LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 4436.
A0. 1874.
Woensdag
29 Juli.
Feestviering op 3 October 1874.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1—
Franco per postn 1-40.
Afzonderlijke Nommersn 0-02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 16 regelsf 1.05.
Iedere regel meern 0.17i.
Grootere letters naar plaatsruimte.
STADS-BERICHTEJï.
Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden, op Donderdag
30 Juli, des namiddags te twee uren.
Onderwerpen
1°. Verzoek van G. H. De Bock, om ontslag als onderwijzer
der lste klasse aan de openbare school voor meer uitge
breid lager onderwijs der 2de klassse voor jongens. (176).
2°. Benoeming van een onderwijzer der lste klasse aan boven
vermelde school. (181).
3°. Voordracht betrekkelijk den afstand in gebruik van het
Schuttersveld aan het Rijk. (175 en 178).
4°. Verzoek van W. Van Mannekus, om een plankij9 te doen
leggen in den Nieuwen Riju. (177).
5°. Idem van J. Van der Wiel, ter bekoraing van gemeente
grond. (146, 179 en 185).
6°. Voordracht betrekkelijk de verpachting van het baggeren
in de wateren der gemeente in verband met het adres van
den tegenwoordigeu pachter P. Van Beek. (180 en 189).
7°. Verzoek van J. Boelen, om een schuitenhuis te plaatsen in
den Singel. (182).
8°. Idem van G. Van der Waals, om ontslag als hulponder
wijzer aan de school n°. 1 voor minvermogenden. (183).
9°. Idem van Mr. J. A. F. Coebcrgh, ter bekoming van een
gedeelte van den Nieuwen Rijn tot aanplemping. (184
en 188).
10°. Voordracht betrekkelijk verkoop van Inschrijving op het
Grootboek ten behoeve van de Stedelijke gasfabriek (1S6
en 188).
11°. Verzoek van C. Van der Waals, om ontslag als hulp
onderwijzer aan de school n°. 1 voor onvermogenden. (190).
12°. Voordracht betrekkelijk de tolheffing aan den Rijnsburgervliet.
(191 en 193).
13°. Idem tot verkoop van Inschrijving op het Grootboek.
(192 cn 194).
Het driehonderdjarig herdenken van Leidens
ontzet kan en zal niet onopgemerkt voorbijgaan.
Onze stedelijke regeering heeft daarvoor reeds
ieene feestcommissie benoemd.
Hoe kan zulk eene feestviering luisterrijk wor
den? Als alle ingezetenen van Leiden de handen
ineenslaan en toonen dat een algerneene geest
van dankbaar herdenken aan die dagen hen be
zielt. Die geest heeft zich geopenbaard bij de
werklieden, want op negen verschillende werk-
mansvereenigingen is de wensch ontstaan om,
door het houden van een liistorisclien optocht,
den 3den October luister bij te zetten. Deze ver
eenigingen zijn:
1. Typographenvereeniging.
2. Vereeniging Nut en Genoegen.
3. Kleedermakersvereeniging.
4. Meubelmakersvereeniging.
6. Timmerlieden- en Modelmakersvereeniging.
5. Smedenvereeniging.
7. Schildersvereeniging.
8. Tabakwerkersvereeniging.
9. Metselaars- en Steenliouwersvereeniging.
De verschillende bestuurders hiervan hebben
goedgevonden voor elke vereeniging eene buiten
gewone vergadering te beleggen, ten einde het
algemeen gevoelen der leden te vernemen. Op die
vergaderingen is dan ook met bijna algerneene
stemmen het voorstel tot het houden van een
optocht aangenomen. Tevens zijn de bestuurders
gemachtigd om over gelden te beschikken, die
of uit hunne reservekassen of vrijwillig zullen
gestort worden, tot een bedrag van ruim 700
gulden. (De gelden bestemd voor zieke leden
worden echter volstrekt niet gebruik!.) Ook zijn
andere vereenigingen uilgenoodigd zich aan den
optocht aan te sluiten. Elke vereeniging heeft
toen twee afgevaardigden uit haar bestuur op
eene bijzondere vergadering gezonden en uit die
achttien bestuursleden is het volgende hoofdbestuur
gekozen
J. GOEDELJEE, President, Papenstraat 9.
W. METSELAAPi, Vice-presid., Nieuwsleeg 19.
A. A. DE GRAAFF, lste Secretaris, Haarlem
merstraat 224.
