hulponderwijzers-vereeniging te Amsterdam, door
den heer L. L. Veenendaal. 4°. De veranderlijkheid
in het begrip van de opvoeding, door den heer
M. Struick. De werkzaamheden werden afgewisseld
door de uitvoering van eenige zangstukken door
de zangvereeniging van onderwijzers en onder
wijzeressen.
De heer F. Van Spall alhier heeft eene
beroeping ontvangen naar de Ned. herv. gemeente
te Leimuiden en Kalslagen.
Een Regeeringstelegram van 4 dezer, door den
gouverneur-generaal ontvangen van kolonel Pel,
uit Atjin, meldt:
Den 23sten Augustus werd door vuur uit de
zuiderface de veiligheid in Kotta Radja verzekerd.
Toekoe Machmoed, die het bewind voert in Patty
(noordelijk gedeelte der westkust) bezegelde in
Kotta Radja de onderwerpings-acte. Den 25sten
Augustus was de vijand zeer rustig, vooral in den
omtrek van Kotta Radja. Den 3den September werd
in Patty de Nederlandsche vlag gehesehen.
Volgens een bericht van den commandant der
maritieme middelen geschiedde hetzelfde in
Kloewang (mede in het noordelijk gedeelte der
westkust). Op de noordoostkust onderhandelde
Djoloh over de onderwerping, terwijl ook Lang-
sar blijken van toenadering gaf.
[Wegens de late ontvangst Zaterdag-avond in
enkele nummers niet medegedeeld.]
Morgen herdenkt Mgr. G. P. Wilmer, bis
schop van Haarlem, zijn vijftigjarig priesterschap.
Alsdan, de feestdag van Maria-Geboorte, zal in
de verschillende kerken na de hoogmis een
Te Deum worden gezongen. Donderdag a. s. zal,
in tegenwoordigheid van den jubilaris en vele
geestelijken, het feest van dien herinneringsdag
in het Seminarie „Hageveld" te Voorhout worden
gevierd. De ingezetenen van Voorhout zullen
Z. D. H. dien dag inhalen, en hebben tot dat
doel een eerewacht georganiseerd.
Uit de legerplaats van Milligen wordt ons
gemeldBij den Donderdag gehouden schietwed
strijd werden nog de volgende prijzen behaald.
Door onderofficieren van het 4de reg inf.: 'lste
prijs, gouden horloge, door sergeant Spruyt; 2de
prijs, zilveren horloge, door serg. Sonneveld; 3de
pr., sigarenkoker, door den serg. scherpschutter La
Rutte; van het 7de reg. inf.lste pr., gouden hor
loge, door den fourier Olie; 2de pr., zilveren
horloge, door den serg.-majoor Dagelet; 3de pr.,
sigarenkoker, door den serg. Koning. Verder is
door de korporaals en manschappen geschoten
naar den prijs van een zilveren horloge als lsten
en een sigarenkoker als 2den pr. voor elk ba
taljon.
Vrijdag heeft de groote parade bij gelegenheid
van den verjaardag van Z. K. H. den Prins van
Oranje door ongunstig weer geen plaats gehad. Of
schoon het weder steeds ongunstig bleef, heeft
te 2 uren de wedren voor onderofficieren en
minderen van de cavalerie en artillerie plaats
gehad, waarvan de uitslag nog niet bekend is.
Er was een 600 meter lange baan aangelegd,
op de helft waarvan zich als hindernis een den
nenheg bevond ter hoogte van l'/2 meter. Bij
het springen hierover zijn een zevental ruiters
gevallen, waarvan een van het 3de reg. huzaren,
die een zijsprong nam en in aanraking kwam met
een anderen ruiter, waarbij paard en ruiter vielen
en deze laatste een slag ontving achter het oor,
zoodat hij bewusteloos uit de renbaan werd ge
dragen en naar de ambulance vervoerd.
Aanhoudende regen bij dag, maar vooral des
nachts, maken het verblijf in het kamp alleron
aangenaamst, daarbij zijn de nachten zeer koud,
zoodat men er toe is overgegaan aan ieder der
gekampeerde onderofficieren en manschappen een
tweede wollen deken te verstrekken. Van Donder
dag op Vrijdag-nacht heeft het zwaar gestormd,
gepaard met aanhoudende stortbuien, zoodat eenige
tenten omgewaaid en een groot aantal zwaar
beschadigd zijn.
De wedstrijd van den Nederlandschen Schaak
bond is Zaterdag afgeloopen. De eerste prijs werd
behaald door den heer A. De Lelie, de tweede
door den heer H. W. B. Gifford, de derde door
den heer W. B. Blijdenstein en de vierde door
den heer J. L. Switsar, die respectievelijk 10,10,
8 en 7'/, punten hadden gekregen. In de beslis
sende partij, die ten slotte tusschen de heeren
De Lelie en Gifford gespeeld werd, behaalde de
eerste de zege, zoodat de overwinning aan een der
leden van het Amsterdamsche Schaakgenootschap
is verbleven.
