LEIDSCH DAGBLAD. N\ 4448. A0. 1874. Woensdag 12 Augustus. Een nuttig Salonstuk. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1. Franco per posl1.40. Afzonderlijke Noramers0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES Van 16 regelsf 1.05. Iedere regel meerB 0.174. Grootcre letters naar plaatsruimte. STADS-BERICIITEN. PATEXTBLADEX'. De BURGEMEESTER, Hoofd van het Gemeentebestuur van Leiden, doet te weten dat de ingevulde patentbladen over het dienstjaar 1874/5, voor dc wijken IV en V, bij het College van Zet ters, in een der vertrekken van het Raadhuis dezer gemeente, verkrijg baar zijn dagelijks, de Zondag uitgezonderd, van des middags tioaalf tot iicee uren; wordende de belanghebbenden nitgenoodigd de aanslagbiljetten mede te brengen. En wordt deze door plaatsing in de Leidscfie Courant afge kondigd. De Burgemeester voornoemd, Leiden, 4 Augustus 1874-. y. d. BRANDELER. De gemeenteraadszitting van den 30sten Juli 11. mag in meer dan éen opzicht leerrijk worden genoemd. Vooral twee punten, die wij ons voor stellen achtereenvolgens te behandelen, trokken daarbij onze aandacht. Bij de discussie over de verpachting van het baggeren in de wateren der gemeente kwam natuurlijk ook de stoombaggermachine ter sprake. Het is ons doel niet ons te verdiepen in een beschouwing over het meer of minder practische van een dergelijk werktuig voor onze stadsgrachten met hare talrijke lage, vaste bruggen, ofschoon wij niet ontveinzen, dat het argument, door een der leden aangevoerd ter aanprijzing der bedoelde machine, dat nl. de emmerladder en de bak zoo danig kunnen worden ingericht, dat men ze ge makkelijk kan afnemen, ten einde onder lage bruggen te kunnen doorgaan, naar onze meening een breedvoeriger weerlegging had verdiend dan daaraan te beurt viel. Integendeel willen wij wijzen op een uitdrukking, door denzelfden spreker in den loop van het debat gebezigd, al had zij niet rechtstreeks betrekking op het onderwerp, dat aan de orde was. In een soort van vergelijking toch heette het, dat het volstrekt niet in sprekers bedoeling lag de gemeente nog eens te verrijken met een salonstuk, zooals rnen de stoombrandspuit noemen kan met het oog op het zeldzaam gebruik dat men daarvan heeft. Waarlijk, dat is wat nieuws, en wij mochten de raadszitting wel leerrijk noemenwij bekennen eerlijk, dat het ons in hooge mate verraste te vernemen, dat er bij onze gemeentelijke instellin gen zooveel weelde heerscht, dat men er salon stukken op nahoudt, en, laat ons het er in éen adem bijvoegen, zelfs nu zijn wij daarvan nog niet overtuigd. Het jaar 1873 rnag, wat het aantal branden belreft, tot de gunstige worden gerekend. Toch ontstond er éen brand, die, hoewel spoedig ge- bluscht, nog al eenige schade veroorzaakte, terwijl er vijftienmaal begin van brand plaats had. Ziedaar dus in een gunstig jaar toch nog onge veer óm de drie weken een zij het dan ook meestal minder ernstig verschijnsel van brand. Reden genoeg, dunkt ons, om alle mogelijke voor zorgsmaatregelen te nemen, ten einde bij voor komende gelegenheden zoo goed mogelijk tegen het vernielend, maar vooral verraderlijk element gewapend te zijn. Branden als te Chicago of, om dichter bij huis te blijven. Enschedé, hebben op gevoelige wijze geleerd, dat slechts een gering tijdverzuim in het begin, een oogenblikkelijk ge brek aan de noodige bluschmiddelen de ontzet- tendste rampen na zich kunnen sleepen. Vooral ook voor onze stad mag dat gelden, die wel is waar doordat de buurten op bijzonder ruime schaal aijn gebouwd, in een gunsligen toestand verkeert voor het tegengaan der verspreiding van een een maal begonnen brand, maar toch ook zooveel te meer gevaar oplevert door het groot aantal fabrie ken, dat zij bevat. Letten wij op hetgeen in andere groote steden geschiedt, dan zien wij, dat zij al het mogelijke doen orn het brandbluschwezen te verbeteren, met name de hoofdstad des rijks. Daar beschouwt men de stoombrandspuiten niet als salonstukken, maar heeft zelfs in de laatste dagen, in verband met de aldaar onlangs ingevoerde brandschellen, proeven genomen die hebben bewezen, dat men in verbazend korten tijd zelfs op grooten afstand over de enorme krachtsontwikkeling der stoom brandspuiten kan beschikken. Brandschellen zou den wij in onze minder uitgestrekte stad wellicht kunnen missen, maar nu wij eenmaal een stoom brandspuit bezitten, nullen-wij-wél doen, haar niet te beschouwen als een salonstuk, maar door de noodige voorzorgsmaatregelen ons te verzekeren dat zij zoowel bij dag als bij nacht schier onmid dellijk hare onschatbare diensten kan bew'yzen. Is de vijand eenmaal daar, dan hem moedig onder de oogen gezien! Maar hem gering te achten voordat hij den aanval heeft begonnen, mag in waarheid heelen hem de overwinning gemakkelijk te maken. En brand, wij herhalen het, is niet alleen een sterke, maar ook een verraderlijke vijand, waartegen men niet genoeg op zijn hoede kan zijn. De stoombrandspuit