H. W. "VVITTENAAR, 2de Secretaris, Singel
buiten de Koepoort.
J. G. BELTERMAN, lste Penningmeester, Burg-
steeg 1.
J. V. WaKERLIN, 2de Penningmeester, Ge
recht 14.
Dat de taak van dit bestuur hoogst moeilijk
is, zal ieder begrijpen. Het bezit evenwel moed
en wilskracht om die taak krachtig aan te vat
ten, maar dit beteekent weinig, als alle ingeze
tenen van Leiden niets doen dan afwachten wat
gebeuren zal. Neen, wij vertrouwen op de wel
willende medewerking onzer stadgenooten.
De eerste stap, dien wij gedaan hebben, was onze
regeering van ons plan kennis te geven en hare
medewerking te verzoeken, die ons ook in ruime
mate is toegezegd.
Welaan, medeburgers van Leiden, toont thans
uwe belangstelling in dien gedenkwaardigen dag;
vergeet de werklieden van Leiden niet, onder
steunt hunne pogingen om iets degelijks ten uit
voer te kunnen brengen. Uit bovengenoemd cijfer
(ruim 700 gulden) blijkt dat ook zij iets over
hebben voor een eeuwfeest tot eer en roem van
ons voorgeslacht. Was Leiden niet ontzet, zij had
geen hoogeschool, en zou niet dien bloei en zegen
kennen, welke zij thans geniet.
Uit dit oogpunt beschouwd, vindt die welvaart
voornamelijk zijn oorsprong in de trouw en den
moed onzer voorvaderen. Deze trouw en dien
moed feestelijk te herdenken is dus als het ware
een plicht, die op ieder inwoner van Leiden rust.
Wij, bestuurders van werkliedenverenigingen, hoe
moeilijk het ook voor ons is, wij toonen dat wij
voorgangers willen zijn. Laat dus alle traagheid,
lauwheid en onverschilligheid plaats maken voor
ware, hartelijke belangstelling. Laat het niet bij
praatjes, bij berekeningen blijven neen, er moet
met spoed gehandeld worden, want het is meer
dan tijd daarvoor. Daarom, ingezetenen van Leiden,
toont thans wat gij voor een historischen optocht,
door werklieden te houden, overhebt.
In de eerste plaats is ons oog gevestigd op
HH. patroons, eereleden, donateurs en begunsti
gers van al deze vereenigingen. Wij doen deze
algerneene uilnoodiging, daar, wat gij mocht willen
doen, geheel vrijwillig moet geschieden en niet
op persoonlijke aanvragen. Dat ook het groote
aanlal gegoede inwoners van Leiden toone, wat
het voor zulk een optocht overheeft.
Hoe meer ondersteuning wij vinden, hoe beter
het doel zal worden bereikt en hoe beter de 3de
October van 1874 in het geheugen onzer kinderen
dienzelfden indruk zal achterlaten, welken nog zoo
velen onzer hebben van het 250-jarig feest, gevierd
op 3 October 1824.
Het hoofdbestuur is bereid elke gift en elke
toezegging van medewerking le ontvangen.
Namens het. hoofdbestuur,
J. GOEDELJEE, Pres.
A. A. DE GPiAAFF, lste Secr.
NB. Bij HH. Boekhandelaars liggen inteeken-
lijsten voor hen die deze zaak door hunne
bijdragen willen steunen.
LEIDEN, 28 Juli.