Het „Institut de droit international" heeft
in zijne conferentie te Genève besloten, de eerst
volgende conferentie in Augustus 1875 in Den
Haag te houden.
Op de begrooting voor het Athenaeum
Illustre te Amsterdam voor 1875 is eene som van
f 18,500 uitgetrokken voor het bouwen van een
collegekamer en het vergrooten van een plantenkas
in den Hortus Botanicus, waarvoor, volgens het
het oordeel der commissie van toezicht over den
Hortus, alleszins behoefte bestaat.
Bij beschikking van den Minister van bin-
nenl. Zaken is, met ingang van 1 October 1°.
de spoorwegopziener lste kl. A. J. Hendriks
ontheven van het toezicht op den dienst van
den Holl. IJzeren spoorweg, en hem opgedra
gen het dagelijksch toezicht op den dienst van
den Oosterspoorweg van Amsterdam naar Amers
foort met zijtak van Hilversum naar Utrecht
ter standplaats Amersfoort, tijdelijk uitgeoefend
door den spoorwegopz. 2de kl. O. R. J. Viveen,
die daarvan wordt ontheven; 2°. de spoorwegopz.
3de kl. J. A. A. Jonkergouw ontheven van het
toezicht op de spoorwegen van Zutphen langs
Enschede naar de Pruisische grens en van Almelo
langs Hengelo en Oldenzaal naar de Pruisische
grens, en hem opgedragen het dagelijksch toe
zicht op den dienst van de spoorwegen van Box
tel langs Eindhoven en Venlo naar de Pruisische
grens, en van Eindhoven naar de Belgische grens,
ter standplaats Venlo; 3°. de spoorwegopz. 3de
kl. D. Storm ontheven van hel toezicht op de
spoorw. Boxtel langs Eindhoven en Venlo naar
de Pruisische grens en van Eindhoven en Venlo
naar de Belgische grens, en hem opgedragen het
dagelijksch toezigt op den dienst van den Holl.
IJzeren spoorweg van Amsterdam naar Rotter
dam, ter standplaats Haarlem4°. den spoorwegopz.
3de kl. W. P. Verbeek opgedragen het dagelijksch
toezicht op den dienst van de spoorw. Zutphen
langs Enschede naar de Pruisische grens en Al
melo langs Hengelo en Oldenzaal naar de Pruisi
sche grens, ter standplaats Hengelo.
Z. M. heeft aan den Oost-Ind. milit. ambte
naar 3de klasse W. H. Lux, laatst. 2de commies,
tevens magazijnm. bij het groot militair hospitaal
te Soerabaja, thans met verlof hier te lande, op
zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit 's lands
dienst, met behoud van recht op pensioen, bijaldien
hij volgens de bestaande bepalingen daarop aan
spraak heeft; aan den Oost-Ind. ambt. K. M.
Swart, laatst, posthouder te Soekadana (Wester-
afdeeling van Borneo), thans met verlof hier te
lande, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit
's lands dienst, met behoud van recht op pensioen,
bijaldien hij volgens de bestaande bepalingen
daarop aanspraak beeft; aan den Oost-Ind. ambt.
C. F. Sloot, laatst, hoofdonderw. aan de openb.
2de lagere school te Batavia, thans met verlof
hier te lande, op zijn verzoek, eervol ontslag ver
leend uit 's lands dienst, met toek. van pensioen.
Gemengd Nieuws.
Hoewel uit Warmond gemeld is, dat
de weduwe Klein en hare kleindochter hersteld
van daar naar Haarlem vertrokken zijn, moesten
zij bij hare aankomst aldaar toch per vigilante
naar hare woning overgebracht en naar boven
gedragen worden, omdat het loopen, vooral aan
het meisje, vooralsnog verboden is. De geneeskun
dige, die de twee patiënten ten huize van den
heer Kouwenhoven te Warmond verpleegd heeft,
komt, door de zorg der Holl. IJzeren Spoorweg
maatschappij, nog nu en dan naar Haarlem om
ze zoo mogelijk geheel te genezen.
Vrij dag-avond omstreeks halftien viel
te Rotterdam een onbekende, het uiterlijk heb
bende van een schipper, van den wal in de
Scheepmakershaven; ofschoon er onmiddellijk
pogingen in het werk zijn gesteld om te redden,
werd hij levenloos opgehaald. Het lijk is dat van
een man tusschen de 36 en 40 jaren. Zaterdag
avond is aldaar een jongentje van 2 jaar in de
sloot der Hoflaan gevallen en verdronken.
Gistermiddag te ongeveer [4 uren
viel te Rotterdam een meisje van een stoomboot,
liggende aan het Bolwerk aldaar, in het water.
Haar vader, op die boot aanwezig, sprong er bij,
en had het geluk haar te redden. Op denzelfden
tijd is een negenjarige knaap in de Maas ver
dronken en is in eene sloot aan den Hoogen
Zeedijk opgehaald het lijk van een jongentje, dat
waarschijnlijk onopgemerkt er in was gevallen.
