EXTRA-NOMMER ST ATEN -GENERAAL, N°. 4482. Maandag 21 September. A0. 1874. VAN HET LEIDSCH DAGBLAD. Vereeuigde Zitting der beide Kamers, Maandag 21 September 1874, tot opening; ran tie gewone Verga dering der Staten-Gteneraal. De heer J. A. G. baron De Vos van Steenwijk, die den voorzitterssloel bekleedt, opent, nadat de leden der beide Kamers zich in de zaal, bestemd voor de zittingen der Tweede Kamer, vereenigd hebben, legen halfeen de vergadering, en laat een konink lijk besluit van den 1 Aden September jl., houdende zijne benoeming tot voorzitter der Eerste Kamer gedurende het aanstaande zittingjaar, door den griffier dier Kamer voorlezen. De voorzitter, aan wien derhalve, over eenkomstig het voorschrift van art. 103 der Grondwet, het bestuur der vergadering is opge dragen, benoemt een commissie, die Z. M. den Koning, bij Hoogstdeszelfs aankomst in het ge bouw der Staten-Generaal, ontvangen en in- en uitgeleide doen zal. De ministers, hoofden van ministerieele depar tementen, de kanselier der beide Orden en de leden van den Raad van State vervoegen zich te éen uur mede in de vergaderzaal. Z. M. de Koning, die zich met de Prinsen, op de in het programma voor de opening van de vergadering omschreven statige wijze, naar het -gebouw van de Tweede Kamer begeven heeft, wordt, na een kort tijdsverloop aldaar aangeko men, in de vergaderzaal binnengeleid. Z. M. de Koning plaatst zich op den troon en houdt, terwijl HH. KK. HH. de Prinsen naast Hd. gezeten zijn, de volgende openingsrede MIJNE HE EREN! Met groote erkentelijkheid en welgevallen mag Ik, bij de opening van deze zitting, gewagen van de even algemeene als hartelijke feestvreugde) waarmede de 25-jarige gedenkdag van Mijne plech tige aanvaarding der regeering, in Ons geheele Vaderland en in onze Koloniën en Overzeesche bezittingen, is herdacht. De zedelijke en stoffelijke belangen van het zoo nauw aan Mij en Mijn Stamhuis verbonden Neder- landsche Volk blijven het voorwerp Mijner ge stadige zorge. Ik verheug Mij bij voortduring in Onze zeer vriendschappelijke verhouding met alle Mogend heden. De gezondheidstoestand is over het algemeen gunstig. De uitzichten op een gezegenden oogst werden lot dusver niet beschaamd. Mag Ik opnieuw met lof gewagen van de plichtsbetrachting van zee- en landmacht, in het bijzonder hebben de zeemacht en het leger in Indië, bij de krijgsbedrijven op Sumatra, uitste kende diensten bewezen, en blijven zich aanspraak verwerven op Mijne hooge tevredenheid. Dank zij de vrij algemeene welvaart, klom de opbrengst van bijna alle middelen van inkomsten, en mag de financieele toestand gunstig heeten. Wel worden voor de meeste takken van den open baren dienst telkens meer uitgaven vereischt, en zal voor de verdediging en de middelen van ge meenschap in de eerstvolgende jaren veel worden gevorderd, maar lk vlei Mij, dat vooralsnog zonder buitengewone middelen in de behoeften zal kun nen worden voorzien. Voor het vervolg blijft echter Mijne aandacht gevestigd op de verbetering der inkomsten. De regeling van 's Rijks Comptabiliteit zal bij U in overweging worden gebracht. Voorstellen tot gedeeltelijke herziening en tot aanvulling van de Wetboeken en de Wet op de Rechterlijke Organisatie, zullen U worden aange boden. Inmiddels nadert de werkzaamheid tot voorbereiding van een Nederlandscb Strafwetboek hare voltooiing. Het onderwijs gaat Mij steeds zeer ter harte; allereerst zal Uwe medewerking worden ingeroe pen om de Wet op het Hooger Onderwijs tot stand te brengen; terwijl ook met ernst wordt overwogen, welke wijziging de wettelijke regelen omtrent andara takken van onderwijs behoeven. Eene verbetering der Wet op de Nationale Militie is in behandeling. Van groote openbare werken moet de voltooiing worden verzekerd; van andere de aanleg voov bereid. Het zal Mij verheugen, indien vóór het einde dezer zitting de eerste beslissende stappen gedaan zijn lot aanwinst van grondgebied ten koste van een deel der Zuiderzee. De berichten uil Aljin doen Mij verwachten, dat door beleid en volharding de tegensland tegen het Nederlandscb gezag zal worden over wonnen. De toestand in den Indischen Archipel is ove rigens bevredigend. De cultures beloven een goede opbrengst. Het is Mijne bedoeling U spoedig een voorstel te doen ten aanzien van nieuwe spoorwegen op Java. In West-Indië zijn teekenen van vooruitgang waar te nemen; de financieele verhouding van die Koloniën tot het Moederland wordl gunstiger. Vele en gewichtige werkzaamheden wachten U in deze zitting. Moge Gods zegen op Uwen arbeid rusten, on het welzijn des Vaderlands Ons hoogste doel blijven. Ik verklaar de gewone zitting der Stalen-Ge- neraal geopend. Z. M. de Koning verlaat na liet uilspreken dezer rede, met de Prinsen, begeleid door de commissie, de vergaderzaal, om zich op de be paalde wijze naar het Koninklijk Paleis terug te begeven. De voorzitter sluit, nadat de commissie is terug gekeerd, de vereenigde zitting der Kamers. Leiden, ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1874 | | pagina 1