een salonstuk met het oog op het zeldzame gebruik, dat men daarvan heeft Het is zoo ongeveer hetzelfde alsof iemand zijn teleurstelling te kennen gaf, dat zijn vrouw nog maar altijd geen genot had gehad van de levens verzekering die hij ten haren bate had genomen in geval hij kwam te overlijden, met andere woor den alsof men zeide: „Nu we eenmaal een stoom brandspuit bezitten, dient er toch wel nu en dan brand in de gemeente te ontstaan om er nut van te trekken.'1 Welnu ja, wij hopen dat onze stoombrandspuit nog lang een salonstuk moge blijven in dien zin dat zij niet spoedig dienst behoeve te doen tot het blusschen van brand, rnaar niet minder wen- schen wij dat zij, zoodra zich daartoe de gelegen heid aanbiedt, meer moge blijken te zijn dan een nutteloos weeldeartikel. LEIDEN, II Augustus. Bij de gisteren ten raad huize te Dordrecht plaats gehad hebbende herbesteding van het maken eener ijzeren loopbrug met beweegbare klep, in de plaats der geamoveerde Pelserbrug over de Voorslraathaven, zijn 5 inschrijvingsbiljetten in gekomen, als van de heerenSchretlen C°. 7525, Enthoven C°. fl936, Penn&Bauduin 7959, Kon. Ned. Grofsmederij 8387, Commercie Comp., Middelburg, f 8749. Het werk is aan de minste inschrijvers Schretlen Sc C°. gegund. Te Zoetermeer en Zegwaard is tot hoofd onderwijzer aan de openbare school voor lager en meer uitgebreid onderwijs benoemd de heer G. A. Geerligs, te Amsterdam. Men schrijft uit Den Ilaag aan de Arnh. Ct. Terwijl thans in Brussel het internationaal Congres wordt gehouden over de rechten en plich ten van krijgvoerende stalen, bestond bij den Nederlandschen Minister van Buitenlandsche Zaken het voornemen, om ook in Den Haag een inter nationaal Congres te doen vergaderen, dat van vredelievender en ontegenzeggelijk van nuttigen aard zou geweest zijn. Hij beoogde een bijeenkomst van vertegenwoordigers van de verschillende mo gendheden om eene internationale uitvoering' te verkrygen van vonnissen in burgerlijke zaken gewezen. Ieder die met de moeilijkheden bekend is, welke uit het gemis daarvan ontstaan, zal die poging ongetwijfeld toejuichen. Van verscheiden staten was dan ook de toezegging ontvangen, dat zij tot dit doel wilden medewerkenvan een paar echter was nog geen antwoord ingekomen. Of nu de opvolger van den heer Gericke het plan zal vasthouden, is natuurlijk niet' te zeggenevenmin of het al of niet doorgaan van dit internationaal Congres afhankelijk zou worden gemaakt van de toetreding van alle staten. In elk geval komt den heer Gericke van Her wijnen de eer toe het goede gewild te hebben. Ofschoon niet met deze zaak en slechts met den persoon des Ministers in verband staande, zal het u misschien niet onbelangrijk voorkomen te weten, dat de aftredende Minister van Buiten landsche zaken stellig voornemens was, voor zich- zelven geen gebruik te maken van het hotel, dat voor de Nederlandsche Ministers van Buitenland sche zaken zal worden ingericht, indien het daartoe strekkende wetsontwerp door de Kamer werd aangenomen. Juist daarom had hy gaarne dat ontwerp verdedigd, dat zijn opvolger in een moei lijke positie brengen moet, omdat allicht de ver denking zou rijzen, dat deze voor zijn eigen belang spreekt. Het Nederl. stoomschip Javavan Nieuwe- diep naar Batavia, is Zondag-middag van South ampton vertrokken de HolloJldkapt. Boon, van Batavia naar Nederland, 8 Augustus des mor gens te Suez aangekomen, moest 24 uur quaran taine liggen, en is den 9den naar Port-Said vertrokken. Door de rechtbank te Hoorn is de volgende aanbeveling ter vervulling van de vacature in dit college opgemaakt: Mr. J. T. Boelens, subst.- griffier bij de rechtbank te Hoorn, Mr. B. Sthee- man, te Appingedam, en Mr. F. Van Panhuys, advocaat te Groningen. Volgens bij het Departement van Marine ontvangen telegrammen waren Zr. Ms. opnemings vaartuig Hydrograaf en schroefsloomschepen Pon- tianak en Bandjermassing, onder bevel van de luits.-ter-zee der 1ste kl. Jhr. T. E. De Brauw, J. H. Commijs en E. L. Ehnle, op hun reis naar Oost-Indië, den 9den Aug. jl. te Port-Saïd aan gekomen. Aan boord dier bodems was alles wel. Gemengd TVieixws. Uit Rijnsburg zijn niet, zooals giste- ren gemeld werd, 2400 maar 24000 hectoliters aardappelen naar Amsterdam verzonden. Te Zoetermeer is gisteren een jon gentje van nog geen zes jaar, dat bezig was te hengelen, in het water gevallen. Ondanks spoedig aangebrachte hulp is het kind er levenloos uit gehaald. Als een bewijs van het druk verkeer in de afgeloopen maand tusschen Den Haag en Scheveningen kan strekken, dat het personenver voer van en naar dat zeedorp o. a. aan de tramway- maalschappij f 15000 heeft opgebracht. Een sigarenfabrikant te Amsterdam ontving dezer dagen van twee kolonisten uit het bedelaarsgesticht te Ommerschans per post een brandbrief, met bedreiging, dat zij zijne woning zouden komen in brand steken, wanneer

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1874 | | pagina 1