LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. Mitt.
A0. 1874.
Donderdag
27 Augustus.
STADS-BERICHTEN.
LIJKENVERBRANDING.
TRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommcrs0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 1—6 regels1.05.
Iedere regel meer0.174.
Groolere letters naar plaatsruimte.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gezien het adres van Arie Kalmeijor, smid, wonende
binnen deze gemeente, houdende verzoek om in het huis
aan den hoek van den Middelweg en de Hooglandsche
kerk-koorsteeg N°. 2 eene smidscuring te mogen doen
plaatsen;
Gelet op art. 4 van het Koninklijk besluit van 31
Januari 1824 Staatsblad n°. 19);
Doen te weten, dat tot het hooren der eigenaars en be
woners van de naast bijgelegene en belendende panden,
ten opzichte der informa'.iën de commodo et incommodo, door
Burgemeester en Wethouders zal worden gevaceerd op
het Raadhuis dezer gemeente, op Maandag den 31 sten
Augustus aanstaande, 's voormiddags te elf uren; zullende
de belanghebbenden verplicht zijn hunne bezwaren tegen
dat verzoek op dien tijd in Ie breugen, terwijl, bij ver
zuim daarvan, zij gehouden zullen worden zich tegen de
inwilliging niet te hebben verzet.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 26 Augustus 1874.
Te Parijs doet zich een verschijnsel voor,
■waarvan ook vele andere groote steden voorbeel
den opleveren, nl. het gebrek aan geschikte be
graafplaatsen. Men heeft daarvoor een terrein op
aanmerkelijken afstand buiten de stad voorgesteld
te Méry-sur-Oise, waarheen dan dagelijks een
vijftal treinen zouden loopen tot het overbrengen
van lijken, maar inmiddels een anderen maatregel
genomen, die wel verdient dat men er de aan
dacht op vestige. De gemeenteraad heeft nl. ge
durende zeven maanden de mededinging openge
steld ter beantwoording der vraag: het beste
middel te vinden ten einde de lijken tot asch te
verbrandenhet bestuur wordt uitgenoodigd te
trachten door de Wetgevende Kamer een wet in
het leven te roepen, welke het verbranden van
lijken in de gemeente Parijs veroorlooft.
Zooals onze lezers weten, is de zaak der lijken
verbranding niet nieuw meer. In verschillende
steden zoowel op het vasteland als in Engeland
hebben zich vereenigingen gevormd met het doel
haar te bevorderen. De stap echter, door den
Parijschen gemeenteraad in deze gedaan, kan tot
meer werkelijke resultaten leiden, en daarom juist
vestigen wij er de aandacht op.
De quaestie der lij ken verzorging mag inderdaad
een zeer belangrijke heeten. De hygiëne of ge
zondheidsleer, de wetenschap die vroeger ten
onrechte werd verwaarloosd, maar thans meer en
meer tot haar recht is gekomen, heeft een licht
doen opgaan over menigen onhoudbaren toestand,
heeft aanleiding gegeven hier tot het verschaffen
van zuiver drinkwater, ginds tot het verbeteren
der rioleering, elders tot het droogmaken van
schadelijke grachten en tot zoovele andere maat
regelen, die in vervolg van tijd ongetwijfeld een
heilzamen invloed op den gezondheidstoestand
zullen uitoefenen.
Thans heeft men onder haar voorlichting ook
het oog gevestigd op de kerkhoven als verzamel
plaatsen van een groot aantal tot ontbinding
overgaande lichamen van afgestorvenen, en inder
daad, men moge voor- of tegenstander van de
lijkenverbranding zijn, niemand zal zeker willen
ontkennen, dat de uitdampingen der kerkhoven
hoogst schadelijk zijn voor hen, die er mee in
aanraking komen. Die overtuiging heeft in vroeger
jaren aanleiding gegeven tot het verbod van in
kerken te begraven, in later tijd tot de bepaling
dat de kerkhoven op een bepaalden afstand buiten
de kom der gemeenten moesten gelegen zijn.