Uit Den Haag wordt gemeld: Hedenmiddag is
er ministerraad gehouden. Vooraf heeft de heer
Weilzel eene conferentie gehad met den heer
Heemskerk. Thans is de lijst tot samenstelling
van het ministerie, gelijk die aan den Koning
zal worden aangeboden, definitief vastgesteld
als volgt: Heemskerk, binnenlandsche zaken; Van
der Does de Willebois, buitenlandsche zaken;
Van Lijnden, justitie; Van der Heim, financiën;
Van Goltstein, koloniën; Weitzel, oorlog; Pels
Rijcken, marine. Men verzekert dat de heer
Heemskerk zeer spoedig naar Montreux zal afreizen.
De heeren Mrs. A. Viëtor Sibinga, J. Van
Assen, W. Van Assen, I. B. Burger, H. W.
Diephuis, E. Frieswijk, J. W. Mees, P. Blussé en
M. Levie zijn gesteld ter beschikking van den
gouverneur-generaal van Ned.-Indië, om te worden
benoemd tot rechterlijk ambtenaar daar te lande.
De Nederlandsche expeditie tot waarneming
van den overgang van Venus voor de zonneschijf
is onlangs vertrokken. De heeren Dr. Kaiser,
verificateur van 's Rijks zee-instrumenten, en Van
de Sande Bakhuyzen, observator aan de sterren
wacht, gaan over Parijs en Marseille naar Aden,
waar Dr. Oudemans uit Batavia zich bij hen
vervoegt, om gezamenlijk met het hulppersoneel
en verdere benoodigdheden de reis naar het eiland
Réunion te aanvaarden. Hier zal de geschiktste
plaats voor de waarneming van het belangrijke
hemelverschijnsel worden uitgezocht. Hoewel niet
zoo groot als vele buitenlandsche, is de Nederland
sche expeditie uitstekend toegerust; alle instru
menten zijn nieuw en van de beste soort. Als het
weer gunstig is, waarop echter de kans niet
groot is, zijn de beste uitkomsten van deze weten
schappelijke zending le verwachten.
Op Zaterdag 19 September zal te Utrecht,
in het gebouw voor kunsten en wetenschappen,
de jaarlijksche algerneene vergadering plaats hebben
der Nederlandsche Vereeniging ter verstrekking
van dadelijke hulp aan minbezoldigde onderwijzers
en tot bevordering eener voortdurende verbetering
der onderwijzers-tractementen.
Na afloop der huishoudelyke werkzaamheden
zullen de volgende punten aan de orde worden
gesteld
1°. Zou eene Vereeniging van solliciteerende
onderwijzers, die zich verbinden om alleen naar
goed bezoldigde vacaturen te dingen, wel tot het
beoogde doel leiden?
2°. Zou het waar zijn, dat de opleiding van
kweekelingen den onderwijzer financieel nadeel
toebrengt, terwijl de toekomstige belangen van
den kweekeling geenszins voldoende verzekerd zijn?
3°. Wat is wenschelijk voor den onderwijzer,
dat hij gemeente- of staatsambtenaar zij
De genoemde Vereeniging, die in den laatsten
tijd door toetreding van een groot aantal leden
eene aanzienlijke uitbreiding heeft ondergaan,
vindt meer en meer de deelneming van allen,
die beseffen, dat goed onderwijs alleen dan kan
gegeven worden, als de onderwijzer eene voldoende
bezoldiging geniet. De hulp aan behoeftige onder
wijzers wordt met inachtneming der meest moge
lijke geheimhouding verstrekt.
Het vertrek uit Batavia van den opperbe
velhebber van het leger in Atjin, den generaal
Van Swieten, is, naar men verneemt, bepaald op
den 30sten dezer, zoodat hij in het begin van de
maand September hier te lande kan verwacht
worden.
Te Groningen heeft zich voor eenigen tijd
een Comité geconstitueerd, dat zich ten doel stelt,
met het oog op de besprokene opheffing der
hoogeschool te Groningen, de sympathie voor en
belangstelling in de hoogeschool bij de ingeze
tenen der drie noordelijke provinciën op te wek
ken en te bevorderen; het Comité zal weldra op