LEIDSCÏÏ
DAGBLAD.
N". 4409.
A0. 1874.
Zaterdag
5 September.
VOORZORG.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maandenf 1.
Franco per posln 1.40.
Afzonderlijke Nommers0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven,
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 16 regelsf 1.05.
Iedere regel meer0.171.
Grooterc letters naar plaatsruimte.
STADS-BERICHTEN.
f 'BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leiden noodi-
gen bij deze de ingezetenen uit om, bij gelegenheid van
den driehonderdjarigen gedenkdag van Leidens Ontzet op
3 October a. s., door eenê AXGEMEENE VERLICHTING
aan dien feestdag luister bij te zetten, en te dien einde
lij voorkeur zich te verstaan en in overleg te treden met
de Heeren der gebuurten, die, daartoe door het Gemeen
tebestuur aangezocht, hunne hulp en medewerking hebben
toegezegd.
Alleen door eendrachtige samenwerking zal het mogelijk
zijn om tot een goed geheel te geraken.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 3 September 1874.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN
brengen bij deze ter kennis van de Kiesgerechtigden, dat
ingevolge art. 8 der wet van '29 Juni 1851 (Staatsblad n°. 85),
de verkiezing, ter vervulling van de in den Gemeenteraad
openvallende plaats door het genomen ontslag van den heer
B. W. Wttewaall, die in 1875 moest aftreden, zal plaats
hebben op Dinsdag den 13den October aanstaande.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 3 September 1874.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN
doen te weten, dat ingevolge art. 203, laatste alinea, der
wet van 29 Juni 1851 Staatsblad N°. 85), de begrooting
der plaatselijke inkomsten en uitgaven voor den dienst
van 1875 op heden aan den Raad is aangeboden, op de
Secretarie dezer gemeente voor ieder ter lezing nederge-
legd en in druk, tegen betaling der kosten, algemeen
verkrijgbaar gesteld wordt.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 3 September 1874.
Het groote geheim van het geluk is niet zoozeer
gelegen in het bezit van hetgeen waarde aan het
leven schenkt als wel in het besef van dat bezit.
Het langdurig genot brengt rnaar al te dikwijls
onverschilligheid te weeg en daarmede het gevaar
van door geringschatting te verliezen wat men
heeft. Daaruit verklaart zich het verschijnsel,
waarvan de wereldgeschiedenis op schier elke
bladzijde voorbeelden oplevert, dat de bewoners
van hetzelfde land, die den tijd, gedurende welken
zij de zegeningen des vredes genoten, aan niets
beters schenen te kunnen besteden dan aan
onderlinge partijschappen en veeten, terstond alle
inwendige tweespalt vergaten zoodra een vijand
van buiten hunne grenzen bedreigde, en eendrachtig
de wapenen opvatten ter verdediging van het
gemeenschappelijk vaderland.
Daarin ligt juist de goede zijde van het gevaar,
dat het tot waakzaamheid aanspoort, mits men
er zich niet door late beangstigen. Van die waak
zaamheid plukken wij Nederlanders op dit oogenblik
ongetwijfeld de goede vruchten, al beseffen wij
het niet allen in even hooge mate.
Het vorige jaar omstreeks dezen tijd en vroeger
kwamen op verschillende plaatsen van ons land
meer of minder talrijke gevallen van cholera voor,
en het was de meening van vele bekwame
geneeskundigen dat de gevreesde ziekte, door de
winterkoude tot staan gebracht, dit jaar haar
verwoestenden loop eerst goed zou voortzetten.