Of de laatste voorwaarde overal stipt wordt in
acht genomen mag worden betwijfeld, en ook in
onze gemeente ware het zeker wenschelijk dat
de drie begraafplaatsen niet binnen, maar aan gene
zijde van het singelwater waren gelegen.
Mocht het beginsel der lijkenverbranding veld
winnen en later in toepassing worden gebracht,
dan zou men van al die bezwaren ontheven zijn.
Zoover zijn wij echter nog volstrekt niet. Er doen
zich talloos vele moeilijkheden op, zooals trouwens
bij de invoering van elke ongewone zaak het ge
val is, maar vooral hier, waar men bovendien
zal te worstelen hebben met bedenkingen van
godsdienstigen aard.
Ook op technisch gebied doen zich moelijkhe-
den op, en wel van zwaarwichtigen aard. Men is
er namelijk tot dusver nog niet in geslaagd een
methode te vinden, volgens welke men de lijken
geheel tot slof kan verbranden zonder dat dit
verteringsproces te groote kosten na zich sleept.
Talloos vele proeven zijn er reeds met dal doel
genomen. Zoo beweert Prof. Gorini te Lodi een
vloeistof te kunnen samenstellen, die na groote
verhitting het lijk in korten tijd volkomen ver
teert. De meeste kans op slagen zou wellicht de
bekende Siemensche oven opleveren. In allen ge
valle zou het de vraag zijn of het niet voldoende
ware te achten door de verbranding alleen die
deelen van het lichaam te verteren, die bij het
gewone ontbindingsproces smetstoffen verspreiden.
Zooveel is zeker, dat wij hier voor een vraag
staan waarvan men nog op verre na de oplossing
niet heeft gevonden, getuige de prijsvraag, door
den Parijschen gemeenteraad uitgeschreven om
meer helderheid in de zaak te brengeneen vraag
tevens, waarvan de beantwoording by de steeds
toenemende uitbreiding der sleden met eiken dag
dringender wordt.
Grondig onderzoek moet ook in deze den weg
aanwijzen dien men veilig kan bewandelen.
De oogen te sluiten voor toestanden, waarvan
men het gevaarlijke zijns ondanks gevoelt, kan
slechts leiden tot vermeerdering der ongerustheid.
Blijkt de lijkenverbranding uitvoerbaar te zijn,
dan zullen ongetwijfeld velen daaraan voor hunne
dooden boven begraving de voorkeur geven, wanneer
zij slechts facultatief wordt gesteld, d. i. wanneer
aan ieder de gelegenheid wordt verschaft haar
desverkiezende te doen toepassen. Maar in alle
geval: men wachte zich ook in deze voor voor
oordeel; tegen overhaasting waarborgt ons volks
karakter ons genoegzaam, ja soms zelfs al te
veel.
LEIDEN, 26 Augustus.
Het admissie-examen tot de lessen der hooge-
school alhier zal door de letterkundige faculteit
worden afgenomen den 17den en 18den September.
Aanmelding tot 10 September bij den pedel P.
J. Oostveen.
Z. M. heeft op verzoek ingetrokken de be
noeming van Dr. H. G. Van de Sande Bakhuyzen,
hoogleeraar te Leiden, tot lid der commissie, die
gedurende éen jaar, ingegaan 1 Augustus 11., belast
is met het afnemen van het eerste natuurkundig
examen, en van het natuurkundig examen voor
hulpapolhekers; benoemd: tot lid dier commissie
Dr. R. A. Mees, hoogleeraar te Groningen, thans
plaalsverv. lid, en tot plaatsverv. lid, Dr. A. Van
Hennekeler, leeraar aan de H. Burgerschool te
Amsterdam.
De commissie voor de departementale scho
len te Nijmegen heeft, in plaats van mej. E. P.
