LEIDSCH
DAGBLAD.
N". 4454.
A0. 1874
Woensdag
19 Augustus.
PRIJS DEZER COURAST:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommcrs0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven,
PRIJS DER AD VERTESTIEN:
Van 16 regelsf 1.05.
Iedere regel meer0.174.
Grootere letters naar plaatsruimte.
STADS-BERICHTEN.
f Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden, op Donderdag
20 Angnstaa, des namiddags te iwee uren.
Onderwerpen
1°. Benoeming van twee leeraren in de Fransche taal- cn let-
terknnde aan de gemeente-in9tellÏDgen voor hooger en
middelbaar onderwijs. (198).
2°. Voordracht voor de benoeming van drie leden in het col
lege van zetters van 's Rijks directe belastingen. (211).
3°. Verzoek van G. F. Gombault, om een duiker te leggen
naar het Levendaal. (196).
4°. Idem van J. Van Gelder, om een stoep te leggen aan
den Apothekersdijk. (197).
5°. Rekening van ontvangsten en uitgaven der gemeente,
dienst 1873. (206).
6°. Eerste suppletoir kohier der plaatselijke directe belasting,
dienst 1874.
7°. Voordracht tot afschrijving van plaatselijke directe belasting,
dienst 1874. (204).
8°. Idem betrekkelijk de verbouwing van het schoollokaal op
de Aalmarkt. (148, 168, 173, 205 en 208).
9°. Verzoek van de Commissie voor de volksvoorlezingen om
het kosteloos gebruik van de Stads-Gehoorzaal. (210).
10°. Idem van P. Veen Jz., om ontslag als onderwijzer der
2de klasse aan de school n°. 1 voor minvermogenden. (209).
11°. Rekeningen, dienst 1873, van:
a. het R. C. Wees- en Oudeliedenhnis
b. het R. C. Armbestuur;
c. het Nederlandsch Israëlietisch Armbestuur;
d. Vrouwen-Kraammoeders. (199 tot en met 202).
LEIDEN, 18 Augustus.
De heer V. S. M. Van der Willigen, lid
van de commissie uit de Kon. academie van
"Wetenschappen ter uitrusting der Ned. expeditie
ter waarneming van den overgang van Venus
voorbij de zon, bericht daaromtrent in de Haarl.
Cl. o. a. het volgende:
Den 2den Augustus zijn de heeren leden dezer
expeditie, die van hier uitgaan, per Amazone
van Marseille naar Réunion vertrokkenden 17den
zullen zich te Aden aan hen aansluiten de beide
heeren, die reeds half Juli van Batavia vertrokken
zijn, om te zamen den 29sten dezer te St.-Denis
op Réunion aan te komen. Het verschijnsel, dat
op 9 December a. s. zal worden waargenomen,
heeft zeldzaam plaats en is voor de sterrenkunde
van groot gewicht. De planeet Venus, die, evenals
de aarde doch op kleiner afstand, rond de zon
loopt, gaat om de 584 dagen tusschen de zon en
de aarde door; daar zij, evenals de aarde en de
maan bijv., haar licht van de zon ontvangt, is
bij die doorgangen hare naar de aarde gekeerde
helft donker als de nieuwe maan; de loopbanen
van Venus en aarde verschillen niet alleen in
grootte, maar hare vlakken vallen ook niet plat op
elkander, zoodat Venus regelmatig nu boven en
dan onder de loopbaan der aarde ligt; meestal
zal daarom Venus bij de doorgangen, als on
zichtbaar donker schijfje, voor ons boven over
of onder langs de zon gaan. Zestien maal echter
in de duizend jaren, nu in 1874 en 1882 en
dan eerst weder in 2004, ligt zij bij haren
doorgang zoo in het vlak van de loopbaan der
aarde, dat zij werkelijk als donker schijfje, voor
ons juist over de zonneschijf moet heen strijken.
