dat zij, en niet de burgemeester, de verkoopers
van het gemeentehooi waren. Van een en ander
is nu kennis gegeven aan den Commissaris des
Konings in Noord-Holland.
Woensdag-morgen te halfzeven is te
Hilversum brand ontstaan in de tapijtfabriek van
den heer D. Andriessen op de Groest. Te 9 uur
was het geheele fabrieksgebouw afgebrand; met
groote krachtinspanning mocht het der brandweer
gelukken het woonhuis, dat onmiddellijk tegen de
fabriek is aangebouwd, en de belendende gebou
wen te behouden.
Gistermorgen kwam een bovenland-
sche aak op de hoogte van IJselmonde in aanra
king met de zegen van de visscherij „de Merode",
welke men bezig was te laten zinken. De per
soon, daarmede bezig, werd over boord geslagen
en verdronk.
Te Borselen is Dinsdag in de Wester-
schelde door een schipper op stroom drijvende
gevonden en aan wal gebracht het lijk van een
manspersoon, oud omstreeks 30 jaren, en naar
de kleeding te oordeelen een vreemd zeeman.
Om den hals droeg hij een lederen kruis, waarop
twee beeldjes. Het lijk verkeerde reeds in zeer
vergevorderden staat van ontbinding en is zoo
spoedig mogelijk, ongekist, op het strand bij de
Zuidnol begraven. Waarschijnlijk is dit een der
opvarenden van het schip, dat 11. winter niet ver
van Vlissingen is vergaan en waarvan slechts
éen matroos het leven behield.
Uit Staphorst wordt gemeld: Woens
dag-avond is onder deze gemeente in de Leien,
bij den landbouwer H. K., een vreeselijke brand
uitgebarsten, men zegt door het omvallen van
eene baklamp, terwijl de eigenaar bezig was met
eene voer rogge op zolder te bergen. De man
stortte naar beneden en werd aan arm en schouder
zwaar gekneusd, zoodat hij het moest aanzien dat
de brand met vreeselijk geweld om zich toegreep
zonder dat hij hulp kon bieden. Zijne vrouw sleepte
hem met moeite uit het brandend perceel, gelyk mede
haar ouden vader, die er evenwel nog weer moet in
gegaan zijn om geld of kleeren te redden, zooals
men meent, doch dit met den dood heeft moeien
bekoopenmen heeft hem verbrand voor de klee-
renkist gevonden. Aan blusschen was geen den
ken, daar er totaal gebrek aan water in de sloo-
ten was; al het aanwezige vee, waaronder een
paard, een vet varken, alsmede de geheele voor
raad rogge, hooi, stroo, gereedschappen enz., is
verbrand.
De Asser Courant meldt het schier
ongeloofelijke feit, dat te Stadskanaal eene vrouw
zich heeft laten doodhongeren, omdat haar man
haar den sterken drank onthield, waaraan zij in
hooge mate verslaafd was.
Te Asch had dezer dagen een meisje
van circa 13 jaar, dat op een kind van ongeveer
éen jaar moest passen, het ongeluk met het kind
te vallen en er zelve over heen te tuimelen, met
het treurige gevolg, dat de kleine ten gevolge van
den val is bezweken.
INGEZONDEN.
Mijnheer de Redacteur
In het hoofdartikel van uw geacht blad van 30
Juli 11. wordt de belangrykheid van onze veemarkt
besproken, en als eerste vereischte voor den
bloeienden veehandel opgegeven een gezonde
veestapel. Zeer juist, want zonder een gezonden
veestapel zijn bloeiende veemarkten niet denk
baar. Maar een gezonde veestapel is niet altijd
afhankelijk van onzen wil. Doch er is nog een
ander vereischte dat minder afhankelijk is van
menschelijken wil en alleen maar afhangt van ons
gemeentebestuur, nl. een goede ruime vee
markt, waar het vee zóo uit elkander kan
worden geplaatst, dat de koopers het goed
kunnen naderen, zonder verdrongen te worden.
En bestaat zulk een veemarkt hier? Voor het
oogenblik ja; inaar bij de drukke voor- en na-
jaarsmarkten in geenen deeleDan is alles zoo vol
gepropt dat de koopers schier onmogelijk alles kun
nen nazien, en van den eenen marktdag tot den
anderen moeten verschuiven om te zoeken wat
van hunne gading is; voornamelijk met de lam-
merenmarkten. Menig landbouwer heeft bij her
haling verzekerd, dat de aanvoer van vee zou
verdubbelen, als er voldoende gelegenheid was
het beter te plaatsen.