Munk, als directrice aan de meisjesschool benoemd
mej. E. M. Hoitsema, van Leiden.
Gisteravond had onder directie van den heer
Völlraar het laatste der acht zomerconcerten op
Zomerzorg plaats. Bood het programma steeds
veel schoons aan, gisteren was dit in 't bijzonder
het geval. We behoeven daartoe o. a. slechts te
noemen de fantaisie „Un jour d'été en Norvège"
van Buyssens, de souvenir de „Violetla" van
Verdi en de groote fantaisie van Dunkier over
motieven uit de opera „Der Freischütz" van
Weber, enz. De uitvoering kenmerkte zich door
kracht, fijnheid en aplomb van spel. In de forsche
passages heerschte eene overweldigende en noch
tans onberispelijk reine klankmassa; in de zachte
eene liefelijkheid, die, evenals het fraaie af- en
toenemen der crescendo's, aan het geheel gloed
en leven verleenden. De tuin was ook nu weder
smaakvol verlicht en door de leden met hunne
dames zeer goed bezet.
Door B. en Ws. van Dordrecht zijn op de
voordracht voor hulponderwijzeres 3de klasse aan
de eerste stads-tusschenschool geplaatst mej.
M. M. Van Katwijk, J. J. M. Montagne en J. Med-
ding, respect, hulponderwijzeressen te Gorcum, Lei
den en Aarlanderveen.
Een gisteren ontvangen telegram van den gou
verneur-generaal, dd. 24 Augustus, bevat de vol
gende mededeelingen, ontleend aan een telegram
van kolonel Pel te Atjin: Den 16den Augustus
is kampong Poede zonder verlies genomen en
bezet. De vijand maakt bentings om ons grond
gebied. Den 17den is een grasheuvel, 400 meter
ten oosten van Kotta-Radja, genomen en bezet;
ons verlies bedroeg 3 dooden en 26 gewonden,
allen minderen en koelies; 's vijands verliezen
waren onbekend. Toekoe Nek van Maraksa is over
leden. De gezondheidstoestand is beter.
Naar men verneemt heeft de Voorzitter
van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, de
heer Van Bylandt, zijn ontslag genomen als lid
dier vergadering.
De Zuidhollandsche Maatschappij tot redding
van schipbreukelingen heeft, in eene gisteren ge
houden vergadering, hare gouden medaille uitge
reikt aan kapitein A. K. List, gezagvoerder van
het Nederl. barkschip Krimpen aan de Lek
voor de redding op 10 Maart 1874 der uit 25
man bestaande equipage van het Engelsche schip
Moores/ort, dat op reis van Newcastle naar Bombay
in brand was geraakt, en waarvan de equipage
zich reeds gedurende vijf dagen in de sloepen
had opgehouden.
De uitslag van de verkiezing van een lid
voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken in
Den Haag, welke gisteren plaats had, was, dat
herstemming moet plaats hebben tusschen de
heeren P. F. W. Mouton, architect, die 73, en J.
Van Lith Jr. die 58 stemmen bekwam.
Langs den Hollandschen IJzeren Spoorweg
(lyn AmsterdamRotterdamHelderZaandam)
zijn, gedurende de maand Juli 1874, 239,866
reizigers vervoerd; opbrengst ƒ211,633.59 en aan
goederen ƒ50,431.55"/2; totaal 262,065.14l/2.
Sedert primo Januari aantal reizigers 1.272,279;
opbrengst van reizigers en goederen 1,424,588.45/2.
Het stoomschip Conrad arriveerde te Suez
24 dezer namiddags en zou gisteren het kanaal
ingaan.
Met het stoomschip William Mackinnon
is jl. Zaterdag o. a. te Nieuwediep aangekomen
de '1ste luit. Comfurius van het O.-I. leger, die
in Atjin beide oogen heeft verloren.
Eene der dochters vaD den generaal Van
Swieten is gisteren, na eene korte ongesteldheid,