Zij beweegt zich zoo langzaam, dat zij 4'/2 uur
noodig heeft om over de zon te passeeren. De
plaats, welke zij gedurende dien overgang op de
zonneschijf schijnt in te nemen, hangt af van het
punt op aarde, waar de waarnemer zich bevindt
wordt nu die schijnbare plaats door twee ver van
elkander verwijderde personen met groote nauw
keurigheid bepaald, dan laat zich daaruit de
afstand van de aarde tot de zon berekenen. Daar
de kennis van dezen afstand van groot belang
is voor onderscheidene astronomische berekenin
gen en onderzoekingen, is het licht te begrijpen,
dat vele moeite en groote geldsommen worden
aangewend om op 9 December a. s. een aan
zienlijk aantal van nauwkeurige waarnemingen
van dit zeldzame verschijnsel te verkrijgen.
Dadelijk na hunne aankomst te St.-Denis zullen
de heeren onderzoekingen moeten in het werk
stellen omtrent de plaats, waar zij zich zullen
vestigen; wij hebben hun de beste kaarten van
Réunion medegegeven. Bij de ontscheping en
invoer hunner instrumenten, hij hunne voorloopige
onderzoekingen en gedurende hun verder verblijf
zullen zij veel nut hebben van de aanbevelingen
van de Fransche ministers van marine en koloniën
aan de autoriteiten op Pvéunion, waarvoor door
den baron Decazes, minister van buitenlandsche
zaken, op verzoek van den Nederlandschen gezant
te Parijs werd gezorgd, en van de aanbevelings
brieven van den heer Estourgies, sterrenkundige
van het Brusselsche Observatorium, die langeren
tijd op Réunion doorbracht. Is eenmaal de plaats
gekozen, dan rnoet daarvoor de geographische
lengte en breedte nauwkeurig worden bepaald en
een aanvang worden gemaakt met het lijdroovend
onderzoek der instrumenten. Voor de lengte-bepa
ling hebben wij ons in verbinding gesteld met de
Engelsche en Duilsche expeditiën op Mauritius en
de Engelsche expeditie op Pmdriguez, terwijl aan
de sterrenwacht te Leiden gedurende de maanden
September, October, November en December de
noodige waarnemingen zullen worden verricht,
die, verbonden met de waarnemingen op Réunion,
het lengte-verschil van Leiden en de waarne-
iningsplaats op Réunion zullen doen kennen.
Natuurlijk blijven wij voortdurend met onze
expeditie in correspondentie; de heeren reizen
van Marseille tot Réunion samen met de Fransche
expeditie, die zich op St.-Paul gaat vestigenwij
hebben bericht ontvangen, dat zij goed te Napels
zijn aangekomen en twijfelen niet aan hunne
gelukkige overvaart. Onmiddellijk nadat de over
gang heeft plaats gehad, verwachten wij een
telegraphisch bericht, of de waarneming al of niet
gelukt is; dit bericht moet echter eerst per
stoomboot naar Aden worden overgebracht en
kunnen wij dus niet wel vóór den 26sten December
ontvangen; wij hopen door de laatste vergadering
der Kon. Academie van dit jaar gemachtigd te
worden om terstond ook mededeeling van ons tele
gram aan het publiek te doen. Mocht onverhoopt
ongunstig weder de waarneming van het verschijn
sel hebben belet, dan zullen de verkregen plaats
bepalingen en andere astronomische waarnemingen
voor een deel die teleurstelling kunnen vergoeden,
terwijl de kostbare werktuigen en de daaraan
volbrachte onderzoekingen van groote waarde zul
len zijn voor de expeditie, die, naar wij hopen,
den volgenden Venus-overgang in 1882 in Amerika
zal gaan waarnemen. Wij verwachten de heeren
omstreeks half Februari van het volgend jaar in
ons midden terug.
Volgens mededeeling van een ooggetuige
bevond zich onder de passagiers, die bij het
spoorwegongeluk te Warmond gekwetst zijn, de
heer H., van Amsterdam, werkzaam op het gebied
van evangelisatie voor doofstommen. Deze is zoo
danig aan het hoofd verwond, dat hij, toen hij
bij zijne echtgenoote des nachts te 4 uren werd
te huis gebracht, door haar niet kon herkend
worden. Sedert bevindt de lijder zich meerendeels
in bewusteloozen toestand en is ijlende.