Naar aanleiding van het boven aangevoerde rijst
echter eene andera vraag, t. w.Biedt de plaat
selijke gelegenheid hier genoegzame localiteit aan,
om de markt zoodanig uit te breiden, dat zij bij
alle eventualiteiten doelmatig kan worden geacht?
Het antwoord op die vraag is volmondig ja!
en nog wel met betrekkelijk weinig onkosten,
nl.: 1°. door de demping der Binnenvestgracht
bij de buitensociëteit Amicitia, (Kikkerlust), 2°.
door de demping der Binnenvestgracht bij de
broodfabriek; en 3°. (nog wel het voornaamste),
door de demping der Korte Langegracht. Hier
door zouden terreinen worden verkregen, waar
door bij drukke markten in alle behoeften tot
plaatsing doelmatig kon worden voorzien. Wat
is de schapenmarkt niet vooruitgegaan, sedert
door de demping der IJzergracht de markt
aan die zijde is vergroot? Eene geschikte
gelegenheid om aan te bieden is de halve ver
koop. Welke winkel toch is doelmatig en ten
verkoop geschikt, als de waren, al zijn zij nog
zoo goed en van de uitmuntendste qualiteit, in
hoeken en gaten moeten worden weggestopt?
Maar bovendien mag men niet uit het oog ver
liezen dat, hoe meer mager vee hier wordt ter markt
gebracht, hoe meer vet vee later de markt zal
versieren; want de omstreken van Leiden bieden
door hare uitmuntende landerijen genoeg gelegen
heid aan om het driedubbele van het magere vee,
dat thans wordt aangevoerd, vet te maken; en
dat het vette vee aan de Leidsche markt graag
gewild is en gereede koopers vindt, wordt be
wezen, doordien het maar uiterst zelden gebeurt
dat er ter markt gebracht vee onverkocht blijft.
Maar niet alleen in het belang der veemarkt
zou het dienstig zijn, dat de genoemde grachten
werden gedempt; het belang der volksgezondheid
is daaraan ten nauwste verbonden, omdat die
grachten ten onrechte dien naam dragendaar
zij met veel meer recht aanspraak zouden kunnen
maken op den naam van stinkpoelen, die een
onaangenamen en en voor de gezondheid schade
lijken stank verspreiden. Wel is waar zouden de
dames en heeren, die 's avonds de buitensociëteit
Amicitia bezoeken, door die demping verstoken
zijn van die liefelijke odeur, het is echter niet te
betwijfelen, of zij zouden zich daaraan volgaarne
onderwerpende eenige die er wellicht minder
voordeel bij zou hebben, zou kunnen zijn de ver
vaardiger van het Eau d'Anvers.
Leiden, 7 Aug. 1874. P.
BUITENLAND.
Frankrijk.
In de Times komt een telegram uit Parijs
voor, waarin gezegd wordt, dat de details, mede
gedeeld van het onderhoud tusschen Decazes, den
Minister van Buitenlandsche Zaken, en Hohenlohe,
den Duitschen gezant, authentiek bevestigd worden.
Het eerste persoonlijke onderhoud had plaats den
21sten Juli, waarin ophelderingen in verzoenen
den geest werden gegeven. Het tweede onderhoud,
dat een officieus en confidentieel karakter had,
had den 26slen Juli plaats.
Prins Hohenlohe verklaarde, zonder de goede ver
standhouding in gevaar te willen brengen of de
gevoeligheid van Frankrijk, zooals in '1870 te
willen kwetsen, dat Duitschland niet kan dulden
dat de provinciën, door de Carlisten bezet, het
toon eel van barbaarschheden bleven.
Wanneer Frankrijk dezen wensch niet wilde
of niet kon tegemoetkomen, dan zou Duitschland
den diplomatieken weg bewandelen, zich het
recht voorbehoudende een vloot te zenden om
de Carlisten te beletten van de kust gebruik te
maken.
Duitschland heeft zorgvuldig alles vermeden
wat meesterachtig of dreigend zou kunnen schijnen.