Tot dusver en wij mogen er elkander zeker
geluk mee wenschen is die vrees niet bewaar
heid geworden, en ongetwijfeld zijn daarvoor
gegronde redenen op te geven. Meer en meer
legt men er zich op toe om aan de hand der
wetenschap alles te verwijderen wat den gezond
heidstoestand kan henadeelen en daarentegen te
voorzien in datgene wat er een gunstigen invloed
op uitoefent. Vooral geldt dat de steden, waar de
opeenhooping van tal van bewoners binnen een
beperkt bestek dergelijke maatregelen dubbel noo-
dig maakt. Behoeven wij te herinneren aan de
rioolquaestie, die in vele gemeenten aan de orde
van den dag is? Aan het loffelijk streven om de
ingezetenen hier op deze, ginds weer op een
andere wijze van zuiver drinkwater te voorzien?
Aan de neiging om de kerkhoven buiten de ge
meenten te houden en de dooden zoo min mogelijk
schadelijk te doen zijn voor de levenden? Zeker
men heeft in den laatsten tijd een goede schrede
voorwaarts gedaan op het gebied der hygiëne,
en dat alles heeft ongetwijfeld een heilzame terug
werking uitgeoefend op de lagere volksklasse, die
in tijden van besmetting o. a. het gebruik van
desinfectie-middelen op prijs heeft leeren stellen.
Zou het nu een gewaagde onderstelling zijn
te beweren dat het aan al die maatregelen ter
verbetering van den algemeenen gezondheids
toestand zoo al niet geheel, dan toch voor een
groot gedeelte is toe te schrijven dat ons land
tot dusver verschoond bleef van een bezoek der
gevreesde ziekte, die zich weder elders in Europa
vertoont?
Maar voor hen, die deze meening zijn toege
daan, moet dit dan ook een spoorslag zijn om
op den ingeslagen weg voort te gaan, waarvan
wij nog op verre na den eindpaal niet hebben
bereikt. Ook in onze gemeente is in dat opzicht
nog veel te doen, waarvan het verzuimen de
schadelijkste gevolgen zou kunnen na zich sleepen.
Het is veiliger en minder kostbaar zich te
wachten voor een ziekte, die nog niet is ont
staan, dan haar te bestrijden nadat zij verschenen
is. Waar de geneeskunde maar al te vaak
machteloos blijkt te zijn, hebben de voorschriften
der hygiëne, mits tijdig toegepast, niet zelden
een gunstige uitwerking, en beide vakken van
wetenschap dienen, om doel te treffen, dan ook
samen te werken.
Thans, nu wij nog zoo gelukkig verschoond zijn
gebleven van een ziekte, waarvan menigeen de
komst had voorspeld, is het zeker het juiste
tijdstip aan dat alles te herinneren.
Op de onlangs te Weenen gehouden sanitaire
conferentie is opnieuw gebleken, dat mén nog
volstrekt geen zekerheid bezit omtrent den
aard en de verbreidingswijze der cholera, en moge
men ook al hebben aangenomen dat de uit
Britsch-Indië oorspronkelijke ziekte zich ver
spreidt door het menschelijk verkeer, niemand
zal zeker willen ontkennen dat een voor de
gezondheid schadelijke plaatselijke gesteldheid haar
voortplanting grootelijks in de hand werkt.
Daarom vóór de verschijning der ziekte ijverig
voortgegaan met verbeteringen op hygiënisch
gebied, al ware het alleen omdat een aangenaam
gevoel van veiligheid er het gelukkig gevolg van
zal zijn. Door voorzorgsmaatregelen te nemen voor
de toekomst, zullen wij toonen dat wij het tegen
woordige waardeeren.
LEIDEN, 4 September.
De 34ste verjaardag van Z. K. H. den Prins
van Oranje werd heden alhier herdacht door
het uitsteken van vlaggen van de openbare en
enkele particuliere gebouwen.
Op de voordracht voor conrector aan de
Latijnsche school te Dordrecht zijn geplaatst de
heeren M. C. Tideman, rector te Zalt-Bommel,
en Dr. J. Van der Vliet, te Leiden.
Voor het natuurkundig staatsexamen, dat
op 7 September a. s. te Amsterdam zal beginnen,
hebben zich aangemeld80 jongelieden voor het
litterarisch, wiskunde, enz. Voor het natuurkundig
examen, geneeskunde 58 candidatenen voor het
examen van hulp-apotheker 14. Te zamen een
getal uitmakende van 152 examinandi.