Zaterdag-morgen is te Haarlem uit
het Donkere Spaarne het lijk opgehaald van A.
Van Wunnik, geboortig van Gent, te Haarlem
woonachtig en werkzaam als sigarenmaker. De
overledene schijnt bij ongeluk in het water ge
raakt te zijn.
De toestand van den zoon Van Libosan
te Haarlem, die dezer dagen zoo deerlijk brand
wonden bekomen heeft, is tamelijk gunstig, maar
hij lijdt hevige pijnen.
Het bericht, dat onlangs in een stuk
land te Veendam een jongmensch, die daar
bezig was met landarbeid, door een geweerschot
een kogel in een zijner armen ontving, zonder
dat men kon ontdekken vanwaar het schot was
gekomen, kan thans opgehelderd worden. Het is
namelijk gebleken, dat iemand, die zich in het
schieten oefende, de verwonding had teweegge
bracht.
Te 's-Heer-Arendskerke is Vrijdag
een jongen, die boven in een boerenschuur werk
zaamheden verrichtte, met het slachtersmes, dat
hij in de hand hield, gevallen, zóo dat dit hem
bijna een vingerlengte even boven den oogappel
in het voorhoofd drong. Het mes was krom ge
bogen toen het er uitkwam. De jongen viel in
zwijm. Men vreest dat hij er het leven niet bij
houden zal.
Donderdag-avond bij de aankomst
van den laatsten trein uit Salzbergen had te
Almelo een treurig ongeval plaats. Een jongmensch,
die over de rails wilde loopen, schijnt gestruikeld
te zijn en voordat hij weer op kon staan werd
hij door den trein vermorzeld.
De luchtreiziger Durnof en zijne
vrouw, die verleden Maandag-avond te Calais in
een luchtballon opstegen en aan wier behoud men
wanhoopte, zijn te Grimsby door een visscherschuit
levend en wel aangebracht. De ballon, door een
sterken wind gedreven, was niet naar Engeland,
doch over de Noordzee naar den kant van Noor
wegen heengevoerd. Toen Durnof bemerkte, dat
hij geen land meer onder zich krijgen zou, liet
hij zich op de hoogte van Doggersbank neder.
Met levensgevaar werden zij door de bemanning
van de Engelsche visscherschuit uit den toestel
gered, die, half drijvend, half zwevend, en nu
eens boven water, dan weer door de golven
overstelpt, niet dan met groote moeite kon aan
geklampt worden. Durnof en zijn vrouw waren,
toen zij gered werden, meer dood dan levend.
KOLONIËN.
BATAVIA, 24 Juli.
Naar het Bat. Handelsblad verneemt moet
bij het opperbestuur het plan bestaan om Sumatra
meer onafhankelijk van het Indisch besluur te
maken dan tot dusver het geval is. Dit eiland
zou worden bestuurd door een luitenant-gouver
neur, die alleen in groote regeeringszaken en
beginselen ondergeschikt zou zijn aan den gouver
neur-generaal, maar overigens geheel op eigen
verantwoordelijkheid zou moeten handelen.
hoor den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn de volgende
beschikkingen genomen.
Civiel Departement. Benoemd: tot boekh. bij de in- en
uitvoerr. en acc. F. G. A. Akker; tot hoofdiDg. lste kl. bij
den waterstaat en 's lands burgert, openb. werken H. M. Dibbetz;
tot hoofding. 2de kl. F. Mispelblom Bcijer; tot ing. lste kl.
H. Wakkie; tot ing. 2de kl. M. J. Van Bosse en W. G. Mn-
lock van der Vlies; tot ing. 3de kl. H. F. Gutteling en W.
Van der Vorff; tot adsp.-ing. J. K. Pluim Meutz; tot opz.
late kl. Th. La Fontaine; tot opz. 2de kl. J. K. Bos, C. L.
De Stoop en A. L. Schomers; tot 3den knlponderw. aan de
openb. lste lagere school te Samaraug G. A. Cedée; tot idem
aan de openb. 3de lagere school te Samarang A. C. J. Four-
nier; tot gonv.-landm. in de res. Preanger-regentschappen J. C.
Bicker.
Departement van Oorlog. Ontheven: op de meest eervolle
wijze, onder dankbet. voor de nitst. diensten door hem opnieuw
aan den lande bewezen, van de function van regecrings-com-
miasaris en militair opperbevelhebber, belast met de leiding der
milit. operation bij de tweede eip. tegen Atjin, de in activ. her
stelde luit.-gen. J. Van SwieteD, adj. des KoDings in buitengew.
dienst, gewezen comm. van het Ind. leger. Verleend: een
tweej. verlof naar Ned., wegens ziekte, aan den kapt. der inf.
T. D. Buoing; een tweej. verlof naar Ned., wegens lö jaren onaf
gebroken dienst in Ned.-Indié, aan den kapt. der inf. F. Lncher en
aan den onderint. 2de kl. bij de milit. adm. J. C. Stravers; een tweej.
verlof naar Ned., wegens 12jaren onafgebr. dienst inNed.-Indië, aan