De di$cussiën in de zitting der nationale
vergadering van Woensdag hebben hoofdzakelijk
geloopen over het voorstel der commissie voor
het budget, ondersteund door den minister van
financiën, om de opcenten op de drie directe be
lastingen (op het grondbezit, het meubilair en de
deuren en vensters) met 10 opcenten te ver-
hoogen, die op de patenten echter op 43 te be
houden. Aan deze discussiën knoopte zich de vrij
algemeene klacht vast over de slechte verdeeling
der grondbelasting en de treurige gebreken van
het kadaster. Hierop vooral grondde zich de tegen
stand der heeren Feray, De Ventavon en anderen,
die het hoogst onbillijk vonden eene ongelijk
drukkende en als zoodanig veroordeelde belasting
met nog meer opcenten te verhoogen. Tevergeefs
wezen de minister Mathieu-Bodet en de rappor
teur der commissie, de heer Léon Say, op andere
ongelijk drukkende belastingen, die niettemin door
de vergadering met belangrijke opcenten verhoogd
waren; het voorstel werd met 339 tegen 303
stemmen verworpen. Aangenomen daarentegen
werd een additioneele bepaling tot het verwor
pen artikel, inhoudende dat de regeeriDg bij de
wet op de middelen voor 1876 een voorstel zal
doen betreffende eene nieuwe repartitie der grond
belasting over de departementen.
In den aanvang der zitting heeft de Kamer
o. a. zonder discussie aangenomen het wetsont
werp betreffende de schikking tusschen den
minister van financiën en de Fransche Bank,
drie wetsontwerpen betreffende de verbetering en
den aanleg van havenwerken te Havre, Marseille
en Bordeaux, met aanvaarding van het aanbod
der Kamers van koophandel in genoemde steden,
om den Staat voor dit doel voorschotten te ver-
leenen respectievelijk ten bedrage van 6,15 en 4'/2
millioen; twee wetsontwerpen, houdende bekrach
tiging van exceptioneele door de stad Parijs te
heffen belastingen, namelijk verhooging van de
octrooien, en voor 5 jaren vermeerdering der
opcenten op de vier directe belastingen enz.
Onder de ingekomen wetsvoorstellen verdient
vermeldingéen van den minister van openbare
werken Caillaux, de verklaring vragende van het
openbaar nut voor concessie der Maatschappij
Paris-Lyon-Mediterranée tot den aanleg van 20
spoorweglijnen, gezamenlijk ter lengte van 855
kilometers. De gezamenlijke lengte der Fransche
spoorweglijnen wordt door deze concessie op
30,000 kilometers gebracht, waarvan 20,000 in
exploitatie en 10,000 deels in aanbouw, deels
geconcessioneerd; en éen van den minister van
oorlog De Gissey, houdende bepalingen, waar
door in geval van mobilisatie van het leger
het appèl der reservisten vereenvoudigd wordt.
De gevraagde urgentverklaring werd verleend en
het voorstel gesteld in handen der Commissie
voor het leger.
In het departement Calvados, waar den
löden dezer een afgevaardigde zal worden geko
zen, betwisten drie candidaten elkander het man
daat. De Bonapartisten hebben er den heer Le
Provost de Launay, oud-prefect in het departe
ment (tijdens het Keizerrijk), de republikeinen
den heer Paul Aubert, en de legitimisten den
heer De Fontette candidaat gesteld.
Duitscliland.
De aartsbisschop van Munchen heeft bij den
Koning zelf ingediend een protest tegen het toe
dienen van het sacrament van het vormsel door
den Oud-Katholieken bisschop Reinkens.
Uit Elberfeld wordt gemeld, dat de alge
meene Duitsche arbeiders-vereeniging, overeen
komstig het vonnis van het hof van appèl te
Keulen, gesloten is.
"Volgens sommige bladen heeft een fabrikant
van wapens en militaire goederen, te Berlijn, met
den vertegenwoordiger der Spaansche regeering
aldaar een contract gesloten voor de leverantie
eener volledige uitrusting van 125,000 man
Spaansche troepen en heeft het Spaansch gouver
nement die overeenkomst reeds goedgekeurd. In
de leverantie zijn echter begrepen 100,000 gewe
ren naar de nieuwste constructie, voor welke
levering nog goedkeuring bij de Duitsche regeering
moet worden aangevraagd. Ook moeten er, alvorens
het contract in werking kan treden, nog nadere
onderhandelingen plaats hebben met Fransche
bankiers over de betaling in Fransche wissels.
Groot-Britannië.
De Times heeft eene dépêche uit Malta van
den 5den ontvangen, waarin wordt gemeld, dat
het Engelsch eskader der Middellandsche Zee
speciaal bevel heeft ontvangen om zich niet naar
Spanje te begeven. Het eskader was reeds naar
Gibraltar vertrokken.
Spanje.
Volgens de Epoca heeft de Fransche regeering,
het verlangen der mogendheden en speciaal van
Duitschland in aanmerking nemende, maatregelen
genomen, rnaar zij ontkent overigens, zooals zij
reeds vroeger deed, dat er eenige communicatie