Een bejaard heer uit Amsterdam, met wien
wij Zaterdag de terugreis maakten, zegt het Hbld
had gezeten in het rijtuig der derde klasse, waar
in de koetsier van den heer Schmedding het leven
verloor. Deze wagen volgde op den goederenwagen,
waarin de conducteur Hedikhuyzen omkwam, en
die, vreemd genoeg, ofschoon vlak achter den
tender, nagenoeg niet is beschadigd. Bedoelde
passagier zat met den rug tegen het schot, en
aan het andere uiteinde van den waggon in het
voorlaatste compartiment zaten de koetsier met
zijne vrouw en kleindochter. De schok wierp hem
voorover en tegelijk werd het schot, waartegen
hij leunde, ingedrukt en verdwenen de bank en
het halfschot tegenover hem. Hij gevoelde niets
dan eene vreeselijke heklemming op de borst, dié
hem belette adem te halen. (Hetzelfde werd ook
door anderen waargenomen en schijnt een gevolg
te zijn van de geweldige verplaatsing van lucht).
Eenigen tijd geraakte hij van zich zeiven en
toen hij weder bijkwam was zijn eerste werk,
orn met eene bezorgdheid, waarover hij zelf later
zich het meest verbaasde, te zoeken naar zijn hoed.
Eerst langzamerhand kwam hij tot het besef, dat
hij een poging rnoest doen om uit den verbrijzel
den wagen te komen en toen eerst bemerkte hij
ook, dat hij niet dan eenige onbeteekenende
kneuzingen had. Den dag daarna begeerde hij
niets zoo zeer dan nog eens de plaats van het
ongeluk te zien, welk voornemen hij dan ook
volvoerde. Ook andere passagiers schenen deze
behoefte te gevoelen. Aan het station was een
jongmensch, die op de vraag, hoe hij was ont
komen, bijna geen begrijpelijk antwoord geven kon,
maar voortdurend stond te staren naar den ver
brijzelden wagen, waaruit hij gelukkig was gered.
Een ander passagier liep onmiddellijk nadat het
ongeluk gebeurd was, als iemand, die achter
volgd werd, op een drafje naar Leiden, waar
hij eerst, toen hij Zomerzorg bereikt had, hoewel
dood vermoeid, eenigszins tot zichzelven kwam.
Het Ned. stoomschip Conradvan Java en
Padang naar Nieuwediep, is Zondag Aden gepas
seerd; de Madurakapt. Ordeman, '16 dezer van
het Nieuwediep te Batavia aangekomen, zou den
volgenden dag de reis voortzettende P. Caland
kapt. Deddes, passeerde den 17den des middags
te 4 uren Scilly; de Koning der Nederlanden
kapt. A. G. M. Bruyns, arriveerde den 16den des
avonds te Southampton.
De Midd. Cl. meldt dat den 22sten te
Vlissingen verwacht wordt het Ned. stoomschip
Tromp (indertijd in de Roode Zee gestrand,
maar sedert hersteld) om van daar uit voortaan
rechtstreeks op Indië te varen. Dit zal het eerste
schip zijn, dat van de inrichtingen te Vlissingen
het volledig gebruik maakt, waartoe zij bestemd zijn.
Z. K. H. Prins Frederik heeft de antieke
eikenhouten kamer van het jaar 1606 aangekocht,
welke sinds eenigen tijd door den heer Teunissen,
handelaar in antiquiteiten in Den Haag, werd
tentoongesteld in het gebouw der Teekenacademie
aan den Boschkant. Z. K. H. is voornemens aan
het huis de Pauw, uitsluitend ter plaatsing van
dit vertrek, een bijgebouw op te trekken waarbij
in alle opzichten de strenge eischen der oudheid
kunde in 't oog gehouden zullen worden.
Naar men verneemt heeft de heer W. A.
Scholten, fabrikant te Groningen, van de Drentsche
Veen- en Midden-kanaalmaatschappij het Smeul-
veen, gelegen in de veenmarke van Noord- en
Zuid-Barge en 990 bunder groot, aangekocht.
Bovendien moet hij nog door aankoop van parti
culieren in het bezit gekomen zijn van 1000 a
1200 bunder veen in het Oosterveen dier marke.
De heer Scholten was reeds voor een groot ge
deelte rnede-eigenaar van de veenen in het Emmer
Compascuum gelegen. Van de exploitatie der nieuw