voet binnen Leidens wallen drukt. Daar rust het gebeente van een Van der Werf, een Dousa, een ,Van Hout, zoo terecht het edel driemanschap der sleutelstad genoemddaar ook werd aan de aarde toevertrouwd het stoffelijk overschot van zooveel moedige mannen, vaders of zonen, broeders of vrienden, die vielen door het moordend lood of onder het scherp zwaard van den vijand; van zoovele moeders die zelve uitgeteerd door het nijpend gebrek aan voedsel, bezweken van hartzeer, omdat zy geen lafenis meer hadden voor de zui gelingen, die haar voorgingen naar het graf; van zooveel mannelyke kracht en vrouwelijke schoonheid, onverbiddelyk weggevaagd door de pest, die de reeds ten top gestegen ellende kwam vergrooten. Fier klopt ons het hart in de borst, want op den dag van heden gevoelen wij het diep, dat wij niet zijn ontaard van het voorgeslacht, welks daden wij zouden weten na te volgenfier, maar ook dankbaar, want wij stellen ze op prijs die schier onafgebroken jaren van vrede en welvaart, die ons ten deel vielen als het loon voor de eenmaal manmoedig doorgestane beproeving, en als daar straks klokgelui en kanongebulder ons ter feestviering zullen oproepen, dan zullen we ons verheugen in het besef dat die metalen stemmen ons niet naar de wallen roepen om een stormloop van den vijand af te slaan, dat ons slechts vreugdeschoten in de ooren klinken, die geen dood en verderf verspreiden. Dat besef zal worden verlevendigd wanneer onze geëerbiedigde Koning met de leden van het Vorstelijk Huis aan die roepstem gehoor gevende, in ons midden zal verschijnen om met ons, met oen deel van zijn volk feest te vieren; de tegen woordigheid van Willem III, den Vorst des vredes bij uitnemendheid, zal zoo mogelijk de banden, die den eersten zetel der wetenschap en het doorluchtig stamhuis van Oranje omstrengelen, nog nauwer toehalen. Daar, in het indrukwekkend kerkgebouw, zullen Vorst en volk, wanneer de stem des redenaars den roem van het voorgeslacht ver kondigt en de streelende tonen van feestzang en mu ziek het hart verheffen, het plechtig oogenblik ge denken, toen voor drie eeuwen terzelfder plaatse de stemmen van die duizenden, die weer brood hadden om te eten, zich in het gebed vereenig- den tot een danklied, dat de algemeene ontroering, door de muziek verhoogd, hun belette ten einde te brengenhet loflied werd plotseling afgebroken en de gansche diep bewogen menigte barstte in snikken los, als waren de moedige mannen van weleer even zoovele kinderen geworden. Daar zul len wij allen het gevoelende grond dien wij be treden, is gewyde grond. Onder dien indruk moeten wij feestvieren, en het zal een waardig feest zijn. Dan zullen de dank- en bedestonden, door verschillende gezind ten gehouden, ons opnieuw de door het voorge slacht verworven gewetensvrijheid op prijs leeren stellen dan ook zal de gemengde optocht, waarbij ook onze werklieden zullen vertegenwoordigd zijn, het ons levendig voor den geest brengen, dat ook voor driehonderd jaren de werkman, en hij niet 't minst, wist te lijden en te strijden voor de zaak der vrijheid. Moge daarom de algemeene verlichting, die den eersten feestdag zal besluiten, het zinnebeeld zijn van de algemeene samen werking van alle rangen der maatschappij om in stand te houden en te waardeeren wat onze voorouderen grondvestten. Dat voor oogen gehou den bij schietwedstrijd en volksspelen, bij muziek uitvoeringen en zelfs in de balzaal, en de viering van het derde eeuwfeest van Leidens ontzet zal een blijvenden indruk nalaten, die, gelijk eertijds de moedig volgehouden verdediging der veege stad de geheele natie redde, ook thans op het gansche Nederlandsche volk een heilzame terugwerking zal uitoefenen. Dan eerst zal het herinnerings feest van Leidens ontzet