houding tot de schuldvorderingen tot dekking noodig zou wezen. Z. M. heeft benoemd tot broeder der orde van den Ned. Leeuw den meesterknecht bij 's Rijks werf te Amsterdam M. Van Hoek; tot ridder 4de klasse van de Milit. Willemsorde, den bij het leger in Ned.-Indiê gedetacheerd geweest zijnden lsten luit. der inf. van het leger hier te lande A. J. Prager, en wel naar aanleiding van zijn gedrag bij den aanval en de inneming van de vijandelijke versterking Laoe Margo, op 27 Sept. 1872. Z. M. heeft benoemd tot secretaris-thesaurier van Z. K. H. prins Hendrik Mr. J. H. Van Wicke- voort Crommelin, thans secretaris; tot 2den secretaris van Z. K. H. den heer J. Ragut, thans onder-secretaris. Gemengd Nieuws. Uit Huisduinen wordt gemeld: Men is Maandag aangevangen met de werkzaamheden om het hier gestrande stoomschip König Wil helm I uit het zand te graven, waarin het naar men zegt ruim 12 voet gezakt is. Een groot aantal werklieden van Den Helder zijn ijverig bezig met graven; Egmonder visscherlieden, daar toe aangenomen, brengen het zand in zakken en daarmede wil men de te graven geul voor ver zanding dekken. Men heeft er wel op gerekend, dat dit plan niet met enkele zakken was te bereiken, althans de ondernemer heeft er zich, om te be ginnen, vooreerst vijfduizend aangeschaftbehalve nog een groot aantal suikerkanassers. Er zal echter heel wat zand te verplaatsen zijn, eer men de geul door de beide zandbanken, die voor het schip liggen, gegraven heeft. Blijft het dan maar altijd stil weder, dan is er ten minste eenige mogelijkheid om door te werken, maar komt er onverhoopt een fiksche NW. bries, dan vreest men dat die zandzakken-barricade, al wordt die ook, volgens het plan, door planken gesteund, wel eens geheel en al verstrooid zou kunnen worden. De volharding intusschen, door den aannemer tot nu toe aan den dag gelegd, verdient zeker een goeden uitslag; maar zij, die met onze stranden bekend zijn, vreezen dat die pogingen op teleur stelling zullen uitloopen. Uit Hardenberg wordt gemeld: Zekere K. H., een welgesteld landbouwer in de nabijheid dezer plaats, was wegens diefstal lot eene maand gevangenisstraf veroordeeld, doch wist een ander, een ouden kennis van de justitie, over te halen om in zijne plaats en onder zijn naam de straf te ondergaan. Deze werd dan ook naar de gevan genis te Ommen gebracht, doch nadat hij 28 dagen als remplapant had gefuügeerd, werd het bedrog ontdekt. De landbouwer trachtte zich eerst nog schuil te houden, doch hij werd in den nacht gevangen genomen en geboeid naar de gevangenis overgebracht. Omtrent het gebeurde in het huis van verzekering te Zwolle wordt nader vernomen dat zekere De Coster, die ter zake van verzet tegen de openbare macht tot twee jaren gevan genisstraf was veroordeeld, welke straf hij te Hoorn zou ondergaan, bij zijn transport derwaarts te Zwolle is gehouden om dienst te doen als kok. Geruimen tijd koesterde hij een wrok tegen zijn medegevangene Bartelink, die uit Hoorn was overgeplaatst om te Zwolle huiswerk te doen. Terwijl beide personen in de keuken bezig waren en B. zich wilde verwijderen, kwam De Coster onverwachts hem achterop en bracht hem met een scherp hakmes een slag op het hoofd toe. B. wilde ontvluchten, doch vöor hij de deur bereikt had, trof hem reeds een tweede slag. De bewaarders en andere gevangenen, die den dienst hadden, kwamen tusschenbeide, doch kon den niet verhoeden dat de ongelukkige nog een derden slag kreeg. Met veel moeite werd De Coster ontwapend en opgesloten. De verwonde kon niet verhoord worden, daar hij met gekloofden schedel geheel buiten kennis lag. Zijn toestand is zeer bedenkelijk. Maandag -middag werd door den rijks- veldwachter T. Luikens te Losser gevankelijk binnengebracht een Pruisisch deserteur, August Gross genaamd, beschuldigd van in de buurtschap Lutte, ten huize der wed. Kokenberg, een zilveren