Voor de verkiezing van een lid der Prov.
Staten in de plaats van Jhr. Mr. II. J. Van der
Heem is door de kiesvereeniging „de Grondwet"
in Den Haag candidaat gesteld Mr. L. G. Greeve
voor het lidmaatschap in de kamer van koop
handel aldaar de heer J. Van Lith Jr.
B. en Ws. van Den Haag hebben den
gemeenteraad medegedeeld, dat de zoogenaamde
mal van het standbeeld van Thorbecke eerstdaags
op de Plaats zal worden opgesteld om te onder
zoeken of het beeld de communicatie niet zal
belemmeren.
Het stoomschip Voorwaartskapt. J. F.
Graadt van Roggen, is na een proeftocht, waarbij
het 13'/2 mijl vaart heeft gehouden, den 2den
September 's avonds van Greenock naar Nieuwe-
diep vertrokken; de Koning der Nederlanden
ging den lsten September het Kanaal in en kwam
den 2den 's avonds te Suez aan, vanwaar het
des nachts weder vertrok, om zijn reis naar
Batavia te vervolgen.
Uit de legerplaats bij Milligen wordt gemeld
Woensdag-ochtend hebben weder krijgsverrichtin
gen in 't vuur piaats gehad. Een vijandelijk leger
corps, dat door de onzen geslagen is en langs den
straatweg van Apeldoorn naar Voorthuizen wordt
vervolgd, doet zijn achterhoede standhouden, om
daardoor gelegenheid te hebben met het gros te
kunnen ontkomen. Die achterhoede, sterk drie
bataljons inf., 2 escadrons cavalerie en 14 stukken
geschut, posteert zich over den straatweg zuidelijk
in de richting van en voorbij Vossen; noordelijk
over de Gardensche Enk en Oudorp. Onze voor
hoede bevindt zich ten oosten van Nieuw-Milligen en
bestaat uit vijf bataljons inf., een regiment huzaren
en tien stukken geschut. Die voorhoede lost zich
op om slag te leveren. Een bataljon trekt zuidelijk
om de zandheuvelen heen; een achter het kam
pement; een door Meerveld (hierbij is een batterij
geschut) en een boven die buurtschap. Allen
marcheeren evenwijdig aan den straatweg. Het 5de
bataljon wordt in reserve gehouden. Het gros van
het corps huzaren volgt gezwind den weg door
Meerveld, het Gardensche veld, het Soil en Garde
ren, in welks nabijheid het positie neemt, zijnde
onbemerkt 's vijands linkervleugel voorbijgetrokken.
Toen men slaags geraakte, bleek het al spoedig
dat de vijand zich had laten misleiden en geen
genoegzame kennis had van onze troepensterkte,
waarmede hij strijd voerde. Hij werd op alle punten
geslagen, omgetrokken en letterlijk als in een
kring gemanoeuvreerd. De huzaren vooral beletten
hem den terugtocht. Hij capituleerde in 't open veld.
De kolonel H. baron Van Tuijll van Seroos-
kerken, president van het „Roode Kruis", in Den
Haag, is benoemd tot commandeur der orde van
de Eikenkroon.
Gistermorgen was het garnizoen van Den
Haag wederom in de vlakte van Waalsdorp ver-
eenigd tot het uitoefenen van manoeuvres, waarbij
de artillerie heeft gevuurd. Daartoe vertrokken
te halfnegen twee bataljons jagers onder bevel
van majoor Heymans uit de kazerne, een uur
later gevolgd door de beide bataljons grenadiers,
gecommandeerd door majoor Jhr. Klerck. Bij den
staf hadden zich aangesloten de luit.-kolonels
Queysen, Van Bell en Vijgh. Eene veronderstel
ling dat een uit Wassenaar gelande en in de
duinen van Waalsdorp ter hoogte van de Oudfc