een nationaal feest kun nen heeten. LEIDEN, 2 October. Door de zorg van heeren Curatoren der Hoogeschool zal morgen het Academiegebouw schitterend verlicht worden. O. a. zal daarvoor een transparant prijken, waarop een viertal Latijn- sche verzen, een groet van de Hoogeschool aan de stad Leiden, ontleend aan het gedicht van Hofman Peerlkamp, door hem bij het vijfde halve eeuwfeest der Academie in 1825 voorgedragen. Wij meenen onzen stadgenooten, die het Latijn niet machtig zijn, geen ondienst te doen, door hun vooraf de vertaling van die schoone verzen mede te deelen. Zij luidt aldus; „Wees gegroet, Leiden. Sterk door eigen kracht, schept gij moed uit- u zelve. Wees gegroet. Uw grond is bevrijd. Bevrijd is uw grond, en heilig blijft hij den dank baren nakomeling, besproeid met het bloed en de tranen onzer vaderen." Naar wij vernemen zal een aantal letter kundigen uit Antwerpen morgen onze stad be zoeken, om aan ons vaderlandsch feest deel te nemen en daardoor een bewijs te geven van de belangstelling der Zuid-Nederlanders in de roem volle herinneringen onzer natie. Aan de sociëteit „Amicitia" zal ter gelegen heid van het feest ter versiering worden aange bracht een fraai chassinet, geschilderd door onzen verdienstelijken landgenoot den heer Stortenbeker, die daarop eenige merkwaardige tooneelen uit het beleg heeft voorgesteld. In de gisteravond gehouden vergadering van het alhier gevestigd departement der Maat schappij tot Nut van 't Algemeen werden, nadat door de afgevaardigden ter algemeene vergadering, bij monde van den heer Van Geer, rapport was uitgebracht, verschillende benoemingen gedaan. Tot leden der Commissie voor het nazien der rekeningen van den penningmeester en van de verschillende instellingen van het departement werden benoemd de heeren G. H. Bertrand, H. Burgersdijk, Mr. C. H. De Vassy en G. Francken. De Commissie voor de aanstaande herziening der wetten van het departement werd samengesteld uit de heeren prof. P. Van Geer en W. T. Werst uit het bestuur en uit de heeren Mr. M. H. A. Lisman, Mr. F. Was en J. S. Hubrecht uit de leden. Nog werden uit eene voordracht van het hoofdbestuur tot leden der Commissie van onderzoek naar de werking der schoolwetten van 1857 en 1863 verkozen de heeren Dr. E. Van der Ven, A. Moens, J. A. Van Dijk, Dr. P. Romeyn, Mr. H. Ter Haar, L. B. Fikkert, Dr. J. C. Van Deventer en W. Degenhart. Ten slotte deelde de voorzitter mede dat dezen winter alhier spreekbeurten vervuld zullen worden door de heeren R. Koopmans van Boekeren en H. De Veer, terwijl nog enkele uitnoodigingen zyn gedaan, waarop het antwoord nog niet is ingeko men. Op de toelating van geene andere personen dan leden der Maatschappij met hunne dames zal door het bestuur streng gelet worden. Bij Kon. besluit is aan den lsten luit.-kwar- tierm. bij de dd. schutterij alhier H. W. F. Bakker, de personeele rang van kapitein verleend. Gedurende deze week zijn dagelijks in het Werkhuis alhier opgenomen van 8188 vol wassen personen en van 2432 kinderen. Gisteravond te zes uren had in een der zalen van het Scheveningsche badhuis het diner plaats, door den Minister van koloniën aan de opperbe velhebbers der land- en zeemacht bij de expedi- tiën tegen Atjin (Van Swieten, Verspyck en Van Gogch) gegeven. De zaal was smaakvol met opgaand groen en bloemen gedecoreerd. Ruim 50 personen namen aan den feestmaaltijd deel, waar onder de prins van Oranje en prins Alexander en al de ministers. Tot ridder der Eikenkroon is benoemd J. A. Van den Ouweelen, bij gelegenheid van diens 50-jarigen diensttijd als verificateur bij het pen sioenfonds voor burgerlijke ambtenaren. Het stoomschip Dahlia, van Nieuwediep

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1874 | | pagina 1