kruis met plaat te hebben ontvreemd. Gross, die in den toren werd opgesloten, bleek later gevlogen te zijn. De burgemeester, die met andere personen een onderzoek in den toren en op de kerk instelde, haalde hem echter na lang zoeken uit de spits van den toren, alwaar hij zich achter een balk verscholen had. Naar men verneemt is de heer Har denberg, inspecteur van 's Rijks politie, vergezeld van twee agenten, jl. Zondag met 2 arrestanten, zijnde twee koopvaardijmatrozen, die hij van den Nederlandschen consul had overgenomen, van Duinkerken te Rotterdam teruggekeerd. Naar het schijnt hebben de schepelingen op een Fransch vaartuig, waar zij zich hadden geëngageerd, zich aan muiterij schuldig gemaakt, zoodat de kapitein van dat vaartuig verplicht geweest was om hen in de haven van Duinkerken aan den Neder landschen consul over te geven, die de feiten bij proces-verbaal heeft gemotiveerd. De matrozen waren vroeger te Rotterdam op een Nederlandsch schip aangemonsterd. In de maand Maart jl. werd in Den Haag ten huize van den heer C. in de Parkstraat een antieke doos door middel van inklimming ontvreemd; en wel de doos maar niet de dief werd gevonden. Maandag deed zich de toevallige omstandigheid voor, dat een der personen, wien de kostbare doos ten verkoop was aangeboden, aan het station van den Rijnspoorweg tegenwoor dig was, toen onder begeleiding van een veldwach ter een gevangene werd binnengebracht. Deze persoon herkende den gevangene voor die de doos ten verkoop had gepresenteerd, en deed daarvan bij de politie aangifte. Ook de tweede persoon herkende bij nader onderzoek den verdachte, en deze bekende later volledig, zich toen aan bedoelden diefstal te hebben schuldig gemaakt. Sedert had hij zich te Rotterdam ver grepen en bevindt zich nu reeds drie maanden in voorarrest. Omtrent het treurig voorval te Scher- mer (gem. Oterleen) wordt nader gemeld: De oudste dochter van den heer M., een geacht ingezeten dezer gemeente, gewoonlijk bij een oom en tante in Gelderland verblijf houdende, was voor eenige dagen in de ouderlijke woning. Met haar woont bij den oom, die zelf kinderloos is, een neef, zoon van een andere zuster harer moe der. Vrijdag komt geheel onverwacht die neef zijn oom hier bezoeken. Ofschoon hem kennende als een woeste jongeling, meent de heer M. zijn neef toch te moeten ontvangen en vergunt hem, op zijn verzoek, een paar dagen te zijnent te blijven. Zondag nu, tegen den avond, noodigde de neef zijn nichtje uit een weinig muziek te maken. Zij zette zich voor de piano, en naast haar plaatste zich haar broeder om haar met de viool te accompagneeren. De neef wandelde op en neer in de kamer, en van een geschikt oogenblik ge bruik makende, plaatste hij zich achter zijne nicht en trof haar met een kogel zoodanig in het achterhoofd, dat zij, na een kort oogenblik, den laatsten adem uitblies. Terwijl de broeder ontsteld naar buiten liep om hulp te roepen, hoorde deze al zeer spoedig een tweede schot. De moordenaar had ook zichzelven van het leven beroofd. De oorzaak dezer gruweldaad schijnt jaloerschheid te zijn geweest. Ofschoon door zijn oom en tante '11 jaar lang als kind verzorgd, achtte hij zich tekort gedaa» door zijne nicht, die mede door den oom en tante met hartelijke liefde was opgenomen. BUITENLAND. Frankrij k. De meerderheid van de commissie-leden heeft zich in de afdeelingen verklaard voor een weder- bijeenroeping der Kamer op 28 November. De minister De Chabaud-Latour was voor een kort reces. Te Montélimard, in het Rhone-dal, hebben de talrijke werksters in de zijde-en foulards-fabrieken den arbeid gestaakt. Alle fabrieken staan er nu stil. Op de openbare wandelplaatsen hadden samen scholingen plaats, waarbij het onstuimig toeging. Het gemeentebestuur zag zich genoopt de gewapende macht bijeen te roepen om de grève-maaksters tot rust te brengen. De Patrie meldt, dat de ingenieur Bazaine, een broeder van den veroordeelden maarschalk, en de gemalin van dezen eene audiëntie hebben gehad bij Mac Mahon en hem verzocht hebben, de straf van den gewezen opperbevelhebber van het Fransche leger te veranderen in levenslange verbanning. Doch dit verzoek, voegt het blad er bij, kon op het oogenblik niet toegestaan worden. öuitschland. De wijbisschop Janiszewski is Maandag-avond te Kozmin in de districts-gevangenis gebracht. De journalistendag te Baden-Baden heeftin zijne tweede algemeene vergadering met eenparige stemmen besloten tot oprichting van een journa- listen-vereeniging, welke zich ten doel stelt d? verzorging van oude letterkundigen en het waken tegen onbevoegden nadruk. Het blijkt dat niet alle rechtbanken in stemmen met die van Paderborn omtrent M betaling van boeten door derden. De kapelan Kirsch te Vallendar was veroordeeld tot eti? boete van 70 thaler, of subsidaire gevangenisstra! Een zijner vrienden betaalde dit bedrag voor hem maar de ontvanger nam het slechts aan behouden goedkeuring der rechterlijke macht. De rechtbad te Neuwied heeft daarop beslist, dat het gek moest worden teruggegeven en de kapelaan zet moet betalen, of de gevangenisstraf onderdaan. Spanje. In een telegram uit Bayonne door de Soit medegedeeld, wordt gemeld, dat 200 personen ie het kleine dorp Azagra, in Navarra, het leveo hebben verloren. Door een geweldigen storm wer den ontzaglijke rotsblokken van de bergen losge scheurd en 64 huizen daaronder bedolven. Slechts veertien der bewoners waren nog in het leven, toen de puinhoopen waren weggeruimd. Den vol genden dag (23 Juli) sprong een Carlistisch kruitmagazijn te Rida in de lucht; dertig per sonen kwamen daarbij om het leven. De oorzaak van deze laatste ramp is onbekend. Grroot-JÖritaniiië. In het Lagerhuis heeft de heer Bourke verklaard dat het der Regeering niet bekend was, dat Duitschland bepaald het besluit genomen had, een eskader maar Spanje te zenden, ten einde op de noordkust te kruisen, naar dat hij wel reöei had te gelooven, dat de Duitsche Regeering de opportuniteit van zulke maatregelen in overweging heeft genomen, welke zouden kunnen strekken om bescherming te verleenen aan de Duitsche burgers tegen de gevaren, die voor hen uit den burgeroorlog voortvloeien. Men heeft besloten om binnenkort, naast het standbeeld van Lord Derby, tegenover het parlementsgebouw, een standbeeld voor lord Pal- merston op te richten. In den loop dezer week zal de Great Eastern naar Newfoundland vertrekken tot het leggen van van den zesden kabel naar de Iersche kust. Oostenr.-Hong. Nlonarchie. Baron Anselm Von Rothschild, chef van het "Weener bankiershuis van dien naam, is Maandag nacht op zijn buitengoed te Döbling overleden. Een wolkbreuk heeft Vrijdag-avond in de gemeenten Retz, Ober- en Unteralb, Höflein en Unter-Retzbach in Beneden-Oostenrijk de vreese- lijkste verwoestingen aangericht. De geheele oogst is vernield, een vijftigtal huizen zijn ingestort en meer dan honderd onbewoonbaar geworden; tal van personen zijn verdronken en bijna al het vee en de roerende have der inwoners verloren gegaan. Op verscheidene plaatsen zijn de spoorwegdijken voor de kracht van het water bezweken, hetwelk in korten tijd zoo ontzaglijk steeg, dat het hier en daar meer dan 6 voet boven den beganen grond stond en alles in zijn woeste vaart mede- sleepte. De graan- en wijnoogst, die buitengewoon gunstige resultaten beloofden, zijn totaal vernield. De schade wordt op meer dan een millioen ge raamd. Vereenigde Staten. President Grant heeft zijne goedkeuring geschonken aan de toekenning der 5 pCt. leening aan de bankiershuizen Rothschild en Seligmann. In Pennsylvanië hebben een hevige storm en overstroomingen groote schade aangericht; goederen-magazijnen en bruggen van spoorwegeQ

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1874 | | pagina 2